Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2024, 485320 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2024, 485320 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels Deeltweewielers 2024
Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,
Gelet op artikel 160 Gemeentewet en artikel 5:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening tot een algemeen verbod om zonder vergunning van het college voertuigen, met inbegrip van de uitgezonderde voertuigen bedoeld in artikel 1:1 van deze verordening, die op of aan de weg staan ter gebruik aan derden aan te bieden tegen betaling of anderszins met commerciële doeleinden;
Deelscooter: een motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/u of 25 km/u (ook wel bromfiets of snorfiets genoemd), uitgerust met een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig;
2.1 Categorieën en typen deelvoertuigen
Deze nadere regels zien (enkel) op de verlening van vergunningen voor deelfietsen, deelbakfietsen en deelscooters.
een rechtspersoon, zijnde een in het handelsregister van de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een gelijkwaardig register in een EU-lidstaat geregistreerde partij, waarbij uit de statuten en uit het feitelijk handelen van de aanvrager blijkt dat zij het aanbieden van deelvoertuigen als doelstelling heeft;
2.3 Vergunningen- en voertuigenplafond
4.1 Verdelingsprocedure schaarse vergunningen deelfietsen, deelbakfietsen, deelscooters
Het college voert een vergelijkende toets uit voor aanvragen voor deelfietsen, deelbakfietsen en deelscooters indien er, nadat de aanvragen voor zover nodig tijdig zijn aangevuld of de termijn om de aanvraag aan te vullen ongebruikt is verstreken, meer aanvragen zijn ingediend die voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 3.2 dan het aantal vergunningen dat het vergunningenplafond toelaat.
Indien aanvragen een gelijk aantal punten hebben, dan wordt vergunning verleend aan de aanvrager die op het eerste onderdeel (het operationeel plan) van de beoordeling in artikel 4.2 het hoogst scoort. Indien daarna nog steeds niet op basis van de puntentelling kan worden uitgemaakt op welke aanvraag een vergunning kan worden verleend, wordt met behulp van een loting bepaald op welke aanvraag een vergunning wordt verleend.
4.2 Beoordelingscriteria en puntentelling voor de vergelijkende toets voor schaarse vergunningen
In het operationeelplan is in ieder geval het volgende opgenomen:
Een klachtenparagraaf waarin de aanvrager weergeeft hoe klachten en meldingen van klanten en derden (niet – zijnde klanten) kunnen worden ingediend, binnen welke termijn en op welke wijze klachten worden opgevolgd, hoe de afhandeling van klachten wordt geregistreerd en hoe de indiener van de klacht op de hoogte wordt gesteld van de afhandeling. Hierbij wordt rekening gehouden met de procedure klachtenafhandeling via het zaaksysteem van de gemeente. De registratie van klachten is onderdeel van de kwartaalrapportage;
Een onderhoudsparagraaf, waarin ten minste is beschreven hoe vaak deelvoertuigen minimaal onderhouden worden, hoe de deelvoertuigen geïnspecteerd worden op gebreken, hoe snel kapotte deelvoertuigen van straat gehaald worden en hoe snel deelvoertuigen met een (bijna) lege accu opgeladen of van straat gehaald worden;
Een herverdelingsparagraaf, waarin ten minste is beschreven welke maatregelen de aanvrager neemt om te voorkomen dat deelvoertuigen te veel clusteren, en hoe wordt voorkomen en verholpen dat deelvoertuigen op ongewenste en/of hinderlijke plekken terechtkomen, in de openbare ruimte, stallingen of andere plaatsen. Deze paragraaf is alleen van toepassing voor free-floating en back-to-many aanbieders;
Een duurzaamheidsparagraaf, waarin ten minste is beschreven wat de milieu-impact van de exploitatie van de deelvoertuigen is (zowel productie, als plaatsing, als herverdeling, als onderhoud en vervanging van accu’s/batterijen, als afschrijving) en welke maatregelen de aanvrager neemt om de levensloop van de deelvoertuigen zo lang mogelijk te maken.
In het gebruikersplan is in ieder geval het volgende opgenomen:
Hoe de dienstverlening ten goede komt aan doelgroepen met een hoger risico op vervoersarmoede – zoals inwoners van perifere wijken en inwoners uit lagere inkomensgroepen – en bewoners bij gebiedsontwikkelingen. Hierbij dient ook aandacht te worden besteed aan de communicatie- en marketingstrategieën om deze groepen te bereiken;
Een marketingparagraaf waarin de aanvrager uiteenzet hoe deze vanaf de periode voorafgaand aan de start van de exploitatie haar dienst onder de aandacht gaat brengen en welke aanpak wordt ingezet om inwoners kennis te laten maken met de deelvoertuigen en te motiveren dit te gaan gebruiken. Hierbij wenst de gemeente dat de aanvrager van deelfietsen en deelscooters ingaat op hoe deze het regioprogramma SlimSchoonOnderweg en grotere werkgevers gaat betrekken bij haar operatie.
Een beschrijving van de samenwerking met de gemeente Nijmegen en andere, reeds in Nijmegen en in de regio actieve, mobiliteitsaanbieders waarbij gestreefd wordt naar promotie van deelmobiliteit en duurzame mobiliteit in z’n geheel. Hierbij dient ook aandacht te worden besteed aan hoe de dienstverlening regionale verplaatsingen faciliteert;
Ontheffingen kunnen worden verleend voor kleinschalige, niet stadsbrede, experimenten in drie, in artikel 4.2 genoemde, situaties. Ontheffingen worden alleen verleend voor experimenten wanneer het initiatief daartoe door het college zelf is ontplooid. Er worden derhalve geen ontheffingen verleend wanneer deze geheel op eigen initiatief van een aanvrager worden gevraagd.
Omdat de experimenten waarvoor een ontheffing kan worden verleend onderling sterk van elkaar kunnen verschillen en op voorhand (bij het opstellen van deze nadere regels) niet bekend is welke experimenten ontplooid zullen worden, zal vooraf per experiment worden bepaald welke regels omtrent aanvraag, behandeling, beoordeling, voorwaarden en voorschriften zullen worden gehanteerd.
Hoofdstuk 6: verplichtingen verbonden aan vergunning
6.2 Aanhaking bij bestaande gremia
Vergunninghouder is verplicht om vier keer per jaar aan te sluiten bij de gesprekken die we op het gebied van mobiliteit voeren met de regio en provincie. Ook is de vergunninghouder verplicht te participeren in regionale/metropoolregiobrede trajecten om deelmobiliteit verder door te ontwikkelen. Indien de vergunninghouder de operatie uitbreidt naar de regio/buurgemeenten, dan is de vergunninghouder verplicht een overleg te organiseren om operationele afspraken te maken om intergemeentelijk vervoer te faciliteren.
6.5 Verplichtingen ten aanzien van onderhoud deelvoertuigen
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van het onderhoud van de deelvoertuigen:
De vergunninghouder zorgt ervoor dat deelvoertuigen die niet meer voldoen aan de eisen die bij of krachtens de Wegenverkeerswet aan scooters zijn gesteld of anderszins defect zijn of onbruikbaar (waaronder in ieder geval worden begrepen defecten die een comfortabel en veilig gebruik in de weg staan en defecten aan het GPS tracking systeem), binnen 24 uur nadat aanbieder redelijkerwijs bekend kon zijn met het defect of de onbruikbaarheid, van straat worden gehaald of ter plaatse gerepareerd (zonder hinder of overlast ter plaatse);
De vergunninghouder van deelscooters en deelfietsen zorgt ervoor dat gemiddeld 90% van het aantal voertuigen beschikbaar is voor gebruik door derden [in gebruik zijn wordt meegeteld als beschikbaarheid], rekening houdend met de termijnen die in artikel 6.3 genoemd worden. Voor deelbakfietsen geldt een gemiddelde beschikbaarheid van 70%. Dit wordt gemeten over een periode van 6 maanden. Na de eerste zes maanden mag de vergunninghouder maximaal 3 dagen onder de vereiste beschikbaarheid zitten, voordat die weer wordt aangevuld;
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van werkgeversaanpak:
Vergunninghouder van een vergunning voor deelscooters en deelfietsen is verplicht in gesprek te gaan met parkmanagement van bedrijventerreinen, regioprogramma SlimSchoonOnderweg en evt. grotere werkgevers. Vergunninghouder heeft zo vaak als nodig contact met deze partijen met een minimum van vier keer per jaar en geeft het college hiervan een terugkoppeling.
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van data(verwerking):
Om snel en gericht bij te kunnen sturen op aanbod en (achterblijvende) vraag en inzicht te verkrijgen in het verplaatsingsgedrag, levert de vergunninghouder de benodigde data geanonimiseerd per maand (of eerder op verzoek) digitaal aan via de CDS-M werkwijze aan de gemeente of een door de gemeente aangewezen derde partij (zoals het CROW).
Vergunninghouder met een free-floating en/of back-to-many systeem neemt het servicegebied en de verbodsgebieden uit het Dashboard Deelmobiliteit over, zodra de vergunninghouder haar diensten aanbiedt in Nijmegen. Voor de vergunninghouder van deelscooters is back-to-many met digitale hubs het uitgangspunt. De gemeente kan in het begin het servicegebied en de verbodsgebieden in een KML-bestand aanleveren.
De vergunninghouder met een free-floating of back-to-many systeem levert op verzoek van de gemeente data over de locatie en parkeerduur van een specifiek voertuig, bijvoorbeeld in geval van een melding of voor de controle op de opvolging van meldingen, en de terugkoppeling van wat er met de melding is gedaan, indien de gemeente daar om vraagt.
Voor het aanleveren van de hierboven genoemde data mag de vergunninghouder nog een half jaar na ingang van de vergunning data aanleveren conform de huidige specificaties van het Dashboard Deelmobiliteit. Zie https://docs.crow.nl/deelfietsdashboard/hr-dataspec/. Daarna dient de vergunninghouder gebruik te maken van de volgende endpoints uit de MDS-standaard:
De vergunninghouder levert per kwartaal een rapportage met in ieder geval de volgende gegevens aan de gemeente met betrekking tot de zes daaraan voorafgaande kalendermaanden. De kwartaalrapportage wordt eens per kwartaal besproken in een overleg, op initiatief van de gemeente:
6.12 Plaatsen en gebieden waar het verboden is om voertuigen ter gebruik aan te bieden
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van plaatsen en gebieden waar het verboden is om voertuigen ter gebruik aan te bieden:
De vergunninghouder dient voor free-floating en back-to-many voertuigen middels geofencing snelheidsbeperkingen instelbaar te maken en/of een afsluitverbod in te stellen. Het college kan gebieden/zones aanwijzen waar een snelheidsbeperking en/of afsluitverbod uitgevoerd moet worden. Het college kan ook parkeerzones aanwijzen voor deelvoertuigen.
De service- en verbodsgebieden voor free-floating en back-to-many voertuigen zijn tevens te raadplegen middels het Dashboard Deelmobiliteit. De kaarten in het Dashboard Deelmobiliteit zijn het meest actueel. Het college kan de service- en verbodsgebieden aanpassen gedurende looptijd van de vergunning indien de ontwikkelingen in de openbare ruimte en de ervaringen met het aanbod van de vergunninghouder daar aanleiding toe geven.
Aan een vergunning worden in elk geval de volgende verplichtingen verbonden ten aanzien van een verbeterplan:
Indien de vergunninghouder de verplichtingen en ingediende plannen niet naleeft, kan de gemeente de vergunninghouder verzoeken om een verbeterplan. De vergunninghouder dient binnen maximaal 10 werkdagen aan dat verzoek te voldoen. Doet de vergunninghouder dit niet of niet naar tevredenheid van het college, dan kan het college een geldboete opleggen. Indien de vergunninghouder daarna nog geen verbetering laat zien, kan dit aanleiding zijn voor intrekking van de vergunning.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van: 12 november 2024
de gemeentesecretaris
A.P.W. van de Klift
de burgemeester
H.M.F. Bruls
Vanuit het belang van breed toegankelijk netwerk van deeltweewielers en de fase van volwassenheid van de markt heeft de vergunningverlener gedurende de gehele looptijd van de vergunning een jaarlijks budget van maximaal € 40.000 beschikbaar om de toegankelijkheid van alle deeltweewielers te vergroten. Het gaat hier dus om een totaalbudget. Dit kan worden ingezet voor acties die buiten de vergunning vallen, zoals deelvoertuigen aanbieden voor een lagere prijs of op locaties waar de marktkansen beperkt zijn. Allereerst worden de aanvragers getoetst op hun eigen plannen ten aanzien van inclusiviteit.
Aanvraagformulier Vergunning Deeltweewielers
Voor meer informatie over wat in de aanvraag opgenomen moet worden, kunnen de nadere regels voor deeltweewielers geraadpleegd worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-485320.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.