Gemeenteblad van Maastricht
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maastricht | Gemeenteblad 2024, 506930 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maastricht | Gemeenteblad 2024, 506930 | beleidsregel |
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob Gemeente Maastricht
De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht ieder voor zover hun bevoegdheden betreft,
gelet op artikel 3 van de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,
besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob Gemeente Maastricht
Sinds 2004 past de gemeente Maastricht de Wet Bibob (de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen) toe. Het doel van de Wet Bibob is het voorkomen dat de gemeente strafbare activiteiten faciliteert en/of dat onrechtmatig verkregen voordeel wordt gebruikt. De integriteit van de gemeente wordt aangetast als er bij een verleende of te verlenen beschikking, een overheidsopdracht of een vastgoedtransactie, sprake is van het gebruik van onrechtmatig verkregen voordeel, dan wel van het plegen van strafbare feiten.
De gemeente Maastricht is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Bibob. De wet geeft de gemeente ruimte bij de toepassing van haar bevoegdheden. De vergunningen/ontheffingen voortkomende uit gemeentelijke verordeningen die zijn opgenomen in dit beleid zijn gekozen op basis van ervaringen uit eerdere jaren, waarbij gebleken is dat de bedrijfsmatige activiteiten middels deze beschikkingen gekenmerkt worden door o.a.:
De beleidsregel is herijkt met inachtneming van wijzigingen van wet- en regelgeving, de actualiteit en recente inzichten en ontwikkelingen op het gebied van ondermijning. Deze beleidsregel geldt ter vervanging van de eerdere Bibob-beleidslijn(en) van de gemeente Maastricht en schept duidelijkheid voor de burgers en de ondernemingen die potentieel aan een Bibob-onderzoek kunnen worden onderworpen.
In deze beleidslijn wordt verstaan onder:
betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de houder van een vergunning/ontheffing, de subsidieontvanger, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, en de beoogd verkrijger van de erfpacht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
gemeente Maastricht: de burgemeester, onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. Waar in deze beleidsregel de gemeente Maastricht wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als – wanneer van toepassing – de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld;
overheidsopdracht: een opdracht als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012. Daarnaast wordt onder overheidsopdracht mede verstaan:
een overeenkomst waarmee een rechtspersoon met een overheidstaak zorg als bedoeld in artikel 2.11 van de Jeugdwet of artikel 2.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inkoopt bij een ondernemer in het kader van een systeem waarbij voornoemde rechtspersoon overeenkomsten sluit met iedere ondernemer die zich ertoe verbindt om diensten of goederen te leveren tegen vooraf vastgestelde voorwaarden zonder dat het aantal belangstellende ondernemers aan de hand van een gunningscriterium wordt beperkt, met dien verstande dat voor gegadigde wordt gelezen ondernemer;
vastgoedtransactie: een overeenkomst of een andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:
de deelname, met inbegrip van de vergroting, vermindering of beëindiging daarvan, aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of zal hebben of die onroerende zaak huurt, zal huren, verhuurt, of zal verhuren;
toestemming voor het vervreemden van een recht op eigendom, of voor het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht, ten aanzien van een registergoed dat de rechtspersoon met een overheidstaak heeft vervreemd onder de voorwaarde dat de verkrijger en zijn rechtsopvolgers verplicht zijn voor handelingen als hiervoor vermeld toestemming te vragen aan voornoemde rechtspersoon;
De gemeente beoogt met de toepassing van de Wet Bibob de integriteit van het bestuursorgaan te waarborgen en te voorkomen dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteert, waardoor de veiligheid, leefbaarheid, rechtsorde en/of bestuurlijke slagkracht wordt aangetast.
In deze beleidsregels staan een aantal gevallen benoemd waarin de gemeente een Bibob-onderzoek kan uitvoeren of gevallen waarin de gemeente in beginsel niet tot een onderzoek zal overgaan. In die gevallen zal de gemeente in ieder geval wel overgaan tot het uitvoeren van een Bibob-onderzoek als:
Artikel 1.4 Afwijken van de beleidsregel
In deze beleidsregel is omschreven in welke gevallen een Bibob-toets wordt uitgevoerd. Ook in andere gevallen kan de gemeente een Bibob-onderzoek uitvoeren als zij dat nodig vindt. De gemeente kan dit doen zolang het zich aan de Wet Bibob en andere wetten houdt.
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
In dit hoofdstuk leest u wanneer de gemeente Maastricht de Wet Bibob kan gebruiken bij aanvragen voor publiekrechtelijke beschikkingen, zoals vergunningen en subsidies.
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij openbare inrichtingen, speelgelegenheden, seksinrichtingen en escortbedrijven en standplaatsen ambulante handel
De gemeente doet een Bibob-toets bij elke aanvraag voor een:
Vergunning voor de exploitatie van een bedrijf in een door de burgemeester aangewezen gebouw of gebied voor door de burgemeester benoemde bedrijfsmatige activiteiten of indien de uitoefening van het bedrijf een door de burgemeester aangewezen bedrijfsmatige activiteit betreft zoals bedoeld in artikel 2.38 eerste en tweede lid APV.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij omgevingsvergunningen
Bij meerdere aanvragen van één aanvrager die afzonderlijk onder de “grens” van € 500.000,- blijven, binnen een periode van twee jaar, doet de gemeente een Bibob-toets indien die aanvragen tezamen de grens van € 500.000,- overschrijden. De Bibob-toets wordt uitgevoerd bij de aanvraag die de grens overschrijdt.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
De gemeente kan een Bibob-toets doen als een beschikking reeds verleend is. Dat kan indien:
Hoofdstuk 3 Privaatrechtelijke transacties
In dit hoofdstuk leest u wanneer de gemeente Maastricht de Wet Bibob kan gebruiken bij privaatrechtelijke transacties, zoals vastgoedtransacties.
3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
De gemeente kan de Wet Bibob toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties zoals bedoeld in de begripsbepaling “vastgoedtransactie” onder artikel 1, eerste lid, onder 2° van de Wet Bibob, waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-toets deel kan uitmaken van de procedure.
De gemeente doet een Bibob-toets bij:
de hierna onder i t/m v genoemde vastgoedtransacties indien sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of vanuit het OM als bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob en/of het Bureau zoals bedoeld in artikel 11 van de Wet Bibob, die aanleiding vormt om te vermoeden dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Wet Bibob:
Indien er sprake is van een vastgoedtransactie die onderhavig is aan een Bibob-toets, dan wordt in de overeenkomst een integriteitsclausule opgenomen. Indien uit de Bibob-toets blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar, dan wel een mindere mate van gevaar kan op basis van de integriteitsclausule worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst. De integriteitsclausule houdt tevens in dat het niet beantwoorden van vragen op grond van artikel 7a en artikel 12 van de Wet Bibob kan leiden tot ontbinding van de overeenkomst.
3.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
Indien er sprake is van een overheidsopdracht die onderhavig is aan een Bibob-toets, dan wordt in de overeenkomst een integriteitsclausule opgenomen. Indien uit de Bibob-toets blijkt dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar, dan wel een mindere mate van gevaar kan op basis van de integriteitsclausule worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst. De integriteitsclausule houdt tevens in dat het niet beantwoorden van vragen op grond van artikel 7a en artikel 12 van de Wet Bibob kan leiden tot ontbinding van de overeenkomst.
4.1 Uitvoering eigen onderzoek
In de eerste plaats voert de gemeente een Bibob-quickscan uit. Dit houdt in dat inzichtelijk gemaakt moet worden op welke wijze de financiering plaatsvindt. Om de financiering inzichtelijk te maken dient (voor zover van toepassing) het volgende aangetoond te worden:
Een volledige Bibob-toets zal vervolgens worden toegepast indien na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over met name:
Artikel 4.2 Niet volledig aanleveren Bibob-stukken
Het niet of niet volledig aanleveren van de in het kader van de Wet Bibob gevraagde gegevens leidt op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht tot het niet in behandeling nemen van de aanvraag, dan wel op grond van artikel 4 eerste lid juncto artikel 7a Wet Bibob tot het intrekken van de reeds verstrekte vergunning, dan wel tot de ontbinding van een overeenkomst inzake een overheidsopdracht, dan wel tot de opschorting of ontbinding van een overeenkomst inzake een vastgoedtransactie.
Het Bibob-vragenformulier en de bijbehorende documenten stellen het bestuursorgaan in staat om het eigen onderzoek te verrichten. Het onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van het door de aanvrager/houder van de vergunning ingevulde Bibob-vragenformulier (incl. bijlagen), justitiële en politiële gegevens, extra aangeleverde informatie en een open bronnenonderzoek.
Het onderzoek naar het zich voordoen van de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob bestaat uit:
Het beoordelen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking, dan wel het beoordelen van een reeds verleende beschikking of een (voorgenomen) vastgoedtransactie, of (gunning van) een overheidsopdracht en de daarbij overgelegde gegevens, mede aan de hand van de bij het bestuursorgaan bekende feiten en omstandigheden; en
Het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die, al dan niet door middel van de gegevens zoals vermeld in het Bibob-vragenformulier en bijbehorende bijlage is verstrekt door betrokkene, alsmede van gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen van de partners van het RIEC en andere bronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen.
De adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken. De betrokkene wordt door het bestuursorgaan geïnformeerd over het feit dat een advies is gevraagd.
4.4 Melding aan Landelijk Bureau Bibob
Indien een betrokkene niet meewerkt door het bij volharding niet verstrekken van alle gevraagde gegevens in het bibob-onderzoek zonder dat daarvoor een duidelijke reden wordt gegeven of wanneer de betrokkene zijn aanvraag na het uitreiken van het bibob-vragenformulier zonder duidelijke reden intrekt, vermeldt de gemeente de gegevens van de betrokkene in het daarvoor bestemde register.
De gemeente registreert de gegevens van de betrokkene, ten aanzien van wie als aanvrager van een beschikking, als gegadigde bij een overheidsopdracht of als wederpartij in een vastgoedtransactie een eigen onderzoek is uitgevoerd als bedoeld in artikel 7a lid 1 Wet Bibob en waarbij een ernstig gevaar of een mindere mate van gevaar bestaat als bedoeld in artikel 3 lid 1 en lid 7 Wet Bibob.
In geval een advies van het Landelijk Bureau Bibob leidt tot het voornemen om een gevraagde beschikking te weigeren, een eerder verleende beschikking in te trekken, om aan een aangevraagde of reeds verstrekte beschikking aanvullende voorschriften te verbinden, niet mee te werken aan een vastgoedtransactie, deze te ontbinden, of hier voorwaarden aan te verbinden, of een gegadigde van een overheidsopdracht uit te sluiten, de overeenkomst te ontbinden of hieraan voorwaarden te verbinden, wordt aan betrokkene de mogelijkheid geboden om over een kopie van het adviesrapport te beschikken, uitsluitend voorzover dit noodzakelijk is ter motivering van de naar aanleiding van het advies te nemen beslissing.
In aanvulling op het vierde lid wordt de betreffende derde door het bestuursorgaan gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet. De derde dient voor de ontvangst van een kopie van het onderdeel van het adviesrapport dat op hem betrekking heeft een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.26 november 2024.
De Secretaris,
G.J.C. Kusters
De Burgemeester,
W.A.G. Hillenaar
Bijlage 1 Lijst van risicocategorieën
In deze bijlage zijn activiteiten opgenomen, waarbij er een risico aanwezig is dat met die activiteiten strafbare feiten worden gepleegd, dan wel dat die activiteit wordt gebruikt om onrechtmatig verkregen voordelen te benutten.
Voor toepassing van de Wet Bibob is het vereist dat er sprake is van een vergunning- of ontheffingsplicht, dan wel dat er sprake is van een subsidieaanvraag, een vastgoedtransactie, ofwel een overheidsopdracht.
Het enkele feit dat een branche als risicocategorie is aangewezen, maakt deze branche dus niet meteen vergunningplichtig.
De lijst met aangewezen risicocategorieën is bepaald op basis van ervaringen in de achterliggende jaren.
De aangewezen risicocategorieën:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-506930.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.