Gemeenteblad van Westland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westland | Gemeenteblad 2024, 50863 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Westland | Gemeenteblad 2024, 50863 | beleidsregel |
Beleidsregels groene inpassing waterbassins en entrees bedrijven in het glastuinbouwgebied van Westland
Op grond van de bestemmingsplannen Glastuinbouwgebied Westland en Boomawatering zijn aanlegvergunningen noodzakelijk voor waterbassins en verhardingen. Een waterbassin mag langs bepaalde wegen en vaarwegen niet zichtbaar zijn en wordt geacht aan de achterzijde van een glastuinbouwbedrijf te worden aangelegd.
Voor zover dat niet mogelijk is, is in artikel artikel 3.6.3 opgenomen dat een waterbassin langs zo’n weg of vaarweg voldoende moet worden ingeplant, dit ter beoordeling van de groendeskundige. Met deze beleidsregel wordt een invulling gegeven aan wat ‘voldoende inplanting’ betekent. Aanvragen zullen hieraan moeten voldoen. Ook de aanleg van verhardingen is vergunningplichtig. Vooral bij de entree van glastuinbouwbedrijven behoort hier ook een bepaalde groene inkleding bij, enerzijds vanwege een mooie overgang van openbaar naar privaat terrein, maar ook vanwege representatie en een groenere omgeving.
Deze beleidsregels bestaan uit voorschriften waaraan tenminste moet worden voldaan, terwijl er altijd vrijheid van soortkeuze voor de ondernemer is. Uit de beleidsregels kunnen ondernemers ook halen wat ze eventueel nog meer kunnen doen, zo daar behoefte aan is en de wens daartoe bij de ondernemer bestaat.
Deze beleidsregels zijn toetsingskader en een Programma van Eisen voor aanvragen voor waterbassins en verhardingen bij entrees van bedrijven in het glastuinbouwgebied van Westland. De beleidsregel wordt een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd.
In het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied zijn wegen gecategoriseerd in drie categorieën (zie afbeelding 1): 1. regionale ontsluitingswegen; 2. gebiedsontsluitingswegen; 3. doorgaande tuinbouwontsluitingswegen.
De niet gecategoriseerde wegen (alle overige wegen) zijn tuinbouwontsluitingswegen waarop weinig tot geen ander verkeer rijdt. Van de vaarwegen is het ‘hoofdvaarnetwerk’ als zodanig aangegeven op de kaart, ook dit vaarnetwerk heeft betekenis voor op te richten werken of de aanleg hiervan.
In deze beleidsregel wordt voor een aantal categorie 3 wegen (de doorgaande tuinbouwontsluitingswegen) een ‘opwaardering’ voorzien als ware zij een categorie 2 weg. Dit vanwege de cultuurhistorische en recreatieve waarde van deze wegen. Deze wegen zijn:
Naast de wegencategorisering is er dan ook nog het hoofdvaarnetwerk eaarmee rekening gehouden moet worden.
3. (Basisprincipes) waterbassins
Langs de verschillende gecategoriseerde wegen en langs het hoofdvaarnetwerk gelden verschillende eisen en bestaan verschillende mogelijkheden voor de inplanting van het waterbassin. Er kan gedacht worden aan de volgende basisbouwstenen: 1. het dijklichaam al dan niet met bloemrijk kruidenmengsel; 2. heesterbeplanting met solitairheesters en/of -bomen; 3. losse haag / geschoren haag; 4. (laan)bomen.
Bij al deze bouwstenen wordt zoveel mogelijk streekeigen materiaal toegepast. Dit zijn inheemse soorten die van nature in deze omgeving voorkomen. Door de toepassing van een streekeigen, gevarieerd assortiment wordt een bijdrage geleverd aan de biodiversiteit.
Afb. 2 ter illustratie: waterbassins met gras of heesters en bomen of een natuurvriendelijke oever
4. Waterbassins langs een categorie 1 en 2 weg of langs een categorie 3 weg met waarde
Mogelijke inrichtingsvarianten ter keuze aan de ondernemer.
Waar aantoonbaar geen bomen aangebracht kunnen worden (vanwege bv. kabels en leidingen of ruimtegebrek) kan na instemming van de gemeente hiervan worden afgezien.
Afb. 3 variant 1: gras met bij voorkeur kruidenmengsel en bomen
Afb. 4 variant 2-1: talud beplanting met heesters en solitaire bomen
Afb. 5 variant 2-2: beplanting heesters en solitaire bomen voor bassin
Het voorgeschreven assortiment bomen en heesters is het volgende:
5. Waterbassins langs een categorie 3 weg
Het heeft de voorkeur dat het waterbassin wordt ingeplant overeenkomstig de eisen die gesteld worden voor de wegen met de categorieën 1 en 2. Voor zover dit niet wenselijk is, mag ook gekozen worden voor een haag als afschermende beplanting. Dit is aan de ondernemer.
Afb. 6 haagbeplaning langs waterbassin
Afb. 7 haag aan voorzijde waterbassin
Afb. 8 mogelijk variant haag aan voorzijde waterbassin
Het voorgeschreven assortiment hagen is het volgende:
7. (Basisprincipes) Entrees glastuinbouwbedrijven
Veel eigenaren van glastuinbouw- en andere bedrijven in het glastuinbouwgebied besteden weinig tot geen aandacht aan een groene, representatieve inrichting van de entree van het bedrijf. Teneinde hierin verbetering aan te brengen worden eisen gesteld aan de aanleg van verhardingen. Voorwaarde in het bestemmingsplan is dat een in/uitrit niet breder is dan 10 meter. Voor het overige wordt de voorzijde van het glastuinbouwbedrijf ingericht volgens dit programma van eisen.
Voor de landschappelijke inpassing van de entree kan gedacht worden aan verschillende opties afhankelijk van de categorie weg en de inrichting van het gebied waarop de entree aansluit. Uitgangspunt voor de in te richten zone is aan te sluiten op aanwezige, openbare bermen/groenstroken. De maatvoering wordt in principe gerekend vanaf de erfgrens. In overleg met de gemeente kan mogelijk ook de aansluitende berm ingericht worden.
Bij alle bovenstaande bouwstenen wordt zoveel mogelijk streekeigen plantmateriaal toegepast. Dit zijn inheemse soorten die van nature in deze omgeving voorkomen.
Afb. 10 ter illustratie: gewenste en ongewenste entrees van glastuinbouwbedrijven
8. Entrees van (glastuinbouw)bedrijven langs categorie 1 en 2 wegen
Mogelijke inrichtingsvarianten ter keuze aan de ondernemer.
Groenstrook grenzend aan het openbaar gebied
Breedte 3 meter met parkeren in het groen
Indien er onvoldoende ruimte aanwezig is (bv. omdat anders niet op eigen terrein gedraaid en gekeerd kan worden rekening houdende met het bedrijfsgebouw/dockshelters) of de ondernemer het anderszins bedrijfsmatig noodzakelijk vindt, mag de groenstrook met gras, heesters en bomen in een breedte van 3 meter worden uitgevoerd vanaf de erfgrens aan openbaar gebied;
Bij voorkeur worden direct achter de groenstrook van 3 meter parkeerplaatsen (in graskeien) aangelegd met een lengte van 5 meter, waarbij tussen de parkeerplaatsen om de 10 meter een solitaire boom of bomen van de 1e of 2e grootte geplant worden. Deze bomen mogen ook in de groenstrook geplant worden;
Afb. 11 variant 1: groenstrook met bomen 6 meter breed
Afb. 12 variant 2: groenstrook met bomen 3 meter en parkeren in het groen
Het voorgeschreven assortiment bomen en heester is het volgende:
Afhankelijk van de beschikbare ruimte en de aanwezige groenstructuur kan een aan te brengen boombeplanting de landschappelijke inpassing duidelijk versterken en ook de identiteit van de betreffende inrit markeren.
De inrit wordt gemarkeerd door een solitaire boom met bijzondere sierwaarde, bijvoorbeeld:
In een opgaande losse heesterrand worden verspreid enkele streekeigen bomen opgenomen:
Op het achterliggende (parkeer)terrein worden in open bestrating solitaire bomen aangeplant:
9. Entrees van (glastuinbouw)bedrijven langs categorie 3 wegen
Bij categorie 3 wegen en niet gecategoriseerde wegen, dus alle tuinbouwontsluitingswegen, is vaak maar beperkt ruimte beschikbaar voor een representatieve, groene entree van het bedrijf. Het staat een ondernemer uiteraard vrij om voor een inrichting als opgenomen onder de wegcategorieën 1 en 2 te kiezen, maar volstaan kan worden met:
Mogelijke inrichtingsvarianten ter keuze aan de ondernemer.
Bij reconstructies of nieuwbouw van glastuinbouwbedrijven gelegen in het NatuurNetwerk Nederland (NNN) is langs watergangen een natuurvriendelijke oever wenselijk waarbij gekozen kan worden uit de weergegeven inrichtingen. Voor ontwikkelingen langs overige watergangen, kan de natuurvriendelijke oever eveneens een (wenselijk) alternatief zijn, waarbij de huidige beschoeiing beschoeiing wordt verwijderd en een glooiend talud aangebracht wordt van max. 1: 3, gerekend vanaf de waterlijn. De hoogte is min. 1 m boven maaiveld. De achterzijde kan bv. opgevangen worden door een keerwand waardoor het voorterrein vanaf de openbare weg/watergang aan het oog onttrokken worden. Als er minder ruimte is kan een haag ingezet worden als alternatief voor het lange talud.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-50863.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.