Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2024, no. 24.0001253;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    kwartaal: het tijdvak – binnen een aangesloten periode van drie maanden – dat loopt van de ne dag in een kwartaal tot de (n-1)e dag in het volgende kwartaal;

  • e.

    kalenderkwartaal: het aaneengesloten tijdvak van drie maanden, dat aanvangt op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober van het jaar;

  • f.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • g.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdelingen 13.6 en 13.7 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    stukken, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen;

  • d.

    het aan belanghebbenden verstrekken van minuten, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen houdende:

    • 1.

      de benoeming van ambtenaren en leden van colleges of commissies;

    • 2.

      de verhoging van de bezoldiging van ambtenaren en leden van colleges of commissies.

  • e.

    het afgeven van stukken, alsmede voor het legaliseren van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

  • f.

    het afgeven van kwitanties voor geldsommen, alsmede van andere stukken, waarbij de ontvangst of de overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld;

  • g.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.9 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.13, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.17 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Legesverordening 2024” van 13 november 2023, no. 230001064 en daarbij behorende wijzigingen, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2025.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2024.

De griffier,

de voorzitter,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2025

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

door een ambtenaar van de burgerlijke stand, in de leeskamer van het gemeentehuis, op dinsdag met een aanvang van 9.00 en 9.30 uur met maximaal 8 mensen inclusief bruidspaar en getuigen

kosteloos

b.

door een ambtenaar van de burgerlijke stand, in de leeskamer van het gemeentehuis, tijdens de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand met maximaal 8 mensen inclusief bruidspaar en getuigen

€ 164,00

c.

door een ambtenaar van de burgerlijke stand, in de raadszaal van het gemeentehuis, tijdens de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 323,00

d.

door een ambtenaar van de burgerlijke stand, in de raadszaal van het gemeentehuis, buiten de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 492,00

e.

door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Noordoostpolder, in de raadszaal van het gemeentehuis, tijdens de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 510,00

f.

door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Noordoostpolder, in de raadszaal van het gemeentehuis, buiten de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 713,00

g.

door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Noordoostpolder, op een eenmalige aan te wijzen locatie als huis der gemeente, tijdens de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 510,00

h.

door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Noordoostpolder, op een eenmalige aan te wijzen locatie als huis der gemeente, buiten de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 713,00

i.

door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Noordoostpolder, op een eenmalige aan te wijzen locatie als huis der gemeente, op zaterdag

€ 997,00

j.

door een beëdigde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, in de raadszaal van het gemeentehuis, tijdens de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 510,00

k.

door een beëdigde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, in de raadszaal van het gemeentehuis, buiten de openingstijden van het bureau van de burgerlijke stand

€ 713,00

l.

door een beëdigde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, op een eenmalige aan te wijzen locatie als huis der gemeente

€ 510,00

Artikel 1.2 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 26,65

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.3 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,40

Artikel 1.4 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,90

Artikel 1.5 Versnelde uitreiking

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.3 en 1.4 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

b.

voor een her-aanvraag van een pinbrief

€ 2,20

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.6 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 51,10

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het omwisselen van een buitenlands rijbewijs

€ 61,10

c.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een aanvraagformulier ter verkrijging van een verklaring van geschiktheid

€ 41,00

Artikel 1.7 Versnelde uitreiking

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.6 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 39,65

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.8 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.9 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.9A wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.9 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 11,50

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

1.

voor 25 verstrekkingen

€ 254,90

2.

voor 100 verstrekkingen

€ 899,75

3.

voor 250 verstrekkingen

€ 1.949,50

4.

voor 500 verstrekkingen

€ 2.999,00

c.

De verstrekking van een gewaarmerkt afschrift aan de ingezetene, betreffende diens gehele of gedeeltelijke persoonslijst uit de basisregistratie personen

€ 38,80

d.

van schriftelijke verstrekkingen waarvoor de gehele basisregistratie personen, dan wel een gedeelte daarvan doorlopen moet worden en die moeten vervaardigd worden met behulp van het geautomatiseerde basisregistratie personen(systeem), bedraagt het bedrag van de directe automatiseringskosten vermeerderd met 40% met een maximum van

€ 2.398,85

e.

tot het verkrijgen van een (internationaal) gewaarmerkt afschrift of een bewijs van opneming in de Basisregistratie personen (kortweg: uittreksel)

€ 16,65

f.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200), bedraagt

€ 16,65

g.

Het tarief genoemd in het ‘Legesbesluit akten burgerlijke stand’, bekendgemaakt door het Ministerie van Binnenlandse zaken, wordt in rekening gebracht indien een aanvraag voor behandeling betrekking heeft op akten burgerlijke stand.

 

Over de hoogte van de onder d. bedoelde tarieven wordt de aanvrager voor het in behandeling nemen van de aanvraag door middel van een begroting van de kosten door of vanwege burgemeester en wethouders geïnformeerd. De betreffende aanvraag wordt eerst op de vijfde dag na de dag waarop de begroting van kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht in behandeling genomen.

 

Artikel 1.10 Op verzoek doornemen basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

 

Paragraaf 1.5 Kiezersregister

Artikel 1.11 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

€ 11,80

 

Paragraaf 1.6 Bestuursstukken

Artikel 1.12 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeente/programmabegroting

€ 152,90

b.

een afschrift van een afzonderlijk deel van de gemeente/programmabegroting

€ 35,30

c.

Een afschrift van de perspectiefnota

€ 35,30

d.

een afschrift van de gemeenterekening

€ 152,90

c.

een afschrift van een afzonderlijk deel van de gemeenterekening

€ 35,30

d.

een afschrift van een beleidsregel

€ 10,55

e.

een afschrift van een niet met name in deze verordening genoemde, in voorraad zijnde verordeningen, die

 

f.

niet meer dan 10 pagina’s tellen, per verordening

€ 15,00

g.

niet meer dan 25 pagina’s tellen, per verordening

€ 30,20

h.

meer dan 25 pagina’s tellen, per verordening

€ 45,45

I.

een omgevingsplan of een uitwerkingsplan of wijzigingsplan volgens de omgevingswet die

 

1

niet meer dan 20 pagina’s telt

€ 44,40

2

niet meer dan 40 pagina’s telt

€ 67,10

3

meer dan 40 pagina’s telt

€ 101,00

4

toeslag voor kleurenkaarten, per kaartblad

€ 44,40

5

een exemplaar van een structuurplan/structuurvisie/omgevingsvisie

€ 122,20

6

een exemplaar van een milieueffectrapport (MER)/ omgevingseffect-rapport (OER)

€ 95,70

7

een exemplaar van een beeldkwaliteitsplan

€ 65,75

8

een exemplaar van de toelichting op de Bouwverordening

€ 47,10

9

digitaal omgevingsplan, uitwerkingsplan, wijzigingsplan of beheersverordening:

voor digitale kaarten, per aangemaakt bestand

€ 35,80

j

een ontheffing, een vergunning, een gunstige beschikking op een verzoekschrift, of voor een ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover zij niet afzonderlijk in deze verordening of in een andere belastingverordening van de gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, per vergunning, beschikking, ontheffing e.d.

€ 28,95

k

informatie aan makelaars/taxateurs van informatie over percelen en hun omgeving waarbij gebruik wordt gemaakt van een taxatieformulier ten behoeve van taxatie- en/of verkoopopdrachten per, kadastraal perceel of perceelsgedeelte (per adres)

€ 72,40

l

een ontheffing voor het verbranden van afval

€ 55,50

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.13 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

b.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of foto of andere stukken door een andere gemeente

€ 11,50

c.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent nationaliteit

€ 11,50

d.

tot het verkrijgen van een verklaring van voorgenomen vestiging

€ 11,50

e.

tot uitstel van begraven of cremeren

€ 28,95

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.14 Naspeuringen in gemeentearchief

 

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,20

Artikel 1.15 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

a.

per pagina A-4 formaat € 0,50 met minimum van € 2,50

 

b.

per pagina A-3 formaat € 0,50 met minimum van € 2,50

 

c.

de kosten onder b. worden verhoogd voor het vervaardigen van een pdf-bestand

€ 13,05

d.

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

€ 6,50

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.16 Leegstandswet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 132,45

b.

om verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 132,45

Artikel 1.17 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen (en speelautomatenbesluit 2000)

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 27,50

Artikel 1.18 Kabels en leidingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een melding voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard, als omschreven in hoofdstuk 1, artikel 1, onderdeel I, van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Noordoostpolder en hoofdstuk 9 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 87,80

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor het leggen, instandhouden en het opruimen van kabels en leidingen bij een wegkruising in de gemeente Noordoostpolder

€ 406,70

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor het leggen, instandhouden en het opruimen van kabels en leidingen in de gemeente Noordoostpolder voor een lengte van:

 

a.

25 meter tot en met 500 meter

€ 406,70

b.

501 meter tot en met 2000 meter wordt het tarief onder a. verhoogd met een bedrag per strekkende meter van

€ 0,61

c.

is het aantal strekkende meters groter dan 2.000, de aanvrager wordt voor het in behandeling nemen van de aanvraag door middel van een begroting van de kosten geïnformeerd. De aanvraag wordt eerst op de vijfde dag na de dag waarop de begroting van kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht in behandeling genomen, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

d.

indien nader overleg met andere beheerder(s) van openbare gronden en/of netbeheerder(s) dient plaats te vinden, worden de tarieven verhoogd met een bedrag van

 € 251,25

e.

als een aanvraag om een instemmingsbesluit of melding voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard, op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht niet verder in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges van maximaal 50%, minimaal blijft € 85,85 verschuldigd.

 

Artikel 1.19 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

 

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 76,15

b.

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 38,70

c.

voor verlenging of vervanging van de gehandicaptenparkeerkaart

€ 38,70

d.

het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als bedoeld in artikel 26 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

€ 79,70

e.

voor een gehandicaptenparkeerplaats worden materiaalkosten en plaatsingskosten, exclusief aanduiding met witte stenen, in rekening gebracht

€ 131,55

f.

het wijzigen van het kenteken op een onderbord bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

€ 66,90

g.

het aanstellen van verkeersregelaars op grond van artikel 9 lid 2 en artikel 11 van de regeling Verkeersregelaars 2009

€ 66,90

h.

eenmalige evenementenverkeersregelaars per evenement waarbij wordt volstaan met één algemeen aanstellingsbesluit, op basis van de groslijst

€ 28,95

 

 

 

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.20 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.

in formaat A4 per bladzijde € 0,45 met een minimum van € 2,15

 

1.1

in formaat A4 per bladzijde in kleur € 1,70

 

2.

in formaat A3, per bladzijde € 0,50 met een minimum van € 2,40

 

2.1

in formaat A3 per bladzijde in kleur € 2,90

 

3.

in formaat A2, per bladzijde € 0,60 met een minimum € 3,00

 

4.

in formaat A1 per bladzijde € 2,40

 

5.

in formaat A0 per bladzijde € 4,80

 

 

 

 

b.

kaarten, tekeningen en afdrukken, al dan niet behorend bij de in het onderdeel 1.20 a genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of afdruk: voor automatisch vervaardigde analoge tekeningen e.d.

 

1

in formaat A0

€ 72,35

1.1

extra kopie formaat A0

€ 5,50

2

in formaat A1

€ 48,15

2.1

extra kopie formaat A1

€ 2,75

3

in formaat A2

€ 32,15

3.1

extra kopie formaat A2

€ 1,35

4

in formaat A3

€ 21,30

4.1

extra kopie formaat A3

€ 0,75

4.2

extra kopie formaat A3 kleur

€ 2,85

5

in formaat A4

€ 14,20

5.1

extra kopie formaat A4

€ 0,45

5.2

extra kopie formaat A4 kleur

€ 1,70

De tarieven vermeld onder b. worden voor het vervaardigen van een pdf-bestand i.p.v. een analoge afdruk, vermeerderd per pdf-bestand met een bedrag van

€ 13,05

voor het op verzoek ondersteuning verlenen bij het vervaardigen van automatische tekeningen voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan

€ 21,20

Stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,60

Artikel 1.21 APV-vergunningen en ontheffingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

a.

een vergunning/ ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening fysieke leefomgeving paragraaf 4.1 artikel 4.1.1 derde lid

€ 29,45

b.

een ontheffing geluidshinder als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Verordening fysieke leefomgeving paragraaf 4.4 artikel 4.4.1 vierde lid

€ 29,45

c.

een ontheffing voor kamperen buiten de kampeerterreinen als bedoeld in Hoofdstuk 4 van de Verordening fysieke leefomgeving artikel 4.2.6 vierde lid

€ 29,45

 

 

 

Artikel 1.22 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gemeentelijke woonwagenstandplaats en/of woonwagen

€ 18,80

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ligplaatsvergunning voor een woonschip als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Verordening fysieke leefomgeving artikel 3.2.2.

€ 395,15

 

 

 

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITENIN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

a.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

b.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

c.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

d.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

De bouwkosten, exclusief omzetbelasting, op basis waarvan de leges worden vastgesteld, worden berekend op basis van de tabel bouwkosten berekening legesverordening. De tabel is als bijlage bij deze tarieventabel opgenomen. De tabel is gebaseerd op de “Basisbedragen gebouwen 2022 van Nederlands bouwkosten instituut, onderdeel B” Indien de tabel niet voorziet in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zullen de bouwkosten door de aanvrager middels een open begroting aannemelijk moeten worden gemaakt. Oppervlakte en inhoudsmaten worden bepaald conform NEN 2580.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

a.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

b.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer milieubelastende activiteiten bedoeld in paragraaf 2.5.

 

d.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12.

 

e.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

f.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

 

 

 

a.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 261,-

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel )

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

minimumtarief van € 261,- vermeerderd met:

 

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:

0,245%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:

0,234%

 

van de bouwkosten;

 

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:

1,125%

 

van de bouwkosten;

 

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:

1,606%

 

van de bouwkosten;

 

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000 tot € 10.000.000:

1,483%

 

van de bouwkosten;

 

f.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 10.000.000

0,086%

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (omgevingsplan)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

Bij bouwkosten vanaf € 0 tot € 200.000:

2,35%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 261,-

 

Bij bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 500.000:

1,68%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 4.800,-

 

Bij bouwkosten vanaf € 500.000 tot € 1.000.000:

1,60%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 8.700,-

 

Bij bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 5.000.000:

1,37%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 16.600,-

 

Bij bouwkosten hoger dan € 5.000.000

1,07%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 71.200,-

 

Met een maximum per bouwwerk van:

€ 185.000,-

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 5.983,-

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

  • 1.

    Ontwikkelingen die zijn te scharen onder één of meer van de categorieën van gevallen als genoemd in artikel 4 van bijlage 2 bij het Besluit omgevingsrecht, zoals die rechtskracht had op de dag vóór inwerkintreding van de Omgevingswet (kruimellijst)

€ 734,-

 

  • 2.

    Overige ontwikkelingen:

€ 6.367,-

d.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor een advies van een stedebouwkundige of stadsbouwmeester, verhoogd met:

 

 

  • 1.

    Indien de bouwkosten minder of gelijk dan € 10.000.000 bedragen, met 0,3% van de bouwkosten met een minimum van € 76,-;

 

 

  • 3.

    Indien de bouwkosten € 10.000.000,00 bedragen of meer, € 30.000

  • 4.

    vermeerderd met 0,0125% van de bouwkosten boven € 10.000.000.

 

e.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 261,-

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 261,-

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 261,-

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 5.713,-

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 10 van de “Erfgoedverordening 2012 gemeente Noordoostpolder” in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 261,-

 

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 261,-

 

2.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 5.591,-

 

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 5.591,-

 

3.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 5.591,-

 

 

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 5.591,-

b.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 261,-

c.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor een advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.49, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

 

 

1.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 230.000:

0,46%

 

 

van de bouwkosten met een minimum van:

€ 80,-

 

2.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 230.000 tot € 455.000:

0,076%

 

 

van de bouwkosten;

 

 

3.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 455.000 tot € 680.000:

0,03836%

 

 

van de bouwkosten;

 

 

4.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 680.000:

0,01923%

 

 

van de bouwkosten;

 

d.

Onderdeel a, b en c, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de “Erfgoedverordening 2012 gemeente Noordoostpolder” is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

 

1.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

 

2.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 261,-

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 261,-

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 261,-

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.12 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.13 Nutssector en industri e

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

 

Artikel 2.14 Afvalbeheer

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.15 Agrarische sector

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.16 Dienstverlening, onderwijs en zorg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.17 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.18 Sport en recreatie

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 4.153,-

b.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 9.011,-

c.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 18.434,-

d.

voor vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 19.182,-

Artikel 2.19 Samenloop van milieubelastende activiteit en

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.20 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraat tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 261,-

Artikel 2. 21 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 5.574,-

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 746,-

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 746,-

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 261,-

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 261,-

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 3.1.1. a van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 198,-

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 3.1.1.b van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 198,-

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 746,-

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 746,-

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 5.591,-

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 5.713,-

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2.1.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 198,-

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 4.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 29,50

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 29,50

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5.2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 29,50

Artikel 2.30 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 198,-

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 198,-

 

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 5.591,-

 

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 198,-

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.31 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 261,-

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 261,-

Artikel 2.32 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

a.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 2.13 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op activiteiten als genoemd in hoofdstuk 3 van dat besluit bedraagt het tarief bij een aanvraag voor:

 

 

1.

één tot vijf milieubelastende activiteiten:

€ 2.660,-

 

2.

vijf tot tien milieubelastende activiteiten:

€ 5.320,-

 

3.

tien tot vijftien milieubelastende activiteiten:

€ 11.690,-

 

4.

vijftien of meer milieubelastende activiteiten:

€ 12.750,-

Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.31en 2.32, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 261,-

 

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

Artikel 2.34 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlengen van een tijdelijke omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot verlenging van de tijdelijke omgevingsvergunning betrekking heeft.

 

Artikel 2.35 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.36 Beoordeling aanvullende gegevens

 

a.

 

De in paragraaf 2.3 genoemde tarieven gelden voor de reguliere dienstverlening. Daartoe worden ook gerekend de activiteiten die voor de gemeente ontstaan:

  • -

    doordat de aanvrager éénmaal in de gelegenheid wordt gesteld om de bij de ingediende aanvraag ontbrekende gegevens alsnog aan te leveren;

  • -

    doordat de aanvrager éénmaal in de gelegenheid wordt gesteld om de door de gemeente gevraagde aanpassingen in te dienen die nodig zijn om een aanvraag vergunbaar te maken.

 

b.

Wanneer op verzoek van de aanvrager, alvorens de gemeente besluit om de aanvraag buiten behandeling te laten c.q. de aangevraagde vergunning te weigeren, deze in de gelegenheid wordt gesteld om nogmaals aanvullende gegevens dan wel aanpassingen m.b.t de ingediende aanvraag in te dienen, dan bedraagt het tarief:

 

 

1.

voor het in behandeling nemen van de 2de aanvulling of de 2de aanpassing:

25%

 

 

van de op grond van paragraaf 2.3 geheven leges.

 

 

2.

voor het in behandeling nemen van de 3de aanvulling of de 3de aanpassing:

30%

 

 

van de op grond van paragraaf 2.3 geheven leges

 

Artikel 2.37 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.43 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.38 Wijzigen van het omgevingsplan

 

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

b.

Als een begroting als bedoeld in lid a is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.39 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 261,-

 

Paragraaf 2.11 Uitvoeringsbepaling - voorwaarde

Artikel 2.40 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Met een maximum van:

€ 1.063,-

Artikel 2.41 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.786,-

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 261,-

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 261,-

Artikel 2.42 Advies

 

a.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 193,-

Artikel 2.43 Instemming

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

 

Paragraaf 2.12 Vermindering

Artikel 2.44 Vermindering na omgevingsoverleg

 

a.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

€ 261,-

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

b.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

c.

Bij de toepassing van het onderdeel a blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 261,-

Artikel 2.45 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de milieubelastende activiteiten genoemd in paragraaf 2.11. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

 

Paragraaf 2.13 Teruggaaf

Artikel 2.46 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.47 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.48 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure danwel uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking van de aanvraag:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 2.49 Vervallen

 

Artikel 2.50 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.51 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.52 Geen teruggaaf legesdeel milieubelastende activiteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op milieubelastende activiteiten genoemd in paragraaf 2.11.

 

Artikel 2.53 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 261,- wordt niet teruggegeven.

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS

 

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet

€ 266,00

b.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 130,00

c.

een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning op grond van de Alcoholwet

€ 198,00

d.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 130,00

e.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:34d van de Algemeen plaatselijke verordening Noordoostpolder

€ 130,00

 

Paragraaf 3.2 Winkeltijdenwet

Artikel 3.2 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 28,50

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 28,50

 

Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.3 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

Aandachts-evenement (B) in de “Regionale Handreiking Evenementenveiligheid” van Veiligheidsregio Flevoland

€ 143,75

b.

voor overige evenementen

€ 29,45

 

 

 

 

Paragraaf 3.4 Standplaatsen

Artikel 3.4 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op een markt als bedoeld in artikel 5.1.3 eerste lid van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 28,95

b.

het verkrijgen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5.2.1 derde lid van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 28,95

 

Paragraaf 3.5 Kinderopvang

Artikel 3.5 Kinderopvang

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45, eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (KDV/BSO/GOB)

€ 444,80

b.

het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang

€ 111,15

 

Paragraaf 3.6 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.6 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 106,90

 

Behorende bij raadsbesluit van 11 november 2024, de griffier

 

Bijlage: Overzicht bouwkosten ten behoeve van de berekening van de bouwleges behorende bij de tarieventabel legesverordening 2025

 

prijs

eenheid

Woningen

 

 

Woningen in een rij

291

m3

Geschakelde woningen/2-1 kapwoningen

297

m3

Vrijstaande woningen (systeemwoning)

320

m3

Vrijstaande woningen (individueel ontwerp)

358

m3

Appartementen eenvoudig

366

m3

Appartementen luxe

420

m3

recreatiewoning

297

m3

 

Woninguitbreidingen en verbouwingen

 

 

Vergroten woonruimte

430

m3

Veranderen woonruimte intern

180

m3

Aanbouwen berging/garage

170

m3

Kelder

299

m3

Serre (woonruimte)

95

m3

Dakkapel

1528

m1

Veranderen buitengevel

806

m2

Verbeteren buitengevel

701

m2

Dakconstructie

180

m3

Spouwmuur

180

m3

Vloer beton (begane grond, verdieping, zolder etc)

180

m3

Renovatie woning naar label A

270

m3

Renovatie woning naar label A++

303

m3

Dakopbouw

396

m3

 

Bijgebouwen

 

 

Berging met plat dak

183

m3

Berging met kapconstructie

138

m3

Garage met plat dak

180

m3

Garage met kapconstructie

161

m3

Vergroten berging plat dak

162

m3

Vergroten berging kapconstructie

148

m3

Vergroten garage plat dak

160

m3

Vergroten garage kapconstructie

143

m3

Carport

76

m3

Tuinhuisje (prefab)

88

m3

 

Tuin- en straatmeubilair

 

 

Houten schutting

44

m2

Gemetselde muur < 1,80 meter

93

m2

Schutting, metselwerk met hout

71

m2

Gemetselde muur > 1,80 meter

95

m2

Gaashekwerk

44

m2

 

Bedrijfsgebouwen

 

 

Bedrijfshal < 2500 m²

50

m3

Bedrijfshal > 2500 m²

35

m3

Toeslag kantoor tegen bedrijfshal

95

m3

Toeslag kantoor inpandig in bedrijfshal

178

m2

Kantoor vrijstaand

330

m3

 

Agrarisch

 

 

Geïsoleerde stal (pluimvee)

45

m3

Sterk geventileerde stal (vee)

25

m3

Tuinbouwkas (onverwarmd)

9

m3

Tuinbouwkas (verwarmd)

29

m3

Werktuigenloods

44

m3

Opslagloods

40

m3

Paardenstal

64

m3

Mestkelder

56

m3

Mestsilo (deels)bovengronds van staal/hout systeembouw

39

m3

Sleufsilo

130

m2

 

Overige gebouwen

 

 

Gezondheidscentrum

392

m3

Woonzorgcentrum

432

m3

Multifunctionele accommodatie

252

m3

Café/restaurant

217

m3

Hotel/motel

510

m3

School (basis/brede)

252

m3

Sporthal

235

m3

Clubhuis (kantine + kleedlokalen)

228

m3

Supermarkt

376

m3

Autogarage met showroom

152

m3

Winkels

220

m3

 

Bouwwerken in water

 

 

Steigers

100

m2

Beschoeiing

200

m1

 

Overig

 

 

Parkeerkelder onder gebouw

240

m3

Parkeerkelder geheel ondergronds

295

m3

Brug (fiets en voetgangers)

1925

m2

Brug (auto's)

3560

m2

 

De Griffier,

Naar boven