Oude tekst
|
Nieuwe tekst
|
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 23 Hardheidsclausule
Het college handelt in overeenstemming met bovenstaande beleidsregels, tenzij dat naar het oordeel van het college voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen uitgangspunten, conform artikel 4:84 van de Awb.
|
Hoofdstuk 5: Bepalingen Krediethypotheek
Artikel
23.
Aflossing
Aflossing van de krediethypotheek vindt plaats gedurende ten hoogste 10 jaar.
De aflossing vangt aan op het moment van beëindiging van de bijstandsverlening en vindt maandelijks plaats.
Het maandbedrag van de aflossing wordt telkens voor een periode van een jaar vastgesteld.
Bij een inkomen als bedoeld in artikel 32 Pw dat niet uitgaat boven 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, bedoeld in hoofdstuk 3 Pw, wordt geen aflossing gevergd.
Als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, stelt het college tussentijds het maandbedrag van de aflossing op een lager of hoger bedrag vast.
Bij de omstandigheden als bedoeld in lid 5 wordt rekening gehouden met noodzakelijke, voor eigen rekening van belanghebbende komende, bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen.
Als belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van 10 jaar nalatig is in het voldoen van de vastgestelde aflossing en dit valt hem te verwijten, is het nog niet afgeloste deel van de krediethypotheek direct opeisbaar en is daarover tevens de wettelijke rente verschuldigd.
|
Artikel 24 Onvoorziene situaties
In situaties van terug- en invordering, waarin deze beleidsregels geen oplossing bieden neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties waarbij ook gekeken wordt naar de individuele situatie van de betrokken persoon
|
Artikel
24.
Rente
Als, na afloop van de aflossingsperiode een deel van de krediethypotheek nog niet is afgelost, is vanaf dat moment maandelijks rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel van de krediethypotheek.
De rente is de wettelijke rente, verminderd met 3%, maar kan nooit negatief zijn.
Als belanghebbende naar het oordeel van het college de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, maar niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de krediethypotheek.
Als belanghebbende naar het oordeel van het college geen rente kan betalen, wordt de verschuldigde rente bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de krediethypotheek.
Over een bijgeschreven rentevordering is geen rente verschuldigd.
|
Artikel 25 Overgangsregeling
Deze 1e Wijziging Beleidsregels Terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ 2023, Gemeente De Ronde Venen regeling, zoals vastgesteld op 22 augustus 2023, treedt in werking op 1 juli 2022
Voor aanvragen of situaties die vóór 1 juli 2023 zijn ingediend of ontstaan, blijft de oude regeling Beleidsregels Terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ 2023, Gemeente De Ronde Venen van kracht. Dit geldt ook voor lopende procedures en beslissingen die nog niet definitief zijn afgerond
|
Artikel
25.
Jaarlijks opgave restantschuld en rentevorderingen
Aan belanghebbende wordt telkens na afloop van een kalenderjaar een opgave verstrekt van de stand van de krediethypotheek en van de rentevorderingen.
|
Artikel 26 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente De Ronde Venen 2023”.
- 2.
Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2023
|
Artikel
26.
Verkoop en/of vererving van de woning
Bij verkoop van de woning, en als het een echtpaar betreft, bij vererving na overlijden van de langstlevende echtgenoot, wordt het nog niet afgeloste deel van de krediethypotheek, en de onder artikel 5 lid 3 en 4 bedoelde bijgeschreven rente, direct afgelost.
Bij verkoop van de woning kan het college na toepassing van het gestelde in lid 1, besluiten een nieuwe krediethypotheek te verlenen voor de aankoop van een andere woning in de volgende gevallen:
bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard; of
werkaanvaarding elders door belanghebbende
De krediethypotheek wordt onder verband van hypotheek of pandrecht verstrekt tot ten hoogste het bedrag van de onder lid 1 afgeloste krediethypotheek, mits belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen en het in lid 3 bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning.
Als bij verkoop van de woning, op basis van de waarde bij vrije oplevering in het economisch verkeer, het voor de afrekening beschikbare bedrag lager is dan het resterende bedrag van de krediethypotheek en van de rentevordering, wordt het verschil kwijtgescholden.
|
|
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 27 Hardheidsclausule
Het college handelt in overeenstemming met bovenstaande beleidsregels, tenzij dat naar het oordeel van het college voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen uitgangspunten, conform artikel 4:84 van de Awb.
Artikel 28 Onvoorziene situaties
In situaties van terug- en invordering, waarin deze beleidsregels geen oplossing bieden neemt het college een besluit, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij vergelijkbare situaties waarbij ook gekeken wordt naar de individuele situatie van de betrokken persoon.
Artikel 29 Overgangsregeling
Deze 2e Wijziging Beleidsregels Terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ 2023, Gemeente De Ronde Venen regeling, zoals vastgesteld op 12 december 2023, treedt in werking op 1 januari 2024.
Artikel 30 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels terugvordering en verhaal Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente De Ronde Venen 2023”.
- 2.
Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2024
|
Toelichting:
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 23: Op deze bepaling kan alleen in zeer uitzonderlijke en onwenselijke situaties een beroep worden gedaan. Het is aan het college om te bepalen wanneer er sprake is van een erg onwenselijke situatie. Er kan hierbij aangesloten worden bij de algemene rechtsbeginselen zoals die gecodeerd zijn in de Algemene Wet Bestuursrecht.
Artikel 24: Het kan noodzakelijk zijn om voor een uniforme uitvoering nog nadere regels te stellen. Dit artikel machtigt het college daartoe. Voor het geval zich situaties voordoen waarin deze verordening niet voorziet, is het college bevoegd om een besluit te nemen.
Artikel 25: De hoofdregel is dat deze nieuwe regels alleen geldt voor situaties van terug- en invordering en verhaal die plaats vinden nadat deze beleidsregels in werking zijn getreden. De aflossingsregelingen en beslagen die voor de datum van inwerkintreding tot stand zijn gekomen c.q. zijn gelegd, blijven gelden tot de datum van het eerstvolgende heronderzoek.
|
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 27: Op deze bepaling kan alleen in zeer uitzonderlijke en onwenselijke situaties een beroep worden gedaan. Het is aan het college om te bepalen wanneer er sprake is van een erg onwenselijke situatie. Er kan hierbij aangesloten worden bij de algemene rechtsbeginselen zoals die gecodeerd zijn in de Algemene Wet Bestuursrecht.
Artikel 28: Het kan noodzakelijk zijn om voor een uniforme uitvoering nog nadere regels te stellen. Dit artikel machtigt het college daartoe. Voor het geval zich situaties voordoen waarin deze verordening niet voorziet, is het college bevoegd om een besluit te nemen.
Artikel 30: De hoofdregel is dat deze nieuwe regels alleen gelden voor situaties van terug- en invordering en verhaal die plaats vinden nadat deze beleidsregels in werking zijn getreden. De aflossingsregelingen en beslagen die voor de datum van inwerkintreding tot stand zijn gekomen c.q. zijn gelegd, blijven gelden tot de datum van het eerstvolgende heronderzoek.
|