Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Terschelling 2025

De raad van de gemeente Terschelling;

gelezen het voorstel van het van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2024;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Terschelling 2025 (Verordening toeristenbelasting Terschelling 2025)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een belasting geheven voor:

  • a.

    het houden van verblijf tussen 7.00 uur en 23.00 uur op de dag van aankomst binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven;

  • b.

    het houden van verblijf binnen de gemeente met overnachting door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, is degene die overeenkomstig het in dat onderdeel bepaalde verblijf houdt.

  • 2.

    Belastingplichtig voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, is degene die gelegenheid biedt tot verblijf.

  • 3.

    De belastingplichtige, bedoeld in het tweede lid, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene voor wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 4.

    Indien met toepassing van het tweede lid geen belastingplichtige kan worden aangewezen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, aanhef en onderdeel b, verblijf houdt.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt niet geheven voor het verblijf door personen die jonger zijn dan twaalf jaar.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt niet geheven voor het verblijf door degene, die:

    • a.

      jonger is dan vier jaar;

    • b.

      verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

    • c.

      ingevolge last of bevel van de overheid tijdelijk binnen de gemeente verblijft;

    • d.

      als bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad in rechte lijn nachtverblijf houdt bij hem, die als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie personen is ingeschreven;

    • e.

      verblijf houdt op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd;

    • f.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt geheven per persoon per aankomst.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, bedraagt € 2,16 per persoon per aankomst.

  • 2.

    Het tarief bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, bedraagt € 2,16 per persoon per overnachting.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode van 07.00 uur tot 23.00 uur of gedeelte daarvan op de dag van aankomst.

  • 2.

    Voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede begrepen wordt een bon, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    De belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Aangifte

  • 1.

    De aangifte moet worden gedaan binnen een maand na het uitnodigen tot het doen van aangifte.

  • 2.

    Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan, naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via digitale voorziening.

  • 3.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, tweede lid, die niet binnen twee maanden na afloop van het belastingtijdvak is uitgenodigd tot het doen van aangifte of een aanslag heeft ontvangen, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 9 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen waartoe gelegenheid is of wordt gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, is verschuldigd bij aankomst in de gemeente.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, is verschuldigd na afloop van het belastingtijdvak.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet de belasting, bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel a, worden betaald ingeval de kennisgeving, bedoeld in artikel 8, eerste lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van die kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de belastingaanslagen voor de belasting bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, worden betaald uiterlijk één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, tweede lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten biedt, dit schriftelijk te melden via het aanmeldformulier logiescapaciteit aan de gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet.

  • 2.

    De verplichting bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingtijdvak in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, tweede lid, is gehouden degenen die nachtverblijf houden te registreren in een daarvoor bestemde eigen registratie die aan de gemeentelijke voorwaarden voldoet of in een door de gemeente kosteloos verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

Artikel 15 Overgangsrecht, Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2024” van 14 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Terschelling 2025.

     

Terschelling, 6 november 2024

De raad van de gemeente Terschelling voornoemd,

T.D. de Jong,

griffier.

mr. R.S Cazemier,

voorzitter.

Naar boven