Gemeenteblad van Delft
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Delft | Gemeenteblad 2024, 486575 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Delft | Gemeenteblad 2024, 486575 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2025
De raad van de gemeente Delft,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2024,
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet,
gezien het advies van de commissie Economie, Financiën en Bestuur,
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2025
Artikel 1. Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht
Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt de persoon die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat deze persoon op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5. Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water dat wordt afgevoerd wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Als de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht voor het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht voor het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € [...].
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal 10 termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijn telkens een maand later.
De Verordening rioolheffing Delft 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, maar zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
bij de Verordening rioolheffing Delft 2025
Actualisering Verordening rioolheffing
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een nieuwe versie van de modelverordening voor de rioolheffing beschikbaar gesteld. De Delftse verordening is in lijn met deze nieuwe modelverordening geactualiseerd. Het gaat vooral om redactionele wijzigingen in de tekst van de verordening, want het beleid en de uitvoering in Delft sluit al aan bij de uitgangspunten van de nieuwe modelverordening. In de voorbereiding heeft de RBG een uitgebreide controle gedaan op de objectregistratie voor de rioolheffing. Naar verwachting zal in ongeveer 100 situaties een nieuwe belastingplicht ontstaan als gevolg van de controle. De betrokkenen zullen hierover schriftelijk vooraf worden geïnformeerd door de RBG.
Het uitgangspunt is dat de rioolheffing volledig kostendekkend is en conform het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Bijkomend zijn er nog kosten van (gedeeltelijk) schoonmaak, kwijtschelding, BTW, de perceptiekosten voor belastingen, overhead en een percentage oninbaarheid die aan de rioolheffing worden toegerekend. Voor de nieuwe tarieven zijn de toerekenbare kosten en de aantallen huishoudens geactualiseerd. De tariefontwikkeling wordt voor een deel gedempt doordat de kosten voor € 800.000 worden gedekt uit de voorziening. In 2024 is dit voor het eerst gedaan voor een bedrag van € 1.000.000. Dit bedrag loopt jaarlijks met € 200.000 terug. Dit betekent dat in 2025 € 200.000 meer wordt toegerekend aan de tarieven in vergelijking met 2024. Verder is de dotatie aan de voorziening voor vervanging met 2,2% geïndexeerd en zijn de schoonmaakkosten gestegen. In het collegevoorstel voor 2025 worden de tarieven verhoogd met 5,5%. De kostendekkendheid van de rioolheffing komt hiermee op 94,80%. Zonder de dekking van € 800.000 uit de voorziening zou dit 100% zijn.
De opbrengsten van de rioolheffing zijn gebonden aan besteding voor die specifieke taken en mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. Het uitgangspunt in Delft is om alle kosten die voor doorberekening in aanmerking komen ook door te berekenen in de tarieven. In afwijking hiervan zijn de kosten voor oninbaarheid voor 70% doorberekend. De reden hiervoor is dat deze betrekking hebben op een periode van vijf jaar, waarbij op dit moment een licht dalende trend zichtbaar is bij de oninbaarheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-486575.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.