Gemeenteblad van Sittard-Geleen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sittard-Geleen | Gemeenteblad 2024, 492527 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sittard-Geleen | Gemeenteblad 2024, 492527 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels jeugdhulp gemeente Sittard-Geleen 2025
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12-11-2024;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet en 149 van de Gemeentewet;
gelet op de Verordening jeugdhulp gemeente Sittard-Geleen 2025;
gezien het advies van Jongerenadviesraad 5 juni 2024;
het noodzakelijk is te regelen hoe de indiening van een aanvraag voor een individuele voorziening via een persoonsgebonden budget verloopt, de registratie, gespreksvoorbereiding, het te voeren gesprek met de jeugdige en/of diens wettelijk vertegenwoordiger en de toekenning van een individuele voorziening via een persoonsgebonden budget.
vast te stellen de nadere regels jeugdhulp gemeente Sittard-Geleen 2025.
Deze nadere regels zijn een uitwerking van de Verordening jeugdhulp gemeente Sittard-Geleen 2025 en vormen samen met de genoemde Verordening de basis van de wijze waarop de gemeente Sittard-Geleen de Jeugdwet uitvoert.
De definities die in dit besluit worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en de Verordening jeugdhulp Gemeente Sittard-Geleen 2025.
budgetbeheerder: wettelijk vertegenwoordiger van de budgethouder wanneer de budgethouder minderjarig of handelingsonbekwaam is. De budgetbeheerder moet een familielid zijn tot maximaal de tweede graad of een aantoonbare relatie hebben met de vertegenwoordiger zoals een pleegouder of jeugdbeschermer van een gecertificeerde instelling;
zorgovereenkomst: een contract tussen de budgethouder en zijn of haar zorgverlener waarin de afspraken over de zorg, de werktijden en de vergoeding of loon zijn opgenomen. Het is de basis voor het dienstverband met de zorgverlener of de opdracht aan de zorgverlener. Een budgethouder moet één zorgovereenkomst per zorgverlener afsluiten;
Hoofdstuk 2. Afbakening Jeugdwet
Artikel 2.1 Eigen kracht, draaglast en draagkracht
Eigen kracht omvat in ieder geval de mogelijkheden van ouders zelf, de gebruikelijke hulp, het aanspreken van een aanvullende verzekering, de inzet van vrijwilligers of mensen uit het sociale netwerk. Het gebruik van eigen kracht betekent ook dat de jeugdige en/of een ouder zelf voorziet in de kosten. Gebruik maken van eigen kracht betekent ook dat eerst een beroep op zorgverlof wordt gedaan en de kosten voor reguliere oppas/ kinderopvang door ouders zelf gedragen worden.
Een gezonde draagkracht betekent dat ouders eventueel met behulp van het sociale netwerk zorg kunnen dragen voor normale, dagelijkse hulp. Ouders zijn verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht op hen te houden. Dit geldt ook als sprake is van een minderjarig kind met een ziekte, aandoening of beperking. Voor zover het van toepassing is en tot de mogelijkheden behoort dat ouders hun kinderen zelf hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf bieden, kent de gemeente geen individuele voorziening jeugdhulp toe.
Als de noodzakelijke hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf van ouders voor hun kinderen voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen zwaarder is dan de zorg die kinderen van dezelfde leeftijd redelijkerwijs nodig hebben, neemt het college in haar onderzoek de balans tussen draaglast en draagkracht mee. Het college bepaalt of de draagkracht van het gezin om zelf de nodige ondersteuning, hulp en zorg te kunnen bieden in overeenstemming is met de draaglast. Dit gebeurd op basis van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders, samen met de personen die tot hun sociale netwerk behoren en beschikbare algemene voorzieningen.
In kortdurende situaties neemt het college aan dat draagkracht en draaglast in balans zijn. Uitgangspunt is dat ouders eventueel met behulp van het sociale netwerk alle vormen van hulp bieden op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf zelf, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van ouders of het sociale netwerk mag worden verwacht. In langdurende situaties bieden ouders eventueel met behulp van het sociale netwerk alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf zelf als de gemeente op basis van algemeen aanvaarde maatstaven vaststelt dat draaglast en draagkracht in balans zijn. Tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van ouders of het sociale netwerk mag worden verwacht.
De zorgplicht van ouders strekt zich uit over verzorging, begeleiding en opvoeding die de ouders, onder meer afhankelijk van de leeftijd en verstandelijke ontwikkeling van het kind, behoren te geven aan een kind. Dit geldt ook voor de ‘zorg’ bij kortdurende ziekte. Bij uitval van één van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke hulp voor het kind over, ook als beide ouders niet meer bij elkaar wonen.
3.Het college kan een voorziening verstrekken voor bovengebruikelijke hulp naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek naar de eigen kracht, draaglast en draagkracht van ouders zoals beschreven in artikel 6 van de Verordening jeugdhulp gemeente Sittard- Geleen 2025 en naar artikel 2.1 van deze regels.
2.5 Afbakening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wm2015)
Begeleiding en dagbesteding is zowel een voorziening in de Jeugdwet als in de Wmo2015. De jeugdige onder 18 jaar komt in aanmerking voor deze voorziening op grond van de Jeugdwet. Bij 18 jaar of ouder komt de jeugdige in aanmerking voor dezelfde voorziening op grond van de Wmo2015, hierbij is een eigen bijdrage verschuldigd.
2.6 Afbakening Wet langdurige zorg ( Wlz )
Bij een specialistische GGZ- behandeling of gesloten jeugdhulp die geen integraal onderdeel uitmaakt van de Wlz-behandeling, bij pleegzorg of vervoer naar de jeugdhulplocatie (niet zijnde de Wlz-locatie), kan in bijzondere omstandigheden jeugdhulp naast de Wlz worden geboden. Er wordt in deze gevallen eerst gekeken naar gebruikelijke hulp en mogelijkheden vanuit het sociaal netwerk.
2.7 Afbakening Zorgverzekeringswet ( Zvw )
2.8 Afbakening Wet Passend Onderwijs
Ondersteuning die primair gericht is op het volgen van onderwijs, het doorlopen van het onderwijsprogramma en gericht is op het leerproces, bijvoorbeeld een intelligentieonderzoek, valt onder de verantwoordelijkheid van school. Ondersteuning die nodig is om onderwijsdoelen te behalen wordt niet door het college vergoed in het kader van de Wet.
2.9 Afbakening Wet op de Kinderopvang
2.10 Afbakening Leerplichtwet 1969
Dagbesteding in het kader van de Wet vindt plaats indien het leerplichtige kind een algehele/ reguliere vrijstelling van het volgen van onderwijs heeft. Indien geen algehele/ reguliere vrijstelling is geldt de zorgplicht van de school.
Hoofdstuk 3. Beschikbare voorzieningen
Artikel 3. Beschikbare algemene voorzieningen
Dit artikel correspondeert met artikel 3 uit de Verordening jeugdhulp 2025
De gemeente subsidieert een breed scala aan ondersteuning voornamelijk gericht op preventie en lichte ambulante hulp. Van de jeugdige en zijn ouders wordt verwacht dat wanneer deze ondersteuning passend lijkt, zij zich wenden tot deze ondersteuning.
Voor sommige ondersteuningsvormen kan aan de jeugdige en zijn ouders een eigen bijdrage gevraagd worden. Indien een algemene voorziening voorziet in de nodige ondersteuning, hulp of zorg, wordt geen individuele voorziening verstrekt.
Hoofdstuk 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente
Artikel 4. Beschikbare individuele voorzieningen
Dit artikel correspondeert met artikel 4 uit de Verordening jeugdhulp 2025
De gemeente heeft met de 15 andere Zuid-Limburgse gemeenten een gezamenlijke inkoop van jeugdhulp voor de individuele voorzieningen vormgegeven. Uitgangspunt voor inzet van een individuele voorziening is dat zorg in natura wordt afgenomen bij een door de gemeenten gecontracteerde partij.
De gemeente Maastricht fungeert bij de gezamenlijke inkoop als centrumgemeente en draagt zorg voor alle zaken omtrent inkoop, contractering, facturatie en monitoring.
Artikel 5. Onderzoek en opstellen hulpverleningsplan
Dit artikel correspondeert met artikel 6 uit de Verordening jeugdhulp 2025
In artikel 6 van de Verordening staat benoemd op welke wijze het onderzoek plaats vindt. Daarbij horen de volgende regels:
Na het onderzoek worden de bevindingen opgenomen in het hulpverleningsplan en verstuurd naar de jeugdige en ouders. De doelen in het hulpverleningsplan worden, na consensus, verstuurd naar de overeengekomen zorgaanbieder wanneer er zorg in natura wordt ingezet. Wanneer er een hulpverleningsplan of ander plan aanwezig is, verwacht het college van jeugdige en zijn ouders dat dit verstrekt wordt voor of tijdens het onderzoek.
De gemeente neemt onderstaande uitgangspunten mee in het onderzoek.
normaliseren: elk gezin en iedere jeugdige is uniek en groeit op met zijn/ haar eigen krachten en valkuilen. Het perspectief is voor elke jeugdige verschillend. Samen met andere jeugdigen mag de jeugdige leren van zijn fouten. De jeugdige wordt daarin gesteund door volwassenen om hem heen. De Jeugdwet is een vangnet. De oorzaak wordt aangepakt, niet de symptomen. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht van het netwerk om de jeugdige heen;
demedicaliseren en niet problematiseren: opvallend gedrag wordt niet geproblematiseerd. De jeugdige wordt alleen doorgestuurd voor medicatie of diagnose wanneer dit essentieel is voor de ontwikkeling. Er worden geen jeugdigen doorgestuurd naar de geestelijke gezondheidszorg om “een stempel te plakken”;
talentontwikkeling: talenten zijn dingen die jeugdigen als natuurlijk, gemakkelijk en gewoon beschouwen. Het zijn de dingen waar ze complimenten over krijgen en waar ze goed in zijn. Het is belangrijk om talenten goed te benutten. Het benutten van talent draagt bij aan de ervaren gezondheid en aan zingeving. De gemeente stimuleert het ontwikkelen van talent in onderwijs. Kinderen verschillen in de manier waarop zij leren, maar hebben allemaal drie basisbehoeften: competentie, relatie, autonomie;
positieve gezondheid: positieve gezondheid vertaalt zich bij jeugdigen in de samenhang van de pijlers: mijn lijf, mijn gedachten en gevoelens, lekker in mijn vel zitten, dagelijks leven, meedoen en nu en later. De pijlers beïnvloeden elkaar en vergen een bepaald evenwicht om gezond te zijn. En natuurlijk gaat opgroeien gepaard met de nodige schommelingen en is het evenwicht soms zoek. De schommelingen horen bij het leven en vergroten de veerkracht;
Artikel 6. Criteria individuele voorzieningen
Dit artikel correspondeert met artikel 9 uit de Verordening jeugdhulp 2025
Uitgangspunt van de Wet is dat de jeugdige of zijn ouders een voorziening in natura krijgen. Indien gewenst, met duidelijke redenen omkleed waarom zorg in natura niet passend is, en er voldaan wordt aan voorwaarden voor beheren van een pgb, bestaat de mogelijkheid dat de jeugdige een pgb toegekend krijgt.
Gebruikelijke hulp is voorliggend. De definitie gebruikelijke hulp wordt herleid uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep ECLI:NL:CRVB:2021:823: “de hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.”
Hierbij wordt met de volgende factoren rekening gehouden:
Gaat het om huishoudelijke taken, dan mag bijvoorbeeld verwacht worden dat een gezonde volwassen huisgenoot dit overneemt. Minder gebruikelijk is het dat huisgenoten elkaar helpen bij hun persoonlijke verzorging. Maar partners in kortdurende situaties mogelijk wel. En blijft het beperkt tot aansturing? Dan kan het ook gebruikelijk zijn om dit te bieden.
Artikel 7. Aanvullende criteria pgb
Dit artikel correspondeert met artikel 12 uit de Verordening jeugdhulp 2025
Hoofdstuk 6. Herziening, intrekking, terugvordering en bestrijding misbruik
Artikel 8. Bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik
Dit artikel correspondeert met artikel 14 uit de Verordening jeugdhulp 2025
Er is een toezichthouder rechtmatigheid verbonden aan de uitvoering jeugdhulp in de gemeente Sittard-Geleen. De toezichthouder rechtmatigheid onderzoekt signalen van consulenten, regisseurs of andere professionals waarbij mogelijk sprake is van fraude, te hoge winsten of misbruik van voorzieningen. De toezichthouder rechtmatigheid gaat over tot waarheidsvinding en opbouw van een dossier. Hiervoor heeft hij onder andere contact met de adviseurs jeugd, contractmanagers, inkopers, RIEC (Regionaal Informatie- en Expertise Centra), IKZ (Informatie Knooppunt Zorgfraude). Daarnaast wordt een procesaanpak voorgesteld en vastgelegd met als doel de inhoud van het dossier te bespreken met de betreffende aanbieder of pgb-houder en vervolgstappen te nemen, gericht op het beëindigen van de constatering. Waar nodig worden teveel betaalde zorggelden teruggevorderd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-492527.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.