Gemeenteblad van Vlissingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlissingen | Gemeenteblad 2024, 485544 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlissingen | Gemeenteblad 2024, 485544 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2025
Artikel 1 - Definities en begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone;
b. centrale computer: computer van één of meer bedrijven waarmee de gemeente Vlissingen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een chipkaart;
c. college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Vlissingen;
e. houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;
f. kwartaal: kalenderkwartaal;
h. mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
i. mantelzorger: persoon die mantelzorg verleent en bij het Loket Wmo van de gemeente Vlissingen geregistreerd staat als mantelzorger en/of bij de huisarts van de persoon aan wie mantelzorg wordt verleend bekend is als mantelzorger;
j. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, met uitzondering van voertuigen hoger dan 2,40 meter en zwaarder dan 28.000 kilogram;
k. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
l. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;
m. parkeervergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;
n. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
o. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
p. vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;
q. week: een tijdvak van 7 etmalen aanvangende maandag 0.00 uur.
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende parkeervergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
1. De belasting bedoeld in artikel 2, sub a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, sub a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig met dien verstande dat:
1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder, wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, sub a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid van dit artikel, sub b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4. De belasting bedoeld in artikel 2, sub b, wordt geheven van degene die de parkeervergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 - Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
1. De belasting bedoeld in artikel 2, sub a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
2. De belasting bedoeld in artikel 2, sub b, wordt geheven door voldoening op aangifte.
Artikel 6 - Ontstaan van de belastingschuld
1. De belasting bedoeld in artikel 2, sub a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon inloggen op de centrale computer.
2. De belasting bedoeld in artikel 2, sub b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.
Artikel 7 – Termijnen van betaling
1. De belasting bedoeld in artikel 2, sub a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
2. In afwijking van het bepaalde in lid één van dit artikel moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, sub b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.
1. Bij tussentijdse opzegging van een onder artikel 2, lid b bedoelde parkeervergunning kan restitutie worden verleend over de nog volle maanden die in het kwartaal respectievelijk het jaar nog overblijven.
2. De periode waarover restitutie wordt verleend is afhankelijk van de dag waarop de parkeervergunning is opgezegd en het moment waarop de parkeervergunning is ingeleverd bij de gemeente Vlissingen.
Artikel 9 - Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting, bedoeld in artikel 2, sub a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college, e.e.a. conform het hieromtrent bepaalde in de Parkeerverordening Vlissingen 2024.
Artikel 10 - Bevoegdheid tot naheffingsaanslag, wielklem en wegsleepregeling
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, sub a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.
2. Het college wijst in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, sub b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
1. Een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bestaat uit het kostentarief plus één uurtarief.
2. Het kostentarief als bedoeld in lid 1 bedraagt €78,80.
3. Bij gefiscaliseerde vergunninghouderzones wordt als één uurtarief, als bedoeld in lid 1, gehanteerd 20% van het tarief van een dagkaart. Conform de werkwijze die wordt gevolgd bij de tarieven op betaalde parkeerterreinen (daar is een parkeerrecht dat geldt tot het einde van de venstertijd maximaal vijf maal het uurtarief).
4. De kosten van het aanbrengen en verwijderen van een wielklem bedragen €107,80.
5. De kosten voor de overbrenging van het voertuig bedragen €284,20 terwijl die voor het bewaren ervan €19,90 per etmaal bedragen.
Indien een motorvoertuig voorzien is van een Europese gehandicaptenparkeerkaart is geen parkeerbelasting verschuldigd.
Artikel 14 - Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
2. Indien deze verordening niet voor of op 1 januari 2025 gepubliceerd is, treedt deze verordening in werking op de dag na die waarop deze is bekendgemaakt.
3. Op de datum van inwerkingtreding wordt de Verordening parkeerbelastingen Vlissingen 2024 (raadsbesluit 11 november 2023, Gemeenteblad 2021, 454030) ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerbelastingen Gemeente Vlissingen 2025.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 oktober 2024.
Bijlage 1 Tarieventabel parkeervergunningen 2025
Alle vergunningen staan op kenteken en de apps gaan altijd uit van kentekenregistratie.
*) Kraskaarten kunnen alleen worden gekocht indien op een adres geen account van de bezoekersapp is geregistreerd of als een dergelijk account wordt ingetrokken.
Bijlage 2 Tarieventabel naar betaald parkeerterrein 2025
Op de volgende pagina is elk betaald parkeerterrein exact aangeduid op kaartbeeld.
Parkeerterreinen waar in 2025 betaald parkeren geldt.
Bijlage 3 Gebieden voor belanghebbendenparkeren (parkeervergunning vereist)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-485544.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.