Verkeersmaatregel Balijeweg

Ruimte / Mobiliteit / 2024- 828826

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verkeersbesluit voor het aanleggen van een voetgangersoversteekplaats.

 

Overwegingen

De Balijeweg is een wijkontsluitingsweg binnen de gemeente Maastricht, en is bij de gemeente in beheer en onderhoud.

 

De kruising Balijeweg/Masadastraat/Populierweg valt binnen een schoolzone. Een verkeersveilige schoolomgeving staat hoog op de agenda van de gemeente. Veel schoolgaande kinderen en ouders steken een paar keer per dag de Balijweg over.

 

Om de verkeersveiligheid voor de schoolgaande kinderen te vergroten is het wenselijk om een voetgangersoversteekplaats te realiseren op de Balijeweg, binnen de schoolzone.

 

De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving waarin lopen door iedereen als een belangrijk uitgangspunt is opgenomen. In deze afweging is de voetganger belangrijker dan de onbelemmerde doorgang voor het autoverkeer.

 

Deze maatregel wordt genomen voor verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Balijeweg in hun besluit van 14 augustus 2023, Ruimte / Mobiliteit / 2023-373889;

  • 2.

    door het aanbrengen van zebramarkering aan te wijzen als voetgangersoversteekplaats, als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990, de oversteekplaats ten zuidoosten van de Masadastraat en deze aan te duiden middels de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 zoals aangegeven in de bijlage;

  • 3.

    de verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven is op de tekening “in de bijlage;

 

Bestaande maatregelen die in stand worden gehouden

  • 4.

    de schoolzone-borden gecombineerd met de verkeersborden A4 van Bijlage I van het RVV 1990 om de Balijeweg, tussen de Bethlehemweg en de Populierweg, aan te wijzen als schoolzone met een adviessnelheid van 15 km/uur;

  • 5.

    de verkeersborden B6 van Bijlage I van het RVV 1990 om bestuurders te gebieden voorrang te verlenen aan bestuurders op de kruisende weg:

    • a.

      betreffende de rotonde Ankerkade/Balijeweg/Borgharenweg/Sluisdijk met dien verstande dat bestuurders op de toeleidende wegen voorrang verlenen aan bestuurders op de rotonde;

    • b.

      betreffende het kruispunt Balijeweg – Willem-Alexanderweg met dien verstande dat bestuurders op de Balijeweg voorrang verlenen aan bestuurders op de Willem-Alexanderweg;

    • c.

      betreffende het kruispunt Balijeweg – Kasteel Verduynenstraat met dien verstande dat bestuurders op de Kasteel Verduynenstraat voorrang verlenen aan bestuurders op de Balijeweg;

  • 6.

    de verkeersborden C2 en C3 van Bijlage I van het RVV 1990 en OB07 om de weg tussen beide rijbanen van de Balijeweg, ter hoogte van de Bethlehemweg, als eenrichtingsweg gesloten te verklaren voor motorvoertuigen, in noordoostelijke richting;

  • 7.

    de verkeersborden C2 en C3 van Bijlage I van het RVV 1990 en OB07 om de Balijeweg, tussen de Tiberiasstraat en de Masadastraat, als eenrichtingsweg gesloten te verklaren voor motorvoertuigen, in oostelijke richting;

  • 8.

    de verkeersborden C19 van Bijlage I van het RVV 1990 en respectievelijke onderborden ‘na 250 m’, ‘na 350 m’, ‘na 400 m’ om de Balijeweg, ter hoogte van het spoorviaduct, gesloten te verklaren voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan 2,9 m;

  • 9.

    de verkeersborden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 op de middengeleiders van de Balijeweg om bestuurders te gebieden die verkeersborden aan de zijde voorbij te rijden die de pijl aangeeft;

  • 10.

    het verkeersbord E4 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord ‘max. 10 minuten’ om de noordelijke rijbaan van de Balijeweg, tussen de Masadastraat en de Tiberiasstraat, als parkeergelegenheid aan te wijzen met een maximum parkeerduur van 10 minuten;

  • 11.

    verkeersbord G11 van Bijlage I van het RVV 1990 om als verplicht fietspad aan te wijzen het aanliggende pad ten noorden van de Balijeweg, op het wegvak ten westen van de Willem-Alexanderweg tot de rotonde Ankerkade/Balijeweg/Borgharenweg/Sluisdijk;

  • 12.

    de verkeersborden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 en de zebramarkering, zoals bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990, om als voetgangersoversteekplaats aan te wijzen de oversteekplaatsen:

    • a.

      de oversteekplaats direct ten oosten van de rotonde Ankerkade/Balijeweg/Borgharenweg/Sluisdijk op de Balijeweg;

    • b.

      de oversteekplaats direct ten westen van de rotonde Balijeweg/Kemenadeplein/Meersenerweg op de Balijeweg;

    • c.

      de oversteekplaats aan de Balijeweg ten oosten van de aansluiting met de Willem Alexanderweg;

    • d.

      de oversteekplaatsen ter hoogte van de Balijeweg 124 en de Masadastraat;

  • 13.

    de verkeersborden L3 van Bijlage I van het RVV 1990 om als bushalte aan te wijzen de haltes direct ten oosten van de rotonde Ankerkade/Balijeweg/Borgharenweg/Sluisdijk, aan beide zijden van de Balijeweg;

  • 14.

    een onderbroken streep en de fietsvignetten op het wegdek om aan te wijzen als fietsstrook:

    • a.

      de strook aan de zuidzijde van de Balijeweg voor het gedeelte tussen de Ankerkade en de Willem Alexanderweg;

    • b.

      de stroken aan de noord- en zuidkant van de Balijeweg voor het gedeelte tussen het Kemenadeplein en de Populierweg;

  • 15.

    de verlenging van de middengeleider op de Balijeweg voor de rotonde Kemenadeplein om het verkeer komende vanaf de Kasteel Verduynenstraat te voorkomen linksaf te slaan;

  • 16.

    de portalen met doorrijhoogtebeveiliging op de Balijeweg om de weggebruikers te waarschuwen voor de maximale hoogte van de spooronderdoorgangen deze aan te duiden middels de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 zoals aangegeven in de bijlage;

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.

 

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 25 november 2024

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven