Wijziging gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Rogplus

De gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Rogplus als volgt te wijzigen: :

 

  • I.

    Artikel 4 lid 1

    • 1.

      De colleges delegeren de volgende taken naar Rogplus:

      • a.

        Indicatiestelling voor maatwerkvoorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de toegang tot algemene voorzieningen vallend onder genoemde wet, uitgezonderd maatschappelijke opvang.

      • b.

        Het nemen van besluiten over voorzieningen jeugdhulp in het kader van de Jeugdwet;

      • c.

        Inkoop maatwerkvoorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en alle vormen van jeugdhulp uitgezonderd het Landelijk Transitie Arrangement (LTA), Gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis;

      • d.

        Het contractmanagement voor bovengenoemde voorzieningen;

      • e.

        Het informatiemanagement voor bovengenoemde voorzieningen.

  • II.

    In artikel 19 lid 9 ’31 augustus’ te vervangen door ’30 september’.

  • III.

    De volgende bepalingen op te nemen in de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Rogplus:

     

    Hoofdstuk VII Burgerparticipatie

    Artikel 18 Burgerparticipatie

    Er wordt geen mogelijkheid voor participatie geopend.

     

    Hoofdstuk IX Extra zienswijze

    Artikel 23 Extra zienswijze

    Het algemeen bestuur kan indien het dat nodig acht een besluit voorafgaand aan het nemen van het besluit ter zienswijze voorleggen aan de raden van de gemeenten, en bepaalt in dat geval tevens de wijze waarop de zienswijze kan worden gegeven.

  • IV.

    De volgende tekst op te nemen in de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Rogplus:

     

    TOELICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING OPENBAAR LICHAAM ROGPLUS

    • 4.

      De rol van de gemeenteraden

       

      Burgerparticipatie

      Bij de wijziging van de Wgr is bepaald dat voorzien moet worden in afspraken omtrent de wijze waarop ingezetenen én belanghebbenden betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.

      De raden van de deelnemende gemeenten kunnen er separaat toe besluiten om ingezetenen of andere belanghebbenden te betrekken bij de besluiten die zij neemt, en de manier waarop dat gebeurt.

      Het is wenselijk om de inspraak niet via het bestuur van het samenwerkingsverband te laten lopen, maar juist via de gemeenteraden, omdat de uiteindelijke beleidskeuzes immers bij de colleges en raden liggen. Dit sluit ook goed aan bij het concept van verlengd lokaal bestuur, in welk concept de volks vertegenwoordigende rol nog altijd bij de gemeenteraden ligt. Die rol zou deels kunnen worden uitgehold als inspraak of participatie rechtstreeks, dus buiten de raad om, bij de gemeenschappelijke regeling wordt geregeld. De signalen die voortkomen uit burgerparticipatie komen dan immers niet in directe zin terecht bij de raad.

       

      Extra zienswijze

      De gewijzigde Wgr verplicht om een bepaling op te nemen over de zienswijze bij besluiten en de wijze waarop de zienswijze gegeven kan worden. De extra zienswijzemogelijkheid is met name bedoeld voor gemeenschappelijke regelingen met beleidsrijke taken. Deze GR is daarentegen een GR met beleidsarme taken (taken met louter een uitvoerend karakter).

Vastgesteld in de gemeenteraad van Maassluis d.d. 9 juli 2024

Naar boven