Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden 2025

De raad van de gemeente Zwartewaterland;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2024;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig- en kadegelden 2025

(Verordening havengelden 2025)

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Haven:

door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen openbaar water tot ligplaats voor vaartuigen geschikt en in eigendom of beheer bij de gemeente;

Havengeld:

het recht dat geheven wordt voor het gebruik met vaartuigen van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, alsmede van de bij dat water behorende en voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen;

Havenmeester:

het hoofd van de afdeling Beheer Openbare Ruimte of diegene die namens hem optreedt;

Kade:

kaden langs openbaar water in eigendom of beheer van de gemeente;

Kadegeld:

het recht dat geheven wordt voor het in gebruik nemen en hebben van kaden die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door daarop goederen, materialen en/of voorwerpen, van welke aard ook, te plaatsen, te leggen of te hebben.

Lengte:

de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

Liggeld:

het recht dat geheven wordt voor het gebruik van een ligplaats door pleziervaartuigen;

Ligplaats:

een gecreëerde gelegenheid om met een vaartuig, een pleziervaartuig of een woonschip aan te leggen;

Particuliere kade:

kade niet in eigendom of beheer zijnde bij de gemeente;

Passagiersschip

vaartuigen die worden gebezigd als showruimte of worden gebruikt voor het vervoer/ verblijf van gezelschappen (show, rondvaart, theaterschepen).

Passant:

de schipper aan wie geen vaste verblijfplaats is toegewezen;

Pleziervaartuig:

een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet- bedrijfsmatige, d.w.z. sportieve, recreatieve of vakantie doeleinden;

Openbaar water:

alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk is;

Oppervlakte:

het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig of pleziervaartuig behorende meetbrief;

Schipper:

degene die over een vaartuig of pleziervaartuig het gezag heeft of degene die hem vervangt of als zodanig;

Vaartuigen:

alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, pontons of materieel van soortgelijke aard, glijboten en ponten;

Voorzieningen:

de aanwezigheid van een toilet en/of douche gelegenheid, water- en elektriciteit aansluitingen en een ontvangstpunt voor afvalwater;

Waterverplaatsing:

de waterverplaatsing van het vaartuig volgens de geldige meetbrief;

Woonschip:

een vaartuig uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebezigd of tot woning bestemd;

1 dag:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 0.00 uur;

7,14 dagen:

een aaneengesloten tijdvak van respectievelijk 7, 14 dagen;

1 overnachting:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 16.00 uur;

7 overnachtingen:

een aaneengesloten tijdvak van 7 overnachtingen;

Maand:

een kalendermaand;

Seizoen:

het tijdvak van 1 april tot en met 31 maart;

Jaar:

een kalenderjaar.

Artikel 2 Eenheden

Een gedeelte van een jaar, kwartaal, maand, week, dag, m3, m2 en m wordt, voor zover daarvan niet is afgeweken in deze verordening, als een geheel beschouwd.

Artikel 3 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘havengeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik met vaartuigen van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, alsmede van de bij dat water behorende en voor de scheepvaart bestemde gemeentelijke werken en voorzieningen.

  • 2.

    Onder de naam ‘kadegeld’ wordt een recht geheven wegens het gebruik van kaden die eigendom van de gemeente zijn of die voor rekening van de gemeente worden onderhouden door daarop goederen, materialen en/of voorwerpen, van welke aard ook, te plaatsen, te leggen of te hebben.

  • 3.

    Onder de naam ‘liggeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik met een pleziervaartuig, passagiersvaartuig of woonschip van een ligplaats.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig voor het havengeld en liggeld is de gezagvoerder, schipper, reder, eigenaar, gebruiker dan wel beheerder van het vaartuig.

  • 2.

    Het havengeld en liggeld is verschuldigd zodra een ligplaats wordt gebruikt hetgeen de retributie plichtige zo spoedig mogelijk aangeeft bij de havenmeester.

  • 3.

    Het kadegeld wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, het gebruik heeft als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het haven-, lig- en kadegeld wordt geheven naar het tarief opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag, een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het haven-, lig- en kadegeld worden betaald:

    • a.

      op het moment van uitreiken van de gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur of in geval van toezending daarvan voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld.

    • b.

      in geval van toezending van een aanslag, voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het haven-, lig- en kadegeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Beëindiging of wijziging ligplaats

  • 1.

    Wanneer in de loop van het seizoen geen gebruik meer wordt gemaakt van een vaste ligplaats, vindt er geen restitutie van reeds opgelegde liggelden plaats met betrekking tot de nog resterende periode.

  • 2.

    Bij koop/verkoop van een pleziervaartuig dient dit te worden doorgegeven aan de gemeente c.q. de havenmeester. Een ligplaats is aan deze koop/verkoop niet gekoppeld.

  • 3.

    Wanneer in de loop van het jaar verandering van een ligplaats plaatsvindt, wordt een evenredig deel over elke ligplaats in rekening gebracht.

  • 4.

    De ligplaats wordt opnieuw ingemeten wanneer de palen (opnieuw) worden geplaatst en/of vervangen. De nieuwe afmeting wordt in het daaropvolgende belastingtijdvak als grondslag voor de heffingsmaatstaf genomen. Er vindt geen correctie plaats over voorgaande tijdvakken.

Artikel 10 Vrijstellingen

Geen liggeld is verschuldigd voor:

  • a.

    vaartuigen in dienst van de gemeente;

  • b.

    vaartuigen van de Koninklijke Marine;

  • c.

    vaartuigen in dienst van rijk en/ of provincie;

  • d.

    bootjes of sloepen tot een vaartuig behorende en daaraan met een vanglijn verbonden;

  • e.

    vaartuigen die de wateren niet kunnen verlaten wegens stremming van het scheepvaartverkeer en/ of invriezing.

  • f.

    vaartuigen, welke uitsluitend voor kleine reparaties of onderhoud niet langer dan een week in de gemeente verblijven.

  • g.

    hospitaalschepen in gebruik als vakantieschepen ten behoeve van zieken- en gehandicapten (ziekengastschepen).

Artikel 11 Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2024” van de gemeente Zwartewaterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de 1e dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening havengelden 2025".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Zwartewaterland van 14 november 2024.

de griffier,

ing. H.W. Schotanus – Schutte

de voorzitter,

ing. E.J. Bilder

Tarieventabel 2025 behorende bij de ‘Verordening havengelden 2025’

Soort vaartuig

Heffings maatstaf

Eenheid

Termijn

Tarief

incl. BTW

21%

Tarief

excl. BTW

Havengelden (goederen laden en/of lossen)

 

Vaartuigen

 

 

Laadvermogen

 

 

tonnage

 

 

7 dagen

€ 0,23

€ 0,19

1 maand

€ 0,71

€ 0,59

1 jaar

€ 6,59

€ 5,45

Vaartuigen met deellading

 

Half laadvermogen

 

tonnage

 

7 dagen

€ 0,23

€ 0,19

1 maand

€ 0,71

€ 0,59

1 jaar

€ 6,59

€ 5,45

 

 

 

Kadegeld

 

 

 

Kadegeld

Oppervlakte

m2

1 dag

€ 0,36

€ 0,30

Kadegeld

Oppervlakte

m2

1 week

€ 1,54

€ 1,27

 

 

Liggelden

 

 

Pleziervaartuigen passanten met voorzieningen **

 

periode 01/04 - 01/10

Lengte

m1

1 dag

€ 1,33

€ 1,10

periode 01/10 - 01/04

Lengte

m1

1 dag

€ 0,82

€ 0,68

 

 

Pleziervaartuigen passanten zonder voorzieningen **

 

gehele jaar

Lengte

m1

1 dag

€ 0,82

€ 0,68

 

 

Passagiersschepen

Lengte

m1

1 dag

€ 0,82

€ 0,68

 

 

 

Aantoonbaar h istorische plezier vaartuigen ** die zijn ingeschreven in het register LVBHB

Lengte

m1

1 dag

50% korting op liggelden

Schepen die aantoonbaar historisch liggen met evenementen en de dag ervoor en erna

 

 

 

gratis

 

 

Kern Genemuiden **

 

Ligplaats drijvende steigers A, B, C, D en H met zijsteiger

Oppervlakte

m2

1 seizoen

€ 31,85

€ 26,32

Ligplaats drijvende steigers A, B, C, D en H zonder zijsteiger

Oppervlakte

m2

1 seizoen

€ 27,87

€ 23,03

Ligplaats vaste wal steigers I11 t/m I52 en kadeplaatsen steigers A, B, C en D en ligplaats H00

Oppervlakte

m2

1 seizoen

€ 23,87

€ 19,73

Ligplaats drijvende steiger Ea

 

vast

1 seizoen

€ 119,38

€ 98,66

Ligplaats drijvende steiger Eb en Ec

vast

1 seizoen

€ 111,43

€ 92,09

Ligplaats vaste wal steigers F, G, K, L, I01 t/m I10 en kadeplaatsen steigers Ea, Eb en Ec

vast

1 seizoen

€ 103,47

€ 85,51

 

 

Overige ligplaatsen

 

Ligplaats grenzend aan gemeentelijke kade/grond

Oppervlakte

m2

1 jaar

€ 13,26

€ 10,96

Ligplaats grenzend aan particuliere (niet-gemeentelijke) kade/grond

m2

1 jaar

€ 9,49

€ 7,84

 

 

Woonschepen

 

Woonschepen

 

 

Ligplaats

 

 

vast

 

 

1 week

n.v.t.

€ 45,00

1 maand

n.v.t.

€ 97,00

1 jaar

n.v.t.

€ 354,00

 ** Deze tarieven zijn excl. watertoeristenbelasting

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 14 november 2024.

 

De griffier van de gemeente Zwartewaterland,

Naar boven