Gemeenteblad van Leeuwarden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Leeuwarden | Gemeenteblad 2024, 488230 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Leeuwarden | Gemeenteblad 2024, 488230 | gemeenschappelijke regeling |
Centrumgemeenteregeling samenwerking Noardeast-Fryslân en Leeuwarden
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Leeuwarden en de gemeente Noardeast-Fryslân, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft
het college van van de gemeente Noardeast-Fryslân en het college van de gemeente Leeuwarden sinds 1 januari 2019 een goede samenwerking en dienstverlening hebben op het terrein van de bedrijfsvoering c.q. het organiseren van ondersteunende (werk)processen noodzakelijk achten een goede uitvoering van hun openbare c.q. wettelijke c.q. publieke taken te bieden en met name voor goede, betaalbare en snelle openbare dienstverlening op diverse beleidsvelden van de beide gemeenten aan haar burgers;
er regelmatig overleg plaatsvindt op bestuurlijk en ambtelijk niveau over de uitvoering en verloop van de samenwerking teneinde de samenwerking zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de wensen van de beide gemeenten, een en ander tegen de achtergrond van een optimale taakvervulling en dienstverlening aan de burgers;
de Centrumgemeenteregeling samenwerking Noardeast -Fryslân en Leeuwarden,
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Governance-model: het model dat door de gemeentesecretarissen op 11 maart 2019 is vastgesteld en waarin de uitgangspunten van de onderlinge samenwerkingsstructuur is vastgelegd, in welke structuur onderling op diverse niveaus zaken over de samenwerking worden afgestemd en waarin tevens keuzes worden voorbereid om te komen tot optimalisatie van de samenwerking en verdere harmonisatie van gebruikte systemen;
De regeling wordt getroffen in verband met het tot stand brengen van de noodzakelijke, adequate randvoorwaarden en voorzieningen (in dezen vooreerst ICT–voorzieningen) ter ondersteuning van de uitvoering van de gemeentelijke openbare c.q. publieke c.q. wettelijke taken.
De samenwerking tussen de gemeenten en bundeling van elkaars ervaring, kennis en personeel is tevens van belang om de openbare dienstverlening van de gemeenten en haar burgers te kunnen garanderen en efficiënt uit te voeren, bijvoorbeeld de ondersteuning van de wettelijk verplichte regionale samenwerking door gemeenten in het sociaal domein.
De colleges van de Centrumgemeente en Noardeast-Fryslân hebben de bevoegdheid, indien en zodra daar in de toekomst behoefte toe bestaat, in onderling overleg en goedvinden de in artikel 2.1. bedoelde samenwerking uit te breiden met al die taken en dienstverlening die de gemeenten alsdan geraden voorkomen.
De gemeente Leeuwarden wordt aangewezen als Centrumgemeente, zoals bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân verleent bij separaat vast te stellen besluit mandaten, volmachten en machtigingen aan het college van de Centrumgemeente die nodig zijn om de in het kader van deze Regeling te sluiten SLA en eventueel andere te sluiten overeenkomsten, die onder deze Regeling vallen, uit te voeren middels het Shared Service Centrum. Aan de SLA zal het besluit van die verleende mandaten, volmachten en machtigingen toegevoegd worden.
Artikel 5 – SLA en Servicecatalogus
In de SLA is een nadere uitwerking gegeven aan de regeling. In de SLA en de Servicecatalogus zijn ondermeer geregeld:
Het college van de Centrumgemeente overlegt zo nodig ten minste eenmaal per jaar met het college van Noardeast-Fryslân. De colleges van beide gemeenten komen voorts bijeen wanneer één van beide dit, onder schriftelijke opgaaf van redenen, noodzakelijk acht. De beide colleges zullen in dit overleg vertegenwoordigd zijn door de portefeuillehouders Bedrijfsvoering.
De gemeentesecretaris van de Centrumgemeente overlegt ten minste eenmaal per jaar met de gemeentesecretaris van Noardeast-Fryslân over de uitvoering van de SLA en de Servicecatalogus, bedoeld in artikel 5. In dit overleg wordt in ieder geval aan de hand van ambtelijke verslaglegging de samenwerking over het voorgaande kalenderjaar geëvalueerd.
De bij de uitvoering van de behartiging van het in artikel 2 gestelde belang en de uitvoering van de daartoe behorende taken betrokken ambtenaren en medewerkers van de Centrumgemeente en Noardeast-Fryslân overleggen kwantitatief en kwalitatief als in het Governance-model is vastgelegd over de uitvoering van de SLA en de Servicecatalogus en over de in artikel 2 bedoelde taken.
Artikel 9 – Informatievoorziening door Noardeast-Fryslân
Het college van Noardeast-Fryslân en/of ambtenaren geven het college van de Centrumgemeente binnen vier weken alle inlichtingen die het college of ambtenaren van de Centrumgemeente ter behartiging van het in artikel 2 gestelde belang nodig heeft.
Artikel 10 – Overige informatievoorziening
De rekenkamers van Noardeast-Fryslân en van de Centrumgemeente zijn bevoegd alle documenten die ter behartiging van het in artikel 2 gestelde belang berusten bij het college van de Centrumgemeente, te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak als bedoeld in artikel 182, eerste lid, van de Gemeentewet nodig achten.
De colleges van zowel Centrumgemeente als Noardeast-Fryslân zijn verplicht de gemeenteraden van Leeuwarden respectievelijk Noardeast-Fryslân actief te informeren over al hetgeen de gemeenteraden ten aanzien van de onderhavige regeling voor de uitvoering van hun publiekrechtelijke taak en rol nodig hebben.
Artikel 11 – Deskundigenadvies
Indien het overleg, bedoeld in het tweede lid, niet tot een oplossing leidt, benoemen het college van de Centrumgemeente en het college van Noardeast-Fryslân elk een onafhankelijke deskundige. Beide deskundigen benoemen gezamenlijk een derde deskundige, die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het college van de Centrumgemeente en het college van Noardeast-Fryslân treden gezamenlijk op als opdrachtgever van de adviescommissie. Het college van de Centrumgemeente en het college van Noardeast-Fryslân zetten in hun opdracht aan de adviescommissie in ieder geval het probleem uiteen, formuleren de te beantwoorden vragen en bepalen de termijn waarbinnen de adviescommissie haar advies uitbrengt.
Na ontvangst van het advies, bedoeld in het vierde lid, treden de afvaardigingen, bedoeld in het tweede lid, nogmaals in overleg om te trachten, gelet op het advies van de adviescommissie, bedoeld in het vierde lid, tot een oplossing van het geschil te komen. Indien dat overleg niet tot een oplossing leidt, kan het college van de Centrumgemeente en het college van Noardeast-Fryslân het geschil, overeenkomstig artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voorleggen aan gedeputeerde staten van de provincie Friesland.
Artikel 12 – Wijziging van de regeling
Het college van de Centrumgemeente en het college van Noardeast-Fryslân besluiten omtrent de voorgestelde wijziging niet dan nadat zij daartoe toestemming hebben verkregen van de raad van de Centrumgemeente en de raad van Noardeast-Fryslân, overeenkomstig artikel 1, vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 13.a – Opheffing van de regeling
De regeling wordt opgeheven bij gelijkluidend besluit van het college van de Centrumgemeente en het college van Noardeast-Fryslân. Zij besluiten daartoe niet dan nadat zij daartoe een zienswijze hebben gevraagd en toestemming hebben verkregen van de raad van de Centrumgemeente respectievelijk de raad van Noardeast-Fryslân, overeenkomstig artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Alvorens een besluit tot opheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt genomen, stellen de colleges van Centrumgemeente en Noardeast-Fryslân hun respectievelijke gemeenteraden in de gelegenheid om hun zienswijze ten aanzien van de opheffing te uiten, zulks als bedoeld in artikel 1, tweede, derde en vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Een (eenzijdig) besluit tot uittreding door het college van de Centrumgemeente of door het college van Noardeast-Fryslân leidt eveneens tot opheffing van de regeling. Een besluit tot uittreding door het college van de Centrumgemeente of het college van Noardeast-Fryslân wordt niet genomen dan nadat beide colleges daartoe toestemming hebben verkregen van de raad van de Centrumgemeente respectievelijk de raad van Noardeast-Fryslân, overeenkomstig artikel 1, vierde lid van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.
Alvorens een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt genomen stellen de colleges van Centrumgemeente en Noardeast-Fryslân hun respectievelijke gemeenteraden in de gelegenheid om hun zienswijze ten aanzien van de uittreding te uiten, zulks als bedoeld in artikel 1, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regeingen. Daarna - zulks met inachtneming van de ontvangen wensen en bedenkingen - inventariseren de functionarissen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de regeling de gevolgen van de uittreding. Vervolgens benoemen zij gezamenlijk een externe deskundige met wie zij een uittredingsplan opstellen.
In het uittredingsplan wordt voorzien in alle gevolgen die het uittreden heeft voor het vermogen van de beide gemeenten, met name doch niet uitsluitend op het gebied van personeel, contracten, huisvesting en investeringen. Uitgangspunt is dat de uittredende gemeente alle financiële en personele gevolgen draagt die diens uittreding en daaruit voortvloeiende opheffing van deze regeling voor de andere gemeente heeft. Tevens wordt een tijdspad opgenomen tot aan het moment van definitive uittreding en financiële afwikkeling daarvan.
Er wordt een uittredingssom bepaald aan de hand van de principes van goed koopmansschap en accounting.
Ter bepaling van de uittredingssom worden slechts frictiekosten (alle incidentele kosten te maken door de overblijvende gemeente die het directe gevolg van de beslissing tot uittreding van de uittredende gemeente) en desintegratiekosten (alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door overblijvende gemeente die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding van de uittredende gemeente) in aanmerking genomen.
Artikel 14 – Duur van de regeling
De regeling wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 getroffen voor onbepaalde tijd.
Artikel 15 – Inzending regeling
Het college van de Centrumgemeente is belast met de inzending van de regeling aan gedeputeerde staten van de provincie Fryslân, publicatie in het Gemeenteblad en opname in de Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties.
Het college van de Centrumgemeente is, in het geval van het wijzigingsbeheer, bevoegd namens de aan de regeling deelnemende zorgdragers archiefbescheiden, die binnen of op grond van de beschikbaar gestelde voorzieningen wordt verwerkt, op grond van de Archiefwet 1995, te vervangen of te vernietigen.
Artikel 17 - Verwerken van persoonsgegevens
Daar waar het college van de Centrumgemeente bij de uitvoering van deze Regeling dan wel de te sluiten SLA of eventueel andere te sluiten overeenkomsten die onder deze regeling vallen, persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) verwerkt, wordt conform artikel 4 AVG bepaald welke partij verwerkingsverantwoordelijke is en welke partij verwerker is. Er kan dan sprake zijn van gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid, een verwerkingsverantwoordelijkheid van partijen zelf of een verwerker.
Aldus besloten door
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân in de vergadering van 7 oktober 2024
de burgemeester,
de secretaris,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden in de vergadering van 24 juni 2024
de burgemeester,
de secretaris
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-488230.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.