Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2025

De raad van de gemeente Beekdaelen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen van 22 oktober 2024;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

 

besluit

 

vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2025

 

(Verordening afvalstoffenheffing gemeente Beekdaelen 2025)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;

  • b.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • c.

    mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, onderverdeeld in de verschillende volumina;

  • d.

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;

  • e.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Reductie heffing medisch afval

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 4 komt in aanmerking voor vermindering voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 2e, 2f en 2g en onderdeel 3a van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel, indien belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap of chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt 60% van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen of aanbiedingen restafval met een maximum van € 60,- per belastingtijdvak.

  • 3.

    De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient uiterlijk binnen 6 weken na dagtekening van de opgelegde belasting, zoals bedoeld in het eerste lid, een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overlegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 4.

    De vermindering als bedoeld in het eerste en tweede lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

  • 5.

    Er wordt slechts één vermindering per huishouden verleend.

Artikel 7 Belastingstijdvak

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onderdeel 1 tot en met onderdeel 3 en onderdeel 5a van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onderdeel 5 lid b en c en hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1 en onderdeel 5a, van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in de onderdelen 2 en 3 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar.

  • 6.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 5b. en 5c. en bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 10 Minimum aanslag.

  • 1.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2.

    Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "verordening afvalstoffenheffing gemeente Beekdaelen 2024” van 14 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing gemeente Beekdaelen 2025".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 12 november 2024.

De griffier,

Mevr. B.W.E. v.d. Wijst-Triepels

De voorzitter,

Dhr. ing. E. Geurts

Tarieventabel afvalstoffenheffing 2025

 

behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing gemeente Beekdaelen 2025”

 

Algemeen

 

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 281,52

 

2.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per lediging van:

 

 

a.

een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

€ 0,00

 

b.

een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

€ 0,00

 

c.

een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 40 liter

€ 0,00

 

d.

een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 20 liter

€ 0,00

 

e.

een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter

€ 7,00

 

f.

een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter

€ 10,00

 

g.

een mini-container, bestemd voor restafval met een inhoud van 40 liter

€ 2,00

 

3.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding:

 

 

a.

bij een 60 liter trommel, bestemd voor restafval

€ 2,00

 

b.

bij een 60 liter trommel, bestemd voor GFT-afval

€ 0,00

 

4.

a.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van een gekenmerkte afvalzak voor de verpakkingsmaterialen kunststof, drankenkartons en blik (PMD)

€ 0,00

 

b.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van de BEST zak

€ 0,00

 

5.

Onverminderd het: bepaalde in de leden 1 t/m 4 bedraagt het tarief voor:

 

 

a.

het in gebruik hebben van een extra restafval container of meer dan twee GFT containers, per container per jaar of een gedeelte daarvan

€ 18,50

 

b.

het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per keer

€ 25,00

 

c.

het op aanvraag leveren van één of meer extra containers per keer

€ 25,00

 

6.

In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, onderdelen b. en c. kan:

 

 

a.

een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

 

 

b.

de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

 

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

 

1.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

 

 

a.

Papier en karton

gratis

 

b.

Verpakkingsglas wit en bont

gratis

 

c.

Klein chemisch afval

gratis

 

d.

Afgewerkte (motor)olie maximaal volume 20 liter

gratis

 

e.

Metaal

gratis

 

f.

Textiel

gratis

 

g.

Kringloopspullen (schoon-heel-compleet)

gratis

 

h.

Best-tassen

gratis

 

i.

Elektronische apparatuur

gratis

 

j.

Asbest- en asbestgelijkend materiaal dat voldoet aan inpakspecificaties (max 35 m2)

gratis

 

k.

Autobanden zonder velg (max 20 inch, max 4 stuks)

gratis

 

l.

Motorbanden zonder velg

gratis

 

m.

Snoei- en tuinafval

gratis

 

n.

Kerstbomen

gratis

 

o.

Gips (geen cel- of gasbeton)

gratis

 

p.

Verpakkingsafval (plastic, metaal, drankenkartons)

gratis

 

q.

Harde kunststoffen

gratis

 

r.

Gasflessen voor huishoudelijk gebruik

gratis

 

s.

Piepschuim

gratis

 

t.

Vlakglas (schoon, geen gewapend glas, geen autoruiten)

gratis

 

u.

Frituurvet en -olie

gratis

 

v.

Houtafval: A-hout: schoon en onbehandeld. B hout: geverfd en gelakt hout

gratis

 

w.

Matrassen (schoon en droog)

gratis

 

x.

Schone puin (max 10% vervuiling)

gratis

 

y.

Schone grond

gratis

 

2.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

 

 

a.

Grof huishoudelijk afval/grote huisraad per m3 *

€ 30,00

 

b.

GFT en/of rest + ongesorteerd afval (per 50 liter zak)

€ 1,70

 

c.

Hout kwaliteit C geïmpregneerd hout *

€ 15,00

 

d.

Auto- of motorband met velg, per stuk (maximaal 4 stuks)

€ 1,60

 

e.

Autoband vanaf 20 inch (maximaal 4 stuks)

€ 3,50

 

f.

Vrachtwagenband, per stuk (maximaal 2 stuks)

€ 15,00

 

g.

Tractorband, per stuk (maximaal 2 stuks)

€ 22,00

 

h.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

 

i.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

 

j.

Dakleer per m3 (max 0,25 m3) *

€ 30,00

 

k.

Ongesorteerd bouwafval, per m3

€ 90,00

 

*

In 2025 kunnen de burgers van Beekdaelen deze afvalstoffen 2 x per jaar gratis aanbieden op het milieupark

 

3.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grof huishoudelijk afvalstoffen aan huis per m3

€ 44,00

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 12 november 2024

 

De griffier,

Mevr. B.W.E. v.d. Wijst-Triepels

 

De voorzitter,

Dhr. ing. E. Geurts

Naar boven