Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan,
Bevoegdheid
Op grond van artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het nemen van verkeersbesluiten.
Grondslag
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de WVW moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Gegeven dat:
ter plaatse van Zuideinde 176 Oostzaan
;
- -
er een verzoek (via MRA-E) is ingekomen voor een oplaadpunt in de directe omgeving;
- -
er is binnen een straal van 200 meter geen oplaadpunt aanwezig;
- -
de aanvrager niet beschikt over een mogelijkheid om op eigen terrein te parkeren;
- -
er overeenkomstig het vastgestelde beleid een laadpaal geplaatst dient te worden;
- -
er alleen langsparkeervakken zijn met daarnaast een smal trottoir;
- -
de gemeente Oostzaan de wegbeheerder is.
Overwegende dat:
ter plaatse van Zuideinde 176 Oostzaan
;
- -
door het maken van oplaadpunten, de gemeente haar doelstelling uitvoert om het elektrisch rijden te stimuleren en daarmee de CO2-uitstoot te reduceren en de luchtkwaliteit te verbeteren;
- -
door het plaatsen van een laadpaal (met twee aansluitingen) het netwerk van oplaadpunten in de gemeente uitgebreid wordt;
- -
door het plaatsen van de laadpaal tussen twee parkeervakken op een oortje, er wordt voldaan aan de plaatsingsvoorwaarden vanuit de MRA-E;
- -
dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW advies is gevraagd aan de politie Noord-Holland en dat de politie kenbaar heeft gemaakt geen bezwaren te hebben tegen het te nemen besluit;
- -
de oplaadpunten bestemd zijn voor algemeen gebruik.
Belangenafweging:
Na het ingekomen verzoek (via MRA-E) voor een oplaadpunt in de directe omgeving van de aanvrager, is vastgesteld dat er binnen een straal van 200 meter van het adres van de aanvrager geen laadpaal aanwezig is. Omdat de aanvrager niet beschikt over een mogelijkheid om op eigen terrein te parkeren dient er (overeenkomstig het vastgestelde beleid en indien mogelijk) een laadpaal binnen 200 meter van de aanvrager geplaatst te worden.
Langs het Zuideinde zijn in het zoekgebied alleen langsparkeervakken aanwezig met daarnaast een smaltrottoir. Een laadpaal kan niet op het smalle trottoir geplaatst worden omdat er dan onvoldoende doorgangsbreedte overblijft. De laadpaal dient tussen twee parkeervakken geplaatst te worden op een verhoogd plateau (oortje). Vanwege de overblijvende lengte van de parkeervakken, is er gekozen de laadpaal te plaatsen tussen de parkeervakken naast nummer 176.
Er is geen mogelijkheid om op dit deel van het Zuideinde parkeervakken bij te maken, hierdoor zal de parkeerdruk iets toenemen. De locatie voldoet aan een goede herkenbaarheid, zichtbaarheid en bruikbaarheid overeenkomstig de richtlijnen van de MRA-E.
Voorafgaand aan het verkeersbesluit is via een publicatie in het Nieuwsblad Oostzaan van 21-08-2024 het voornemen om een verkeersbesluit te nemen, kenbaar gemaakt. Er konden tot 02-10-2024 zienswijzen worden ingediend en hiervan is geen gebruik gemaakt.
Doelstelling
Dit besluit draagt bij aan de doelstelling zoals verwoord in de Wegenverkeerswet 1994, artikel 2, lid 2 en 3:
1) het verzekeren van de veiligheid op de weg;
2) het beschermen van weggebruikers en passagiers;
3) het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of vande functie van objecten en gebieden;
4) het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik;
5) het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de nadelige gevolgen voor het milieu, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer.
Besluit:
ter plaatse van Zuideinde 176 Oostzaan
;