Gemeenteblad van Pijnacker-Nootdorp
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2024, 490181 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2024, 490181 | beleidsregel |
Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Pijnacker-Nootdorp 2024
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het advies van de afdeling Beleid d.d. 12 november 2024;
gezien het advies van de Adviesraad Sociaal domein d.d. 30 oktober 2024;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat beleidsregels nodig zijn die gevolgd moeten worden bij aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang als er sprake is van sociaal medische indicatie voor ouder(s)/ verzorger(s) of kind;
vast te stellen de volgende Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Pijnacker-Nootdorp 2024:
De beleidsregels gelden voor ouders/verzorgers, die in de gemeente Pijnacker-Nootdorp wonen. Dit moet duidelijk worden uit een inschrijving in de Basisregistratie Personen. Daarnaast moet de ouder/verzorger voldoen aan minimaal één van de volgende voorwaarden:
Artikel 12. Beperking duur tegemoetkoming
De tegemoetkoming kinderopvang kan in ieder geval eerder worden ingetrokken dan de door het college vastgestelde duur als:
Artikel 15. Inlichtingenplicht
Als het college daar om vraagt, verstrekt de ouder/verzorger alle gegevens en inlichtingen over hem-/haarzelf en diens eventuele partner die van belang zijn voor de aanspraak op en de hoogte of duur van de tegemoetkoming. De ouder/verzorger verstrekt deze gegevens en inlichtingen binnen redelijke termijn die het college bepaalt.
Als de ouder/verzorger de inlichtingenplicht, zoals genoemd in het eerste en tweede lid, schendt en hierdoor ten onrechte een tegemoetkoming of een te hoge tegemoetkoming heeft ontvangen, kan het college de beschikking tot het verlenen of tot het vaststellen van de tegemoetkoming intrekken of wijzigen en het te veel betaalde bedrag terugvorderen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze regels, als de toepassing hiervan leidt tot bijzonder onredelijke gevolgen.
Vastgesteld in de vergadering van 12 november 2024.
het college van Pijnacker-Nootdorp,
Annelies Kroeskamp
Secretaries
Björn Lugthart
burgemeester
Sociaal Medische Indicatie (SMI) is een vangnetregeling die gemeenten de mogelijkheid geeft om gezinnen tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang als zij door bepaalde medische of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag komen. De ouder/verzorger of beide ouders en verzorgers kunnen niet werken door (psychische) ziekte of door een crisis in het gezin. Het uiteindelijke streven is om het gezin in de positie te krijgen dat de ouder/verzorger weer meedoet aan het arbeidsproces en/of er weer een opvoedingssituatie in het gezin komt die de SMI overbodig maakt. SMI kan ook worden ingezet om de inzet van duurdere voorzieningen te voorkomen.
Een ouder/verzorger kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vaststaat dat het om sociaal-medische redenen noodzakelijk is dat diens kind gebruik maakt van kinderopvang.
Een aanvraag kan niet met terugwerkende kracht worden toegekend. Bij een toekenning wordt de tegemoetkoming verstrekt vanaf aanvraagdatum en niet eerder dan dat er daadwerkelijk kosten kinderopvang op grond van de sociaal medische indicatie zijn.
Artikel 5. Redenen voor afwijzing
Er zijn geen financiële criteria voor de tegemoetkoming SMI. Hoogte van inkomen of vermogen kan dus geen reden zijn voor het afwijzen van een aanvraag. Een aanvraag kan wel worden afgewezen als de tegemoetkoming niet noodzakelijk is, doordat de ouder/verzorger al op eigen kracht in de nodige kinderopvang heeft voorzien en hier ook mee kan doorgaan tijdens de periode waarvoor de tegemoetkoming is aangevraagd.
Op de voorliggende voorzieningen genoemd onder sub d en e kan een uitzondering worden gemaakt. Als de inzet van een tegemoetkoming op grond van de SMI een goedkopere oplossing is voor een dure jeugdhulpvoorziening of een Wmo-voorziening, dan wordt de voorkeur gegeven aan een tegemoetkoming op grond van de SMI.
Artikel 6. Vaststelling van de sociaal medische indicatie
Met deze bepaling worden de VNG richtlijnen gevolgd. De gemeente kan alleen een voorziening aanbieden als de aanvrager inwoner is van Pijnacker-Nootdorp. Van belang is dat de grondslag voor een sociaal-medische indicatie kan liggen bij zowel de ouder/verzorger als bij de inwonende kind(eren).
Artikel 7. Sociaal medisch advies
Deze bepaling dient als waarborg dat een indicatie-advies is gebaseerd op het oordeel van een onafhankelijke deskundige. Verder wordt aangegeven welke adviseurs als onafhankelijk worden aangemerkt. Huisartsen vallen hier niet onder.
Artikel 8. Wijze van afhandeling
Om te garanderen dat aanvragen correct en tijdig worden afgehandeld is er voor gekozen om dit proces op te nemen in de regeling. Bij het aanvragen van deze voorziening wordt ook de eigen verantwoordelijkheid van de ouder/verzorger aangesproken. Daarom is het belangrijk dat ook deze verantwoordelijkheden worden benoemd.
Artikel 9. Hoogte van het voorschot op de tegemoetkoming
In de Wet kinderopvang is geregeld dat ouder/verzorger die aanspraak maakt op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang (kinderopvangtoeslag), een inkomensafhankelijke bijdrage betaalt. Ouder/verzorger met een inkomen op minimumniveau ontvangt een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt. Ook de tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt afgestemd op het inkomen van de aanvrager en de eventuele partner. Het maximumuurtarief is het bedrag waarover een ouder/verzorger maximaal een vergoeding kan krijgen voor de kosten van kinderopvang. Alle kosten boven dit bedrag betalen ouder/verzorger volledig zelf. Jaarlijks worden de maximum uurprijzen van de kinderopvangtoeslag opnieuw vastgesteld. Deze worden aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling.
Artikel 10. Definitieve vaststelling van de tegemoetkoming
De definitieve tegemoetkoming wordt pas vastgesteld in het jaar nadat de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend is afgelopen. Bijvoorbeeld: als de tegemoetkoming SMI in 2024 is afgelopen, wordt deze pas in 2025 definitief vastgesteld. Dit komt doordat een inkomensverklaring (IB60) van de Belastingdienst nodig is voor de vaststelling. Deze inkomensverklaring is pas ongeveer een half jaar na afloop van het betreffende kalenderjaar beschikbaar.
Artikel 11. Geldigheidsduur en eenmalige verlenging van indicatie
In lid 1 wordt een maximum gesteld aan de termijn waarover de tegemoetkoming SMI wordt toegekend. Hiermee wordt het tijdelijke karakter van de regeling benadrukt. Er wordt ervan uitgegaan dat er binnen 6 maanden een oplossing dan wel hulp georganiseerd is. Als dat mogelijk is, wordt de voorziening eerder afgebouwd.
In lid 2 staat vermeld dat iedere aanvraag eenmalig voor elk kind kan worden ingediend. Als bij een aanvraag de maximale termijn van 6 maanden (met een eventuele verlening van maximaal 6 maanden) is bereikt, dan kan voor dat kind niet opnieuw een aanvraag worden ingediend.
In lid 3 wordt, indien nodig, mogelijk gemaakt dat er eenmalig een verlenging van 6 maanden kan worden aangevraagd, voor die gevallen waar de maximale termijn van 6 maanden onvoldoende blijkt.
In lid 4 wordt vermeld dat een aanvraag om verlenging uiterlijk 6 weken voor het bereiken van de einddatum van de indicatie door de aanvrager moet zijn ingediend. De verlenging van de indicatie moet aansluiten op de eerder afgegeven indicatie.
Artikel 12. Beperking duur tegemoetkoming
In dit artikel wordt de een niet-complete opsomming gegeven van situaties waarin het college de tegemoetkoming kinderopvang in ieder geval kan intrekken.
Artikel 13. Omvang van de kinderopvang
Met dit artikel wordt vastgesteld dat over maximaal vier dagdelen kinderopvang per week de tegemoetkoming SMI wordt verstrekt. Voor de buitenschoolse opvang is dit maximaal 1 dagdeel per week. Bij kinderen vanaf de leeftijd van 10 jaar wordt de zelfredzaamheid van een kind meegewogen in de beoordeling van het recht op de tegemoetkoming SMI. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de leeftijdgrens zoals deze ook geldt in het leerlingenvervoer.
Artikel 14. Inspanningsverplichting
Aan de inzet van de kinderopvang op grond van de SMI verbinden wij de verplichting dat de ouder/verzorger en diens eventuele partner volledige inzet toont om de duur van de periode en het aantal uren kinderopvang zo kort mogelijk te laten zijn. De vergoeding van de kinderopvang is tijdelijk en heeft als doel de ouder/verzorger (tijdelijk) te ontlasten. Het doel is dat de ouder/of verzorger op zoek gaat naar een andere passende oplossing en gaat werken aan het verminderen van de problemen.
De kernteams van de gemeente Pijnacker-Nootdorp voeren de regie en de ouders/verzorger dient volledig mee te werken aan de begeleiding. Met als doel om de periode van de opvang zo goed mogelijk te benutten zodat verlenging niet noodzakelijk is.
Artikel 15. Inlichtingenplicht
Ouder/verzorgers moeten uit eigen beweging schriftelijke mededeling doen van inlichtingen en gegevens die van invloed zijn op het recht op de tegemoetkoming of kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming. Dit moet uiterlijk binnen twee weken bij het college worden gemeld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-490181.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.