Kennisgeving voornemen vestiging recht van opstal

Didam-arrest

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 het ‘Didam’-arrest gewezen. De Hoge Raad heeft in het Didam-arrest overwogen dat de overheid bij het aangaan en uitvoeren van privaatrechtelijke overeenkomsten gebonden is aan het gelijkheidsbeginsel. Dit beginsel brengt onder andere met zich mee dat de overheid bij het vestigen van een recht van opstal op een onroerende zaak ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar de betreffende onroerende zaak.

Voorgenomen recht van opstal

De gemeente Oldebroek heeft het voornemen om een recht van opstal te vestigen ten behoeve van het in standhouden van een transformator met bijkomende kabelwerken met verder aan- en toebehoren, een drietal winkelwagenstallingen alsmede een hekwerk gelegen op de percelen kadastraal bekend als gemeente Oldebroek, sectie M, nummers 5151 en 8282.

Vervaltermijn

Iedere belanghebbende die vindt dat hij ook in aanmerking dient te komen voor het recht van opstal op gemeld perceel, dient uiterlijk 20 kalenderdagen na publicatiedatum, dus uiterlijk op 9 december 2024 een kort geding aanhangig te hebben gemaakt bij de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem. Indien u een kort geding aanspant, verzoeken wij u ons dit binnen deze termijn van 20 kalenderdagen schriftelijk mee te delen, bij voorkeur door het per e-mail opsturen van de conceptdagvaarding aan onderstaande contactpersoon.

Voor eventuele vragen en/of inlichtingen kunt u contact opnemen met de heer B. Schakelaar, beleidsmedewerker Grondzaken, BSchakelaar@oldebroek.nl. Het opnemen van contact ontslaat u niet van de plicht om, als u een kort geding aanhangig wil maken, dit te doen binnen de hiervoor genoemde vervaltermijn.

Naar boven