Voornemen tot verkoop en verhuur van twee percelen grond nabij Hinmanweg/Eektestraat

De gemeente is voornemens één perceel grond gelegen nabij de Hinmanweg ter grootte van 306 m2 aan Haparo Vastgoed B.V. te verkopen ten behoeve van de uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten. Het betreft perceel kadastraal bekend gemeente Oldenzaal, sectie E, nummer 1530. Daarnaast is gemeente voornemens één perceel groen gelegen nabij de Hinmanweg/Eektestraat ter grootte van 144 m2 aan Haparo Vastgoed B.V. te verhuren ten behoeve van het creëren van meer parkeergelegenheid. Het betreft een perceel grond, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Oldenzaal, sectie E, nummer 1835 (gedeeltelijk).

Enige serieuze gegadigde

De keus voor een huur- en koopovereenkomst is ingegeven door de grondpositie van deze partij. De ligging en omvang van de te verkopen percelen gemeentegrond ten opzichte van het plangebied maakt het onmogelijk om nu of in de toekomst op deze gronden een andere ontwikkeling mogelijk te maken. Haparo Vastgoed B.V. is naar het oordeel van de gemeente op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria de enige serieuze gegadigde die in aanmerking komt voor de in dit kader te sluiten huur- en koopovereenkomst.

Vervolgprocedure

Indien u wilt reageren op dit voornemen tot verkoop, dan dient u dit binnen 3 weken na de datum van deze publicatie kenbaar te maken door middel van een gemotiveerd bericht aan emailadres: vastgoed@oldenzaal.nl. Bij gebreke van een tijdig en gemotiveerd bericht vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft u uw rechten daarop verwerkt. De gemeente Oldenzaal en Haparo Vastgoed B.V. zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de Koopovereenkomst zou worden opgekomen. Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad d.d. 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778).