Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Rijswijk 2025

De raad van de gemeente Rijswijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2024, nummer 24.082913

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges gemeente Rijswijk 2025 (Legesverordening gemeente Rijswijk 2025).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • d.

    het bewijs van in leven zijn tot ontvangst van pensioenen, lijfrenten wachtgelden, loon, bezoldiging of riddersoldij;

  • e.

    het raadplegen van de kadastrale kaarten en/of registers met of zonder hulpverlening en het maken van kopieën daarvan ten behoeve van rijks , provinciale of waterschapsdiensten;

  • f.

    het afgeven van beschikkingen op verzoek- en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • g.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • h.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschrift daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening 2024, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 7 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening gemeente Rijswijk 2025.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 november 2024.

de griffier,

J.A. Massaar, bpa

de voorzitter,

H. Sahin

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Rijswijk 2025

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

1.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

a.

maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren (9:00 - 16:00 uur)

€ 281,15

b.

zaterdag (9:00 – 16:00 uur)

€ 625,65

c.

Dinsdag (uitsluitend op het gemeentehuis), om 9:15 uur en 9:45 uur is kosteloos

2.

Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere daartoe aangewezen locatie dan het gemeentehuis, worden de tarieven zoals vermeld in het eerste lid onder a en b verhoogd met:

a.

tijdens kantooruren (9:00 - 16:00 uur)

€ 209,55

b.

buiten kantooruren (16:30 - 22.00 uur)

€ 279,65

3.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis op zaterdag (09.00 – 22.00 uur)

€ 1.015,35

4.

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis op zondag (09.00 – 18.00 uur)

€ 1.079,90

5.

Voor het sluiten van een huwelijk/partnerschap, in het stadhuis, zonder enig ceremonieel worden de volgende leges geheven op maandag t/m donderdag (9:00 - 11:30 uur)

€ 193,65

6.

Bij het niet verschijnen of het niet tijdig verschijnen bij een kosteloze huwelijksceremonie of partnerschapsregistratie zoals bedoeld in het eerste lid, onder c, worden de volgende leges in rekening gebracht:

€ 111,70

7.

Voor een plechtigheid zoals genoemd in het eerste lid onder a en b is standaard 45 minuten gereserveerd. Als die tijd onvoldoende is, worden de leges zoals vermeld onder het eerste lid, onder a en b twee maal in rekening gebracht. Dit kan direct bij het inplannen van de plechtigheid gebeuren, als dan al te voorzien is dat er langer dan 45 minuten nodig zal zijn, of nadat de plechtigheid heeft plaatsgevonden, als deze langer dan 45 minuten heeft geduurd.

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

1.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

a.

maandag tot en met vrijdag tijdens kantooruren (9:00 - 16:00 uur)

€ 281,15

b.

Zaterdag (9:00 – 16:00 uur)

€ 625,65

2.

Voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere daartoe aangewezen locatie dan het gemeentehuis, worden de tarieven zoals vermeld in het eerste lid onder a en b verhoogd met:

a.

tijdens kantooruren (09:00 – 16:00 uur)

€ 209,55

b.

Zaterdag (9:00 – 16:00 uur)

€ 279,65

3.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan het gemeentehuis op zaterdag (09:00 – 22:00 uur)

€ 1.015,35

4.

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan het gemeentehuis op zondag (09:00 – 18:00 uur)

€ 1.079,90

5.

Voor een plechtigheid zoals genoemd in het eerste lid onder a en b is standaard 45 minuten gereserveerd. Als die tijd onvoldoende is, worden de leges zoals vermeld onder het eerste lid, onder a en b twee maal in rekening gebracht. Dit kan direct bij het inplannen van de plechtigheid gebeuren, als dan al te voorzien is dat er langer dan 45 minuten nodig zal zijn, of nadat de plechtigheid heeft plaatsgevonden, als deze langer dan 45 minuten heeft geduurd.

 

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis (gereserveerd)

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis (gereserveerd)

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 68,80

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij een huwelijksvoltrekking:

€ 23,95

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 29,00

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 20,30

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 42,00

Artikel 1.8a Akten burgerlijke stand

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

a.

Een afschrift van een akte van de burgerlijke stand:

€ 17,10

b.

Een uittreksel (van een akte) uit de burgerlijke stand:

€ 17,10

c.

Een verklaring van huwelijksbevoegdheid:

€ 29,80

d.

Een attestatie de vita:

€ 17,10

e.

Een meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

€ 17,10

f.

Een meertalig modelformulier (van afschrift, uittreksel, attestatie en meertalig uittreksel)

€ 17,10

g.

Een meertalig modelformulier verklaring huwelijksbevoegdheid

€ 23,00

Artikel 1.8b Teruggaaf bij annulering

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.

Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk ongeacht de oorzaak geen doorgang vindt en de afmelding minstens twee weken voorafgaand aan de geplande datum aan de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt medegedeeld, wordt ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.

100%

2.

Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk ongeacht de oorzaak geen doorgang vindt en de afmelding minstens één week voorafgaand aan de geplande datum aan de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt medegedeeld, wordt, ontheffing verleend van de helft van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.

50%

3.

Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk ongeacht de oorzaak geen doorgang vindt en de afmelding niet minstens één week voorafgaand aan de geplande datum aan de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt medegedeeld, wordt geen ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 86,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 65,70

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 86,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 65,70

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 86,85

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 65,70

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 65,70

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 78,50

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 42.35

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 38,25

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 59,10

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

€ 18,65

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10

Artikel 1.13 Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

1..

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 39,65

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een CBR-gezondheidsverklaring:

€ 42,10

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 11,20

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 8,95

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,70

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 28,15

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 13,70

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 13,70

c.

een afschrift van het burgerjaarverslag:

€ 13,70

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,35

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,35

f.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 0,35

g.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 0,35

h.

een exemplaar van de richtlijnen voor de bijstand

€ 15,15

i.

een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Rijswijk

€ 7,10

j.

een exemplaar van de Bouwverordening van de Gemeente

€ 7,10

k.

gedrukte stukken, fotokopieën, minuten, verordeningen, per bladzijde:

€ 0,35

l.

het gemeenteblad, per pagina:

€ 0,35

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

a.

de verslagen van de raadsvergaderingen:

€ 49,75

b.

de stukken behorende bij de raadsvergaderingen:

€ 49,75

c.

de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie:

€ 49,75

d.

de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie:

€ 49,75

e.

het gemeenteblad:

€ 49,75

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan of wegenkaart behorende bij een legger, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

a.

niet topografisch, papierafdruk in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 3,90

b.

niet topografisch, papierafdruk in formaat A3, per bladzijde:

€ 7,85

c.

niet topografisch, papierafdruk in formaat A2, per bladzijde:

€ 10,40

d.

niet topografisch, papierafdruk in formaat A1, per bladzijde:

€ 16,00

e.

niet topografisch, papierafdruk in formaat A0, per bladzijde:

€ 24,00

f.

topografisch, papierafdruk in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 12,55

g.

topografisch, papierafdruk in formaat A3, per bladzijde:

€ 14,05

h.

topografisch, papierafdruk in formaat A2, per bladzijde:

€ 17,40

i.

topografisch, papierafdruk in formaat A1, per bladzijde:

€ 24,15

j.

topografisch, papierafdruk in formaat A0, per bladzijde:

€ 37,70

k.

topografisch, polyester in formaat A2, per bladzijde:

€ 243,40

l.

topografisch, polyester in formaat A1, per bladzijde:

€ 234,25

m.

topografisch, polyester in formaat A0, per bladzijde:

€ 487,85

Artikel 1.22 (gereserveerd)

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€107,65

Artikel 1.23a Raadplegen met behulp van een ambtenaar

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het raadplegen van niet-topografische kaarten, kadastrale stukken door of met behulp van een ambtenaar, voor elk kwartier of gedeelte daarvan

€ 28,15

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

€ 95,65

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 12,50

c.

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn:

€ 11,20

d.

tot het verkrijgen van een lijkenpas

€ 24,10

e.

voor het overeenkomstig artikel 17 lid 1 van de Wet op de lijkbezorging stellen van een andere termijn voor de begraving of verbranding van een lijk

€ 52,95

f.

Het tarief bedraagt voor een optie voor de Nederlandse nationaliteit of een aanvraag tot naturalisatie, zoals deze zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, dan wel recentelijk is gewijzigd.

Wettelijk tarief

 

Paragraaf 1.8 Gereserveerd

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 35,75

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 75,10

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 325,00

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€175,00

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 13,00

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in [artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening]:

€ 2.254,30

 

Artikel 1.32 Kabels en leidingen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in de Verordening Fysieke Leefomgeving Rijswijk 2024, voor tracés tot 25 strekkende meter

€ 319,90

2.

Leges Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een instemmingsbesluit/vergunning voor tracés van:

a.

10 - 500 meter

€ 721,10

b.

500 - 1.000 meter

€ 1.159,80

c.

meer dan 1.000 meter

€ 1.656,10

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, als bedoeld in de Algemene Verordening Kabels en leidingen, voor het maken van handboringen, per boring

€ 14,90

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om instemming/vergunningaanvraag van één netbeheerder voor het plaatsen van een transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, ondersteuningswerken en beschermingswerken met een afmeting groter dan 0,60 x 0,30 x 0,80 m (lxbxh).

€ 721,10

5.

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.15.1 genoemde tarief per overleg verhoogd met

€ 241,30

6.

Indien een onderzoek met betrekking tot de status van een kabel of leiding moet plaatsvinden bedraagt het tarief, onverminderd de overige bepalingen in dit hoofdstuk

€ 482,60

7.

voor extra controle, tweede, derde per keer etc. incl. reistijd, op de aangevraagde melding en/of instemming/vergunning bedraagt het tarief, onverminderd de overige bepalingen in dit hoofdstuk

€ 124,90

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met uitzondering van de aanvragen tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld onder b en c van dit artikel:

€ 37,05

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om toegang te hebben tot de milieuzone met een geldigheidsduur van ten hoogste één dag

€ 29,85

c.

een langdurige ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 om toegang te hebben tot de milieuzone

€ 142,90

d.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 37,05

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

a.

voor een gehandicaptenparkeerkaart:

€ 53,25

b.

voor een gehandicaptenparkeerkaart waarbij medisch onderzoek noodzakelijk is wordt het in het tweede lid onder a genoemde tarief verhoogd met:

€ 103,15

c.

voor een gehandicaptenparkeerkaart waarbij dossieronderzoek noodzakelijk is wordt het in het tweede lid onder a genoemde tarief verhoogd met:

€ 87,65

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 10,05

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 5,35

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een vergunning voor het in de uitoefening van een (neven) bedrijf afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van vuurwerk als bedoeld in artikel 2.71 en 2.72 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk

€ 369,60

b.

tot het afgeven en verlengen van een vergunning tot het opkopen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk

€ 7,25

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de 'Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

Omgevingsoverleg: het omgevingsoverleg is een proces waarin initiatiefnemers hun plan ter beoordeling aan de gemeente kunnen voorleggen voordat de daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend. Van het initiatief wordt in het Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO) beoordeeld of het wenselijk is. Als het initiatief wenselijk is, gaat het initiatief door naar de smalle omgevingstafel en/of de brede omgevingstafel, een en ander afhankelijk van de aard van het initiatief. Hier wordt de haalbaarheid beoordeeld.

'Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO): aan de intaketafel wordt van een initiatief dat niet past binnen de regels van het omgevingsplan beoordeeld op welke wijze het toch kan worden gerealiseerd. De beoordeling leidt tot een standpunt van de gemeente over de wenselijkheid van het initiatief, de eventuele medewerking en het vervolgproces.

Smalle omgevingstafel: doel van een beoordeling aan de smalle omgevingstafel is om de haalbaarheid van het verzoek te beoordelen en om, in samenwerking met alle betrokken partijen, het verzoek mogelijk te maken. Het verzoek ziet op een initiatief dat niet (zeer) complex en/of bestuurlijk gevoelig ligt en waarvoor inzet van de externe ketenpartners niet vereist is. Het uiteindelijke resultaat van de beoordeling is een plan met feedback over welke onderzoeken en/of welke aanpassingen nodig zijn om tot een juridisch juiste en goed gemotiveerde aanvraag omgevingsvergunning te komen. Hierbij staan de adviezen van alle betrokkenen aan tafel vernoemd. Dit resultaat wordt mogelijk pas na meerdere beoordelingen behaald.

Brede omgevingstafel: doel van een beoordeling aan de brede omgevingstafel is om de haalbaarheid van het verzoek te beoordelen en om, in samenwerking met alle betrokken partijen en om, in samenwerking met alle betrokken partijen, het verzoek mogelijk te maken. Het verzoek ziet op een initiatief dat (zeer) complex en/of bestuurlijk gevoelig ligt en waarvoor inzet van de externe ketenpartners wel vereist is. Het uiteindelijke resultaat van de beoordeling is een plan met feedback over welke onderzoeken en/of welke aanpassingen nodig zijn om tot een juridisch juiste en goed gemotiveerde aanvraag omgevingsvergunning te komen. Hierbij staan de adviezen van alle betrokkenen aan tafel vernoemd. Dit resultaat wordt mogelijk pas na meerdere beoordelingen behaald.

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.

5.

Voor de definitie van bouwkosten wordt aangesloten bij de definitie zoals opgenomen in bijlage I bij de Omgevingsregeling. Deze definitie luidt als volgt:

bouwkosten:

a. aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van het Besluit vaststelling Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012, voor het uit te voeren werk;

b. voor zover een aannemingssom ontbreekt: een raming van de bouwkosten exclusief omzetbelasting; of

c. als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

Als minimale ondergrens voor de bouwkosten wordt gehanteerd de door Casadata bepaalde basisbedragen per gebouwsoort voor de provincie Zuid-Holland voor 2025, zoals benoemd in de Bouwkostenwijzer, Richtprijzen en normen bouwkundig werk, vierde kwartaal 2024.

 

(De Bouwkostenwijzer komt in oktober 2024 uit en zal voor heel 2025 worden gehanteerd).

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

omgevingsoverleg (conceptaanvraag);

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg (conceptaanvraag)

1.

Als de conceptaanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

a.

voor een beoordeling in het Ruimtelijk Initiatieven Overleg (RIO), per beoordeling:

€ 92,30

b.

voor een beoordeling aan de omgevingstafel

per beoordeling aan de verkennende omgevingstafel:

€ 1.278,20

per beoordeling aan de inhoudelijke omgevingstafel:

€ 3.674,80

c.

De tarieven zoals vermeld in het eerste lid onder b worden vermeerderd met de kosten per advies voor zover een advies tweemaal of vaker moet worden uitgebracht. Het tarief voor elk tweede of volgende advies bedraagt:

€ 300,00

2.

Als de conceptaanvraag niet in strijd is met de regels van het omgevingsplan bedraagt het tarief voor de toetsing aan het omgevingsplan van die conceptaanvraag:

€ 500,00

3.

Als in het kader van een beoordeling aan de omgevingstafel zoals bedoeld in het eerste lid onder b een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een advies zoals bedoeld in artikel 2.50, of een beoordeling van een rapport zoals bedoeld in lid 2.49), dan geldt, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, dat het tarief voor een beoordeling aan de omgevingstafel wordt vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor de betreffende dienst of diensten voor elke tweede en volgende keer dat deze diensten in het kader van de beoordeling aan de omgevingstafel dienen te worden uitgevoerd.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

€ 128,90

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten van:

1,250%

b.

Indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 2.629,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 200.000 van:

1,000%

c.

Indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 5.629,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 500.000 van:

0,750%

d.

Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

€ 9.379,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 1.000.000 van:

0,500%

e.

Indien de bouwkosten € 2.000.000 tot en met € 5.000.000 bedragen:

€ 14.379,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 2.000.000 van:

0,400%

f.

Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen:

€ 26.379,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 5.000.000 van:

0,250%

met een maximum legesbedrag van

€ 250.000,00

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit anders dan genoemd onder lid 1:

a.

Indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

€ 128,90

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten van:

1.800%

b.

Indien de bouwkosten € 200.000 tot en met € 500.000 bedragen:

€ 3.729,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 200.000 van:

1,000%

c.

Indien de bouwkosten € 500.000 tot en met € 1.000.000 bedragen:

€ 6.729,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 500.000 van:

0,900%

d.

Indien de bouwkosten € 1.000.000 tot en met € 2.000.000 bedragen:

€ 11.229,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 1.000.000 van:

0,800%

e.

Indien de bouwkosten € 2.000.000 tot en met € 5.000.000 bedragen:

€ 19.229,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 2.000.000 van:

0,700%

f.

Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 bedragen:

€ 40.229,00

vermeerderd met een percentage over de bouwkosten boven de € 5.000.000 van:

0,600%

met een maximum legesbedrag van

€ 750.000,00

 

2.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 1.082,10

4.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt, indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet in combinatie met een bouwactiviteit, het tarief verhoogd met:

a.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4:

1.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:

€ 803,45

2.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1:

€ 5.027,55

b.

Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met:

€ 8.627,80

5.

De tarieven genoemd in het vierde lid van dit artikel worden niet in rekening gebracht als kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht::

€ 1.000,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht::

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 319,55

2.

Het eerste lid en aanhef is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument of voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht::

€ 1.589,80

2.

Indien een advies zoals bedoeld in artikel 4.32 van het Omgevingsbesluit noodzakelijk is, wordt het tarief onder het eerste lid vermeerderd met:

€ 310,85

Artikel 2.10 (gereserveerd)

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.704,25

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, of als de aanvraag betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.561,10

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.967,60

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.374,10

 

Artikel 2.13 t/m 2.20 gereserveerd

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 529,90

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1059,85

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht::

€ 1.704,25

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 6.2.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht::

2,5400%

 

van de aanlegkosten

 

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/inrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 6.2.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht::

€ 91,00

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit al dan niet met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht::

2,3950%

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 88,75

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit per boom:

€ 91,00

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit (gereserveerd)

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen in de openbare ruimte

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van objecten in de openbare ruimte, bedoeld in artikel 8.1.1 van de Verordening Fysieke Leefomgeving gemeente Rijswijk in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 852,10

Artikel 2.33 Gereserveerd

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 117,80

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse danwel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 117,80

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 117,80

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften (separaat aangevraagd)

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

1.

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving

2.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 958,65

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 958,65

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit bedraagt het tarief:

a.

voor één maatwerkvoorschrift:

€ 2.141,95

b.

voor twee tot vijf maatwerkvoorschriften, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.071,00

c.

voor vijf of meer maatwerkvoorschriften, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.071,00

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 958,65

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid (separaat aangevraagd)

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 958,65

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 958,65

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.141,95

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 958,65

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 426,05

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

  • 1.

    het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 426,05

  • 2.

    het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning:

€ 213,05

  • 3.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid 1 of lid 2 is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 2.141,95

Artikel 2.42 gereserveerd

Artikel 2.43 gereserveerd

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

0,6000%

van de projectkosten, met een minimum van:

€ 1.145,00

tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen:

 

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 117,70

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

25,00%,

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.677,45

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.011,90

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.011,90

Artikel 2.49 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift, dan wel op verzoek van een aanvrager voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a

per beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 450,00

b

per beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 450,00

c

per beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 450,00

d

per beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 450,00

e

per beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 450,00

f

per beoordeling van een MER-aanmeldnotitie:

€ 450,00

g

per beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 450,00

h.

per beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 450,00

Artikel 2.50 Advies

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.278,20

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] over een bouwplan dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand zonder dat een omgevingsvergunning is aangevraagd, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 319,55

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] over een bouwplan dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 319,55

d.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] over een bouwplan dat uitsluitend betrekking heeft op monumenten, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 310,85

e.

voor een tweede of volgende advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand (al dan niet in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning), als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 310,85

f.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a, b, c, d of e: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

van de op grond van het artikel 2.4, eerste lid onder b geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 16 weken na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 132,50

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf twee weken tot vier weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag wordt geen teruggaaf verleend.

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

60%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip binnen vier tot twaalf weken na de indiening van de aanvraag:

40%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip binnen twaalf tot zestien weken na de indiening van de aanvraag:

15%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zestien weken na de indiening van de aanvraag wordt geen teruggaaf verleend.

Artikel 2.58 Gereserveerd

Artikel 2:59 Geen teruggaaf bij het weigeren van een omgevingsvergunning

  • a.

    Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van leges.

  • b.

    Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend.

Artikel 2.59 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.6 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf exclusief terras (artikel 2:10 van de APV)

€ 578,35

b.

een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf inclusief terras (artikel 2:10 van de APV)

€ 771,20

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een exploitatievergunning zoals bedoeld in artikel 2:10e van de APV:

€ 181,05

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 385,60

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 63,85

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 144,60

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 100,80

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 144,60

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning prostitutiebedrijven

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 2.957,20

b.

voor een seksinrichting

€ 2.957,20

c.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 2.957,20

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning prostitutiebedrijven

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 202,95

b.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 202,95

c.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 202,95

d.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 202,95

e.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

€ 202,95

f..

het aantal prostituees dat ten hoogste voor of bij het seksbedrijf mag werken:

€ 202,95

2.

In afwijking van het eerste lid, bedraagt het tarief voor een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een seksinrichting:

€ 202,95

b.

voor een escortbedrijf:

€ 202,95

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 72,20

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 72,20

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.8 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een middelgroot evenement (B-evenement)

€ 257,00

b.

een groot evenement (C-evenement)

€ 771,00

c.

een herdenkingsplechtigheid:

€ 47,90

d.

een braderie:

€ 47,90

e.

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg:

€ 257,00

f.

een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg:

€ 257,00

g.

een klein evenement (A-evenement) dat niet voldoet aan de eis bedoeld in artikel 2.7, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 47,90

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:6 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 47,90

 

Paragraaf 3.5 Standplaatsen (gereserveerd

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 

Artikel 3.11 Vergunning of ontheffing onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 650,00

Artikel 3.12 Vergunning of ontheffing samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 650,00

Artikel 3.13 Vergunning of ontheffing omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c en onder d, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 650,00

Artikel 3.14 Vergunning of ontheffing verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder e, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 650,00

Artikel 3.15 Splitsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 385,60

Artikel 3.16 gereserveerd

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 350,00

Artikel 3.18 gereserveerd

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 47,90

 

Paragraaf 3.8 Automotive

Artikel 3.20 Automotive vergunning

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning voor het exploiteren van een automotive bedrijf als bedoeld in artikel 2:22 APV en het aanwijzingsbesluit van de burgemeester van Rijswijk d.d. 17 december 2019

€ 834,35

b.

een wijziging van een vergunning voor het exploiteren van een automotive bedrijf als bedoeld in artikel 2:22 APV, elfde lid en het aanwijzingsbesluit van de burgemeester van Rijswijk d.d. 17 december 2019

€ 220.80

Artikel 3.21 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen ontheffing/vergunning nodig

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing zoals bedoeld in dit hoofdstuk oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen vergunning of ontheffing is vereist, kan op verzoek teruggaaf worden verleend van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

Artikel 3.22 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag om een vergunning of ontheffing zoals bedoeld in dit hoofdstuk buiten behandeling wordt gelaten, kan op verzoek teruggaaf worden verleend van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

85%

Artikel 3.23 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning of ontheffing, zoals bedoeld in de in dit hoofdstuk geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, kan op verzoek teruggaaf worden verleend van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf twee weken tot vier weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

50%

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

25%

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

Artikel 3.24 Geen teruggaaf bij het weigeren van een vergunning of ontheffing

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een vergunning of ontheffing zoals bedoeld in dit hoofdstuk weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van leges.

 

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend.

 

Artikel 3.25 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 5 november 2024.

 

de griffier,

J.A. Massaar,

 

de voorzitter

bpa H. Sahin

Naar boven