Paragraaf
|
Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1.1
|
Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV2012) (Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. De leges worden berekend over de bouwkosten exclusief BTW.
|
|
5.
|
zonnepark: een activiteit voor het bouwen van een grootschalig grondgebonden veldsysteem gericht op het opwekken van duurzame energie.
|
|
Artikel 2.1.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
Omgevingsoverleg;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.1.3
|
Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.1.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
Artikel 2.2.1
|
Omgevingsoverleg
|
|
|
Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
b.
|
Voor een informatieoverleg:
Voor een principe-uitspraak over planologisch strijdig gebruik
|
€ 0,00
€ 710,00
|
c.
|
Voor een intaketafel:
|
€ 0,00
|
d.
|
Voor een omgevingstafel:
|
€ 512,00
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.3.1
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
Volgens begroting
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.3.2
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit of het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
Indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
|
2,5%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 151,30
|
b.
|
Indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen
|
2,5% plus 1,8% voor de bouwkosten boven € 1.000.000
|
2.
|
Indien er sprake is van het aanleggen van een zonnepark dan bedraagt het tarief, met inachtneming van artikel 2.3.2.1 maximaal:
|
€ 10.000,00
|
Artikel 2.3.3
|
Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
1.
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€ 396,00
|
2.
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 492,00
|
3.
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 5.314,00
|
Artikel 2.3.4
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 123,00
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.4.1
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in samenhang met de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Brummen, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 0,00
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 0,00
|
Artikel 2.4.2
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 0,00
|
Paragraaf
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.5.1
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet,, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
|
|
1.
|
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):
|
€ 2.024,00
|
2.
|
voor een aanvraag die betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in het Besluit Activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
a. Voor één milieubelastende activiteit:
b. Voor twee milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit
c. Voor drie of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit
|
€ 4.100,00
€ 2.024,00
€ 1.500,00
€ 1.200,00
|
3.
|
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in onderdelen a en b, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (milieubelastende activiteit BAL-activiteit uitgebreid):
|
€ 5.0300,00
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.6.1
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 492,00
|
Artikel 2.6.2
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 984,00
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
Artikel 2.7.1
|
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.7.2
|
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)
|
|
Artikel 2.7.3
|
Omgevingsplanactiviteit: ondergrondse kabels en leidingen
|
|
1.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2017 gemeente Brummen bedraagt:
|
€ 505,00
|
2.
|
Indien het werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, betreft, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het in onderdeel 2.7.3.1 genoemde tarief per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
€ 2,70
|
3.
|
Indien het werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke betreft, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het tarief van onderdeel 2.7.3.1 per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
€ 0,50
|
4.
|
Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder, worden de tarieven als genoemd in onderdelen 7.7.3.1, 2.7.3.2 en 2.7.3.3 verhoogd met:
|
€ 505,00
|
Artikel 2.7.4
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 257,50
|
Artikel 2.7.5
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening 2019 Gemeente Brummen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 195,00
|
Artikel 2.7.6
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening 2019 Gemeente Brummen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 195,00
|
Artikel 2.7.7
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 257,50
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.8.1
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:12 van de Algemene plaatselijke verordening 2019 Gemeente Brummen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
het kappen van bomen:
Eerste boom
elke volgende boom
tot maximaal (25 bomen)
|
€ 173,30
€ 13,00
€ 485,20
|
2.
|
het kappen van hakhout:
tot en met 25 m2 oppervlakte
voor elke m2 boven 25 m2
met een maximum van
|
€ 51,50
€ 7,70
€ 168,10
|
3.
|
Indien de omgevingsvergunning voor het vellen of te doen vellen van houtopstand tevens
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van
de Wabo, wordt alleen het tarief voor het kappen in rekening gebracht
|
|
Artikel 2.8.2
|
Omgevingsplanactiviteit: voorwerpen op of aan de weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening 2019 Gemeente Brummen in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 42,60
|
Artikel 2.8.3
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:
|
€ 42,60
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.9.1
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 492,00
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 492,00
|
Artikel 2.9.2
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag op een maatwerkvoorschriften als bedoeld in het omgevingsplan of hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1.288,00
|
Artikel 2.9.3
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 492,00
|
Paragraaf
2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.10.1
|
Gelijkwaardige maatregel bij een bouwactiviteit en een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed
|
|
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 492,00
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 492,00
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 1.288,00
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:
|
€ 492,00
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
Artikel 2.11.1
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 151,30
|
Artikel 2.11.2
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 151,30
|
2.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid 1 is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.11.3
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 1.196,00
|
Artikel 2.11.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel paragraaf 2.14 van toepassing is.
|
€ 1.196,00
|
Artikel 2.11.5
|
Wijzigen van het omgevingsplan of een Tijdelijke Alternatieve Maatregel Omgevingsplan
|
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan of een Tijdelijke Alternatieve Maatregel Omgevingsplan zoals bedoeld in artikel 22.6 van de Omgevingswet wordt bepaald op basis van een begroting met een minimum van € 5.100,- en een maximum van € 15.300,-.
|
€ 5.100,- tot maximaal € 15.300,-
|
|
tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.11.6
|
Wijzigen van een Tijdelijke Alternatieve Maatregel Omgevingsplan
|
|
Artikel 2.11.7
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 151,30
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
Artikel 2.12.1
|
Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
a.
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€ 369,00
|
b.
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 492,00
|
c.
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 5.314,00
|
Artikel 2.12.2
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10,00%
|
Artikel 2.12.3
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde een milieubelastende activiteit:
|
€ 740,00
|
Artikel 2.12.4
|
Beoordeling onderzoekrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 187,20
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 187,20
|
c.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 2.605,00
|
d.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 187,20
|
Artikel 2.12.5
|
Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
Volgens begroting
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
Volgens begroting
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] in andere gevallen dan bedoeld in het voorgaande lid: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
Volgens begroting
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de voorgaande sub onderdelen: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
Volgens begroting
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in de voorgaande onderdelen is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.12.6
|
Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
a.
|
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:
|
Volgens begroting
|
b.
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
Volgens begroting
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
Artikel 2.13.1
|
Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
Als de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer activiteiten waarvoor een eerder een omgevingsoverleg is aangevraagd, wordt het bedrag voor het omgevingsoverleg in mindering gebracht op de aanvraag omgevingsvergunning.
|
|
Artikel 2.13.2
|
Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:
|
|
a.
|
bij meer dan 5 activiteiten
|
5%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
Artikel 2.14.1
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
85,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.14.2
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
85,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.14.3
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.14.4
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.14.5
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.14.6
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.14.7
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.14.8
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 135,- wordt niet teruggegeven.
|
€ 135,00
|
|
|
|