Subsidieregeling ‘Schiedamse helpende hand 2024’

Het college van burgemeester en wethouders (verder: college) van de gemeente Schiedam; gelet op artikel 3, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Schiedam 2017;

 

besluit de:

Subsidieregeling ‘Schiedamse helpende hand 2024’ vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    ASV 2017: Algemene subsidieverordening gemeente Schiedam 2017;

  • b)

    minima: inwoners van de gemeente Schiedam met een inkomen tot 130% van de geldende bijstandsnorm en die niet beschikken over vermogen boven de geldende vermogensgrens als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Participatiewet en inwoners uit de gemeente Schiedam met problematische schulden;

  • c)

    liefdadigheidsinstelling: vereniging of stichting die zich inzet voor de bestrijding en het voorkomen van armoede van bewoners van de gemeente Schiedam;

  • d)

    ervaringsdeskundige: op het gebied van armoede: iemand met persoonlijke ervaring met armoede, die advies kan geven aan de aanvrager over de effectiviteit van een activiteit in de praktijk.

Artikel 2 Doelen en doelgroep

  • 1.

    Deze subsidieregeling heeft ten doel liefdadigheidsinstellingen eenmalig financieel te ondersteunen om naast hun bestaande activiteiten andere activiteiten te organiseren om:

    • a)

      armoede te bestrijden en te voorkomen;

    • b)

      de zelfredzaamheid van minima te bevorderen;

    • c)

      participatie van minima te bevorderen.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan liefdadigheidsinstellingen.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt wanneer de activiteit geen bestaande activiteit is van de aanvrager en zich richt op:

    • a)

      het ondersteunen van minima bij het deelnemen aan activiteiten gericht op participatie;

    • b)

      het ondersteunen van minima met materiële bijstand in natura;

    • c)

      het ondersteunen van minima met advies om de zelfredzaamheid te bevorderen;

    • d)

      het bestrijden en voorkomen van armoede.

  • 2.

    De effectiviteit van de in het eerste lid genoemde activiteit dient te zijn onderbouwd met een advies van een ervaringsdeskundige op het gebied van armoede.

Artikel 4 Instellen en verdelen van subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond is vastgesteld op € 250.000,00.

  • 2.

    Subsidie wordt toegekend op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij het moment waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de, naar het oordeel van het college, noodzakelijk te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit zoals bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Vaste lasten zijn subsidiabel voor zover deze kosten noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de activiteit.

  • 3.

    Loonkosten zijn niet subsidiabel.

  • 4.

    Exploitatielasten, die niet kunnen worden toegerekend aan de activiteit, zoals bedoeld in artikel 3, zijn niet subsidiabel.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor de in artikel 3 genoemde activiteiten bedraagt maximaal 100% van in artikel 5 genoemde de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De hoogte van de, in het eerste lid van dit artikel genoemde. subsidie bedraagt maximaal € 25.000,00.

  • 3.

    Aan een aanvrager kan slechts eenmalig subsidie worden verleend op grond van deze regeling.

Artikel 7 Aanvraag subsidie

De aanvraag voor subsidie wordt via een door het college vastgesteld formulier ingediend en bevat:

  • a)

    naam, adres, telefoonnummer van de aanvrager;

  • b)

    een beschrijving van de inhoud, uitvoering en planning van de activiteit, waarbij ook is aangegeven op welke wijze deze activiteit voldoet aan de doelen van deze regeling en welke resultaten worden verwacht;

  • c)

    een begroting waarin alle kostenposten zijn opgenomen voor de uitvoering van de activiteit;

  • d)

    een mededeling of elders subsidie is aangevraagd.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2017 kan subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • a)

    een andere subsidieregeling dan wel ‘de Oplegger Subsidieplafonds Subsidies Welzijn 2024-2025 – herzien’ op de activiteiten van toepassing is‘;

  • b)

    reeds is aangevangen met de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • c)

    niet is voldaan aan de criteria zoals hiervoor genoemd in artikelen 3, 5 en 7;

  • d)

    de activiteiten die niet plaatsvinden in de gemeente Schiedam;

  • e)

    de activiteiten al op andere wijze kunnen worden gefinancierd;

  • f)

    de subsidie wordt gebruikt voor kosten uit verrekenbare of compensabele belastingen heffingen of lasten;

  • g)

    de aanvrager reeds eerder subsidie heeft ontvangen ingevolge deze subsidieregeling.

Artikel 9 Vaststelling en verplichting

  • 1.

    De subsidie wordt zonder voorafgaande subsidieverlening direct vastgesteld.

  • 2.

    Het college kan tot een jaar na het verstrijken van de subsidieperiode, steekproefsgewijs controleren of de activiteiten zijn verricht.

  • 3.

    De aanvrager is verplicht om, voor de in het tweede lid genoemde steekproef, bewijsstukken te bewaren en deze over te leggen als het college dat aan aanvrager vraagt.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Schiedamse helpende hand 2024’

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Schiedam in zijn vergadering van 12 november 2024

De secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

mr. H.M. Bergmann

Naar boven