Gemeenteblad van Eindhoven
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Eindhoven | Gemeenteblad 2024, 495060 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Eindhoven | Gemeenteblad 2024, 495060 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2025
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2024;
gelet op de behandeling in de meningsvormende vergadering van 29 oktober 2024;
mede gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 225 van de Gemeentewet en de geldende Parkeerverordening Eindhoven;
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2025
Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Voor de toepassing van deze verordening met bijbehorende tarieventabel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Eindhoven een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een mobiele telefoon, RFID-kaart (kaart met technologie op het gebied van Radio Frequency Identification) of een ander (communicatie)middel;
De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld
De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel of RFID-kaart inloggen op de centrale computer.
Artikel 6. Wijze van heffing en termijn van betaling
De belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel of RFID-kaart inloggen op de centrale computer.
Indien een belastingplichtige als gevolg van verhuizing, ziekte, overlijden, bedrijfsopheffing of -staking, van de verleende vergunning geen gebruik maakt gedurende de gehele of een deel van de periode waarvoor het parkeerbelasting is geheven, wordt op verzoek ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt op verzoek ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
personen van het Rijk, de provincie, het regiobestuur en de gemeente, voor zover het voertuig in de uitoefening van de dienst wordt gebruikt en uiterlijk duidelijk als dienstvoertuig kenbaar is of, indien het voertuig niet duidelijk als dienstvoertuig kenbaar is, voor zover het dienstvoertuig als zodanig bij het Afdelingshoofd Stadstoezicht is aangemeld;
De belasting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerplaats voorzien van RVV-bord E6, wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990,469), mits deze kaart op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst.
De belasting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig op een parkeerapparatuurparkeerplaats niet voorzien van RVV-bord E6, wordt niet geheven van een houder van een geldige gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW, Stb. 1990,469), mits de houder bij de aanvang van het parkeren het kenteken van het voertuig via een aan de gehandicaptenparkeerkaart gekoppelde, digitale toepassing heeft aangemeld bij de centrale computer.
Artikel 9. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Bij de invordering van deze belastingen, de naheffingsaanslag en van de kosten als bedoeld in artikel 11 wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening parkeerbelastingen 2024’, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2023, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 juli 2024, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 november 2024
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de verordening
bedraagt, in het gebied (gebiedsbegrenzing conform figuur 1) en op de locatie (in het geldende
Aanwijsbesluit en uitwerkingsbesluit parkeren worden de locaties conform de nummering gespecificeerd):
Centrum: Dit gebied wordt begrensd door Boschdijk (tussen Fellenoord en Pastoor Petersstraat) – Pastoor
Petersstraat - Veldmaarschalk Montgomerylaan (tussen Pastoor Petersstraat en Vincent van den
Heuvellaan) – Vincent van den Heuvellaan - John F Kennedylaan (tussen Vincent van den Heuvellaan en
Fellenoord) – Professor Dr. Dorgelolaan (tussen John F Kennedylaan en de Dommel) – De Dommel (tussen
Prof. Dr. Dorgelolaan en Vestdijk) – Vestdijk – Hertogstraat – P.C. Hooftlaan – Wal – de Dommel (tussen Wal
en Edenstraat) – Edenstraat – Mauritsstraat – Vonderweg – Fellenoord (tot aan Boschdijk).
Schilwijk: Het gedeelte van de gemeente gelegen binnen de ring maar niet behorend tot het centrum.
Buiten de Ring: Het gedeelte van de gemeente gelegen buiten de Ring.
Strijp-S: Het gebied begrensd door de Beukenlaan, Schootsestraat, Kastanjelaan, Glaslaan en het spoor.
Figuur 1 : gebiedsindeling parkeertarieven (geeft niet aan waar betaald parkeren geldt; dit wordt
vastgelegd in het Aanwijs- en uitwerkingsbesluit Parkeren)
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de verordening bedraagt
Deze tarieventabel maakt onderdeel uit van en behoort bij het raadsbesluit van 5 november 2024 tot
vaststelling van de Verordening parkeerbelastingen 2025
Kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelastingen 2025
De kosten van het opleggen van een naheffingsaanslag worden geraamd op € 85,12 per aanslag.
Dit kostenbesluit maakt onderdeel uit van en behoort bij het raadsbesluit van 5 november 2024 tot vaststelling van de Verordening parkeerbelastingen 2025
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-495060.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.