Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Bronckhorst 2025

De raad van de gemeente Bronckhorst;

 

gelezen het voorstel van het college van b. en w. van 24 september 2024;

 

gelet op de bespreking op de Politieke Avond 24 oktober 2024;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

‘Verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Bronckhorst 2025’.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    Diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    Diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • a.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • b.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • c.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges op basis van hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    De overige leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      paragraaf 1.4 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen)

    • 4.

      artikel 1.19 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.22 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening Bronckhorst 2024’ van 9 november 2023, laatstelijk gewijzigd per 20 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Bronckhorst 2025’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 7 november 2024,

De plv. griffier,

H.M.P. Smits

de voorzitter,

M. van der Tas

Tarieventabel legesverordening

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

 

 

 

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

 

a.

 

maandagochtend tussen 9.00 uur en 10.00 uur

€ 0,00

b.

 

maandag vanaf 10.00 uur tot 20.00 uur

€ 400,80

c.

 

dinsdag tot en met vrijdag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 400,80

d.

 

zaterdag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 801,60

 

 

Artikel 1.2 Huwelijks voltrekking, registratie partnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een andere door de gemeente aangewezen ruimte

 

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, indien daarbij gebruik gemaakt wordt van een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

 

maandag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 478,70

b.

 

dinsdag tot en met vrijdag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 478,70

c.

 

zaterdag en zondag vanaf 9.00 uur tot 20.00 uur

€ 878,10

 

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratiepartnerschap of omzetting geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een zelfgekozen locatie

 

 

 

Bij een voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een door de aanstaande partners zelf gekozen locatie worden de tarieven genoemd in artikel 1.3 verhoogd met

€ 105,90

 

 

Artikel 1.4 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

 

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

€ 400,80

 

 

Artikel 1.5 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

 

Het tarief bedraagt voor:

 

a.

 

het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje of een duplicaat daarvan

€ 45,90

b.

 

het kalligraferen van een trouwboekje

€ 14,40

c.

 

het kalligraferen van kindgegevens in een trouwboekje, per kind

€ 10,50

 

 

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van getuigen van gemeentewege, per getuige

€ 48,50

 

 

Artikel 1.7 Verstrekking op basis van de Wet rechten burgerlijke stand

 

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

 

Artikel 1.8 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

 

Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.

 

Van een nationaal paspoort

 

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

2.

 

Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort)

 

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

3.

 

Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

 

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

 

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

4.

 

Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

 

 

 

Artikel 1.9 Nederlandse identiteitskaart

 

 

 

Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.

 

een Nederlandse identiteitskaart

 

 

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

 

 

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

 

2.

 

Voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

 

 

 

Artikel 1.10 Rijbewijzen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI, onderdeel rijbewijs, van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

 

 

 

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

 

 

Het tarief genoemd in artikel 1.13 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

 

 

Artikel 1.12 Definities

 

 

 

Voor de toepassing van artikel 1.13 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

 

Artikel 1.13 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

a.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.

tot het verstrekken van een uittreksel uit de basisregistratie personen

€ 14,70

 

2.

tot het verkrijgen van een internationaal uittreksel uit de basisregistratie personen

€ 17,60

b.

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed half uur

€ 35,40

 

 

Artikel 1.14 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, ter verstrekking van gegevens, voor ieder daaraan besteed half uur

€ 35,50

 

 

 

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

 

 

 

Artikel 1.15 Afschriften van bestuursstukken

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

 

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 76,60

b.

 

een afschrift van de gemeenterekening

€ 62,60

c.

 

een afschrift van een verordening

€ 6,10

 

 

 

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

 

 

 

Artikel 1.16 Plan- of kaartinformatie

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

 

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,80

 

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 1,25

 

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 0,55

 

4.

in digitale vorm

€ 0,55

b.

 

een lichtdruk van een plan, zoals een bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk

€ 12,90

 

 

Artikel 1.17 Informatie uit registers

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

 

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 0,55

b.

 

de legger, bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 0,70

c.

 

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 0,70

d.

 

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 0,70

e.

 

uit het register bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Woningwet per A4

€ 0,70

f.

 

uit de kadastrale massale output per perceel

€ 3,85

g.

 

meerdere gegevens behorende bij 1 persoon, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 12,75

h.

 

kopieën van de gebouwenregistratie per adres, relatie, adrescoördinaat of per geregistreerd gebouw

€ 0,35

 

1.

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 12,75

i.

 

informatie uit het bouwstukkenarchief over de bestemming en de bodemsituatie van een perceel

€ 42,75

j.

 

een afschrift van of uittreksel uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet

€ 0,55

k.

 

kadastrale informatie via Kadaster-online

 

 

1.

per hypothecair bericht of uittreksel per object

€ 23,55

 

2.

per kadastraal bericht of uittreksel per object

€ 23,55

 

3.

per uittreksel van een kadastrale kaart

€ 23,55

l.

 

kadastrale informatie via Geoweb (alleen van toepassing voor gemeentelijke producten)

 

 

1.

per kadastraal bericht of uittreksel per object

€ 12,75

 

2.

per uittreksel van een kadastrale kaart

€ 12,75

 

 

Artikel 1.18 Plotten van een standaardkaart

 

1.

 

Het tarief bedraagt voor het plotten van een standaardkaart op:

 

 

a.

papier van A4-formaat

€ 18,70

 

b.

papier van A3-formaat

€ 19,10

 

c.

papier van A2-formaat

€ 20,10

 

d.

papier van A1-formaat

€ 22,40

 

e.

papier van A0-formaat

€ 26,80

2.

 

het tarief bedraagt voor het plotten van een maatwerkkaart per 10 minuten

€ 17,80

 

 

 

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

 

 

 

Artikel 1.19 Overige publiekszaken

 

1.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

 

b.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 14,70

 

c.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 14,70

 

d.

tot het waarmerken van stukken

€ 14,70

2.

 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden.

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

 

 

 

Artikel 1.20 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 12,70

2.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

a.

afschriften en uittreksels uit het oud archief (minimaal)

€ 3,70

 

 

voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 8,90

 

b.

Afbeeldingen, te weten:

 

 

 

kopieën per afdruk op A3 formaat

€ 1,20

 

 

kopieën per afdruk op A4 formaat

€ 0,80

 

c.

foto’s, indien leverbaar:

€ 0,80

 

 

9x12 cm

€ 1,60

 

 

13x18 cm

€ 2,90

 

 

18x24 cm

€ 5,10

 

 

24x30

€ 8,30

 

 

30x40

€ 14,00

 

 

 

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

 

 

 

Artikel 1.21 Leegstandwet

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.

 

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de Leegstandwet

€ 217,00

2.

 

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 5 van de Leegstandswet

€ 217,00

3.

 

tot het wijzigen van een verleende vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de Leegstandwet

 

 

 

Artikel 1.22 Wet op de kansspelen

 

1.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

2.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 23,00

 

 

Artikel 1.23 Wegenverkeerswetgeving

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

 

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 42,90

b.

 

tot het verkrijgen (ook na afwijzing van de aanvraag) van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

 

 

1.

bij toekenning, en bij toekenning van het duplicaat

€ 53,60

 

2.

bij toekenning, en bij verlenging inclusief standaard medisch advies

€ 157,90

 

3.

bij toekenning, en bij verlenging inclusief uitgebreid medisch advies

€ 259,40

 

4.

bij verlenging zonder medisch advies

€ 53,60

 

5.

bij een afwijzing

€ 18,70

c.

 

bij afwijzing van de aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart worden alleen de hieraan verbonden administratie- en keuringskosten in rekening gebracht:

 

 

1.

voor een indicatiestelling GPK met standaard rapport

€ 141,00

 

2.

voor een indicatiestelling GPK met uitgebreid rapport

€ 225,60

d.

 

indien voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart een medisch advies nodig is en de aanvrager komt zonder bericht van verhindering niet op de gemaakte afspraak bij de medisch adviseur, dan wordt een no show tarief in rekening gebracht

 

 

1.

voor een indicatiestelling GPK met standaard rapport

€ 104,90

 

2.

voor een indicatiestelling GPK met uitgebreid rapport

€ 166,90

 

 

Indien de aanvrager een geldige reden heeft voor het wegblijven op een afspraak bij de medisch adviseur dan wordt het no-show tarief niet in rekening gebracht.

 

e.

 

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer

€ 22,80

 

 

 

 

 

Paragraaf 1.10 Diversen

 

 

 

Artikel 1.24 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

a.

 

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een ander wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 4,30

b.

 

gewaarmerkte afschriften van stukken of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

 

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 14,70

 

2.

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,55

 

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 0,55

 

4.

in digitale vorm

€ 0,55

c.

 

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, per kaart, tekening of lichtdruk met een formaat groter dan A3

€ 12,70

 

 

Artikel 1.25 Ondergrondse infrastructuren

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen:

 

a.

 

van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden.

€ 630,60

b.

 

van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een goedkeuring, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard.

€ 118,80

c.

 

van een melding voor spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI)

€ 118,80

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

 

 

Artikel 2.1 Definities

 

1.

 

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

 

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

a.

Binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

b.

Binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

c.

Hoofdfunctie: De grootste functie in m2 gebruiksoppervlak van het desbetreffende gebouw dat wordt gebouwd of uitgebouwd. Indien van een gebouw geen hoofdfunctie kan worden bepaald (zelfde aantallen m2) worden van de twee grootste functies in het gebouw de leges berekend op basis van de leges per eenheid en wordt het laagste legesbedrag in rekening gebracht. Uitsluitend indien de hoofdfunctie geen woning betreft maar het gebouw gedeeltelijk bestaat uit het bouwen of uitbouwen van een woning wordt de leges berekend op basis van twee functies, voor de woning en daarbij behorende ruimten zoals bergingen, garage en andere aan de woning te relateren ruimten op basis van de woonfunctie en alle andere ruimten op basis van de hoofdfunctie.

 

 

d.

Inhoud van een bouwwerk: Bij toepassing van dit hoofdstuk wordt de inhoud van een bouwwerk gemeten tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

 

e.

Oppervlakte van een bouwwerk: Bij de toepassing van dit hoofdstuk wordt de oppervlakte van een bouwwerk gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

 

 

f.

Bouwkosten: Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

g.

Omgevingsoverleg: diverse vormen van mondeling of schriftelijk overleg tussen een initiatiefnemer en een medewerker van cluster Omgeving, voorafgaand aan het indienen van een bouwplan, voor het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen bouwplan in het kader van de Omgevingswet vergunbaar en/of een afwijking of herziening van het omgevingsplan mogelijk is.

 

 

h.

A-plan: Een plan waarbij de initiatiefnemer zelf zorgdraagt voor het laten opstellen van het voorontwerpomgevingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Uit de onderzoeken en de toelichting van het plan moet blijken dat het initiatief mogelijk is en voldoet aan wet- en regelgeving. Initiatiefnemer draagt ook zorg voor het overleg met belanghebbenden en instanties, zoals het waterschap. Uit de toelichting bij het plan moet blijken dat belanghebbenden en instanties geen bezwaren hebben tegen het plan.

 

 

i.

B-plan: Een plan waarbij de initiatiefnemer zelf zorgdraagt voor het laten opstellen van het voorontwerpomgevingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Uit de onderzoeken en de toelichting van het plan moet blijken dat het initiatief mogelijk is en voldoet aan wet- en regelgeving. De gemeente draagt zorg voor het overleg met belanghebbenden en instanties, zoals het waterschap. Uit de toelichting bij het plan moet blijken dat belanghebbenden en instanties geen bezwaren hebben tegen het plan.

 

 

j.

C-plan: Een plan waarbij de gemeente zorgdraagt voor het laten opstellen van het voorontwerpomgevingsplan en de daarvoor benodigde onderzoeken en gegevens. Uit de onderzoeken en de toelichting van het plan moet blijken dat het initiatief mogelijk is en voldoet aan wet- en regelgeving. De gemeente draagt ook zorg voor het overleg met belanghebbenden en instanties, zoals het waterschap. Uit de toelichting bij het plan moet blijken dat belanghebbenden en instanties geen bezwaren hebben tegen het plan.

 

 

k.

Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een buitenplanse omgevingsplan activiteit met een beperkte omvang waarvoor geen bindend advies van de gemeenteraad nodig is;

 

 

l.

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die tevens in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een omgevingsoverleg

 

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

 

c.

een of meer maatwerkvoorschrifften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

 

d.

toestemming voor het treeffen van ene gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning

 

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met 9.

 

 

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

 

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

 

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

 

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

 

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

 

 

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

 

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

 

a.

Klantvraag: Het bedrag voor het leveren van een eerste indicatie over de haalbaarheid van het plan, zonder verder onderzoek. Maximaal 1/2 uur per plan bedraagt:

€ 0,00

 

b.

Intaketafel (voorheen Regiekamer): Het bedrag voor het leveren van een beoordeling van het plan op wenselijkheid, per plan, per sessie bedraagt:

€ 271,10

 

c.

Principeverzoek: Het tarief voor een beoordeling door het college van een principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen herziening, wijziging of uitwerking van het omgevingsplan in procedure zal worden gebracht bedraagt:

€ 937,10

 

d.

Omgevingstafel: gereserveerd

 

 

e.

Vooroverleg omgevingswet: Het bedrag voor overleg per sessie van maximaal 1 uur waarin aanvrager zijn plan bespreekt met de gemeente waarin standpunten en beleidsinzichten met elkaar worden uitgewisseld om tot een goede en volledige aanvraag voor een omgevingsvergunning te kunnen komen.

€ 0,00

 

f.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een intakeformulier voor beoordeling van een initiatief aan de Woonvisie

€ 271,10

 

 

 

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

 

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, wordt het tarief, ongeacht de beslissing op de aanvraag, bepaald op basis van de hoofdfunctie van het gebouw, de omvang daarvan en het daarbij behorende tarief, weergegeven in de onderstaande tabel. Hierbij geven de rijen aan voor welke functie en welke omvang welk bedrag per eenheid is verschuldigd.

 

 

a.

Woonfunctie m3, tot en met 1000 m3

€ 3,60

 

b.

Woonfunctie m3, vanaf 1000 m3

€ 2,50

 

c.

Bijeenkomstfunctie m3

€ 3,60

 

d.

Cellenfunctie m3

€ 5,10

 

e.

Gezondheidszorgfunctie m3

€ 4,70

 

f.

Industriefunctie m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 5,10

 

g.

Agrarisch bedrijfsgebouw m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 2,40

 

h.

Kantoorfunctie m3

€ 3,60

 

i.

Logiesfunctie m3

€ 3,90

 

j.

Onderwijsfunctie m3

€ 3,10

 

k.

Sportfunctie m3

€ 1,90

 

l.

Winkelfunctie m3

€ 3,10

 

m.

Overige gebruiksfuncties m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 4,70

 

n.

In afwijking van de onder a t/m m genoemde tarieven, geldt voor bouwactiviteiten geen gebouw zijnde, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan vijf jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen alsmede voor het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder daadwerkelijke uitbreiding daarvan en voorgevelwijzigingen, een tarief op basis van de bouwkosten van:

1,00%

 

 

Hierbij geldt een minimum van:

€ 102,30

 

 

Een een maximum van:

€ 51.150,00

 

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

Woonfunctie m3, tot en met 1000 m3

€ 10,70

 

b.

Woonfunctie m3, vanaf 1000 m3

€ 7,40

 

c.

Bijeenkomstfunctie m3

€ 10,70

 

d.

Cellenfunctie m3

€ 15,20

 

e.

Gezondheidszorgfunctie m3

€ 14,10

 

f.

Industriefunctie m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 15,20

 

g.

Agrarisch bedrijfsgebouw m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 7,10

 

h.

Kantoorfunctie m3

€ 10,70

 

i.

Logiesfunctie m3

€ 11,70

 

j.

Onderwijsfunctie m3

€ 9,20

 

k.

Sportfunctie m3

€ 5,80

 

l.

Winkelfunctie m3

€ 9,20

 

m.

Overige gebruiksfuncties m2, waarbij het tarief alleen over de vloeroppervlakte van de begane grondvloer wordt berekend

€ 14,00

 

n.

In afwijking van de onder a t/m m genoemde tarieven, geldt voor bouwactiviteiten geen gebouw zijnde, voor tijdelijke bouwwerken met een instandhoudingstermijn van minder dan vijf jaar, voor onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen alsmede voor het veranderen of verbouwen van gebouwen zonder daadwerkelijke uitbreiding daarvan en voorgevelwijzigingen, een tarief op basis van de bouwkosten van:

2%

 

 

Hierbij geldt een minimum van:

€ 306,90

 

 

Een een maximum van:

€ 153.450,00

2.

 

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit bedraagt het tarief:

 

 

a.

Voor een kleine buitenplanse omgevingsactiviteit

€ 1.534,50

 

b.

Voor een buitenplanse omgevingsactiviteit

€ 7.161,00

3.

 

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit bedraagt het tarief:

 

 

a.

Voor een kleine buitenplanse omgevingsactiviteit

€ 1.534,50

 

b.

Voor een buitenplanse omgevingsactiviteit

€ 7.161,00

 

c.

Indien het een aanvraag betreft omtrent het tijdelijk gebruik van een recreatiewoning is een tarief verschuldigd van:

€ 425,60

 

d.

Indien het een aanvraag betreft voor het organiseren van een evenement is een tarief verschuldigd van:

€ 425,60

 

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

voor een binnenplanse dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 425,60

 

 

 

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

 

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

 

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 0,00

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 0,00

 

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 20 van de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 0,00

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 0,00

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 0,00

2.

 

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

 

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

 

 

 

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

 

 

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.710,90

 

 

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.253,10

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.879,70

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 6.506,30

 

 

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.879,70

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 7.319,60

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 9.759,40

 

 

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.879,70

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 7.319,60

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 9.759,40

 

 

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.253,10

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.879,70

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 6.506,30

 

 

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.253,10

 

 

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.253,10

 

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.879,70

 

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

€ 6.506,30

 

 

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

1.

 

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

 

 

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 433,80

 

 

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 433,80

 

 

 

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

 

 

 

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

Artikel 2.25a Geluidwaarde

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving:

€ 500,20

 

 

 

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 3.1 van de Omgevings- en Bouwverordening gemeente Bronckhorst 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 53,20

 

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 4.1 van de Omgevings- en Bouwverordening gemeente Bronckhorst 2017 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 53,20

 

 

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 400,00

 

 

 

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

 

 

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactivieit : kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 53,20

 

 

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak permanent maken of voeren van die handelsreclame:

€ 153,40

 

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 153,40

 

c.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak tijdelijk maken of voeren van die handelsreclame:

€ 51,10

 

 

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 153,40

 

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 153,40

 

 

Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, voor een periode van (de periode wordt gemeten vanaf de eerste dag tot de laatste dag dat de standplaats wordt ingenomen en wordt afgerond naar boven):

 

 

a.

een maand

€ 43,00

 

b.

een kwartaal

€ 75,70

 

c.

een jaar of langer

€ 282,30

 

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

1.

 

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 409,20

2.

 

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 409,20

 

b.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 409,20

3.

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een persoonsgebonden beschikking als bedoeld in de 'Beleidsnota onrechtmatige bewoning' voor het bewonen van een recreatiewoonverblijf bedraagt:

€ 1.372,90

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

 

 

 

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

1.

 

Voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

 

 

a.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving

€ 537,10

 

b.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving

€ 537,10

 

c.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

€ 537,10

 

d.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

€ 537,10

2.

 

In andere gevallen dan bedoeld onder lid 1, sub a, b, c en d van dit artikel;

€ 537,10

 

 

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.735,00

2.

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.735,00

 

 

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 306,90

 

 

 

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

 

 

 

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de omgevingswet betrekking heeft op een bouwactiviteit, een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, een milieubelastende activiteit of een andere activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

 

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.710,90

 

 

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

 

 

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 425,60

 

 

 

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

1.

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

2.

 

Tenzij het gaat om een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, dan bedraagt het tarief:

€ 425,60

 

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 425,60

 

 

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 0,00

 

 

Artikel 2.42a Overschrijven omgevingsvergunning

 

 

 

Het tarief bedraagt voor hert overschrijven van een omgevingsvergunning naar een andere rechtspersoon:

€ 0,00

 

 

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

 

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

 

 

a.

voor een A-plan

€ 1.841,40

 

b.

voor een B-plan

€ 3.166,20

 

c.

voor een C-plan

€ 7.672,50

 

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 53,20

 

 

 

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

 

 

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50%

 

 

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 1.084,40

 

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 767,30

 

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 511,50

 

 

 

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of (eenvoudig) nader bodemonderzoekbodemrapport:

€ 650,60

 

b.

voor de beoordeling van een milieukundig historisch, complexer aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport:

€ 1.301,30

 

c.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 650,60

 

d.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 867,50

 

e.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 108,40

 

f.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 108,40

 

g.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER) bedraagt het tarief per uur:

€ 108,40

 

h.

voor de beoordeling van andere dan de onder a1 tot en met f benoemde rapporten bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

Artikel 2.50 Advies

 

1.

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

gereserveerd

 

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Commissie Ruimtelijke kwaliteit & Erfgoed Bronckhorst dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, per advies:

0,20%

 

 

van de bouwkosten

 

 

 

met een minimumbedrag van

€ 100,00

 

 

met een maximumbedrag van

€ 3.000,00

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Commissie Ruimtelijke kwaliteit & Erfgoed Bronckhorst in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 0,00

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

Het bedrag dat het adviserend bestuursorgaan of andere instantie in rekening brengt voor het uitbrengen van het advies.

 

2.

 

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

 

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

 

 

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

 

Voor de toepassing van het eerste lid moet de aanvraag om een omgevingsvergunning zijn gedaan:

 

 

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

 

 

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

 

 

c.

binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

3.

 

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 409,20

 

 

Artikel 2.53 Vermindering in andere gevallen

 

1.

 

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanvraag bedoeld in artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) en/of artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel) met een maximale oppervlakte van 10 m2 (waaronder ook wordt inbegrepen: schuttingen) bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering is van toepassing op de leges in de genoemde artikelen en bedraagt:

50%

2.

 

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op slopen, kappen of een uitweg en de aanvraag is ingediend door de gemeente Bronckhorst bedraagt de vermindering:

100%

3.

 

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het afwijken van een bestemmingsplan voor de tijdelijke opvang van vluchtelingen bedraagt de vermindering:

100%

4.

 

bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

 

 

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, zijn geen leges verschuldigd.

 

 

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bedraagt:

€ 300,00

 

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

1.

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimumbedrag van leges in rekening wordt gebracht van:

€ 150,00

2.

 

In afwijking van artikel 2.34 lid 3 en lid 1 van dit artikel bedraagt het tarief als een aanvrager zijn aanvraag voor het in behandeling nemen van een persoonsgebonden beschikking intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen:

€ 150,00

 

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30%

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

 

 

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, milieubelastende of andere activiteiten

 

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

40%

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

 

 

 

 

Paragraaf 3.1 Horeca

 

 

 

Artikel 3.1 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

1.

 

een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 191,51

2.

 

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 100,00

 

 

 

 

Paragraaf 3.2 Winkeltijdenwet

 

 

 

Artikel 3.2 Ontheffing winkeltijden

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 55,50

 

 

 

 

Paragraaf 3.3 Standplaatsen

 

 

 

Artikel 3.3 Standplaatsvergunning

 

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op een terrein, niet zijnde een standplaats op de wekelijkse markt, bedraagt voor een periode van (de periode wordt gemeten vanaf de eerste dag tot de laatste dag dat de standplaats wordt ingenomen en wordt afgerond naar boven):

 

a.

 

een dag

€ 10,30

b.

 

een week

€ 23,00

c.

 

een maand

€ 44,70

d.

 

een kwartaal

€ 79,20

e.

 

een jaar of langer

€ 293,60

 

 

 

 

Paragraaf 3.4 Activiteiten en evenementen

 

 

 

Artikel 3.4 Aanvraag evenementenvergunning

 

1.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) bedraagt:

€ 0,00

2.

 

Het tarief genoemd onder lid 1 wordt verhoogd als er sprake is van:

 

 

a.

dat het evenement geheel of gedeeltelijk in een gebouw plaatsvindt en er zijn tijdens het evenement meer dan 50 personen gelijktijdig is het gebouw aanwezig:

€ 100,00

 

b.

dat het evenement geheel of gedeeltelijk in een tijdelijk bouwwerk (waaronder een tent) plaatsvindt en er tijdens het evenement meer dan 150 personen gelijktijdig in het tijdelijke bouwwerk aanwezig zijn:

€ 100,00

 

c.

voor advies van de politie en/of de veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland:

€ 100,00

3.

 

Als een aanvraag wordt ingediend binnen vier weken voor aanvang van het evenement, worden de kosten genoemd onder lid 1 en lid 2, sub a en b, van dit artikel verhoogd met:

€ 100,00

 

 

Artikel 3.5 Tijdelijke verkeersmaatregel

 

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een tijdelijke verkeersmaatregel op grond van de Wegenverkeerswet:

€ 100,00

 

 

Artikel 3.6 Tijdelijke reclame

 

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het tijdelijk plaatsen van driehoek- en sandwichborden op grond van de Omgevings- en Bouwverordening gemeente Bronckhorst 2027 bedraagt:

€ 100,00

 

 

 

 

Paragraaf 3.5 Kinderopvang

 

 

 

Artikel 3.7 Aanvraag exploitatie of registratie

 

1.

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau al bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang

€ 59,00

 

b.

het registreren van een gastouder in het landelijk register kinderopvang, als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang

€ 59,00

 

Behorende bij het raadsbesluit van 7 november 2024-Raad-00992/7-1.7.

De plv. griffier van de gemeente Bronckhorst,

 

Naar boven