Verkeersbesluit instellen partieel eenrichtingsverkeer en voorrangsregeling Woudplein in Haarlem

Nr. 2024/2050522

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat het Woudplein gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat het Woudplein in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat het Woudplein een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager beleid openbare ruimte;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat het Woudplein gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt;

dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg prevaleert boven de verkeersfunctie;

dat het Woudplein een plein betreft welke in de huidige situatie voorzien is van drie haltekommen waarvan de meest zuidelijke haltekom in gebruik is;

dat het NS station Haarlem-Spaarnwoude en een P+R terrein te bereiken zijn via het Woudplein;

dat de huidige wegmarkeringen op het Woudplein zijn versleten, wat leidt tot een onduidelijke verkeerssituaties voor weggebruikers;

dat het Woudplein aan de oostzijde wordt gebruikt door bussen vanaf de Laan van Decima en door motorvoertuigen die gebruikmaken van het P+R-terrein, waarbij tweerichtingsverkeer is ingesteld;

dat halverwege het Woudplein een inrijverbod is geplaatst, wat verwarring veroorzaakt voor het verkeer ter plaatse;

dat de wegindeling ter hoogte van de westelijke ingang/uitgang van het Woudplein en de Laan van Decima suggereert dat inrijden mogelijk is door de afgeronde stoepranden en haaientanden die voorrang aangeven, ondanks de aanwezigheid van een inrijverbod;

dat de situatie op het Woudplein onduidelijkheid veroorzaakt bij bestuurders en tot potentieel gevaarlijke verkeerssituaties leidt;

dat het daarom noodzakelijk is de situatie te verduidelijken en de verkeersveiligheid te optimaliseren door het aanpassen van de wegmarkeringen en bebording;

dat het hierom wenselijk is om vanaf de westelijke aansluiting van het Woudplein, tussen de Laan van Decima en de haltekommen partieel éénrichtingsverkeer (uitgezonderd fietsers) in te stellen;

dat de rijbaan van het Woudplein circa 7,5 meter breed is en daarmee duidelijk afwijkt van de breedte voor een eenrichtingsweg op basis van het ASVV 2021, waarbij een minimale breedte van 3,85 meter en wenselijke breedte van 4,4 meter wordt aangegeven;

dat de breedte daarentegen noodzakelijk is voor de lijnbussen en daarom de fietsstrook gehandhaafd dient te blijven, zodat de rijbaan enigszins optisch versmald wordt;

dat de fietsstrook zoals bedoeld in artikel 1 onder 2 van het RVV 1990 zodoende gehandhaafd blijft over de westelijke aansluiting van het Woudplein;

dat de verkeersmaatregel tevens het gebod tot het volgen van de op het bord aangegeven rijrichting op de Laan van Decima ter hoogte van het Woudplein overbodig maakt;

dat ten zuiden van de Laan van Decima ter hoogte van het Woudplein het Veerpad een vrijliggend (brom-)fietspad is, aangemerkt met een G12a van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat ter hoogte van de bocht een fietsoversteek gelegen ligt waarbij de voorrang geregeld is middels het B6 verkeersbord;

dat het juridisch wenselijk is om voor de fietsoversteek tevens haaientanden aan te brengen;

de voorgestelde verkeersmaatregelen de verkeersveiligheid en doorstroming zullen bevorderen;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen of verwijderen van de borden C2, C3, D4 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede de verkeerstekens ‘haaientanden’ een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het plaatsen van de borden C2 en bord C3 voorzien van het onderbord OB02 uit bijlage 1 van het RVV 1990 wordt een partieel eenrichtingsweg (uitgezonderd fietsers) ingesteld vanaf de westelijke aansluiting van het Woudplein, tussen de Laan van Decima en de haltekommen;

- door middel van het plaatsen van de borden C2 uit bijlage 1 van het RVV 1990 wordt een eenrichtingsweg ingesteld vanaf de oostelijke aansluiting van het Woudplein met de Laan van Decima, ter hoogte van de haltekommen;

- door middel van het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 een voorrangsregeling in te stellen bij de fietsoversteek over de Laan van Decima ter hoogte van het Woudplein;

- door middel van het verwijderen van haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 een voorrangsregeling in te trekken op de westelijke aansluiting van het Woudplein ter hoogte van de kruising met de Laan van Decima;

- door middel van het verwijderen van bord D4 uit bijlage 1 van het RVV 1990 de verplichte rijrichting rechtdoor in te trekken op de Laan van Decima ter hoogte van het Woudplein;

- door middel van het verwijderen van bord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 en de haaientanden zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 de voorrangsregeling in te trekken op de oostelijke aansluiting van het Woudplein ter hoogte van de kruising met de Laan van Decima;

- een en ander overeenkomstig uit de situatieschets.

Aldus vastgesteld op 25 november 2024 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Melvin Werkhoven

Teammanager bereikbaarheid

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.