Uitvoeringsbesluit Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL): verbod op het houden van hanen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

 

gelezen het collegevoorstel d.d. 26 november 2024

 

OVERWEGENDE DAT:

 

  • 1.

    het in het belang van het bewaren van de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en/of het aanzien van de openbare ruimte wenselijk is uitvoeringsregels te stellen omtrent het houden van hanen binnen de bebouwde kom, buurtschap Ketelhaven, Dronterweg (huisnrs. 33 t/m 39), Vossemeerdijk (huisnrs. 5 t/m 17 en 50 t/m 56) en Nodbeek, Staverdense beek en Varelsebeek;

  • 2.

    het houden van hanen tot overlastsituaties leidt;

  • 3.

    handhaving daarop wordt bemoeilijkt doordat de overlast moeilijk is vast te stellen;

  • 4.

    door een verbod wordt het vaststellen van een overtreding geobjectiveerd, waardoor beter handhavend kan worden opgetreden, wat uiteindelijk tot minder overlastsituaties zal leiden;

 

GELET OP:

 

Artikel 2:21 van de Verordening Fysieke Leefomgeving van de gemeente Dronten;

 

B E S L U I T:

 

I. De volgende regels vast te stellen ten aanzien van het houden van één of meer hanen:

 

Artikel 1 Aangewezen plaatsen

Als plaatsen als bedoelt in artikel 2:21 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten worden aangewezen de bebouwde kommen van de kernen in de gemeente Dronten, zoals omschreven in artikel 1:2 onder a van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten, de buurtschap Ketelhaven met de straatnamen: Berkenhof, Beukenlaan, Boslaan, Buitenplaats, Eikenlaan, Esdoornlaan en Lindenlaan. Dronterweg (huisnrs. 33 t/m 39), Vossemeerdijk (huisnrs. 5 t/m 17 en 50 t/m 56) en de straatnamen in Biddinghuizen; Nodbeek, Staverdense beek en Varelsebeek.

Artikel 2 verbodsbepaling

  • 1.

    Binnen de in artikel 1 van dit besluit genoemde plaatsen is het verboden één of meerdere hanen te houden;

  • 2.

    Het verbod uit lid 1 geldt niet voor plaatsen met een bestemming op grond waarvan het houden van dieren mogelijk wordt gemaakt, zoals een kinderboerderij.

Artikel 3 Ontheffingsmogelijkheid

  • 1.

    Een ontheffing ingevolge artikel 2:21 lid 2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Dronten wordt slechts verleend als aan alle onderstaande voorwaarden kan worden voldaan:

    • a.

      er tenminste in de omtrek van 30 meter van de beoogde plaats om een haan of hanen te

    • b.

      houden geen woning of andere geluidgevoelige objecten aanwezig zijn; en

    • c.

      de aanvrager aannemelijk maakt dat voldoende maatregelen worden getroffen om

    • d.

      geluidsoverlast te voorkomen.

  • 2.

    Aan de in lid 1 genoemde ontheffing kunnen door het college voorschriften ter voorkoming van overlast worden verbonden.

II. Overgangsbepaling

 

Er geldt een overgangsperiode van drie maanden, te rekenen vanaf de dag van inwerkingtreding van dit besluit. Deze periode biedt de houder van een haan de mogelijkheid om een passende oplossing te vinden voor het dier.

 

III. In te trekken besluiten en Inwerkingtreding

  •  

  • 1.

    Het besluit treedt inwerking een dag nadat deze is bekend gemaakt.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van dit besluit het Uitvoeringsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening Dronten; verbod op het houden van hanen in de bebouwde kom (doc.nr 257089) in te trekken.

IV. Citeertitel

 

Dit besluit wordt aangehaald als Uitvoeringsbesluit Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL): verbod op het houden van hanen

 

Dronten, 26 november 2024

R. Hammenga MA

secretaris

drs. J.P. Gebben

burgemeester

Naar boven