Gemeenteblad van Renkum
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renkum | Gemeenteblad 2024, 510023 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Renkum | Gemeenteblad 2024, 510023 | beleidsregel |
Draaiboek Gladheidbestrijding Seizoen 2024 - 2025 Voor de gemeenten Ede, Wageningen, Renkum en Veenendaal
2.2 Samenstelling strooiploeg en rooster
2.3 Arbeidstijd en consignatie
2.5Verlof en ziekte tijdens consignatie
2.6 Ongevallen- en aansprakelijheidsverzekering
3.3 Oproepen geconsigneerde medewerkers
3.5 Instrueren geconsigneerde medewerkers
3.6 Opbouwen/aankoppelen van het strooimaterieel en voertuigcontrole
3.8 Uitvoeren/bestrijden winterse gladheid
3.9 Werkzaamheden bij terugkomst op startlocatie
3.12 Controleren resultaat uitvoering
3.13 Schoonmaken strooimaterieel
In dit draaiboek wordt de uitvoering van de bestrijding van winterse gladheid in het verzorgingsgebied van ACV beschreven. Het verzorgingsgebied bestaat uit alle wegen die in beheer zijn van de gemeenten Ede, Renkum, Veenendaal en Wageningen. Het doel van deze bestrijding is dat de door de gemeente vastgestelde wegen en fietspaden goed begaanbaar zijn. Provinciale wegen en Rijkswegen worden niet door ACV gestrooid. In alle vier gemeenten worden de strooiroutes preventief en nat gestrooid.
Omdat deze routes aan verandering onderhevig zijn, zijn deze niet opgenomen in dit draaiboek. Voor winterdienstmedewerkers staan de routes in de tablets die zij meenemen tijdens het rijden. Opdrachtgevende gemeenten en burgers kunnen de routes bekijken op www.acv-indewinter.nl en op de site van hun eigen gemeente.
Dit draaiboek is bestemd voor de medewerkers Gladheidbestrijding (zowel interne als inhuur), gemeenten, politie en DTN (voormalig MeteoGroup). Medewerkers ontvangen naast dit draaiboek ook nog een overzicht met telefoonnummers en roosters. ACV voert de werkzaamheden met een 4- ploegensysteem uit.
Het melden van gladheid kan bij de strooileider. De strooileider is, ook buiten de reguliere werktijden, bereikbaar op telefoonnummer:
2.2 Samenstelling strooiploeg en rooster
ACV hanteert een 4-ploegensysteem. Dit houdt in dat de medewerkers zijn ingedeeld in een 4-wekelijks rooster. In dit rooster heeft men verschillende diensten:
De geconsigneerde strooileider bepaalt of, wanneer en hoe een strooiactie moet worden uitgevoerd. De verwachte soort gladheid (sneeuwval, ijzel of bevriezing) is bepalend voor de strooiactie. De strooileiders worden ondersteund door de Coördinator Winterdienst. Zijn taken gedurende het jaar zijn de voorbereidingen voor het komende winterseizoen.
2.3 Arbeidstijd en consignatie
Iedere consignatieweek loopt van donderdag 07.30 uur tot de daaropvolgende donderdag 07.30 uur.
De maximale arbeidstijd is 13 uur per dag. Onder arbeidstijd verstaan we een normale werkdag of een gedeelte hiervan plus de tijd vanaf de oproep om te komen strooien tot en met het einde van dit strooien. De consignatietijd geldt dus niet als arbeidstijd.
Het overschrijden van de maximale arbeidsduur per medewerker, zoals vastgelegd in de Arbeidstijdenwet, moet worden vermeden. Bij calamiteiten kan een uitzondering worden gemaakt. Hiervoor heb je de uitdrukkelijke opdracht van de strooileider nodig
In het weekend is ook maximaal 13 uur op een dag werken de wettelijke norm. Normaal gesproken kan de consignatieploeg binnen deze 13 uur meer dan twee rondes draaien. Het oproepen van de SMS-ploeg ligt dan minder voor de hand. Tegelijkertijd zijn de tijden waarop de SMS-ploeg ingezet kan worden in het weekeinde minder voorspelbaar dan op werkdagen.
Medewerkers worden via hun telefoon opgeroepen. Indien gewenst stelt ACV hiervoor telefoons ter beschikking.
Ook krijgt iedere chauffeur een tablet mee. Op deze tablet staat zijn strooiroute. Na de strooironde dient de tablet weer worden ingeleverd bij de strooileider. Voor chauffeurs die ‘extern’ opstarten geldt dat zij bij thuiskomst de tablet op een veilige plek aan de oplader leggen.
2.5 Verlof en ziekte tijdens consignatie
Bij ziekte en verlof worden zo veel mogelijk van tevoren aangewezen reservemedewerkers ingezet. Verlof dient tijdens de ingeroosterde periode (consignatie én SMS) zo veel mogelijk voorkomen te worden en kan alleen worden toegestaan indien door inzet van een reservemedewerker of door ruiling van diensten de ploeg volledig bezet blijft. Deze vervanging moet door de chauffeur, in overleg met planning en de strooileider, zelf geregeld worden. Hij dient de strooileider hier wel over te informeren. Daarnaast mag de arbeidstijd van de vervanger het maximaal toegestane aantal uren niet overschrijden en moeten de noodzakelijke rusttijden gehaald worden.
De vervangende medewerker ontvangt de consignatievergoeding en de (eventueel) gemaakte overuren over het overgenomen deel.
Wijzigingen in het consignatierooster worden, voor zover mogelijk, altijd ruim van tevoren besproken met en vastgelegd door de geconsigneerde strooileider
2.6 Ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering
In geval van nood zorg je voor je eigen veiligheid en die van eventuele slachtoffer(s) en omstanders, probeer rustig te blijven en zorg, indien nodig, dat iemand 112 belt. Daarnaast bel je de strooileider (06 300 269 45)
Tijdens de strooiwerkzaamheden geldt, net als bij de uitvoering van de normale werkzaamheden, de aansprakelijkheidsverzekering van ACV. ACV draagt zorg voor een extra verzekering voor medewerkers die werkzaam zijn in de gladheidbestrijding. Dit betreft schade of letsel opgelopen tijdens woon-werkverkeer ten behoeve van de gladheidbestrijding. Deze verzekering geldt ook voor de medewerkers die worden ingehuurd.
We werken veilig of we werken niet. Dit geldt ook tijdens de gladheidbestrijding. Medewerkers mogen alleen aan de slag als zij hiervoor de juiste instructies hebben gehad. Dit is een training Winterdienst van een erkend opleidingsinstituut. Daarnaast dienen de medewerkers in het bezit te zijn van een geldig VCA-diploma.
De KAM Adviseur van ACV is tevens Veiligheids- Gezondsheidsfunctionaris (VG-functionaris) voor de gladheidbestrijding. De contactgegevens zijn: Peter van Sorgen, 06 - 16 40 35 94, peter.vansorgen@acv-groep.nl
Het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden, is verboden. Dit geldt tijdens de strooiacties, maar ook tijdens de consignatiedienst en de sms-dienst.Als je dienst hebt, kun je immers altijd worden opgeroepen. Medewerkers dienen voldoende rust te nemen zodat ze fit en uitgerust aan het werk kunnen als ze worden opgeroepen. De chauffeur controleert voor vertrek of het materieel in orde is. Als het materieel niet in orde is, dan mag hij niet gaan rijden en dient hij het probleem te melden bij de strooileider en technische dienst.
Ook ongevallen moeten altijd worden gemeld bij de strooileider. De strooileider zal dit zo snel mogelijk voorleggen aan de VG-functionaris die het incident in behandeling zal nemen. Dit geldt tevens voor bijna-ongevallen en gevaarlijke situaties. Deze worden onderzocht. Indien mogelijk worden maatregelen genomen waardoor ongevallen voorkomen kunnen worden.
Het is mogelijk dat er tijdens een strooiactie een werkplekinspectie wordt uitgevoerd door een functionaris van ACV. Tijdens een werkplekinspectie worden verschillende veiligheidsaspecten gecontroleerd en besproken. Chauffeurs zijn verplicht hieraan mee te werken. Dit geldt ook voor ingehuurd personeel én ingehuurde voertuigen.
Tijdens het rijden wordt er alleen gebeld als dat noodzakelijk is. Het voertuig wordt altijd stilgezet tijdens het bellen. Dit geldt ook bij handsfree bellen. Whatsappen en dergelijke doen we uiteraard ook alleen als het nodig is en als we veilig geparkeerd staan.
ACV gebruikt tegenwoordig een 50/50 verhouding vacuümzout/steenzout. In uitzonderlijke gevallen, zoals zouttekort door extreme weeromstandigheden, kan ACV ook andere strooi middelen gebruiken.
Door preventief te strooien, met nat zout, hoeft er minder zout gestrooid te worden wat gunstig is voor het milieu en de kosten. De strooileider bepaalt voor iedere strooibeurt de benodigde dosering.
In de routes wordt aangeven welke stukken weg een open structuur hebben. Daar moet dus meer zout gestrooid moet worden.
ACV houdt haar opdrachtgevers, gemeentebesturen en inwoners op de hoogte van de gladheidbestrijding.
We communiceren actief met inwoners over wanneer we strooien, waar we strooien, waar we niet strooien en wat inwoners zelf kunnen doen. We doen dit door middel van folders, teksten op voertuigen, social media en de website www.acv-indewinter.nl. Op deze website kunnen inwoners en media terecht voor alle actuele informatie en plattegronden met de strooiroutes. Door de strooileiders wordt Twitter ingezet om inwoners snel en actuele informatie te geven over strooiacties.
De pers wordt op de hoogte gehouden via persberichten vanuit de gemeenten en/of ACV. De pers kan te allen tijde contact opnemen met ACV voor vragen, een interview of reportage. De woordvoering gaat via de directeur, de communicatieadviseur of de manager Uitvoering. Van medewerkers wordt verwacht dat zij de media doorsturen naar de juiste personen binnen ACV en zelf geen uitspraken doen.
Opdrachtgevers, wethouders en communicatieafdelingen van de gemeenten worden, tijdens het strooiseizoen, door de afdeling communicatie op de hoogte gehouden via een update/nieuwsbulletin per e-mail. Hierin staat gedetailleerde informatie over de bestrijding van gladheid, hoe en wanneer er gestrooid wordt, de zoutvoorraad en verdere ontwikkelingen. Deze update/ nieuwsbulletin wordt ook intern verzonden naar de strooileiders en verdere betrokkenen
Winterse gladheid kan worden gemeld door:
ACV heeft een gladheidmeldsysteem dat in verbinding staat met DTN. Op basis van de meetgegevens van het systeem en de weersverwachting voor de korte termijn beoordeelt de strooileider of een strooiactie noodzakelijk is. Hierbij wordt uitgegaan van preventie. Dit houdt in dat er, zo veel als mogelijk, al vóórdat het glad is gestrooid wordt.
DTN bewaakt de weersomstandigheden en -verwachtingen. Als de medewerker van DTN van mening is dat er een strooiactie gestart moet worden, neemt hij contact op met de strooileider.
Plaatselijke gladheid kan ook door de politie worden geconstateerd en gemeld. Meldingen worden doorgegeven aan de dienstdoende strooileider.
De strooileider bepaalt of sprake is van gladheid die dient te worden bestreden op basis van:
De soort gladheid (opvriezing, sneeuwval, ijzel), wegdektemperatuur en zoutgehalte zijn bepalend voor de actie.
De strooileider is degene die beslist of er wel of niet gestrooid gaat worden. DTN heeft een adviserende rol
De strooileider is normaal gesproken als eerste op de startlocatie aanwezig en doet wat ter voorbereiding van de strooiactie nodig is:
Als in de loop van een werkdag wordt voorzien dat er de komende avond en/of nacht moet worden gestrooid, dan kan het strooimaterieel aan het einde van deze werkdag reeds worden klaargezet. De geconsigneerde strooileider geeft hiervoor opdracht.
3.6 Opbouwen/aankoppelen van het strooimaterieel en voertuigcontrole
De chauffeurs bouwen het strooimaterieel op om de gewenste strooiactie (strooien, borstelen, schuiven) uit te kunnen voeren. Tevens voert de chauffeur een algemene voertuigcontrole uit waarbij onder meer naar verlichting, oliepeil, veiligheidsvoorzieningen en de werking van communicatieapparatuur gekeken wordt. Mankementen worden direct aan de strooileider doorgegeven. Deze zorgt er, in overleg met de monteur, voor dat het mankement wordt opgelost of dat er een noodvoorziening aangebracht wordt. Op de tablet zit een werkstaat. Hierop moet de chauffeur bij iedere strooibeurt het volgende invullen:
Na het opbouwen/aankoppelen van het strooimaterieel gaat de chauffeur naar de zoutloods om het zout te laden.
De kraanmachinist ondersteunt bij het laden van het zout op de locatie Neonstraat te Ede. Op de overige locaties is geen speciale kraanmachinist aanwezig. Wel zijn daar shovels beschikbaar die bediend worden door aanwezige strooimedewerkers die hiervoor een instructie hebben ontvangen.
3.8 Uitvoeren/bestrijden winterse gladheid
De medewerkers voeren de bestrijding van de gladheid uit volgens de routes in de tablet en de instructies van de strooileider. De chauffeur dient de eventuele tachograaf in het voertuig out of scope te zetten.
De gemeenten verwijderen aan het begin van het strooiseizoen een aantal fietspalen. Deze worden na afloop van het strooiseizoen door de gemeenten teruggeplaatst. De palen die niet door de gemeenten zijn weggehaald, dienen door de chauffeur tijdens de strooiactie te worden verwijderd en direct na het strooien te worden teruggeplaatst.
Een preventieve strooiactie is een strooiactie voorafgaande aan voorspelde gladheid. Meestal wordt er na de avondspits gestrooid. Iedere preventieve strooiactie dient uiterlijk vijf uur na oproep in zijn geheel te zijn uitgevoerd. Dit is inclusief de tijd tussen de oproep van de strooileider en de start van de route, maar exclusief de terugrijtijd naar de startlocatie, het tanken en schoonmaken.
Een curatieve strooiactie is een strooiactie met als doel gladheid, vaak ontstaan door sneeuw of ijzel, te bestrijden. De duur van een curatieve strooiactie is afhankelijk van de weersomstandigheden, de toestand van de wegen en de weersverwachting. Het is mogelijk dat er gedurende de curatieve strooiactie een wachttijd wordt ingelast. Deze wachttijd maakt onderdeel uit van de curatieve strooiactie. De strooileider bepaalt het verloop van een curatieve strooiactie. Tijdens het uitvoeren van strooiacties wordt de strooier handmatig bediend. Deze handeling dient vanuit de cabine van het voertuig te worden verricht.
Indien tijdens een strooiactie op welke wijze dan ook schade en/of letsel wordt veroorzaakt door de chauffeur of een tegenpartij, dient dit direct telefonisch te worden gemeld bij de strooileider.
De strooileider sluit de strooiactie af als het gewenste resultaat is bereikt en er op dat moment geen verdere strooiacties noodzakelijk zijn. Afsluiten omvat de volgende acties:
Het dagrapport wordt per email naar de gemeenten gestuurd.
Een kopie van het dagrapport gaat naar de Technische dienst. Afhankelijk van het tijdstip kan het opstellen van het dagrapport worden uitgesteld tot de eerstvolgende werkdag.
Als wegbeheerder heeft de gemeente de zorgplicht voor een veilige en goed begaanbare weg. Met de uitbesteding van (een deel van) de taken voor gladheid-bestrijding aan ACV blijft de gemeente bij schade aan derden altijd aansprakelijk. De gemeente kan natuurlijk op haar beurt wel ACV aansprakelijk stellen, mocht deze in gebreke zijn gebleven. Daarom zijn de hierboven genoemde dagrapporten voor beide partijen van groot belang evenals het strooibeleidsplan. Dit is een plan waarin de gemeente vastgesteld heeft welke wegen en fietspaden er gestrooid worden.
N.b.: de zorgplicht van de gemeente betekent overigens niet dat de weg ten allen tijde “veilig en goed begaanbaar moet zijn”. Dat kan namelijk niet gegarandeerd worden. Je kunt gladheid niet altijd voor zijn en je kunt niet overal tegelijk zijn. Ook duurt het bij extreme omstandigheden misschien wel een behoorlijke tijd voordat de weg weer goed begaanbaar is. De weggebruiker heeft daarom ook een plicht: voldoende voorzichtigheid betrachten.
3.17 Verantwoordelijkheid burger
De burgers hebben tijdens de vorstperiode ook een eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen meewerken door de stoep voor hun woning sneeuw/ijsvrij te maken. Ook dient men rekening te houden met de winterse omstandigheden door bijvoorbeeld de snelheid aan te passen, zoveel mogelijk gestrooide wegen te nemen en enigszins slepend/schuivend te lopen. Weersverwachtingen en gezond verstand zijn hierbij een goed hulpmiddel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-510023.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.