Wijziging Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Goeree-Overflakkee 2023

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2024;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 van de Wet op de expertisecentra en artikel 6.12 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

 

besluit vast te stellen de navolgende wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Goeree-Overflakkee 2023.

Artikel I

De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Goeree-Overflakkee 2023 wordt gewijzigd als volgt.

 

  • A.

    Artikel 1 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 1 Definities

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • -

      aanvraag: verzoek om het bekostigen van een voorziening of om het bekostigen van een voorbereidingskrediet;

    • -

      aanvrager: het bevoegd gezag dat een aanvraag indient;

    • -

      advies Onderwijsraad: advies van de Onderwijsraad als bedoeld in artikel 95, negende lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 93, negende lid, van de Wet op de expertisecentra of artikel 6.5, achtste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    • -

      bevoegd gezag: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet voortgezet onderwijs 2020 bekostigde openbare of bijzondere school die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente;

    • -

      integraal huisvestingsplan (verder te noemen: IHP): het document met daarin opgenomen de te verwachten voorzieningen huisvesting onderwijs voor de komende 16 jaar;

    • -

      lokalen bewegingsonderwijs: ruimte die geschikt is voor het bewegingsonderwijs;

    • -

      medegebruik: gebruik van een onderwijsgebouw ten behoeve van onderwijs van een andere school of van culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden;

    • -

      minister: minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • -

      nevenvestiging: deel van een school dat door de minister op grond van artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 76a of 76b van de Wet op de expertisecentra of artikel 4.14 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

    • -

      overzicht: overzicht als bedoeld in artikel 96 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 94 van de Wet op de expertisecentra of artikel 6.6 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    • -

      permanent gebouw: ruimte die door de keuze van het ontwerp en de aard van de constructie en materialen ten minste 60 jaar als volwaardige huisvesting voor het onderwijs kan functioneren;

    • -

      programma: programma als bedoeld in artikel in artikel 95 Wet op het primair onderwijs, artikel 93 Wet op de expertisecentra en artikel 6.5 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    • -

      school:

      • 1.

        school voor basisonderwijs: basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

      • 2.

        school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs: school voor speciaal onderwijs, school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, of school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

      • 3.

        school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    • -

      tijdelijk gebouw: al dan niet verplaatsbare ruimte die door de keuze van het ontwerp en de aard van de constructie en materialen minstens 15 jaar als volwaardige huisvesting voor het onderwijs kan functioneren;

    • -

      verhuur: gebruik van een onderwijsgebouw door derden, niet zijnde onderwijsgebruik of gebruik voor culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden;

    • -

      voor blijvend gebruik bestemde voorziening: voorziening die volgens de uitkomst van de prognose als bedoeld in bijlage II minimaal 15 jaar noodzakelijk is;

    • -

      voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening: voorziening die volgens de uitkomst van de prognose als bedoeld in bijlage II tenminste 4 jaar en maximaal 15 jaar noodzakelijk is;

    • -

      voorziening: voorzieningen in de huisvesting als bedoeld in artikel 2.

       

  •  

  • B.

    De titel van hoofdstuk 2 komt te luiden:

  •  

  • Hoofdstuk 2. Integraal Huisvestingsplan, programma en overzicht

     

  •  

  • C.

    Pararaaf 2.1 wordt vernummerd tot paragraaf 2.1a.

     

  •  

  • D.

    Na artikel 5 wordt ingevoegd wordt een nieuwe paragraaf 2.1. getiteld:

 

  • Paragraaf 2.1. Integraal Huisvestingsplan (IHP)

 

  • E.

    Artikel 6 wordt vernummerd tot 6a, waarbij de leden 1 en 2 worden vernummerd tot 2 en 3, en wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

    • 1.

      Voor zover een voorziening niet in het IHP is opgenomen, kan een bevoegd gezag een aanvraag doen voor opname van een voorziening op het programma.

  •  

  • F.

    Ingevoegd wordt een nieuw artikel, luidende:

 

  • Artikel 6. Integraal Huisvestingsplan (IHP)

    • 1.

      De gemeente stelt in overleg met de schoolbesturen een integraal huisvestingsplan (IHP) op, waarin over een periode van 16 jaar per jaarschijf de verwachte noodzakelijke huisvestingvoorzieningen zijn opgenomen.

    • 2.

      De noodzaak van de voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de criteria van deze verordening.

    • 3.

      Het integraal huisvestingsplan bestaat voor de eerste vier jaren uit een uitvoeringsplan en vormt de basis voor het jaarlijks vast te stellen programma. Periodiek wordt het integraal huisvestingsprogramma in zijn geheel geactualiseerd.

    • 4.

      Jaarlijks wordt bij de vaststelling van het programma rekening gehouden met de jaarschijf in het IHP. In overleg met de schoolbesturen kan met voorzieningen geschoven worden, mochten de omstandigheden of de financiën van de gemeente daartoe aanleiding geven.

  • G.

    Artikel 10, eerste en tweede lid, komen te luiden:

    • 1.

      Voordat het college het IHP, programma of overzicht vaststelt, worden de bevoegde gezagsorganen in een overleg in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de voorgenomen inhoud van dat voorstel naar voren te brengen.

    • 2.

      Dit overleg vindt plaatst uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het vast te stellen IHP of programma betrekking heeft. De bevoegde gezagsorganen worden ten minste 2 weken voor de door het college vastgestelde datum schriftelijk in kennis gesteld van het tijdstip van het overleg en de voorgenomen inhoud van het voorstel.

  •  

  • H.

    Artikel 13, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Binnen vier weken nadat het programma is vastgesteld, treedt het college in overleg met de aanvrager over de wijze waarop de op het programma geplaatste voorziening wordt uitgevoerd. In dit overleg wordt alle informatie verstrekt die nodig is voor het uitvoeren van de voorziening en worden, voor zover van toepassing, afspraken gemaakt over:

      • a.

        het bouwheerschap, bedoeld in artikel 103 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 101 van de Wet op de expertisecentra en artikel 6.13 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

      • b.

        het tijdstip waarop het bouwplan en de begroting door de aanvrager worden ingediend;

      • c.

        als dit van toepassing is, een andere wijze waarop de toegekende voorziening wordt uitgevoerd, met inachtneming van het beschikbaar te stellen bedrag;

      • d.

        de wijze waarop het college het bouwplan en de begroting toetst, en of het naar het oordeel van het college noodzakelijk is bij het toetsen van het bouwplan en de begroting rekening te houden met feiten en omstandigheden die gewijzigd zijn ten opzichte van het moment waarop het programma is vastgesteld, waardoor het eerder genomen besluit kan worden herzien;

      • e.

        de controle op en het afleggen van verantwoording over het besteden van de beschikbaar te stellen middelen;

      • f.

        de wijze waarop de aanbesteding plaatsvindt;

      • g.

        de mogelijkheid om vooruitlopend op het aanvragen van het totale investeringskrediet een bedrag aan te vragen voor de kosten van voorbereiding van het bouwplan tot 8% van het geraamde investeringsbedrag.

  • I.

    Artikel 27, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Het bevoegd gezag verzoekt het college schriftelijk om toestemming als bedoeld in artikel 108, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 106, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra of artikel 6.18, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 voordat een huurovereenkomst wordt gesloten met betrekking tot ruimte binnen de vastgestelde capaciteit voor onderwijs.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 19 december 2024

drs. G. Brand mr. A. Grootenboer-Dubbelman

griffier voorzitter

Naar boven