Verordening op de heffing en invordering van scheepvaartrechten 2025

De raad van de gemeente Tholen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2024, nummer 983600;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van scheepvaartrechten 2025 (Verordening scheepvaartrechten 2025).

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

• a. Gemeentelijke havens:

  de havens in de kernen Tholen, Stavenisse, Sint-Annaland en Sint Philipsland.

• b. Vaartuig:

  een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen.

• c. Bedrijfsvaartuig:

  een vaartuig dat hoofdzakelijk beroepsmatig gebruikt wordt, dan wel hoofdzakelijk bestemd is voor beroepsmatig gebruik, zoals bijvoorbeeld een passagiersschip, vissersschip, sportvissers-schip, werkvaartuig, sleep- of duwboot, zeilend bedrijfsvaartuig of vracht- of binnenvaartschip.

• d. Thuisligger:

  Een binnenvaartschipper wiens domicilie ligt in de gemeente Tholen.

• e. Meetbrief:

  het document als bedoeld in de Meetbrievenwet 1981.

• f. Meter:

  strekkende meter.

• g. Dag:

  een tijdvak van 24 uren of een gedeelte daarvan aanvangend om 00.00 uur.

• h. Nacht:

  de periode van zonsondergang tot zonsopgang daaraanvolgend.

• i. Jaar:

  een kalenderjaar.

• j. Kwartaal:

  een kalenderkwartaal.

• k. Maand:

  kalendermaand.

• l. Week:

  een aaneengesloten periode van zeven dagen.

• m. Havenmeester:

  de havenmeester van de gemeente of diens plaatsvervanger.

Artikel 2 - Belastbaar feit

• 1. Onder de naam "scheepvaartrechten" worden rechten geheven voor het met een vaartuig innemen van een ligplaats in een gemeentelijke haven en voor het in gebruik nemen van ruimte op het havenplateau.

• 2. Niet onder de werking van deze verordening vallen de heffingen van liggelden voor pleziervaartuigen, waarvoor op grond van een afzonderlijke verordening rechten worden geheven.

Artikel 3 - Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder of de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 - Heffingsmaatstaf

Maatstaf voor de heffing is de oppervlakte van het vaartuig dan wel de oppervlakte van de in gebruik genomen ruimte, uitgedrukt in vierkante meters.

Artikel 5 - Tarieven

De scheepvaartrechten worden geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 6 - Tarieftoepassingen

Voor de toepassing van de tarieven:

• 1. Wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van lengte over alles en grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief.

• 2. Wordt, in afwijking van het voorgaande lid bepaalde, de lengte over alles en de grootste breedte, ambtshalve vastgesteld indien de in lid 1 bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt.

• 3. Wordt de oppervlakte van de in gebruik genomen ruimte ambtelijk gesteld op het product van lengte over alles en grootste breedte.

• 4. Wordt een gedeelte van een eenheid van oppervlakte of tijdsduur afgerond naar boven op een volle eenheid.

• 5. Wordt het maandtarief, indien er minder dan een maand een ligplaats wordt ingenomen, verrekend naar rato van het aantal dagen, waarbij een maand gesteld wordt op 30 dagen.

• 6. Worden de eindbedragen, gevonden na toepassing van de tarieven, afgerond naar boven op een veelvoud van € 0,05.

Artikel 7 - Vrijstellingen

Scheepvaartrechten worden niet geheven ter zake van:

• a. vaartuigen in (in)directe dienst van gemeente(n) of andere openbare lichamen;

• b. voor het gebruik van de haven, voor zover ter zake daarvan al uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente een bedrag wordt gevorderd.

Artikel 8 - Wijze van heffing

De rechten, zoals genoemd in artikel 2, worden geheven door middel van aanslag of andere gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 - Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd op het moment dat met een vaartuig een ligplaats wordt ingenomen in een gemeentelijke haven en/of ruimte op het havenplateau in gebruik wordt genomen.

Artikel 10 - Termijnen van betaling

• 1. De rechten moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving is vermeld.

• 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 11 - Overgangsrecht

De Verordening scheepvaartrechten gemeente Tholen 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, eerste lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 - Inwerkingtreding

• 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

• 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening scheepvaartrechten 2025.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 7 november 2024.

M.L.P. Sijbers, voorzitter

L. Vermeij, griffier

Bijlage Tarieventabel (behorende bij de Verordening Scheepvaartrechten 2025)

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting.

HOOFDSTUK 1 - MAATSTAF EN TARIEF LIGGELD

1.1	Het liggeld voor bedrijfsvaartuigen bedraagt per vierkante meter vaartuig-oppervlakte:
1.1.1	Per maand	€	1,50
1.1.2	Per kwartaal	€	4,50
1.1.3	Per jaar	€	18,00
1.2	De havens in Sint Philipsland en Stavenisse zijn beperkt in gebruik. Voor deze havens wordt daarom op de tarieven onder 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 een korting toegepast van 25% (met uitzondering van thuisliggers).
1.3.	Voor thuisliggers wordt op de tarieven onder 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 een korting toegepast van 5%.

HOOFDSTUK 2 - MAATSTAF EN TARIEF PARKEERGELD

2.1	Bedrijven die een perceel water huren of pachten kunnen voor bedrijfsvoertuigen parkeerruimte op het havenplateau reserveren ten behoeve van het laden en lossen van goederen. Het parkeergeld bedraagt per vierkante meter in gebruik genomen ruimte:
2.1.1	Per jaar	€	6,95

HOOFDSTUK 3 - MAATSTAF EN TARIEF OPSLAGGELD

3.1	Voor het tijdelijk opslaan van goederen is een ontheffing vereist. Het opslaggeld bedraagt per vierkante meter in gebruik genomen ruimte:
3.1.1	Per dag	€	0,13
3.1.2	Per maand	€	2,35

Behorende bij raadsbesluit van 7 november 2024.

De griffier van Tholen,

L. Vermeij