Gemeenteblad van Horst aan de Maas
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2024, 498163 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2024, 498163 | beleidsregel |
Actualisatie accommodatiebeleid Horst aan de Maas
In Horst aan de Maas werken we gezamenlijk aan de voorwaarden voor gelukkige en gezonde inwoners, zowel nu als in de toekomst. Accommodaties vormen essentiële bouwstenen om onze doelen te bereiken. Ze zijn de kloppende harten van onze gemeenschap. Plekken waar mensen samenkomen, verbinden en groeien.
Accommodatiebeleid ondersteunt de huisvesting van activiteiten op het gebied van zorg, welzijn, sport en cultuur. Een goed opgesteld accommodatiebeleid zorgt ervoor dat deze voorzieningen goed kunnen blijven functioneren, met een goede financiële huishouding.
Enkele jaren geleden heeft onze gemeente, na intensief overleg met inwoners van alle 16 dorpen, een accommodatiebeleid opgesteld. Recente ontwikkelingen en veranderde ambities vragen om een update van dit beleid.
We hebben daarom het afgelopen jaar, in nauw overleg met stichtingen en verenigingen die de accommodaties beheren en exploiteren, het bestaande accommodatiebeleid geactualiseerd. Dat geactualiseerde beleid treft u in dit document aan en bevat een beschrijving van:
Dit geactualiseerde beleid heeft betrekking op accommodaties voor de buitensport, jeugd- en jongerenaccommodaties en gemeenschapshuizen. Ook onze eigen investeringen in gemeentelijke accommodaties leggen we naast dezelfde meetlat als onze bijdragen aan niet-gemeentelijke accommodaties. Voor onderwijsaccommodaties is het Integraal Huisvestingplan Onderwijs (IHP) leidend. Het proces van het actualiseren van het accommodatiebeleid verloopt parallel aan dat van het IHP.
2. Doelstellingen, uitgangspunten en maximale bijdragen
Doelstellingen van het accommodatiebeleid
Dit accommodatiebeleid heeft in de eerste plaats tot doel om onze inwoners een goed aanbod van accommodaties te kunnen bieden. Onder ‘goed’ verstaan we:
Accommodaties die bijdragen aan onze inhoudelijke doelstellingen op het gebied van positieve gezondheid in de leefomgeving. In Horst aan de Maas bouwen we samen aan vitale gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving. Dit is nader uitgewerkt in bijlage 1. Accommodaties zijn een belangrijk middel om te kunnen bereiken dat onze inwoners kunnen meedoen aan de samenleving, dorpsgenoten kunnen ontmoeten, aan concrete activiteiten kunnen deelnemen, actief bezig zijn en hun kwaliteit van leven verbetert.
Accommodaties die toekomstbestendig en exploiteerbaar zijn. Wij willen dat de stichtingen en verenigingen die de accommodaties beheren en exploiteren deze verantwoordelijkheden ook kunnen waarmaken. We leggen uitsluitend beheer- en ontwikkeltaken bij verenigingen en stichtingen neer die redelijkerwijs van hen verwacht mogen worden. Dat kan per dorp verschillend zijn. Ook streven we ernaar dat de kosten die de exploitatie van accommodaties met zich meebrengen, door hen gedragen kunnen worden.
Op basis van de hierboven beschreven doelstellingen, staan bij de uitwerking van het accommodatiebeleid de volgende uitgangspunten centraal:
We ondersteunen stichtingen en verenigingen die accommodaties beheren en exploiteren als de activiteiten die in deze accommodaties plaatsvinden, bijdragen aan vitale gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving in de gemeente Horst aan de Maas. Het afwegingskader bepaalt uiteindelijk of zij hiervoor in aanmerking komen.
Wij stimuleren dat zoveel mogelijk voorzieningen multifunctioneel onder één dak of in één gebied worden gehuisvest. Dit is geen nieuw uitgangspunt. Er zijn de afgelopen jaren al meerdere (geclusterde) Multifunctionele Accommodaties (MFA's) in Horst aan de Maas gerealiseerd. Wij willen hier in de toekomst nog zwaarder op inzetten. De redenen zijn:
We zetten in op behoud van een ontmoetingsruimte in elk dorp. Dat kan een gemeenschapsaccommodatie zijn, maar ook de school of een sportvereniging. In onderstaand figuur wordt schematisch het schaalniveau weergegeven waarop accommodaties kunnen worden aangeboden. Dit zal niet in elk dorp het geval zijn. In sommige situaties kunnen bepaalde voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een basisschool, vanuit inhoudelijk en financieel oogpunt beter samen met een ander dorp worden aangeboden (bijv. basisschool Stip).
We werken een regeling uit om MFA’s financieel te steunen in het beheer en de exploitatie van haar gebouwen. Bij het opstellen hiervan nemen we ook onze financiële afspraken met beheerders en beheerstichtingen van gemeentelijke accommodaties mee. Beheer en exploitatie is complex. Taken en verantwoordelijkheden zijn groot omdat een MFA als kloppend hart veelvuldig geopend is en verschillende gebruikers kent. De exploitatie is vaak lastig sluitend te krijgen door beperkte huurinkomsten (maatschappelijke tarieven) terwijl groot onderhoud en vervanging een grote kostenpost vormt.
We handhaven de bestaande regeling voor gemeentelijke buitensportaccommodaties. Verenigingen ontvangen hierbij een vaste onderhoudsbijdrage per kleedlokaal en per veld. Bij enkele verenigingen is er op basis van historie nog sprake van afwijkende afspraken. We gaan in overleg met deze verenigingen om tot gelijkwaardige afspraken binnen de hele gemeente te komen.
Zowel het nieuwe accommodatiebeleid als het IHP richten zich op multifunctionele accommodaties, waarin maatschappelijke activiteiten op het gebied van onderwijs, welzijn en sport samenkomen, elkaar inhoudelijk versterken (samenwerking) en beter exploiteerbaar maken. Uitvoering van het accommodatiebeleid en het IHP worden in samenhang opgepakt om geen kansen te missen.
Deze uitgangspunten zijn vervolgens uitgewerkt in het afwegingskader. Dit afwegingskader, dat in het volgende hoofdstuk is beschreven, geeft aan op welke wijze de gemeente besluit om (financieel) bij te dragen aan een accommodatie. Daarnaast zijn de uitgangspunten voor harmonisatie benoemd en de overgangsregeling die geldt tot het moment dat de harmonisatie is afgerond.
Totstandkoming betreft de realisatie (nieuwbouw), vernieuwbouw of uitbreiding van een accommodatie. De financiële bijdrage van de gemeente bedraagt maximaal 90% (gelijk aan huidige situatie) van de subsidiabele kosten, inclusief gemeentelijke subsidies. Subsidiabele kosten zijn:
De investeringen voor voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de activiteiten die plaats gaan vinden in de accommodatie, worden vergoed. Voor de buitensport betreft het alle voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de sport (aantal en kwaliteit volgens de normen van de sportbonden). Voor gemeenschapshuizen, jeugd- en jongerenaccommodaties geldt een soortgelijke redenatie.
Instandhouding betreft alle activiteiten en maatregelen die nodig zijn om een accommodatie, sportvelden/banen en overige opstallen, in goede staat te behouden (conditiescore 3 volgens NEN2767). Dit omvat zowel het reguliere onderhoud als het grote planmatige onderhoud en het reserveren voor vervangingen. De kosten die gemoeid zijn met het in stand houden van de onderdelen van de accommodatie die nodig zijn voor de uitoefening van de activiteiten, vallen onder de regeling voor instandhouding.
We maken onderscheid tussen buitensportaccommodaties en MFA’s:
Op basis van het uitgangspunt MFA’s te gaan ondersteunen in het beheer en de exploitatie van hun MFA werken we, in samenspraak met de stichtingsbesturen, een nadere regeling uit. De MFA’s ontvangen een jaarlijkse bijdrage voor het beheer en de exploitatie van hun accommodatie. Dit geldt alleen voor de voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de maatschappelijke activiteiten.
Verenigingen of stichtingen kunnen een aanvraag indienen voor een (haalbaarheids)onderzoek naar de totstandkoming van een accommodatie. Dergelijke aanvragen leggen we eveneens naast het afwegingskader (zie hoofdstuk 3). De subsidieregeling investeringssubsidie is hierop van toepassing.
De basisinsteek van het afwegingskader is om:
Na de beoordeling volgt er een terugkoppeling en worden, indien van toepassing, de vervolgstappen besproken.
Voordat we een aanvraag in behandeling nemen en naast het afwegingskader leggen, brengen we eerst in beeld of gebruikers van de betreffende accommodatie (verenigingen, stichtingen en vrijwilligersorganisaties) gemeentelijke subsidie ontvangen op basis van het subsidiekader ‘Samen werken aan Vitale Gemeenschappen’. Voor deze verenigingen en stichtingen is in het kader van het subsidiebeleid immers al uitgebreid beoordeeld of de verenigingen/ stichtingen bijdragen aan de principes van positieve gezondheid in de leefomgeving.
Als (een deel) van de gebruikers geen subsidie ontvangt op basis van het kader ‘Samen werken aan vitale gemeenschappen’, betekent dit niet op voorhand dat een accommodatie geen financiële ondersteuning van de gemeente kan verwachten. We bezien op dat moment in hoeverre de activiteiten die in de accommodatie plaatsvinden, bijdragen aan vitale gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving.
Het afwegingskader is een instrument dat de gemeente vervolgens gaat gebruiken om onderbouwde en transparante besluiten te nemen over het al dan niet bijdragen aan de verbouw, nieuwbouw of uitbreiding en instandhouding van accommodaties. Het afwegingskader bestaat uit drie thema’s, te weten:
Het gemeentelijke accommodatiebeleid heeft tot doel om maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken. Het afwegingskader is in de eerste plaats bedoeld voor het beoordelen van aanvragen van stichtingen of verenigingen voor financiële bijdragen bij de totstandkoming of instandhouding van accommodaties voor bewegen, cultuur, ontmoeten, sport, welzijn en zorg.
De aanvraag kan worden ingediend voor de:
Hoe gaan we om met nieuwe of gewijzigde normen?
Als een aanvraag het gevolg is van gewijzigde normen en richtlijnen van sportbonden of andere instanties, dan geldt het volgende: De meeste (sport)accommodaties zijn jaren geleden gerealiseerd. Op dat moment golden andere normen en richtlijnen. Als instanties hun normen en richtlijnen veranderen, houdt dat niet in dat bestaande accommodaties direct aangepast worden. Aanpassing, als gevolg van nieuwe normen en richtlijnen, vindt pas plaats als een grootschalige renovatie van een bestaande accommodatie noodzakelijk is. In dat geval kan renovatie hand in hand gaan met aanpassing aan de nieuwe normen en richtlijnen.
Verenigingen en stichtingen die een aanvraag doen voor financiële ondersteuning, dienen hun aanvraag te onderbouwen op de thema’s toekomstbestendigheid, accommodatie en beheer en exploitatie.
Thema 1: Toekomstbestendigheid
Bij het thema toekomstbestendigheid letten we bijvoorbeeld op het aantal deelnemers (ook uit specifieke doelgroepen) binnen de gemeente/het dorp, de omvang van de doelgroep, het aantal leden dat woonachtig is in de gemeente Horst aan de Maas en op trends en ontwikkelingen. Denk hierbij aan de bevolkingsprognose en het ledenverloop.
Vervolgens wordt de accommodatie waarop de aanvraag betrekking heeft, beoordeeld. De beoordeling concentreert zich rond de vraag of er sprake is van een reëel verzoek. Eerst wordt nagegaan of de aanvrager(s) bijvoorbeeld niet overvraagt (te groot, te hoog afwerkingsniveau, niet- noodzakelijke voorzieningen) of er elders een voorziening is die geschikt (te maken) is en de mate van duurzaamheid. Bovendien kijken we of het initiatief voldoende bijdraagt aan de beoogde multifunctionaliteit en clustering van accommodaties in Horst aan de Maas.
Thema 3: Beheer en exploitatie
Is er sprake van een toekomstbestendige opzet van beheer, exploitatie en financiering? Bij dit thema kijken we onder andere naar de robuustheid van de aanvrager, het vrijwillig kader, de financiële situatie en de mate van zelfwerkzaamheid en eigen inbreng. Belangrijk om te weten is of de aanvrager krachtig genoeg is om de accommodatie voor langere tijd in stand te houden voor het beoogde doel.
In de volgende tabel is weergegeven welke onderwerpen per thema centraal staan:
In bijlage 3 treft u een uitgebreidere toelichting van de diverse onderwerpen per thema, die een initiatiefnemer kan gebruiken om een aanvraag te in te dienen.
Welke procedure geldt hiervoor?
De subsidieregeling investeringssubsidie is hierop van toepassing. Daarin nemen we onder andere op wie, op welk moment en voor welke activiteiten een aanvraag kan indienen, hoe we als gemeente deze in behandeling nemen. En wanneer een besluit verwacht kan worden.
4. Harmoniseren en overgangsregeling instandhoudingsbijdragen
Harmonisatie instandhoudingsbijdrage.
Voor de bijdragen aan de instandhouding van buitensportaccommodaties en MFA’s is het noodzakelijk dat de komende jaren een harmonisatietraject wordt gestart. Reden is dat er grote verschillen zijn in de wijze waarop de gemeente financieel bijdraagt aan de instandhouding van gelijksoortige accommodaties.
Totdat een geharmoniseerde regeling is ontwikkeld geldt een overgangssituatie. Het streven is:
Overgangsregeling instandhoudingsbijdrage
Voor buitensportaccommodaties is er geen overgangsregeling. Buitensportaccommodaties met een afwijkende afspraak kunnen vanaf het moment van vaststelling van het accommodatiebeleid een beroep doen op de gemeentelijke bijdrage zoals in hoofdstuk 2 beschreven en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden die daarbij hoort.
Voor MFA’s bestaat een subsidieregeling voor groot onderhoud. De subsidie bedraagt op dit moment maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000. Als overgangsregeling stellen we voor de regeling zodanig aan te passen dat 75% van de subsidiabele kosten wordt vergoed tot een maximum van € 37.500 per aanvraag (maximaal één aanvraag per MFA). Hiervoor is voldoende budget beschikbaar. Alle niet-gemeentelijke MFA’s kunnen na inwerkingtreding van het accommodatiebeleid aanspraak maken op deze overgangsregeling, ongeacht of zij de afgelopen jaren al gebruik hebben gemaakt van deze subsidie. Dergelijke aanvragen worden aan de hand van het afwegingskader gewogen en de uitkomst vormt, waar nodig, onderwerp van gesprek met de aanvrager.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 8 oktober 2024.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
drs. R.F.I. Palmen
De griffier,
mr. R.J.M. Poels
Bijlage 2: Werkzaamheden buitensportaccommodaties
(N.B. lijst kunstgrasveld voetbal/korfbal en gravelbaan tennis volgt later)
A. Werkzaamheden waarvoor de gemeente op jaarbasis een vergoeding per kleedlokaal verstrekt
B. Werkzaamheden waarvoor de gemeente op jaarbasis een vergoeding per baan (tennis) / per veld (voetbal) en aanwezige beplanting verstrekt
Bijlage 4: Regeling voor over- en ondercapaciteit buitensport
Als deze berekening als uitkomst heeft dat een vereniging over te veel of te weinig velden/ voorzieningen beschikt, dan start de telling van het aantal jaren (het startmoment). Daarbij geldt dat een marge van 0,25 wordt aangehouden. Daarmee wordt bedoeld:
Als is gebleken dat een vereniging over- of ondercapaciteit heeft worden vervolgens jaarlijks gegevens opgevraagd over leden/teams/deelnemers. De eerste drie seizoenen na de vaststelling van de over- of ondercapaciteit verandert er nog weinig tot niets. De vereniging blijft – telkens aan het begin van het seizoen – de ledenaantallen en aantal teams indienen bij de gemeente. Het enige wat zou kunnen veranderen is dat de gemeente de vereniging helpt om trainingen of wedstrijden op een andere accommodatie te huisvesten (in het geval er een tekort is).
Voorafgaande aan het vierde seizoen wordt vastgesteld of de over- of ondercapaciteit structureel is (door middel van toetsing aan de bevolkingsprognoses en de landelijke en regionale ontwikkeling van de betreffende sport). Als dat het geval is ontstaan er twee mogelijkheden:
Structurele overcapaciteit: In deze situatie bouwt de gemeente de instandhoudingsbijdrage voor de overcapaciteit af. Rekenvoorbeeld: als een vereniging een bijdrage voor 3 velden ontvangt, tezamen € 5.000, en structureel 1 veld te veel heeft, dan wordt de instandhoudingsbijdrage van het 3e veld in 3 stappen afgebouwd. De bijdrage voor het 3e veld wordt dan als volgt verlaagd:
Structureel tekort: In dat geval dient de vereniging een aanvraag in voor een extra veld of kleedlokaal. Deze aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van het afwegingskader. Daarbij geldt dat de daadwerkelijke aanpassingen, ingeval het een gemeentelijke accommodatie betreft, zoveel mogelijk zullen samenvallen met momenten waarop groot onderhoud is gepland.
In geval van overcapaciteit (veld te veel) wordt per situatie bekeken of het overbodige veld een andere invulling kan krijgen, indien dit ook wenselijk is vanuit de vereniging of stichting. Mogelijk wil een vereniging de overcapaciteit wel aanhouden ondanks dat de bijdrage wordt afgeschaald. In de aanloopjaren naar het daadwerkelijk afbouwen van de onderhoudsbijdrage kan hierover al wel het gesprek gevoerd worden.
Bijlage 5: Onderdelen van accommodaties waaraan wordt bijgedragen.
BASISVOORZIENINGEN ACCOMMODATIES
De bonden maken onderscheid naar eisen/normen en aanbevelingen. De bijdrage van de gemeente Horst aan de Maas is uitsluitend gebaseerd op de eisen/normen en niet op de aanbevelingen.
De volgende accommodatiedelen wordt niet aan bijgedragen (geen uitputtende opsomming):
Voorzieningen: leunhek + fijnmazige staafmat rondom de velden met slagplank met looppoort(en) (breedte 1,25 m) en werkpoort (breedte 3,5 m) (hoogte 1,20 m), 4 uitsparingen in hekwerk voor doelopstelplekken halfvelds bespeling, ballenvangers achter ieder doel (2st 30x5 m), 2 senioren hockeydoelen, 4 hoekvlaggen met grondkokers, paden rondom minimaal 1,50 m, beregening met pop-upsproeiers met pomp en bergingskelder bij watervelden, verlichting, 8 masten en 16 armaturen, 2 dug-outs, 5 meter lengte.
Jeugd- en jongerenaccommodaties
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-498163.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.