Verordening op de heffing en de invordering van Watertoeristenbelasting 2025

De raad van de gemeente Terschelling;

gelezen het voorstel van het van burgemeester en wethouders van

27 augustus 2024;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van Watertoeristenbelasting 2025

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “watertoeristenbelasting” een belasting geheven voor:

  • a.

    het houden van verblijf op een vaartuig tussen 07:00 en 23:00 uur op de dag van aankomst binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven;

  • b.

    het houden van verblijf met overnachten op een vaartuig binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening worden de begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Verordening Havengeld 2021 eveneens van toepassing verklaard.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper, de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor een van dezen optreedt dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt niet geheven ter zake van het verblijf door personen die jonger zijn dan twaalf jaar.

  • 2.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene die verblijf houdt aan boord van een vaartuig:

    • a.

      en die de leeftijd van vier jaar nog niet heeft bereikt;

    • b.

      als verpleegde of verzorgde aan boord van een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen of van hulpbehoevenden;

    • c.

      dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

    • d.

      als bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad in rechte lijn nachtverblijf houdt bij hem, die als ingezetene in de gemeentelijk basisadministratie personen is ingeschreven;

    • e.

      en tevens de beschikking heeft over een gemeubileerde woning waarvoor Forensenbelasting is verschuldigd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt geheven per persoon per aankomst;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, bedraagt € 2,16 per persoon per aankomst.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, bedraagt € 2,16 per persoon per overnachting.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode van 07.00 uur tot 23.00 uur of gedeelte daarvan op de dag van aankomst.

  • 2.

    Voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, dan wel bij wege van aanslag geheven. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt, waaronder mede begrepen een bon, nota of andere schriftuur.

Artikel 9 Aangifte

  • 1.

    De aangifte moet worden gedaan binnen een maand na het uitnodigen tot het doen van aangifte.

  • 2.

    Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan, naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via digitale voorziening.

  • 3.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, die niet binnen twee maanden na afloop van het belastingtijdvak is uitgenodigd tot het doen van aangifte of een aanslag heeft ontvangen, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het verblijf.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de gevorderde bedragen bedoeld in artikel 9 wordt betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de schriftelijk toegezonden kennisgeving moeten worden betaald in één termijn. De termijn vervalt één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, is het derde lid van overeenkomstige toepassing op de bij mondelinge of schriftelijke kennisgeving nagevorderde bedragen.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten biedt, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden degenen die nachtverblijf houden te registreren in een daarvoor bestemde eigen registratie die aan de gemeentelijke voorwaarden voldoet, of een door de gemeente kosteloos verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

Artikel 15 Overgangsrecht, Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Watertoeristenbelasting 2024" van 14 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Watertoeristenbelasting 2025".

     

Terschelling, 2 oktober 2024

De raad van de gemeente Terschelling voornoemd,

T.D. de Jong,

griffier.

mr. R.S. Cazemier,

voorzitter.

Naar boven