Beleidsregel handhaving (brom)fietswrakken en verlaten (brom)fietsen gemeente Waalre

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;

 

overwegende dat,

 

het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen omtrent de beoordelings- en werkwijze bij de uitvoering van artikel 5:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

 

 

gelet op artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 5:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

 

besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Hoofdstuk 1. Inleiding

1. 1 Aanleiding

Dit beleid geeft aan hoe wordt gehandhaafd op (brom)fietsen (hierna: fietsen) die overlast veroorzaken. Overlast ontstaat doordat fietsen wekenlang in de openbare ruimte staan of op de grond liggen. Dit zorgt voor gevaar of hinder bij andere gebruikers van de openbare ruimte. Inwoners geven ook aan dat het straatbeeld verloedert door achtergelaten fietsen. In toenemende mate wordt een beroep gedaan op de gemeente om maatregelen te nemen. Dit beleidsstuk zorgt voor transparantie en rechtsgelijkheid bij het handhaven op verlaten fietsen en fietswrakken.

1.2 Begripsbepalingen

1. 2 . 1 Verlaten fietsen

Verlaten fietsen zijn fietsen die langer dan de in de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) opgenomen toegestane termijn onafgebroken op een openbare plaats staan.

1. 2 . 2 Fietswrakken

Fietswrakken zijn fietsen die aan onderstaande twee criteria voldoen:

  • 1.

    R ijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud zijn (er is niet meer mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen en/of essentiële onderdelen zijn defect), dit is onder andere te zien aan:

    • a.

      Ontbrekende, lege of kapotte band/banden,

    • b.

      Ketting eraf,

    • c.

      Kapot stuur,

    • d.

      Beschadigde of ontbrekende wielen,

    • e.

      Kapotte (hand)remmen,

    • f.

      Spatborden verhinderen draaien van de wielen,

    • g.

      Ontbrekend of kapot zadel,

  • 2.

    U iterlijk verwaarloosd zijn (er is lang niet op gereden, de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan). Dit is onder andere te zien aan:

    • a.

      Stof,

    • b.

      Mos,

    • c.

      Algengroei,

    • d.

      Verdroogde banden,

    • e.

      Begroeiing op/ aan/ bij de fiets,

    • f.

      Verroeste ketting.

1.2.3 Openbare plaats

De APV sluit voor de definitie van een openbare plaats aan bij hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan.

Volgens artikel 1 van de Wet openbare manifestaties is een openbare plaats een plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek.

 

Hoofdstuk 2. Uitvoering

 

De uitvoering van de handhaving op fietswrakken en verlaten fietsen bestaat uit een aantal basisactiviteiten.

  • Het vaststellen van een overtreding op grond van de APV.

  • Het aanzeggen van bestuursdwang (opmaken van een beschikking).

  • Het bieden van gelegenheid aan de overtreder om de overtreding te herstellen (de begunstigingstermijn).

  • Het feitelijk toepassen van bestuursdwang (het verwijderen van de fiets).

  • De opslag van de verwijderde fiets.

  • Het vernietigen/verkopen/schenken van de niet opgehaalde fiets.

Deze activiteiten zijn in het algemeen voor elke fiets hetzelfde, maar hebben bij concrete uitvoering specifieke kenmerken die afhankelijk zijn van het type fiets (verlaten fiets of fietswrak).

De bepaling in de APV vormt het primaire wettelijk kader. Op basis daarvan wordt het toezicht uitgeoefend en vindt handhaving plaats.

2.1 Het vaststellen van overtreding van de APV

Een toezichthouder stelt vast of een fiets in strijd is met de regels van artikel 5:12 van de APV. Om een overtreding van artikel 5:12, lid 1 van de APV vast te stellen wordt beoordeeld of de fiets op een openbare plaats staat en de maximale termijn van 28 dagen is overschreden. Om te kunnen monitoren of de fiets er 28 dagen of langer staat, wordt de fiets gelabeld door het bevestigen van een sticker om het stuur van de fiets. Het label is voorzien van een datum en tijdstip van aanbrengen, beschrijft het verbod om fietsen langer dan 28 dagen te laten staan op een openbare plaats en geeft aan welke acties de gemeente onderneemt als dit verbod is overtreden. Ook worden contact- en informatiegegevens van de gemeente vermeld.

Als de fiets er na de maximale termijn van 28 dagen nog staat en nog een intact label heeft, kan worden geconstateerd dat er sprake is van een overtreding van artikel 5:12, lid 1 van de APV.

 

Om een overtreding van artikel 5:12, lid 2 van de APV vast te stellen wordt beoordeeld of de fiets zich bevindt op een openbare plaats en of het om een fietswrak (rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en uiterlijk verwaarloosd) gaat. Dit laatste wordt beoordeeld aan de hand van de criteria, genoemd onder paragraaf 1.2.2.

2.2 Het aanzeggen van bestuursdwang

Na het constateren van een overtreding van de APV neemt het college het besluit om bestuursdwang aan te zeggen door een beschikking op te maken. Deze beschikking kan echter in veruit de meeste gevallen niet aan de overtreder zelf worden overhandigd, omdat de eigenaar van de fiets in het algemeen niet bekend is. In de praktijk wordt de beschikking daarom in de vorm van een label aan het stuur van de fiets bevestigd.

2.3 Het bieden van gelegenheid om de overtreding te herstellen (begunstigingstermijn)

Als op grond van artikel 5:12 van de APV een overtreding is geconstateerd, moet er een begunstigingstermijn (hersteltermijn) worden geboden. Een begunstigingstermijn is een bepaalde periode waarin de eigenaar van de fiets de gelegenheid krijgt om de overtreding te herstellen, voordat de fiets wordt verwijderd. Zowel voor verlaten fietsen als fietswrakken is een begunstigingstermijn van 1 dag acceptabel, met ingang van de dag na dagtekening van de beschikking.

2.4 Het feitelijk toepassen van bestuursdwang (het verwijderen van de fiets)

Na afloop van de begunstigingstermijn worden de fietsen met een beschikking verwijderd. Als de fiets met een kettingslot is vastgemaakt, mag dit worden opengebroken. De fiets wordt naar een opslagplaats gebracht.

2.5 Opslagtermijn van de verwijderde fiets

De opslagtermijn voor de verwijderde fietsen is afhankelijk van de waarde van de fiets en bedraagt minimaal 2 tot maximaal 13 weken. Het moment waarop de opslagtermijn begint te tellen is het moment waarop de bestuursdwang wordt uitgevoerd, ofwel het moment waarop de fiets wordt verwijderd. De opslagtermijn van maximaal 13 weken volgt uit het eerste lid van artikel 5:30 van de Awb, waarin is aangegeven dat een bestuursorgaan 13 weken na de uitvoering van bestuursdwang de meegevoerde zaken mag verkopen, schenken of (laten) vernietigen. Op grond van het tweede lid van artikel 5:30 van de Awb mag het bestuursorgaan de meegevoerde en opgeslagen zaak eerder dan 13 weken afvoeren als de kosten voor het meevoeren en opslaan van die zaak in verhouding tot de waarde van die zaak onevenredig hoog worden. In het derde lid van hetzelfde artikel is opgenomen dat meegevoerde zaken minimaal 2 weken bewaard moeten worden, ongeacht de waarde van die zaak. Concreet betekent dit dat als de kosten voor het meevoeren en opslaan van een fiets onevenredig hoog worden in verhouding tot de waarde van die fiets, de gemeente die fiets korter mag bewaren dan de termijn van 13 weken.

2.6 Ophalen fietsen

Als de eigenaar zijn/haar fiets op komt halen, dan krijgt hij/zij de beschikking op grond waarvan bestuursdwang was toegepast overhandigd. De beschikking is het label dat bij het aanzeggen van bestuursdwang aan de fiets is bevestigd.

De eigenaar moet kunnen aantonen dat de fiets daadwerkelijk zijn/haar eigendom is, bijvoorbeeld door een juiste omschrijving van de unieke kenmerken van de fiets te geven of een passende sleutel of framecertificaat/aankoopbewijs mee te nemen. Ook moet de eigenaar een geldig legitimatiebewijs tonen (registratie).

2.7 Het vernietigen/verkopen/schenken van de niet opgehaalde fiets

Als de opslagtermijn is verstreken en de fiets niet is opgehaald, kan de gemeente op grond van artikel 5:30 van de Awb de fiets verkopen, vernietigen of schenken aan een derde partij .

2.8 Overzicht van handhavingskenmerken per overtreding

 

Verlaten fietsen

Fietswrakken

Kenmerken

Fietsen die langer dan 28 dagen onafgebroken op een openbare plaats staan.

Fietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud zijn (er is niet meer mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen en/of essentiële onderdelen zijn defect) én uiterlijk verwaarloosd zijn (er is lang niet op gereden, de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan).

APV

Het is verboden fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken op een openbare plaats te laten staan.

Het is verboden fietsen en bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en uiterlijk verwaarloosd zijn, op een openbare plaats te laten staan.

Begunstigingstermijn

1 dag, met ingang van de dag na dagtekening van de beschikking.

1 dag, met ingang van de dag na dagtekening van de beschikking.

Bewaartermijn

2 tot 13 weken, afhankelijk van de waarde van de fiets.

 

2.9 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel handhaving (brom)fietswrakken en verlaten (brom)fietsen gemeente Waalre.’

 

 

 

 

Besluit van h et college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre tot vaststelling van de beleidsregel voor de uitvoering van artikel 5:12 van de Algemene P laatselijke V erordening van de Gemeente Waalre;

 

‘Beleidsregel handhaving (brom)fietswrakken en verlaten (brom)fietsen gemeente Waalre’

 

Aldus vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre in de vergadering van 8 oktober 2024.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre,

Gemeentesecretaris, Burgemeester,

mr. drs. R.L. Franken M.F. Oosterveer

Naar boven