2e wijziging van de Verordening reinigingsheffingen 2020

 

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2024, zaaknr. 1030445;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020 (2e wijziging).

Artikel I Wijzigingen

  • 1.

    In artikel 2 vervalt 'in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing'.

  • 2.

    Artikel 3, tweede lid, komt als volgt te luiden:

    • 2.

      De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3.

    In artikel 4, tweede lid, onderdeel b wordt 'welke' vervangen door 'die'.

  • 4.

    Artikel 5 komt als volgt te luiden:

    Artikel 5 Belastingplicht

    De belasting wordt geheven van de persoon die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

  • 6.

    In artikel 8, eerste lid wordt 'hoofdstuk 1.1, 1.2 en 1.3' vervangen door: 'de artikelen 2 en 3'.

  • 7.

    In artikel 8, tweede lid, wordt 'bij wege van' vervangen door: 'door middel van'.

  • 8.

    In artikel 8, tweede lid, artikel 9, zesde lid en artikel 10, derde lid wordt 'hoofdstuk 1.4' telkens vervangen door: 'artikel 4'.

  • 9.

    In artikel 9, eerste en derde en vierde lid wordt 'hoofdstuk 1.1' telkens vervangen door: 'artikel 2'.

  • 10.

    In artikel 9, 17 en 19 wordt 'indien' telkens vervangen door: 'als'.

  • 11.

    In artikel 9, vierde lid wordt 'hoofdstuk 1.1' vervangen door: 'artikel 2 van de tarieventabel'.

  • 12.

    In artikel 9, tweede lid wordt 'hoofdstuk 1.2 en 1.3' vervangen door: 'artikel 3'.

  • 13.

    In artikel 10, eerste lid wordt 'moeten de aanslagen' vervangen: 'moet een aanslag'.

  • 14.

    Artikel 10, tweede en derde lid komen als volgt te luiden:

    • 2.

      In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    • 3.

      De belasting bedoeld in artikel 4 van de tarieventabel moet worden betaald op het moment van het uitreiken van de schriftelijke kennisgeving.

  • 15.

    Artikel 12 komt als volgt te luiden:

    Artikel 12 Belastingplicht

    De rechten worden geheven van de aanvrager dan wel voor wie de dienst wordt verricht of van de persoon die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

  • 16.

    In de artikelen 9 en 17 wordt 'zo dit' telkens vervangen door: 'als dit'.

  • 17.

    In artikel 18, eerste lid, wordt 'moeten de aanslagen' vervangen door: 'moet een aanslag'.

  • 18.

    In artikel 19 wordt 'reeds' vervangen door: 'al'.

 

 

 

 

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.

Epe, 14 november 2024

De raad voornoemd,

de voorzitter,

dhr. dr. T.C.M. Horn

de griffier,

mw. mr. E.G. Grisel

Toelichting 2e wijziging Verordening reinigingsheffingen 2020  

Deze wijziging is nodig omdat de tarieventabel een andere redactionele opzet krijgt met ingang van 2025. Er wordt dan gewerkt met een onderverdeling in artikelen. Verder bleek dat het tarief voor extra containers nu in hoofdstuk 1.3 staat, waardoor deze zou vallen onder de bepaling van artikel 9, tweede lid. Dat houdt in dat die aanslag pas na afloop van de belastingjaar of de belastingplicht zou kunnen worden opgelegd. Dat is niet de bedoeling. Als er een extra container aanwezig is bij de aanvang van het jaar, is het de praktijk en ook de bedoeling dat het tarief voor een extra container direct in rekening wordt gebracht. In de nieuwe tarieventabel is dit gecorrigeerd door het tarief op te nemen in artikel 2.

Verder zijn diverse redactionele wijzigingen doorgevoerd in het kader van een verdere uniformering van de verordeningen binnen Tribuutverband. Hiermee zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

Naar boven