Controleprotocol gemeente Wassenaar 2024, inclusief normen- en toetsingskader 2024

De gemeenteraad van Wassenaar,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2024;

 

overwegende dat in november 2023 de landelijke Commissie BBV de gewijzigde Kadernota Rechtmatigheid 2023 heeft uitgebracht, waaraan is toegevoegd dat naast overschrijdingen ook onderschrijdingen van de begrote lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten ‘tijdig’ aan de gemeenteraad moeten worden gemeld. Dat om mede deze reden het hoofdstuk 4.2 Het Begrotingscriterium in het controleprotocol 2023 is aangepast voor 2024;

 

gelet op artikel 213 lid 6 van de Gemeentewet (GW), het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), de Kadernota Rechtmatigheid, alsmede de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden (NV COS) van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), die bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden van de accountant;

 

b e s l u i t :

  • 1.

    Het controleprotocol gemeente Wassenaar 2023, inclusief normen- en toetsingskader 2023 in te trekken.

  • 2.

    Het controleprotocol gemeente Wassenaar 2024, inclusief normen- en toetsingskader 2024 vast te stellen.

1. Algemene bepalingen

1.1 Inleiding

Ter uitvoering van artikel 213 van de GW stelt de gemeenteraad de controleverordening vast. Het doel van de verordening is om nadere regels te stellen voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële beheersorganisatie. In het verlengde van de controleverordening stelt de gemeenteraad is het controleprotocol opgesteld.

1.2 Doelstelling

Met het controleprotocol geeft de gemeenteraad nadere aanwijzingen aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole op de jaarrekening, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij te hanteren goedkeurings- en rapportagetoleranties.

 

Door het invoeren van de rechtmatigheidsverantwoording college heeft het controleprotocol ook als doel de te hanteren verantwoordingsgrens ten behoeve van de rechtmatigheidsverantwoording en de rapportagetoleranties ten behoeve het opnemen en toelichten van de door het college geconstateerde onrechtmatigheden in de paragraaf Bedrijfsvoering vast te leggen.

 

Object van controle is de jaarrekening en daarmede tevens het gevoerde financieel beheer over het desbetreffend controlejaar, zoals uitgeoefend door of namens het college van de gemeente Wassenaar.

1.3 Wettelijk kader

De GW schrijft in artikel 213 voor dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst als bedoeld in art. 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in art 197 GW bedoelde jaarrekening, en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.

 

De gemeenteraad wijst de accountant aan die belast is met de controle van de jaarrekening als bedoeld in art. 197 GW. In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant geeft de raad nadere aanwijzingen voor de te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties, alsmede welke wet- en regelgeving in het kader van financieel beheer onderwerp van de controle zal zijn, het zogenaamde normen- en toetsingskader.

1.4 Aanleiding vernieuwing controleprotocol

Er is een landelijke commissie BBV. Deze commissie heeft als taak zorg te dragen voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In november 2023 heeft deze commissie de gewijzigde Kadernota Rechtmatigheid 2023 uitgebracht waaraan is toegevoegd dat naast overschrijdingen ook onderschrijdingen van de begrote lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten ‘tijdig’ aan de gemeenteraad moeten worden gemeld. Mede om deze reden is het hoofdstuk 4.2 Het Begrotingscriterium in het controleprotocol 2023 aangepast voor 2024.

 

Onderdeel van het controleprotocol is het normen- en toetsingskader. Het normenkader is de inventarisatie van de relevante wet- en regelgeving van hogere overheden en de gemeente Wassenaar zelf, die wordt betrokken bij het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording college. Het toetsingskader zijn de betreffende artikelen van de wetten of verordeningen. Doordat wet- en regelgeving doorlopend wijzigt, is het noodzakelijk om het normen- en toetsingskader jaarlijks te actualiseren.

1.5 Communicatie en periodiek overleg

In de controleverordening gemeente Wassenaar 2023 (controleverordening) is in artikel 2 en 7 een aantal communicatiemomenten benoemd tussen de gemeenteraad en de accountant. Artikel 2 betreft de communicatie voorafgaand aan de accountantscontrole van een boekjaar: de opdrachtverlening. Tijdens het opdrachtverleningsoverleg is het mogelijk om de accountant te verzoeken om extra aandacht te besteden aan specifieke posten van de jaarrekening, (posten van) deelverantwoordingen, gemeentelijke functies en/ of gemeentelijke organisatieonderdelen en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren. Zo nodig wordt dit in de opdrachtbevestiging voor de controle van de jaarrekening vastgelegd. In artikel 7 betreft het de communicatie tussen de accountant en de gemeenteraad na afloop van de jaarrekeningcontrole: de verslaglegging in de vorm van het accountantsverslag en de controleverklaring.

 

In overleg met de griffie vinden gedurende het jaar ten minste drie gesprekken plaats tussen een afvaardiging van de gemeenteraad en de accountant:

  • voorafgaand aan de controle ten behoeve van reikwijdte of extra aandachtspunten;

  • een bespreking van de managementletter;

  • een bespreking voorafgaand aan vaststelling van de jaarrekening.

Daarnaast is het mogelijk dat een afvaardiging van de raad in een andere zetting een gesprek voert met de accountant.

2. Algemene uitgangspunten voor de accountantscontrole

Artikel 213 van de GW schrijft voor dat de controle van de in artikel 197 GW bedoelde jaarrekening wordt uitgevoerd door de door de gemeenteraad benoemde accountant. De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of:

  • a.

    de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen;

  • b.

    de door het college opgestelde rechtmatigheidsverantwoording en de toelichting in de paragraaf Bedrijfsvoering, waarin het college verklaart dat de baten en lasten, alsmede de balansmutaties met betrekking tot specifieke uitkeringen als bedoeld in artikel 17 van de Financiëleverhoudingswet rechtmatig tot stand zijn gekomen, getrouw is;

  • c.

    de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 186 GW (= Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) en

  • d.

    het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.

Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 van de GW, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado), de Kadernota Rechtmatigheid, alsmede de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden (NV COS) van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA), die bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden.

 

De accountant controleert de jaarrekening en geeft daar door middel van de controleverklaring een oordeel over. De controleverklaring omvat vanaf het boekjaar 2023 een oordeel over de getrouwe verantwoording van baten, lasten en balansmutaties. Er is geen sprake meer van een expliciet oordeel van de accountant over rechtmatigheid. De rechtmatigheidsverantwoording van het college is overigens wel onderdeel van de controle op getrouwheid door de accountant.

3. Te hanteren materialiteit, verantwoordingsgrens en rapportagetoleranties

De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op een risicoanalyse, vastgestelde toleranties, statische deelwaarnemingen en extrapolaties.

 

Naast deze kwantitatieve benadering zal de accountant ook een kwalitatieve beoordeling hanteren het zogenaamde ‘professional judgement’. De weging van fouten en onzekerheden vindt ook plaats op basis van ‘professional judgement’ op grond van de Bado.

3.1 Materialiteit

Bij het controleren van de jaarrekening hanteert de accountant een bepaalde materialiteit. Deze materialiteit wordt ook wel gedefinieerd als goedkeuringstolerantie.

 

De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. De accountant gebruikt de deze tolerantie voor de diepgang van de uit te voeren werkzaamheden en daarmee is het is bepalend voor de oordeelsvorming en de strekking van de accountantsverklaring.

 

Materialiteit speelt op verschillende manieren een rol bij het opstellen van een jaarrekening en de controle daarvan. Allereerst is het een maatstaf van hoe de jaarrekening precies moet zijn opgesteld. Daarbij spelen de kaders en grenzen die de gemeenteraad met het college afspreekt een rol. De kaders en grenzen worden meegegeven aan de accountant. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt uitgegaan van de gedachte dat gebruikers begrijpen dat materialiteit een rol speelt bij het opstellen van de jaarrekening en dat de opsteller een inschatting heeft gemaakt van de belangen van de specifieke gebruikers.

 

In het Bado zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Gemeenteraden mogen de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan de minimum eisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de accountantsverklaring. Voor het controlejaar 2023 en verder stelt de gemeenteraad de volgende goedkeuringstolerantie overeenkomstig het Bado vast.

 

Goedkeuringstolerantie

Goedkeurend

Beperking

Oordeelonthouding

Afkeurend

Fouten in de jaarrekening (% lasten)

≤ 1%

>1% <3%

-

≥ 3%

Onzekerheden in de controle (% lasten)

≤ 3%

>3% <10%

≥ 10%

-

3.2 Verantwoordingsgrens

Naast de goedkeuringstolerantie wordt de verantwoordingsgrens onderkend. De verantwoordingsgrens is een door de gemeenteraad vastgesteld bedrag, waarboven het college afwijkingen (fouten en onduidelijkheden) moet opnemen in de rechtmatigheidsverantwoording. Op 9 mei 2023 heeft de gemeenteraad van Wassenaar de Notitie Rechtmatigheidsverantwoording college vastgesteld. De raad heeft besloten om de verantwoordingsgrens voor rechtmatigheid vast te stellen op 1% van de totale lasten, inclusief toevoegingen aan de reserves. Dit stemt overeen met de goedkeuringstolerantie welke de raad heeft vastgesteld voor de controle door de accountant op getrouwheid.

3.3 Rapportagetolerantie

Naast de goedkeuringstolerantie wordt de rapportagetolerantie bepaald. De rapportagetolerantie is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt vermelding plaats in het accountantsverslag. Een lager rapportagetolerantie dan goedkeuringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreider accountantsverslag. De rapportagetolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoorbeeld 10%, van de goedkeuringstolerantie of op een relevant geacht absoluut bedrag. Voor de hoogte van de rapportagegrens sluit Wassenaar aan bij bestaande werkwijzen. De accountant hanteert bij de controle een grens van € 50.000. Deze grens is mede gebaseerd op de Financiële verordening gemeente Wassenaar 2023 (financiële verordening). Hierin is onder andere geregeld dat het college de gemeenteraad tussentijds informeert bij Voor- en Najaarsnota als hij verwacht dat de lasten of baten op programmaniveau de geautoriseerde lasten of baten met € 50.000 of meer overschrijden. Deze grens geldt niet alleen voor het accountantsverslag, maar ook voor de rechtmatigheidsverantwoording van het college.

4. Begrip rechtmatigheid, rechtmatigheidscriteria en reikwijdte rechtmatigheidscontrole

Volgens het Bado wordt onder rechtmatigheid begrepen dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen: “in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder de gemeentelijke verordeningen”.

4.1 Rechtmatigheidscriteria

In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen de volgende negen rechtmatigheidscriteria worden onderkend:

  • het calculatiecriterium

  • het valuteringscriterium

  • het adresseringscriterium

  • het volledigheidscriterium

  • het aanvaardbaarheidscriterium

  • het leveringscriterium

  • het begrotingscriterium

  • het voorwaarden criterium

  • het misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O)-criterium

Aan de eerste zes criteria besteedt de accountant aandacht bij het getrouwheidsonderzoek. Een fout op grond van deze criteria weegt mee in het oordeel van de accountant. Ondanks dat deze criteria door de accountantscontrole worden getoetst, worden deze ook meegenomen bij de verbijzonderde interne controle voor de rechtmatigheid, maar in de rechtmatigheidsverantwoording niet toegelicht.

 

De laatste drie criteria worden niet afgedekt door het getrouwheidsonderzoek van de accountant. Deze worden door middel van het rechtmatigheidsonderzoek door het college gecontroleerd en komen expliciet tot uitdrukking in de rechtmatigheidsverantwoording van het college. Deze criteria zijn: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het misbruik oneigenlijk gebruik (M&O) criterium. Deze criteria komen aan de orde in volgende paragrafen.

4.2 Het Begrotingscriterium

Het begrotingscriterium houdt in dat de financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten alsmede de balansposten, tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma's. In de (programma)begroting zijn de maxima voor de lasten per programma door de gemeenteraad vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen moeten passen binnen de vastgestelde begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.

 

Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad wordt gerespecteerd. Het begrotingscriterium is uitgewerkt in de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV. Hierin is opgenomen dat bestedingen die uitstijgen boven de in de begroting opgenomen programmabudgetten niet als onrechtmatig worden aangemerkt, als voor de accountant bij de controle vaststaat dat de begrotingsoverschrijding binnen de beleidskaders van de raad valt of compensatie mogelijk is door met de hogere lasten rechtstreeks samenhangende inkomsten. Het bepalen of begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan de gemeenteraad.

 

Als de overschrijdingen zijn toegelicht en de jaarrekening wordt vastgesteld door de gemeenteraad, zijn de overschrijdingen alsnog rechtmatig. Alleen een begrotingsoverschrijding die onrechtmatig is, wordt vermeld in de rechtmatigheidsverantwoording.

 

Er is een aantal categorieën begrotingsoverschrijdingen te onderscheiden. Deze categorieën staan in de onderstaande tabel met een korte toelichting of het rechtmatig is of niet.

 

Bij de toetsing van begrotingsafwijkingen kunnen ten minste de volgende “soorten” begrotingsafwijkingen worden onderkend

rechtmatig/onrechtmatig

Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet.

rechtmatig (telt niet mee in oordeel)

Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar die niet tijdig konden worden gesignaleerd. Bijvoorbeeld vanwege een openeinde(subsidie)regeling. Vaak blijken dergelijke zaken pas in het kader van het opmaken van de jaarrekening.

rechtmatig (telt niet mee in oordeel)

Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid, maar die ten onrechte niet tijdig zijn gesignaleerd. Bijvoorbeeld: de verwachte kostenoverschrijding op jaarbasis was via tussentijdse informatie al wel bekend, maar men heeft geen voorstel tot begrotingsaanpassing ingediend en dit is in strijd met de budgetregels zoals afgesproken met de gemeenteraad.

onrechtmatig

Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid en waarvoor men tegen beter weten in geen voorstel tot begrotingsaanpassing heeft ingediend. Bijvoorbeeld de doelgroep c.q. de activiteiten zijn in de praktijk aantoonbaar ruimer geïnterpreteerd dan in regelgeving (subsidieregeling, -verordening) was gedefinieerd.

onrechtmatig

Kostenoverschrijdingen inzake activiteiten welke achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidsgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar.

  • geconstateerd tijdens verantwoordingsjaar

  • geconstateerd na verantwoordingsjaar

onrechtmatig

 

rechtmatig (telt niet mee in oordeel)

Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren.

  • jaar van investeren

  • afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren

onrechtmatig

 

rechtmatig (telt niet mee in oordeel)

 

In november 2023 heeft de Commissie BBV de gewijzigde Kadernota Rechtmatigheid 2023 uitgebracht, waaraan is toegevoegd dat onderschrijdingen van de begrote lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten en lagere/ hogere baten dan begroot ‘tijdig’ aan de gemeenteraad moeten worden gemeld.

 

Het begrip ‘tijdig’ is in artikel 5 lid 3 van de financiële verordening als volgt verwoord: het college informeert de gemeenteraad tussentijds bij Voor- en Najaarsnota als hij verwacht dat de lasten of baten op programmaniveau de geautoriseerde lasten of baten zullen over- dan wel onderschrijden met € 50.000 of meer, of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten zullen over dan wel over- dan wel onderschrijden. Ingeval van overschrijdingen van € 250.000 of meer wordt niet gewacht op een tussentijdse rapportage, maar informeert het college de raad via een raadsinformatiebrief.

4.3 Het Voorwaardencriterium

Besteding en inning van gelden door een gemeente zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant wordt getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de eigen gemeentelijke regelgeving.

 

Het criterium is met name van toepassing op inkopen, aanbestedingen, subsidies en uitkeringen. Bij alle geldstromen dient vast te staan welke voorwaarden er op van toepassing zijn. De door de andere overheden gestelde voorwaarden liggen vast, maar dit is niet het geval bij de gemeentelijke regelgeving. De gemeenteraad is op gemeentelijk niveau kadersteller en wordt geacht de norm te stellen waaraan door het college moet worden getoetst. Ten aanzien van de gemeentelijke verordeningen worden uitsluitend financiële consequenties verbonden aan die bepalingen, die recht, hoogte en duur van financiële beheershandelingen betreffen. Oftewel voor de interne regelgeving vindt uitsluitend een toets plaats naar recht, hoogte en duur van financiële beheershandelingen.

 

Indien en voor zover bij de controle financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd worden de onrechtmatige handelingen in de verslaglegging en de oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door de gemeenteraad of hogere overheden vastgestelde regels en kaderstellende besluiten betreft. Met andere woorden: interne regels van college naar ambtelijke organisatie en andere dan kaderstellende collegebesluiten vallen hierbuiten. Mocht tijdens de toetsing toch blijken dat het normen- en toetsingskader niet juist of compleet is en dit consequenties heeft gehad voor de controles, dan geeft het college in de paragraaf Bedrijfsvoering in de jaarstukken aan welke regels het betreft. De accountant moet dit in zijn verslag bevestigen.

 

Ten slotte is de Kadernota Rechtmatigheid van de commissie BBV van toepassing bij de controle. De commissie BBV heeft de opdracht zwaarwegende adviezen uit te brengen. Afwijking daarvan is in beginsel niet mogelijk, tenzij er doorslaggevende argumenten zijn om af te wijken. De afwijkingen dienen dan door de gemeente en de accountant te worden gedocumenteerd.

4.4 Het misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O)-criterium

Voor het M&O-criterium worden de volgende definities gehanteerd:

  • “Misbruik is het opzettelijk niet, niet tijdig of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of uitkeringen te verkrijgen dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen.”

  • “Oneigenlijk gebruik is het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.”

Bij het M&O-criterium is van groot belang dat de gegevens die door belanghebbenden/ derden worden verstrekt juist en volledig zijn. Deze gegevens hebben betrekking op inkomensoverdrachten (uitkeringen, subsidies, heffingen, belastingen en vergunningen).

 

In het M&O-beleid worden interne procedures beschreven die het opzettelijk misbruik en oneigenlijk gebruik tegengaan. Het college geeft nadere invulling aan het beleid. Om misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden te voorkomen zijn beheersmaatregelen nodig. In tegenstelling tot andere getrouwheids- en rechtmatigheidsaspecten gaat het bij het M&O-criterium in het bijzonder om vast te stellen dat in de organisatie effectieve maatregelen zijn getroffen om misbruik te voorkomen, dan wel op te sporen, en dat de wet- en regelgeving duidelijk is, aangepast aan actuele omstandigheden en te handhaven is. In het jaarverslag en/of de toelichting op de jaarrekening verantwoordt het college zich over de opzet, de uitvoering en de resultaten van het M&O-beleid. Indien een gemeente geen toereikend M&O-beleid voert kan dit gevolgen hebben voor het accountantsoordeel. Indien bij een toereikend M&O-beleid, dat in voldoende mate is uitgevoerd, toch een belangrijke (materiële) onzekerheid – die inherent is aan de regeling – blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven of ontvangsten en deze niet verder kan worden gereduceerd, dient de accountant te beoordelen of deze onzekerheid in de toelichting bij de jaarrekening adequaat wordt weergegeven.

 

De gemeente dient effectieve maatregelen te nemen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De controle richt zich op:

  • toetsing in hoeverre in bestaande procedures deugdelijke maatregelen ter voorkoming van misbruik- en oneigenlijk gebruik zijn genomen alsmede de werking van de getroffen maatregelen vaststellen;

  • actualiteit van het M&O-beleid.

De controle op rechtmatigheid is gericht op de naleving van externe en interne regelgeving, zoals die opgenomen zijn in het normen- en toetsingskader. Het normen- en toetsingskader wordt jaarlijks geactualiseerd en vastgesteld door de gemeenteraad, zie bijlage 1.

4.5 Reikwijdte rechtmatigheidscontrole

De controle op rechtmatigheid is uitsluitend van toepassing voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen en is limitatief gericht op:

  • de naleving van wettelijke kaders, zoals opgenomen in het normen- en toetsingskader. Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen.

    Voorbeelden van deze zogenaamde wettelijke kaders zijn:

    • o

      algemene verbindende voorschriften van de EU, zoals Europese Aanbestedingsrichtlijnen;

    • o

      wet- en regelgeving waarin nadere voorschriften zijn opgenomen inzake specifieke uitkeringen en subsidies vanuit de EU, het Rijk en andere subsidieverstrekkende organisaties;

    • o

      fiscale en sociale wet- en regelgeving die door gemeenten moeten worden nageleefd; o overige algemene wet- en regelgeving, zoals de AWB (i.v.m. subsidiebepalingen) en o bezoldigingswetten en –besluiten;

    • o

      de Gemeentewet

    • o

      specifieke wetgeving en regelgeving die inrichtingsvereisten voorschrijven (voorbeeld BBV)

    • o

      specifieke wet- en regelgeving ten behoeve van de eigen taakuitvoering.

  • de naleving van de volgende kaders:

    • o

      de begroting;

    • o

      de financiële verordening en de controleverordening van de gemeente Wassenaar; o en de overige kaders die in bijlage 4 zijn vermeld in de kolom interne regelgeving, uitsluitend voor zover het financiële beheershandelingen betreft.

In lijn met het advies van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten (PRPG), nu de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), van oktober 2006 zijn bij de interne regelgeving verordeningen van de gemeenteraad opgenomen. Regelgeving van het college is hiervan uitgezonderd. Verder is die regelgeving opgenomen waarvan de werkingssfeer zich uitstrekt over het controlejaar.

 

Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets plaats naar het recht, de hoogte en duur van financiële beheershandelingen, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen. Ten aanzien van de gemeentelijke verordeningen worden uitsluitend financiële consequenties verbonden aan die bepalingen, die recht, hoogte en duur van financiële beheershandelingen betreffen.

 

Als bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd, worden deze in de verslaglegging en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien het betrekking heeft op de door de gemeenteraad vastgestelde regels of hogere overheden. Dus interne regels van collegebesluiten worden niet meegenomen in de verslaglegging. Deze regels kunnen wel relevant zijn voor de nadere vaststelling van de invulling van “hogere” besluiten, maar zijn op zich geen object van onderzoek. Het is over het algemeen aan het college om een oordeel te vellen over de geconstateerde afwijkingen van lagere interne regels.

 

De commissie BBV heeft een standaardtekst opgesteld voor de rechtmatigheidsverantwoording.

De standaardtekst zal door gemeente worden opgenomen worden in de jaarrekening.

5. Controle en verslaglegging door de accountant en het college

Zowel het college als de accountant voeren gedurende het jaar en na afloop van het boekjaar controles uit en brengen verslag uit over de uitgevoerde werkzaamheden en bevindingen c.q. aanbevelingen.

5.1 Interimcontrole en managementletter accountant:

In de tweede helft van het lopende jaar wordt door de accountant vooruitlopend op de jaarrekeningcontrole na afloop van het boekjaar de interimcontrole uitgevoerd. Over de uitkomsten van de interimcontrole wordt na afronden van de controle een managementletter uitgebracht aan het college. De managementletter wordt met het management, de portefeuillehouder Financiën en een afvaardiging van de gemeenteraad in aanwezigheid van de accountant besproken en tezamen met de jaarstukken aan de raad toegezonden.

5.2 Jaarrekeningcontrole en verslag van bevindingen

Na afloop van de controle van de jaarrekening, als bedoeld in artikel 197 van de GW, brengt de accountant verslag uit over de uitgevoerde werkzaamheden. In het accountantsverslag geeft de accountant zijn bevindingen en aanbevelingen weer over de opzet en werking van het financiële beheer en of de financiële beheersorganisatie voldoende is ingericht om een getrouwe en rechtmatige verantwoording te waarborgen. De accountant beoordeelt of de jaarrekening voldoet aan de geldende verslaggevingseisen. Tevens geeft hij in het verslag aan of hij, gelet de resterende fouten rekening houdend met de afgesproken materialiteit, een goedkeurende controleverklaring voor getrouwheid kan verstrekken.

 

Het verslag van bevindingen wordt conform de planning van de jaarrekening opgeleverd. Indien wordt afgeweken van deze planning informeert de accountant de gemeenteraad hierover, gehoord hebbende het college.

5.3 Rechtmatigheidsverklaring college

Vanaf het verslagjaar 2023 moet het college de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening opstellen. Hiertoe schenkt het college gedurende het jaar aandacht aan de rechtmatigheidsvraagstukken, zorgt voor functiescheiding en draagt er zorg voor dat voldoende rechtmatigheidscontroles en verbijzonderde interne controles (VIC’s) worden uitgevoerd. In de jaarrekening neemt het college een toelichting op volgens de standaardtekst uit het verplicht voorgeschreven model. In de paragraaf Bedrijfsvoering van het jaarverslag neemt het college een toelichting op over de financiële rechtmatigheid. Hierbij hanteert het college de vastgestelde rapporteringsgrens en geeft daarbij de oorzaken en beheersingsmaatregelen weer.

 

Gedurende het jaar worden de controlebevindingen, gespecificeerd naar proces, aard van de fout of onduidelijkheid en bedrag door middel van een controlememorandum. Dit memorandum wordt met de procesverantwoordelijke besproken. Daarnaast worden er aanbevelingen gedaan naar aanleiding van de rechtmatigheidscontroles om de toekomstige fouten of onduidelijkheden te verminderen gericht op het vermijden. De Concerncontroller monitort de opvolging van de aanbevelingen en de afhandeling verbeteracties.

5.4 Accountant: controleverklaring

In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven. De controleverklaring ziet toe op de getrouwheid van de jaarstukken, inclusief de rechtmatigheidsverantwoording van het college. De controleverklaring is bestemd voor de gemeenteraad, zodat deze een besluit kan nemen over de vaststelling van de door het college opgestelde jaarrekening.

6. Single information single audit (Sisa)

Ingaande 2007 is het principe van Single information single audit (Sisa) ingevoerd voor bijna alle specifieke uitkeringen van het Rijk. Hierdoor gaan gemeenten voortaan minder en maar op één moment verantwoordingsinformatie verstrekken aan het Rijk en provincie over specifieke uitkeringen. Er wordt namelijk aangesloten bij de reguliere jaarrekening van de gemeente.

Daarmee worden ook de totale controlewerkzaamheden van deze informatie verminderd.

 

Voor Sisa-verantwoordingen gelden specifieke toetsingsvoorwaarden. In de circulaire Sisa van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is nadere regelgeving verstrekt over de wijze van verantwoorden over specifieke uitkeringen. De Sisa-verantwoording wordt als bijlage meegenomen bij de jaarrekening en tevens door de accountant gecontroleerd en voorzien van een controle verklaringen. De accountant neemt per specifieke uitkering de fouten en onzekerheden in het verslag van bevindingen op. Het gaat hier om fouten en onzekerheden die niet door de gemeente kunnen worden gecorrigeerd.

 

De rapporteringtolerantie voor specifieke uitkeringen heeft geen consequenties voor de omvang en aard van de controle van specifieke uitkeringen. Het gaat alleen om het verslagleggen van de waargenomen en niet herstelde fouten en onzekerheden voortkomende uit de accountantscontrole.

7. Hardheidsclausule

Ondanks het feit dat het normenkader zorgvuldig is opgesteld is het niet mogelijk te garanderen dat dit kader hiermee limitatief is. Dat betekent dat in die gevallen waarin de interne wet- en regelgeving zoals die is opgenomen in het normenkader niet voorziet, dan wel (interpretatie) ruimte laat, het college gemandateerd is om beslissingen te nemen. Wanneer het college van dit mandaat gebruik maakt, legt het hierover verantwoording af in de jaarrekening.

8. Slotbepalingen

8.1 Inwerkingtreding

Dit controleprotocol werkt terug tot en met 1 januari 2024. Dit betekent dat hij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening van het verslagjaar 2024 en later.

8.2 Citeertitel

Dit protocol wordt aangehaald als Controleprotocol van de gemeente Wassenaar 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wassenaar gehouden op maandag 16 september 2024.

de griffier,

drs. J. Kleinhesselink

de voorzitter

drs. L.A. de Lange

Bijlage 1 Normen en toetsingskader voor het jaar 2024

 

Programma/ onderdeel

normenkader/ wet- en regelgeving

I of E *

Toetsingskader/ relevante artikelen

Programma 1 Veiligheid en Handhaving

Crisisbeheersing en brandweer

Wet veiligheidsregio’s

E

artikel 55 lid 2 kostenverhaal daadwerkelijke bestrijding van een ramp.

Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden 2016

I

Hoofdstuk XIII: financiële bepalingen, artikelen 25 t/m 28.

Openbare Orde

Algemene plaatselijke verordening Wassenaar 2022

I

artikelen inzake het verlenen van ontheffingen van verboden of het afgeven van vergunningen voor o.a. gebruik openbare ruimte, evenementen enzovoorts, volgens de legesverordening.

Vergunningverlening, toezicht en handhaving

Legesverordening Wassenaar 2024

I

artikelen 1 t/m 9, plus Tarieventabel.

Programma 2 Mens en Maatschappij

Onderwijs

Wet op het primair onderwijs

E

artikel 4 Kosten van leerlingen vervoer; artikelen 91 t/m 114 voorziening in de huisvesting; artikelen 115 t/m 121 grondslag bekostiging scholen; artikelen 122 t/m 125 bekostiging samenwerkingsverbanden

Wet voortgezet onderwijs 2020

E

Hoofdstuk 4. Voorzieningenplanning § 4. artikelen 5.22 t/m 5.30 rol gemeente; hoofdstuk 6, artikelen 6.1 t/m 6.23 voorziening in de huisvesting en artikelen 8.28 en 8.29 gemeentelijke verordening leerlingenvervoer.

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Wassenaar

E

Hoofdstuk 2. Programma en overzicht, artikelen 5 t/m 16.

Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2015 gemeente Wassenaar

I

Hoofdstuk 2. Programma en overzicht, artikelen 3 t/m 16; Hoofdstuk 3. Aanvragen met spoedeisend karakter, artikelen 17 t/m 20; Hoofdstuk 4. Medegebruik en verhuur, artikelen 21 t/m 27; Hoofdstuk 5. Einde gebruik gebouwen, artikel 28 en

Verordening leerlingenvervoer gemeente Wassenaar 2014

I

artikelen 2 t/m 21.

Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Wassenaar

I

artikelen 3 t/m 10.

Sport, cultuur en recreatie

-

Sociaal domein

Jeugdwet

E

Hoofdstuk 8 Financiën en verantwoording, minus § 8.4 (verwerking van persoonsgegevens).

Regeling Jeugdwet

E

artikel 1 1. het gedeclareerde bedrag en § 5 Basisbedragen en toeslagen

pleegvergoeding.

Verordening Jeugdhulp gemeente Wassenaar 2015

I

artikel 6 Gesprek/onderzoek lid 2, mogelijkheid van ouderbijdrage; artikel 8 Aanvraag; artikel 9 Inhoud beschikking; artikel 10 Regels pgb en artikel 12 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders.

Gemeenschappelijke regeling Servicebureau Jeugdhulp Haagland

I

Hoofdstuk 6. Financiële bepalingen, artikelen 14 t/m 17.

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

E

Hoofdstuk 2 § 3. Maatwerkvoorzieningen en § 4 Verhaal van kosten, plus de artikelen 2.6.2 t/m 2.6.6 inzake rol SVB en wijze van aanbesteden enzovoorts.

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente

Wassenaar 2015

I

artikelen 4.1 en 4.2 Aanspraak en inhoud beschikking; artikelen 5.1 t/m 5.5.5 Regels pgb; artikelen 9.4 Verhuisvergoeding en 9.6 Afschrijvingsperiode, artikelen 12.3 en 12.4 Tegemoetkoming sportvoorziening en hulphond.

Participatiewet

E

artikelen 10 t/m 10d en artikel 10f voorwaarden aanspraak op ondersteuning en § 2.2. Bijstand.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet IOAW)

E

Hoofdstuk II. § 1. De voorwaarden voor het recht op uitkering, artikelen 5 t/m 8 en § 2 De hoogte van de uitkering.

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Wet IOAZ)

E

Hoofdstuk II. § 1. De voorwaarden voor het recht op uitkering, artikelen 5 t/m 8 en § 2 De hoogte van de uitkering.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

gemeente Wassenaar 2015

I

artikel 10 Hoogte en de duur van de maatregel of de weigering.

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Wassenaar 2015

I

Artikelen 3, 4 en 5: verrekening en de daaraan gestelde grenzen.

Verordening individuele inkomenstoeslag Wassenaar 2019

I

artikelen 3 Langdurig laag inkomen en 4. Hoogte individuele inkomenstoeslag.

Re-integratie en participatieverordening Participatiewet Wassenaar 2023

I

artikelen 3 t/m 31.

Wet sociale werkvoorziening

E

artikel 7 Subsidieverstrekking door de gemeente.

Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw gemeente Wassenaar

I

artikelen 2 t/m 13 inzake hoogte, duur en voorwaarden loonkostensubsidie.

Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR KDB)

I

Hoofdstuk 8: Financiën, artikelen 20 t/m 24.

Wet inburgering 2021

E

artikelen 13 t/m 17 taak van het college.

Regeling opvang ontheemden Oekraïne

E

artikelen 2 lid 2 en 6 t/m 14 inzake verstrekkingen en voorzieningen.

Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne

I

Artikelen 2 t/m 8.

Volksgezondheid

Gemeenschappelijke regeling GGD en Veilig Thuis Haaglanden

I

Hoofdstuk 8. financiële bepalingen, artikelen 24 t/m 25.

Programma 3 Bestuur en Middelen

Bestuur

Gemeentewet

E

Hoofdstuk IVa (rekenkamer), artikel 107, lid 2 en artikel 107e inzake het aangaan, wijzigen en beëindigen arbeidsovereenkomst met griffier/ griffiepersoneel; artikel 160, lid 1, onder d besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen inclusief het aangaan, wijzigen of beëindigen van arbeidsovereenkomsten met ambtenaren; artikel 169, leden 4 en 5 inzake bijzondere inlichtingenplicht, artikel 171 Vertegenwoordiging gemeente; hoofdstukken XIII Begroting en jaarrekening; XIV Administratie en controle en XV Gemeentelijke belastingen, plus alle overige relevante artikelen.

Reglement van orde gemeenteraad Wassenaar 2018

I

artikelen 13 en 23 lid 2 sub b., inzake presentie en aanwezigheid van raadsleden i.v.m. de te verstrekken vergoeding.

Verordening op de fractieondersteuning gemeente Wassenaar

I

artikelen 1 t/m 7.

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

E

Hoofdstuk 3. beloning raadslid, art. 3.1.1 t/m 3.1.13, beloning B&W, art. 3.2.1 t/m 3.2.15 en 3.2.18, plus 3.3.1 t/m 3.3.8 en beloning commissieleden, art. 3.4.1 t/m 3.4.4.

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Wassenaar 2019

I

artikelen 2 t/m 9.

Circulaire Specifieke aandachtspunten Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers voor gemeenten

E

Regeling inzake diverse vergoedingen, zoals ICT middelen, dienstreizen enzovoorts.

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA)

E

artikelen 2 t/m 4a; artikelen 130 t/m 138, 140, 141 en 160 t/m 162i.

Wet gemeenschappelijke regelingen

E

artikelen 1, lid 1, 51, lid 2, 61, lid 2 toestemming raad voor burgemeester of college; besluit burgemeester/ college/ raad en artikel 35 procedure ontwerpbegroting.

Personeel

Wet normering topinkomens

E

artikelen 1.2 t/m 5.6.

Cao Gemeenten

Grondslag voor salarisbetalingen 1 januari 2024 tot en met 31 maart 2025.

Verordening Werkgeverscommissie gemeenteraad Wassenaar

I

artikelen 1 t/m 11.

Delegatiebesluit werkgeverschap raad Wassenaar 2020

I

artikel 2, van toepassing voor griffier en griffiemedewerkers.

Fiscale- en Sociale wetgeving

  • Wet Loonbelasting 1964

  • Algemene Ouderdomswet AOW, Wet langdurige zorg Wlz, Algemene nabestaandenwet (Anw), Zorgverzekeringswet.

  • Wet op de omzetbelasting 1968

  • Wet op het BTW compensatiefonds

  • Wet op de vennootschapsbelasting 1969

E

alle relevante artikelen

Financiën c.a.

Burgerlijk Wetboek

E

artikelen 6:119b (Betalingstermijn en wettelijke rente bij handelstransacties),6:74 t/m 6:76 (schadevergoeding wegens toerekenbare niet-nakoming van een verbintenis door een schuldenaar of een door de schuldenaar ingeschakelde hulppersoon), alsmede artikel 6:162 en artikelen 6:170 t/m 6:175 (vergoeding schade wegens onrechtmatige daad of aansprakelijkheid voor personen en zaken) voor zover de plicht tot betaling voortvloeit uit erkenning van de aansprakelijkheid, een overeenkomst of een uitspraak van de rechter, arbitrage of bindend advies, artikelen 7:616, 7:623, 7:624, 7:628, 7:629, 7:630, 7:640 en 7:641 (loon enzovoorts), plus alle overige relevante artikelen.

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

E

artikelen 2 t/m 66 en artikel 71.

Regeling beleidsindicatoren gemeenten

E

artikelen 1, 2 en 3, plus bijlage 1.

Regeling vaststelling wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in begroting en jaarverslag provincies en gemeenten

E

artikel 1, plus bijlagen 1 en 2

Regeling vaststelling taakvelden en verstrekking informatie voor derden

E

artikelen 1, 2 en 3 plus bijlage1 taakvelden gemeenten en bijlagen 2, 3 en 4.

Regeling informatieverstrekking SiSa

E

artikelen 2 t/m 5 plus bijlagen 1, 2 en 3.

Financiële-verhoudingswet

E

Hoofdstuk 2. Het provinciefonds en het gemeentefonds, artikelen 3 t/m 15, waarbij voor artikel 8 lid 1 tabel b van toepassing is en Hoofdstuk 3. Specifieke uitkeringen artikelen 15a t/m 21.

Besluit financiële verhouding 2001

E

artikelen 2 t/m 31, behoudens vervallen artikelen en bijlage 2.

Besluit decentralisatie- en integratie uitkeringen

E

§ 2. Uitkeringen aan gemeenten, behoudens vervallen artikelen en § 3 Uitkeringen aan zowel gemeenten als provincies.

Regeling aanvullende uitkering gemeentefonds

E

Paragraaf 3. Maatstaven gemeentefonds 8 t/m 21.

Regeling verzameluitkering

E

artikelen 2 t/m 4.

Regeling verzameluitkering kwijtschelding schulden VWS-domein

E

artikelen 2 t/m 5.

Wet houdbare overheidsfinanciën

E

artikelen 2 t/m 9.

Wet financiering decentrale overheden (FIDO)

E

artikelen 2 t/m 6 en 8.

Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden

E

artikelen 2 t/m 7.

Regeling schatkistbankieren decentrale overheden

E

artikelen 2 t/m 9.

Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO)

E

artikelen 2 t/m 4.

Kadernota rechtmatigheid 2023 van de commissie BBV

In deze nota deelt de Commissie BBV haar standpunt over hoe je het begrip rechtmatigheid moet invullen in de rechtmatigheidsverantwoording van decentrale overheden (conform artikel 75, lid 2 BBV).

Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado)

E

artikelen 1a t/m 5.

Financiële verordening gemeente Wassenaar 2023

I

artikelen 2 t/m 30.

Nota Reserves en Voorzieningen 2024

I

gehele nota.

Nota waarderen en afschrijven vaste activa 2024

I

gehele nota.

Beleidsnotitie risicomanagement en weerstandsvermogen 2023

I

gehele notitie

Treasurystatuut gemeente Wassenaar 2021

I

artikelen 2 t/m 17.

Verordening Starterslening gemeente Wassenaar 2018

I

artikelen 2 t/m 10.

Budgethoudersregeling gemeente Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 13.

Controleverordening gemeente Wassenaar 2023

I

artikelen 2 t/m 7.

Controleprotocol plus normen- en toetsingskader 2024

I

artikelen 2 t/m 7.

Verordening onderzoeken doelmatigheid- en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in de gemeente Wassenaar 2023

I

artikelen 2 t/m 5.

Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg

I

artikelen 2 t/m 12.

Inkoop

Mededingingswet

E

Hoofdstuk 4b. Overheden en overheidsbedrijven en specifiek artikel 25h uitzonderingen, (toekomstige wijziging(en) op 01-07-2025).

Aanbestedingswet 2012

E

Deel 2. Overheidsopdrachten en prijsvragen voor overheidsopdrachten artikelen 2.1 t/m 2.163g.

Lokale heffingen

Verordening onroerendezaakbelastingen Wassenaar 2024

I

artikelen 1 t/m 7.

Verordening hondenbelasting Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 10.

Verordening precariobelasting Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 11.

Verordening toeristenbelasting Wassenaar 2024

I

artikelen 1 t/m 13.

Besluit kostenverhaal baatbelasting Wassenaar 2023

I

artikel 1.

Verordening baatbelasting:

  • Buurtweg

  • Het Kerkehout

  • Laan van Pluymestein

  • Oud Clingendaal

  • Raaphorstlaan fase 2

  • Rijksstraatweg

  • Rust en Vreugdlaan

  • van Ommerenlaan

  • Zijdeweg

  • landgoed Duindigt

  • Raaphorstlaan fase 1

  • buitenplaats de Hartenkamp

  • De Horsten

  • park Oosterbeek

  • Verlengde Wittelaan

  • Rijkstraatweg (parallelweg-oost en Zuidwijk)

  • Papeweg

  • Katwijkseweg en Ruigelaan

  • Schulpwei

artikelen 2 t/m 10.

Regeling gemeentelijke belastingen 1999

I

artikelen 1 t/m 5.

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Wassenaar 2015

I

artikelen 1 t/m 5.

Besluit van de gemeenteraad van Wassenaar houdende regels over het toepassen van de verruimde vermogensnorm bij kwijtschelding van lokale belastingen

I

onderdelen besluit 1 en 2.

Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking

Gouwe Rijnland (BSGR) 2021

I

Hoofdstuk 8: Heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar, ambtenaar van het samenwerkingsverband en belastingdeurwaarder en artikel 32 Bijdrage deelnemers.

Juridisch

Algemene wet bestuursrecht

E

§ 4.1.3.2 dwangsom bij niet tijdig beslissen, titel 4.2 subsidies, titel 4.4 bestuursrechtelijke geldschulden.

Verordening commissie bezwaarschriften Wassenaar 2021

I

artikel 7, onder andere de indexering.

Programma 4 Fysieke leefomgeving

Onderwijshuisvesting

zie programma Mens en Maatschappij onderdeel onderwijs

Begraafplaatsen

Wet op de lijkbezorging

E

artikel 22.

Verordening rechten algemene begraafplaats Persijnhof

Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 9.

Ruimtelijke ordening en grondexploitaties

Omgevingswet

E

artikel 13.1a. heffen van rechten, Afdeling 13.2. Vergoeding en verhaal van kosten, Afdeling 13.3. Financiële bepalingen vanwege omgevingsvergunningen; Afdeling 13.6. Kostenverhaal bij bouwactiviteiten en activiteiten vanwege gebruikswijzigingen, Afdeling 15.1. Nadeelcompensatie, artikel 16.138. (kennisgeving overeenkomst kostenverhaal).

Nota grondbeleid 2015-2019

I

gehele nota

Verordening nadeelcompensatie Wassenaar 2023

I

artikelen 2 t/m 8.

Programma 5 Natuur, klimaat en Mobiliteit

Verkeer en vervoer

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

E

artikel 87 gehandicaptenparkeerkaart

Regeling gehandicaptenparkeerkaart Haaglanden

I

artikelen 1 t/m 15.

Economie

Wet op de bedrijveninvesteringszones

E

artikelen 1 t/m 8.

Verordening bedrijveninvesteringszone Maaldrift 2021

I

artikelen 2 t/m 11.

Verordening bedrijveninvesteringszone pandeigenaren

Centrum Wassenaar 2022

I

artikelen 2 t/m 11.

Verordening ondernemersheffing Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 13.

.

Verordening marktgeld Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 9.

Verordening liggeld Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 9.

Retributieverordening Wassenaar 2024

I

artikelen 1 t/m 7.

Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag

I

Hoofdstuk 4 Financiën, artikelen 4.1 en 4.2.

Milieubeheer

Verordening afvalstoffenheffing Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 9.

Verordening rioolheffing Wassenaar 2024

I

artikelen 2 t/m 10.

Gemeenschappelijke regeling Avalex

I

artikelen 9 taken en 10 relatie tussen deelnemende gemeenten en Avalex en Hoofdstuk 4 Financiën

Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden

I

artikel 4 taken, plus Hoofdstuk 8. Financiën en beheer van de Omgevingsdienst.

Alle programma’s

Algemene subsidieverordening Wassenaar 2020

I

artikelen 2 t/m 15

Subsidieplan Wassenaar 2021-2024

I

hoofdstukken 1 t/m 8.

 

* I of E is interne of externe regelgeving.

Naar boven