HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
|
Tarief 2025
|
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
|
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
|
|
|
a.
|
op maandag tot en met donderdag
|
€ 503,05
|
|
b.
|
op vrijdag
|
€ 690,85
|
|
c.
|
op zaterdag
|
€ 1.245,35
|
|
d.
|
op zon- en algemeen erkende feestdagen
|
€ 2.321,50
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor een eenvoudige huwelijksvoltrekking door een ambtenaar van de publieksbalie in het Stadskantoor:
|
€ 225,00
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:
|
|
a.
|
op maandag tot en met donderdag
|
€ 503,05
|
b.
|
op vrijdag
|
€ 690,85
|
c.
|
op zaterdag
|
€ 1.245,35
|
d.
|
op zon- en algemeen erkende feestdagen
|
€ 2.321,50
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
|
€ 428,20
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek
|
€ 428,20
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige
|
€ 22,35
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum
|
Het tarief bedraagt voor het annuleren of verzetten van een reeds gereserveerde huwelijksvoltrekking, registratie van partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
|
€ 108,50
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje, carillonspel Nieuwe Kerk
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
a.
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering
|
€ 23,25
|
b.
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering
|
€ 48,10
|
c.
|
voor een gekalligrafeerde versie van het trouwboekje of partnerschapboekje wordt het tarief verhoogd met
|
€ 28,60
|
d.
|
carillonspel Nieuwe Kerk bij aankomst en vertrek
|
€ 123,95
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
|
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een nationaal paspoort:
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 83,85
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 63,40
|
b.
|
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 83,85
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 63,40
|
c.
|
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 83,85
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 63,40
|
d.
|
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€ 63,40
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 75,80
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 40,90
|
b.
|
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon
|
€ 36,90
|
Artikel 1.11 Modaliteiten
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a.
|
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:
|
€ 57,05
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
|
Artikel 1.12 Rijbewijzen
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€ 51,10
|
Artikel 1.13 Modaliteiten
|
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€ 39,65
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
|
Artikel 1.14 Definities
|
1.
|
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.
|
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
|
€ 11,50
|
b.
|
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:
|
|
|
1.
|
voor 100 verstrekkingen
|
€ 983,00
|
|
2.
|
voor 500 verstrekkingen
|
€ 3.796,90
|
|
3.
|
voor 1.000 verstrekkingen
|
€ 5.997,55
|
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van gegevens langs geautomatiseerde weg
|
|
|
1.
|
per persoon
|
€ 0,30
|
|
2.
|
met een minimum van
|
€ 178,85
|
b.
|
tot het verstrekken van gegevens per tape
|
|
|
1.
|
per persoon
|
€ 0,05
|
|
2.
|
met een minimum van
|
€ 28,20
|
c.
|
tot het verstrekken van gegevens per plaketiket
|
|
|
1.
|
per persoon
|
€ 0,05
|
|
2.
|
met een minimum van
|
€ 28,20
|
d.
|
tot het verstrekken van gegevens per fax
|
|
|
1.
|
per eerste 3 vellen A4
|
€ 2,15
|
|
2.
|
per ieder volgend vel A4
|
€ 0,70
|
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking
|
Gereserveerd
|
Artikel 1.18 Op verzoek doornemen basisregistratie personen
|
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de basisregistratie personen, per ieder daaraan besteed uur
|
€ 72,05
|
Paragraaf 1.5
Bestuursstukken
|
Artikel 1.19 Afschriften van
bestuursstukken
|
Gereserveerd
|
Artikel 1.20 Abonnement op
bestuursstukken
|
Gereserveerd
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
|
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie
|
Het tarief bedraagt voor:
|
|
a.
|
het verlenen van inzage of schriftelijke informatie in stukken betreffende een bestaand bouwwerk, bestemmingsplan of bouwvoorschriften voor elk bouwwerk, indien gewenst, inclusief mondelinge bouwkundige toelichting per ½ uur of deel daarvan benodigd voor het leveren van deze informatie (exclusief kosten kopieerwerk):
|
€ 45,50
|
b.
|
Leges als bedoeld onder a. zijn niet verschuldigd bij inzage voor wetenschappelijk onderzoek door een student, die een geldige collegekaart op eigen naam toont.
|
€ 0,00
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers
|
Gereserveerd
|
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden
|
Gereserveerd
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
|
Artikel 1.24 Gemeentegarantie
|
Gereserveerd
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
a.
|
tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand: het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
|
|
b.
|
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn
|
€ 11,50
|
c.
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
|
€ 11,50
|
d.
|
tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of stuk
|
€ 11,50
|
e.
|
tot het verstrekken van een ambtelijke verklaring
|
€ 11,50
|
f.
|
tot het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag: het tarief zoals dat is opgenomen in de "Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden".
|
|
g.
|
tot het verkrijgen van een besluit van de burgemeester als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging
|
€ 57,65
|
h.
|
tot het verkrijgen van een zogenaamd laissez-passer voor lijken als bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst inzake het vervoer van lijken, Straatsburg 26-10-1973, Trb, 1975, 95
|
€ 31,35
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
|
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief
|
Gereserveerd
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief
|
Gereserveerd
|
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden
|
Gereserveerd
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
|
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014
|
€ 69,55
|
|
b.
|
een voorrangsverklaring (urgentie) op grond van de huisvestingsverordening
|
€ 74,40
|
|
c.
|
om verlenging van de onder b. genoemde verklaring:
|
€ 37,10
|
2.
|
Het tarief genoemd onder b. wordt niet geheven van degene, die als gevolg van door de overheid getroffen maatregelen verplicht wordt naar een andere woongelegenheid te verhuizen.
|
|
Artikel 1.30 Leegstandswet
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 69,00
|
|
b.
|
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet
|
€ 34,45
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
|
a.
|
voor één speelautomaat, vergunning voor onbepaalde tijd
|
€ 226,50
|
|
b.
|
voor twee speelautomaten, vergunning voor onbepaalde tijd
|
€ 362,00
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning)
|
€ 89,45
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming op grond van Hoofdstuk III van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Delft 2015:
|
|
|
a.
|
van 0 tot en met 10 strekkende meter sleuf
|
€ 89,55
|
|
b.
|
van 10 tot en met 100 strekkende meter sleuf
|
€ 515,70
|
|
c.
|
van 100 tot en met 500 strekkende meter sleuf
|
€ 798,15
|
|
d.
|
van 500 tot en met 1000 strekkende meter sleuf
|
€ 1.325,15
|
|
e.
|
van 1000 strekkende meter sleuf en meer
|
€ 2.634,60
|
2.
|
Het tarief wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.
|
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het houden van vooroverleg, eventueel gecombineerd met de afhandeling van een verzoek tot bezichtiging, om een indicatie te krijgen van de mogelijkheden voor medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor het plaatsen van small cells als bedoeld in artikel 5c.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:
|
€ 457,80
|
4.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot medegebruik van publieke infrastructuur van de gemeente voor de plaatsing van small cells als bedoeld in artikel 5c 2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:
|
€ 457,80
|
|
a.
|
en voor medegebruik van 1 tot en met 20 gemeentelijke objecten per object:
|
€ 171,65
|
|
b.
|
en voor medegebruik van 21 en meer gemeentelijke objecten per object:
|
€ 114,40
|
5
|
Als het verzoek bedoeld in onderdeel 1.32, vierde lid is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 1.32, derde lid, bestaat aanspraak op teruggaaf van:
|
100,00%
|
|
van de voor het vooroverleg geheven leges als het verzoek:
|
|
|
a. hetzelfde medegebruik betreft als waarop het vooroverleg betrekking had;
b. in overeenstemming is met de uitkomsten van het vooroverleg en
c. is gedaan binnen 12 weken na het laatste vooroverleg.
|
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de Beleidsregels ontheffingen RVV Delft:
|
|
|
a.
|
op grond van artikel 4.2, 4.3, 4.4 of 4.5 van deze beleidsregels voor zover de ontheffing geldig is op één dag:
|
€ 36,95
|
|
b.
|
op grond van artikel 4.2, 4.3, 4.4 of 4.5 van deze beleidsregels voor zover de ontheffing geldig is langer dan één dag:
|
€ 88,80
|
|
c.
|
op grond van artikel 5 lid 1 van deze beleidsregels
|
|
|
d.
|
op grond van artikel 5 lid 2 van deze beleidsregels:
|
€ 144,50
|
|
e.
|
op grond van artikel 6 lid 1 en 2 van deze beleidsregels:
|
€ 101,20
|
|
f.
|
voor overige ontheffingen:
|
€ 141,05
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de Beleidsregels Ontheffingverlening Autoluwplus
|
|
|
a.
|
op grond van artikel 5 lid 5 en artikel 7 lid 1 en 2 van deze Beleidsregels:
|
€ 101,20
|
|
b.
|
op grond van artikel 5 lid 1 en artikel 7 lid 6 van deze Beleidsregels:
|
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) of de Regeling gehandicaptenparkeerkaart of de Regionale gehandicaptenparkeerregeling:
|
|
|
a.
|
voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij medisch- of dossieronderzoek noodzakelijk is:
|
€ 259,20
|
|
b.
|
Vervallen
|
|
|
c.
|
voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij geen medisch- of dossieronderzoek noodzakelijk is:
|
€ 71,95
|
|
d.
|
in geval van vervanging van de gehandicaptenparkeerkaart:
|
€ 14,20
|
4.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Perkeerverordening Delft 2020
|
|
|
a.
|
op grond van artikel 3 lid 3 onder:
a (bewonersvergunning);
b (bedrijfsvergunning);
c (bezoekersvergunning bewoners);
d (bezoekersvergunning bedrijven);
e (zorgverlenersvergunning);
h.(overall parkeervergunning);
i (functionele vergunning);
j (autodeelvergunning);
l (verenigingenvergunning);
m (verhuisvergunning);
n (bezoekersvergunning verhuizen)
van deze verordening:
|
€ 6,05
|
|
b.
|
op grond van artikel 7 lid 3 van deze verordening:
|
€ 10,75
|
5.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
|
|
|
a.
|
het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij een woon- of werkadres:
|
€ 330,30
|
|
b.
|
het wijzigen van de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats:
|
€ 234,65
|
|
c.
|
het verwerken van de wijziging van een kenteken:
|
€ 85,30
|
|
d.
|
het verwerken van de wijziging van venstertijden:
|
€ 210,35
|
|
e.
|
het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op openbaar toegankelijk eigen terrein:
|
€ 122,65
|
|
f.
|
het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op een locatie die al als zodanig is ingericht:
|
€ 227,10
|
|
g.
|
Indien de aanvraag onder a. t/m f. wordt geweigerd bedraagt het tarief:
|
€ 0,00
|
6.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van het aanleggen van een gereserveerde deelautoparkeerplaats:
|
€ 1.362,10
|
7.
|
Het onttrekken van een weg of weggedeelte aan het openbaar verkeer als bedoeld in artikel 11 van de Wegenwet:
|
€ 1.840,05
|
8.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing milieuzonering volgens de Beleidsregels ontheffingverlening milieuzone Delft 2020
|
|
|
a.
|
voor een dagontheffing volgens artikel 6:
|
€ 29,55
|
|
b.
|
voor een langdurige ontheffing volgens artikel 7:
|
€ 141,05
|
Paragraaf 1.10 Diversen
|
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per afschrift.
|
€ 6,35
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van afschriften, gedrukte stukken, fotokopieën, doorslagen en dergelijke, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,
|
|
|
a.
|
per pagina formaat A4
|
€ 0,30
|
|
b.
|
per pagina formaat A4 in kleur
|
€ 0,70
|
|
c.
|
per pagina formaat A3
|
€ 0,50
|
|
d.
|
per pagina formaat A2
|
€ 9,55
|
|
e.
|
per pagina formaat A1
|
€ 10,65
|
|
f.
|
per pagina formaat A0
|
€ 11,85
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gunstige of niet geheel afwijzende beschikking op een verzoekschrift, een vergunning, dan wel een ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per beschikking, vergunning of stuk
|
€ 6,35
|
4.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een verklaring in verband met onderhoudswerkzaamheden aan monumenten
|
€ 179,10
|
Artikel 1.35 Verordening openbaar gemeentewater Delft (VOGD)
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de VOGD (het bevaren van openbaar gemeentewater):
|
€ 113,45
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5 lid 2 van de VOGD (maximum snelheid):
|
€ 113,45
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 6 lid 2 van de VOGD 9ontheffing afmeerverbod):
|
|
|
a.
|
voor een recreatief schip als bedoeld in artikel 9
|
€ 90,75
|
|
b.
|
voor een schip langer dan 12 meter als bedoeld in artikel 10
|
€ 90,75
|
|
c.
|
voor een dekschuit als bedoeld in artikel 12
|
€ 113,45
|
|
d.
|
voor een terrasboot als bedoeld in artikel 13
|
€ 262,75
|
|
e.
|
voor een terrasboot als bedoeld in artikel 14
|
€ 113,45
|
|
f.
|
voor een woonschip als bedoeld in artikel 15
|
€ 519,70
|
|
g.
|
voor een woonschip als bedoeld in artikel 15- overname
|
€ 181,55
|
4.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 8 lid 4 van de VOGD (algemene afmeerregels):
|
€ 116,55
|
5.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 16 lid 2 van de VOGD (exploitatie vaartuigen):
|
€ 158,25
|
6.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 17 lid 2 van de VOGD (niet toegestane handelingen):
|
|
|
a.
|
om te baggeren, te dreggen, of te steken in de waterbodem als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub a
|
€ 158,25
|
|
b.
|
om veranderingen te brengen in of aan kaden, bermen, groenstroken, beschoeiingen, glooiingen, jaagpaden, ed., in eigendom van of beheer bij de gemeente, grenzend aan openbaar gemeentewater als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub b
|
€ 158,25
|
|
c.
|
om in, of langs of boven openbaar gemeentewater een aanleg-, los- of laadplaats, paal, damwand, trap, stoep, steiger, voetpad, oprit, leuning, ed. te maken, te hebben, te veranderen of op te ruimen als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub c
|
€ 125,40
|
|
d.
|
om schade toe te brengen aan de vegetatie op, of in het water of aan de kademuren als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub j
|
€ 179,10
|
7.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 2 van de VOGD (voorwerp over of boven gemeentewater):
|
€ 113,45
|
Artikel 1.36 APV vergunningen
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
|
|
|
a.
|
het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5.16 van de Algemene plaatselijke verordening voor een reguliere standplaats voor maximaal 5 jaar op gemeentegrond
|
€ 314,25
|
|
b.
|
het verkrijgen van een vergunning voor een reguliere standplaats als bedoeld in artikel 5.16 op niet-gemeentegrond
|
€ 342,75
|
|
c.
|
het verkrijgen van een vergunning voor een tijdelijke standplaats als bedoeld in artikel 5.16 ten behoeve van de verkoop van oliebollen, kerstbomen of andere activiteiten:
|
€ 168,35
|
|
d.
|
het verkrijgen van een ontheffing voor het aanleggen, stoken of hebben van een vuur op grond van artikel 5.24, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft
|
€ 30,15
|
|
e.
|
het verkrijgen van een vergunning voor deeltweewielers zoals bedoeld in artikel 2.7a van de Algemene plaatselijke verordening Delft:
|
€ 1.183,20
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding dan wel een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor Delf voor enig ander vergunning- of ontheffingplichtig feit, niet vallend onder een specifiek artikel van deze tabel:
|
€ 115,80
|
3.
|
Het tarief als bedoeld in dit artikel wordt, indien de aanvraag wordt ingediend nadat de voorziening is uitgevoerd of activiteit is gestart verhoogd met:
|
50,00%
|
Artikel 1.37 Huisnummering
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om intrekking, wijziging of afgifte van één of meer huisnummer(s), per huisnummer
|
€ 215,10
|
2.
|
Indien het verzoek meer dan 10 huisnummers betreft, bedraagt het tarief
|
€ 2.148,35
|
Artikel 1.38 Milieuvergunningen
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een
|
|
|
a.
|
ontheffing afvalwater niet-inrichtingen als bedoeld in artikel 10.63 van de Wet Milieubeheer
|
€ 140,30
|
|
b.
|
ontheffing route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
|
€ 347,05
|
Artikel 1.39 Ontheffingen van de nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van het verbod om toegang te hebben tot de nul-emissiezone, bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, bij het Centraal Loket:
|
|
|
a.
|
voor een dagonheffing als bedoeld in paragraaf 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 30,00
|
|
b.
|
voor een langdurige ontheffing als bedoeld in paragraaf 1 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s, bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 100,00
|
|
c.
|
voor een langdurige ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 60,00
|
|
d.
|
voor een ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden, bedoeld in artikel 12 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 250,00
|
|
e.
|
voor een ontheffing op grond van de afwijkingsmogelijkheid, bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 250,00
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing van het verbod om toegang te hebben tot de nul-emissiezone, bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, bij het college van burgemeester en wethouders van Delft:
|
|
|
a.
|
voor een dagontheffing als bedoeld in paragraaf 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 30,00
|
|
b.
|
voor een langdurige ontheffing als bedoeld in paragraaf 1 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s, bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 100,00
|
|
c.
|
voor een langdurige ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 60,00
|
|
d.
|
voor een ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden, bedoeld in artikel 12 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 250,00
|
|
e.
|
voor een ontheffing op grond van de afwijkingsmogelijkheid, bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone Delft 2025:
|
€ 250,00
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
Tarief 2025
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
-
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
-
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, per overleg:
|
|
|
a.
|
als de activiteit betreft het verbouwen van een bestaande woning, en/of (ver)bouw van een bouwwerk op het bijbehorende erf:
|
€ 179,90
|
|
b.
|
voor alle overige activiteiten:
|
€ 257,00
|
2.
|
Indien in geval van activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub b, sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit zonder vereist advies van de gemeenteraad, wordt het tarief bij elk vervolgoverleg verhoogd met:
|
€ 514,00
|
3.
|
Indien in geval van activiteiten als bedoeld onder lid 1 sub b, sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met een vereist advies van de gemeenteraad, wordt het tarief bij elk vervolgoverleg verhoogd met:
|
€ 1.542,00
|
4.
|
Onverminderd het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om informeel overleg of formeel vooroverleg met de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit, per overleg:
|
€ 205,60
|
5.
|
Als omgevingsoverleg is aangevraagd voor activiteiten waarvoor geen vergunningplicht geldt worden hiervoor geen leges geheven.
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:
|
1,29%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 109,35
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:
|
1,22%
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 35,00
|
c.
|
indien de bouwkosten € 250.000 tot € 750.000 bedragen:
|
1,15%
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 210,00
|
d.
|
indien de bouwkosten € 750.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
1,08%
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 735,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
1,06%
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 935,00
|
f.
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 20.000.000 bedragen:
|
0,82%
|
|
van de bouwkosten vermeerderd met:
|
€ 12.935,00
|
g.
|
indien de bouwkosten € 20.000.000 of meer bedragen:
|
0,56%
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 64.935,00
|
|
met een maximum van:
|
€ 230.397,60
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:
|
1,94%
|
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 350,00
|
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen:
|
1,82%
|
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 60,00
|
|
c.
|
indien de bouwkosten € 250.000 tot € 750.000 bedragen:
|
1,72%
|
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 310,00
|
|
d.
|
indien de bouwkosten € 750.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
1,61%
|
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 1.135,00
|
|
e.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
1,60%
|
|
|
van de bouwkosten vermeerderd met:
|
€ 1.235,00
|
|
f.
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 20.000.000 bedragen:
|
1,22%
|
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 20.235,00
|
|
g.
|
indien de bouwkosten € 20.000.000 of meer bedragen:
|
0,84%
|
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 96.235,00
|
2.
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een buitenplanse activiteit betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met, afhankelijk van de bouwsom:
|
|
|
1.
|
bij bouwkosten tot € 100.000:
|
€ 282,30
|
|
2.
|
bij bouwkosten van € 100.0000 tot € 300.000:
|
€ 750,00
|
|
3.
|
bij bouwkosten van € 300.000 tot € 1.000.000:
|
€ 2.500,00
|
|
4.
|
bij bouwkosten van € € 1.000.000 tot € 20.000.000:
|
€ 7.500,00
|
|
5.
|
bij bouwkosten van € 20.000.000 of meer:
|
€ 10.000,00
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 569,50
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit of rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
1,30%
|
|
|
1°
|
van de sloop- en bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 163,55
|
|
|
2°
|
met een maximum van:
|
€ 163.371,45
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: van de sloopkosten
|
1,50%
|
|
a.
|
met een minimum van:
|
€ 163,55
|
|
b.
|
en een maximum van:
|
€ 163.371,45
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
Gereserveerd artikel 2.12 t/m 2.20
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
Gereserveerd artikel 2.21 t/m 2.22
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg of spoorweg
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 580,40
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 580,40
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 1 van de Bomenverordening Delft 2013 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 144,75
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:
|
€ 129,55
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 97,65
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 97,65
|
|
c.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, of b, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 97,65
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
a.
|
als de omgevingsvergunning is aangevraagd voor 1 januari 2024: 60% van het opgelegde legesbedrag;
|
|
|
b.
|
als de omgevingsvergunning is aangevraagdop of na 1 januari 2024: het bedrag dat is opgelegd op grond van artikel 2.6
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
Bij een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is afdeling 3.6 Omgevingswet (kostenverhaal) van toepassing.
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 577,15
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
|
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10%
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
€ 514,00
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 328,85
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 114,30
|
c.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 328,85
|
Artikel 2.50 Advies
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 328,85
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Adviescommissie Omgevingskwaliteit 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
€ 328,85
|
|
c.
|
voor een verplicht advies van de agrarische commissie indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is:
|
€ 328,85
|
|
d.
|
voor een archeologisch advies wanneer geen archeologisch bodemrapport is ingediend:
|
€ 328,85
|
|
e.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
c.
|
binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
3.
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:
|
€ 112,40
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:
|
|
a.
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
1%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
2%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
4%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100%.
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
1.
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
75%.
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
2.
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning verleent, bestaat aanspraak op gedeeltelijke teruggaaf van de leges van eerdere aanvragen voor dezelfde activiteit(en) die eerder buiten behandeling zijn gesteld of ingetrokken. De aanvraag voor de verleende omgevingsvergunning dient te zijn ingediend binnen één jaar nadat de eerdere aanvragen buiten behandeling zijn gesteld. Bij berekening van de teruggaaf wordt rekening gehouden met de eerder verleende teruggaaf volgens deze paragraaf.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt onder verrekening van eerdere teruggaaf: van de voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:
|
90%
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
indien de aanvraag langs digitale weg wordt ingetrokken binnen 24 uur nadat deze digitaal is ingediend: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
|
100%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat de brief is verstuurd waarin staat dat de aanvraag volledig is en in behandeling is genomen van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit de vergunning te verlenen of te weigeren is verzonden van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
d.
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning verleent, bestaat aanspraak op gedeeltelijke teruggaaf van de leges van eerdere aanvragen voor dezelfde activiteit(en) die eerder buiten behandeling zijn gesteld of ingetrokken. De aanvraag voor de verleende omgevingsvergunning dient te zijn ingediend binnen één jaar nadat de eerdere aanvragen buiten behandeling zijn gesteld. Bij berekening van de teruggaaf wordt rekening gehouden met de eerder verleende teruggaaf volgens deze paragraaf.
|
|
|
De teruggaaf bedraagt onder verrekening van eerdere teruggaaf: van de voor de betreffende activiteit verschuldigde leges:
|
90%
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. De teruggaaf bedraagt in dit geval:
|
75%
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag
|
1.
|
Bij teruggaaf blijft tenminste verschuldigd een bedrag van:
|
€ 112,40
|
2.
|
Lid 1 is niet van toepassing bij de teruggaaf volgensartikel 2.54, artikel 2.56 onder a. en artikel 2.57 onder a.
|
|