Verordening op de heffing en invordering van leges 2025

De raad van de gemeente Best;

 

gelet op artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit

 

tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2025 (‘Legesverordening 2025).

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • -

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    de leges worden niet geheven voor inlichtingen, opgaven, handelingen of stukken, welke met vergunning van het college van burgemeester en wethouders worden verstrekt, verricht of afgegeven ten behoeve van rechtstreeks gebruik voor het algemeen belang dienende voorlichting over de gemeente, haar organen en instellingen;

  • d.

    de leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • e.

    de leges genoemd in de tarieventabel in artikel 1.22 worden niet geheven indien de hulp, met vergunning van het college van burgemeester en wethouders wordt verleend bij nasporingen, welke plaatshebben uitsluitend voor een wetenschappelijk doel of het algemeen belang.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde provinciale/ rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragraaf of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.16 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.18 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.22 (wet op de kansspelen);

  • c.

    gericht zijn op het aanpassen van een onvoorziene uitwerking van de legestarieven in hoofdstuk 2

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden;

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2024’ van 6 november 2023, nadien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2025’.

Aldus besloten door de raad van Best in zijn vergadering van 11-11-2024

Rian Swinkels-van de Laar

raadsgriffier

Hans Ubachs

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2025 - BL24-06827

 

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

 

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap/ omzetting in trouwkamer

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, als daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwkamer op:

a.

maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 17.00 uur

€ 432,20

b.

maandag tot en met vrijdag na 17.00 uur en op zaterdag tussen 8.00 uur en 17.00 uur

€ 611,00

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap/ omzetting in raadzaal

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, als daarbij gebruik wordt gemaakt van de raadzaal op:

a.

maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 17.00 uur

€ 547,60

b.

maandag tot en met vrijdag na 17.00 uur en op zaterdag tussen 8.00 uur en 17.00 uur

€ 738,00

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap/ omzetting op door B&W vastgestelde externe locatie

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, als daarbij gebruik wordt gemaakt van een (door het college van B & W aangewezen) externe locatie in Best ongeacht de dag of het tijdstip:

€ 432,20

Artikel 1.4 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap/ omzetting anders dan door B&W vastgestelde externe locatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een zelfgekozen locatie, anders dan de externe locaties die het college van B & W heeft vastgesteld:

€ 86,00

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een bij de rechtbank beëdigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 86,00

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige voor elk daaraan besteed kwartier:

€ 39,90

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:

€ 86,00

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje

€ 35,00

Artikel 1.9 Naspeuringen registers burgerlijke stand

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor elk daaraan te besteden kwartier

€ 30,20

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.10 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort (alsmede een tweede paspoort):

 

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 86,85;*

 

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 65,70;*

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort alsmede een tweede paspoort):

 

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 86,85;*

 

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 65,70;*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 86,85;*

 

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 65,70;*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 65,70;*

Artikel 1.11 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

  • 1.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 78,50;*

 

  • 2.

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 42,35;*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 38,25;*

Artikel 1.12 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.10 en 1.11, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 59,10;*

* Wettelijk vastgesteld tarief.

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.13 Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15*

Het tarief wordt bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10*

* Wettelijk vastgesteld tarief

 

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

a.

die aan de balie worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 11,00

b.

die via de gemeentelijke website worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 9,65

c.

welke de aanvrager per post ontvangt, per verstrekking

€ 17,30

d.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 17,10*

Artikel 1.16 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van het artikel 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,90

Artikel 1.17 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 30,20

* Dit is het maximumtarief.

 

Paragraaf 1.5 Overige publiekszaken

Artikel 1.18 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35*

 

 

2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

  • -

    indien deze aan de balie worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 11,00

  • -

    indien deze via de gemeentelijke website worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 9,65

3.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

  • -

    indien deze aan de balie worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 11,00

4.

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

  • -

    indien deze aan de balie worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 11,00

  • -

    indien deze via de gemeentelijke website worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 9,65

5.

tot het waarmerken van een kopie document

 

  • -

    indien deze aan de balie worden aangevraagd en betaald, per verstrekking

€ 11,00

 

Paragraaf 1.6 Gemeentearchief

Artikel 1.19 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen, ongeacht het resultaat, in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 30,20

 

Paragraaf 1.7 Bijzondere wetten

Artikel 1.20 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 50,40

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 45,00

3.

Het in artikel 1.20, tweede lid in rekening gebrachte tarief wordt gerestitueerd op het moment dat de aanvrager in een urgentiecategorie wordt ingedeeld

Artikel 1.21 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 84,55

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 84,55

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

Artikel 1.22 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

€ 237,60;*

b.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 237,60;*

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 142,65.*

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 42,10

 

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.23 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 141,20

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 141,20

c.

een ontheffing anders dan bedoeld in lid a

€ 141,20

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 125,00

e.

verlenging van de onder lid e van dit artikel bedoelde gehandicaptenparkeerkaart

€ 62,50

 

Paragraaf 1.8 Diversen

Artikel 1.24 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,50

b

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

  • a.

    per pagina op papier van A4-formaat

€ 1,50

  • b.

    per pagina op papier van een ander formaat

€ 1,55

  • c.

    per pagina gescand of per schermafdruk uit een geautomatiseerd bestand via de gemeentelijke computer

€ 0,75

  • d.

    per geanonimiseerde pagina gescand of per schermafdruk uit een geautomatiseerd bestand via de gemeentelijke computer

€ 1,50

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 11,70

  • 1.

    vermeerderd met een bedrag per pagina

€ 0,75

d.

Gegevens uit een geautomatiseerd bestand via de gemeentelijke computer voor elk kwartier of gedeelte daarvan dat aan het verzamelen van deze gegevens moet worden besteed

€ 30,20

e.

een afdruk van tekeningen, kaarten en dergelijke met een oppervlakte van A2 formaat of groter voor zover daarover niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen

€ 4,20

 

Artikel 1.25 Kabels en leidingen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.1 en 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Best 2024, waarbij de graaflengte <100 m¹ is of een lasgat/ montagegat met een oppervlakte van >2 m²

€ 219,75

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 2.1 en 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Best 2024, waarbij de graaflengte ≥100 m¹ is

€ 439,50

3.

Het tarief genoemd onder lid 1 en lid 2 wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, van

€ 2,12

4.

Het tarief genoemd onder lid 1 en lid 2 wordt verhoogd met een bedrag per strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen:

  • a.

    Over de eerste 2.000 m¹, een bedrag van

€ 1,50

  • b.

    Over de lengte >2.000 m¹ en <10.000 m¹, een bedrag van

€ 0,88

  • c.

    Over de lengte > 10.000 m¹ of meer, een bedrag van

€ 0,77

5.

Voor degene aan wie het recht als bedoeld onder lid 1 tot en met lid 4 in rekening is gebracht bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen, óf als de gemeente de aanvraagt weigert of buiten behandeling stelt. De teruggaaf bedraagt: 50%.

Artikel 1.26 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het in, op, boven of over de weg aanbrengen van voorwerpen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, danwel voor het indienen van een melding op grond van een omgevingsplan

€ 141,20

b.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor het in de openlucht in werking hebben van een geluidsapparaat

€ 141,20

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing ter zake van het maken van reclame als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor het plaatsen van reclameborden, danwel voor het indienen van een melding op grond van een omgevingsplan

€ 141,20

d.

tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening geldig voor ten hoogste één jaar, per standplaats

€ 141,20

e.

een ontheffing als bedoeld in artikel 3, 4 en 5 van de Zondagswet

€ 33,60

f.

tot het verkrijgen van een ontheffing ter zake van het houden van wedstrijden met voertuigen, als bedoeld in artikel 148 van de wegenverkeerswet

€ 141,20

g.

tot het verkrijgen van een terrasvergunning

€ 141,20

h.

tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod in de openlucht afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben

€ 141,20

i.

tot het verkrijgen van gegevens van verkeerstellingen, per telpunt

€ 70,50

j.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking al dan niet op grond van de Algemene Plaatselijke verordening, danwel voor het indienen van een melding op grond van een omgevingsplan

€ 141,20

k.

De tarieven uit deze titel voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, ontheffing of andere beschikking op grond van de Algemene plaatselijke verordening worden bij het overschrijden van de wettelijke aanvraagtermijnen vermeerderd met een toeslag van 25% van de leges op grond van deze Titel

l.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, ontheffing of andere beschikking op grond van de Algemene plaatselijke verordening intrekt, terwijl deze reeds in behandeling is genomen maar nog niet op is beslist door het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente, wordt 50% van de op grond van deze titel op te leggen legeskosten in rekening gebracht.

m.

Indien wordt besloten om een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing of andere beschikking op grond van de Algemene plaatselijke verordening niet in behandeling te nemen, wordt 25% van de op grond van deze titel op te leggen legeskosten in rekening gebracht.

 

n.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning om een vergunning, ontheffing of andere beschikking op grond van de Algemene plaatselijke verordening als gevolg van een, naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging bedraagt 25 % van de op grond van deze titel opgelegde legeskosten.

 

 

Verzend- en administratiekosten

 

o.

Voor zover niet anders bepaald in deze Tarieventabel worden bij een aanvraag of verzoek (schriftelijk, email, mondeling, telefonisch, enzovoort) om toezending van stukken per post of per email, naast kosten van de leges een vergoeding voor verzend- en administratiekosten gerekend van

€ 6,30

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

omgevingsoverleg: een verzamelnaam voor alle vormen van vooroverleg waarbij initiatiefnemer een plan voorlegt aan het bevoegd gezag.

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en (concept)besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een verzoek/(concept)aanvraag om:

a.

om een initiatief te bespreken/beoordelen in het Adviesteam Principeverzoeken,

b.

om te beoordelen ten behoeve van een vergunning/toestemming als bedoeld onder a t/m g:

  • a.

    een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

  • b.

    een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

  • c.

    toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

  • d.

    een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

.

  • e.

    intrekking van een omgevingsvergunning;

  • f.

    wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

.

  • g.

    een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met f.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

Voor het beoordelen van een initiatief in door het Adviesteam Principeverzoeken, als het initiatief betrekking heeft op een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

a.

voor een eerste overleg in het Adviesteam Principeverzoeken:

€ 936,90

b.

voor elk volgend overleg:

€ 624,60

c.

voor bespreking op de regionale Omgevingstafel*

€ 661,00

d.

extra lasten van deskundigen en verbonden partijen die worden ingeschakeld t.b.v. het Omgevingsoverleg zullen worden doorbelast aan de aanvragende partij

 

Artikel 2.4a Conceptaanvraag onder de Omgevingswet

 

Voor het beoordelen van een conceptaanvraag die betrekking heeft op activiteiten onder de Omgevingswet bedragen de verschuldigde leges 50% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor hetzelfde project zouden worden vastgesteld, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten.

 

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

2.5.a

  • indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen

1,30%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 285,30

  • over het deel van de bouwkosten vanaf € 150.000,- tot € 1.000.000:

van de bouwkosten;

met een minimum van € 1.950,- plus € 1,10% van de bouwkosten die het bedrag van € 150.000 te boven gaat.

1,10%

  • over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000:

van de bouwkosten;

met een minimum van € 11.300,- plus € 0,40% van de bouwkosten die het bedrag van € 1.000.000,- te boven gaat

0,40%

2.5.b

toets vergunningsvrij bouwen

Dit artikel is niet van toepassing wanneer er al een toets vergunningsvrij bouwen is gedaan conform aftikel 2.6 lid b.

€ 125,90

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet of artikel 22.26 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.6.a.1

voor een bouwactiviteit die in overeenstemming is met de in het omgevingsplan gestelde regels over het bouwen omgevingsplanactiviteit

  • indien de bouwkosten minder dan € 150.000 bedragen

2,6%

  • van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 570,65

  • over het deel van de bouwkosten vanaf € 150.000,- tot € 1.000.000:

    van de bouwkosten;

    met een minimum van € 3.900,- plus 2,2% van de bouwkosten die het bedrag van € 150.000,- te boven gaat.

2,2%

  • over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000:

    van de bouwkosten;

    met een minimum van € 22.600,- plus 0,75% van de bouwkosten die het bedrag van € 1.000.000,- te boven gaat.

0,75%

2.6.a.2

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in samenhang met het omgevingsplan of artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet] en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.37, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, vermeerderd met:

€ 156,70

2.6.a.3

Als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, vermeerderd met:

€ 2.500,00

2.6.a.4

als moet worden beoordeeld of de bouwactiviteit in overeenstemming is met een voorbereidingsbesluit of aanwijzing als beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in artikel 22.33, tweede lid, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:

€156,70

Indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit die verband houdt met een pand dat onderdeel uitmaakt van een beschermd stads- dorpsgezicht wordt het tarief als genoemd onder 2.5.a berekend op basis van de bouwkosten zonder daarbij de werkzaamheden te betrekken die regulier, dat wil zeggen wanneer er geen sprake is van een beschermd stads- dorpsgezicht, vergunningvrij uitgevoerd mogen worden. Wanneer uitsluitend van regulier vergunningvrije werkzaamheden sprake is, worden er geen leges als vermeld in artikel 2.5.a in rekening gebracht.

2.6.a.5

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie als bedoeld in artikel 22.30 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, vermeerderd met:

€ 139,10

2.6.a.6

voor een bouw- en/of gebruiksactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en waarvoor een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid dient te worden toegepast zoals hieronder opgesomd:

  • Afwijking van de bouwregels zijnde 10% van de voorgeschreven maatvoeringen, toestaan dat de bestemmingsgrenzen, bebouwingsgrenzen of het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden.

  • Ten behoeve van nutsgebouwen;

  • Wachthuisjes openbaar vervoer,

  • Gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes

  • Afwijking ander type bouwwerk tot een hoogte van 4 m’

  • Schuilhut

  • Paardenbakken voor hobbymatig gebruik

  • Kleinere spuitvrije zone

  • Aan huis verbonden beroep/bedrijf

  • Kleinschalige bedrijvigheid

  • Kleinschalige overnachting

  • Meergeneratiewoning

  • Afwijken grotere inhoudsmaat en/of grotere oppervlakte bijgebouwen

  • Evenementen;

  • Voor de bouw van dierenverblijven binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Wonen', 'Bedrijf - 1' en 'Bedrijf - 2 waarbij de volgende voorwaarden gelden

  • Ten behoeve van het plaatsen dan wel installeren van zonnepanelen

€ 500,00

2.6.a.7

voor een bouw- en/of gebruiksactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en waarvoor een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid dient te worden toegepast maar deze niet valt onder artikel 2.6.a.6 van deze legesverordening

€ 2.500,00

2.6.a.8

voor een bouw- en/of gebruiksactiviteit waarvoor het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en waarvoor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit dient te worden toegepast die, vallend onder de ‘Beleidsregel kruimelgevallen gemeente Best’ met uitzondering van niet vallend onder onderdeel 9 en/of 11 van dat beleid.Bij cumulatie van onderdelen uit de ‘Beleidsregel kruimelgevallen gemeente Best’ worden de legesbedragen van de verschillende onderdelen bij elkaar opgeteld.

€ 500,00

2.6.a.9

voor een bouw- en/of gebruiksactiviteit waarvoor het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en waarvoor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit dient te worden toegepast niet vallend onder artikel 2.6.a.8 dan middels een begroting en per onderdeel: de voor het nemen van het besluit aan de aanvrager medegedeelde kosten voor het nemen van het besluit, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.6.a.10

voor een bouw- en/of gebruiksactiviteit waarvoor moet worden afgeweken van de in het omgevingsplan opgenomen standaardwaarde voor geluid (buitenplanse omgevingsactiviteit), de kosten als bedoeld onder 2.6.a 1 t/m 3, vermeerderd met:

€ 2825,00

2.6.b

toets vergunningsvrij bouwen

Dit artikel is niet van toepassing wanneer er al een toets vergunningsvrij bouwen is gedaan conform artikel 2.5 b.

€ 126,90

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 312,30

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument

€ 312,30

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 1.139,90

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

100%

3.

Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder gemeentelijk monument respectievelijk voorbeschermd gemeentelijk monument ook verstaan een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is.

De vorige volzin is van toepassing:

  • -

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • -

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in de omgevingsverordening, het omgevingsplan in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 325,50

2.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8 en 2.9 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 469,00

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het Omgevingsplan bedraagt het tarief voor aanvraag onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.219,60

Indien sprake is van een aanvraag voor een of meer milieubelastende activiteiten waar de uitgebreide procedure conform 3.4 AWB op van toepassing is gelden de tarieven zoals bepaald in artikel 2.35 lid a.

 

Paragraaf 2.5 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Opbreken van verharding of graven in openbaar gebied

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 381,80

2.

Aanleggen/ in stand houden/ verwijderen kabel of leiding in openbaar gebied.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, bestaande uit het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding in openbaar gebied, als bedoeld in het omgevingsplan, niet zijnde kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 381,80

3.

Graven in gebied met archeologische verwachtingen

omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het gebied met [normwaarde archeologische verwachtingswaarde of archeologische verwachtingen], als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 381,80

4.

Graven in beperkingengebied leidingen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 381,80

5.

Graven in een bijzonder landschapselement/ aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde. als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 381,80

Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • -

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • -

    indrijven van voorwerpen,

  • -

    ophogen van de grond, of

  • -

    verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

  • -

    bij een werkmelding

€ 48,60

b.

  • -

    bij een vergunningaanvraag die maximaal 8 uur tijdsbesteding vergt

€ 556,20

c.

  • -

    bij een vergunningaanvraag die meer dan 8 uur tijdsbesteding vraagt, per geraamd uur

€ 139,10

 

Artikel 2.14 Plaatsen van voorwerpen op (of aan) de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg, bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 347,60

Artikel 2.15 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 903,80

 

Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 381,80

 

Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11a van de Algemene plaatselijke verordening, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten

€ 381,80

 

Paragraaf 2.6 Overige activiteiten

Artikel 2.18 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het aanbrengen of maken van reclame of het plaatsen van een reclameobject, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen genoemde activiteiten:

a.

voor het aanbrengen of maken van reclame als bedoeld in het eerste lid van dat artikel

€ 451,40

b.

voor het aanbrengen van verlichte of bewegende reclame als bedoeld in het tweede lid van dat artikel

€ 451,40

c.

voor het plaatsen van een reclameobject als bedoeld in het derde lid van dat artikel:

€ 451,40

Artikel 2.19 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,

€ 347,60

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 347,60

 

Artikel 2.20 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening [in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit], bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 347,60

 

Artikel 2.21 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

behoort tot een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen categorie activiteiten, uitgezonderd de activiteiten bedoeld in onderdeel b, bedragen de verschuldigde leges, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

  • a.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project = 2 uur of minder (waaronder binnenplanse omgevingsplanactiviteit aan huis verbonden beroep/bedrijf)

€ 371,35

  • b.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 2 uur en < 5 uur (waaronder binnenplanse omgevingsplanactiviteit kleinschalige overnachting en verplaatsing woning)

€ 742,70

  • c.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 5 uur en < 10 uur (waaronder binnenplanse omgevingsplanactiviteit meergeneratiewoning en woningsplitsing)

€ 1.485,40

  • d.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 10 uur, tarief per geraamd uur

€ 149,00

b.

behoort tot een in het omgevingsplan of een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen categorie vergunningplichtige activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, bedragen de verschuldigde leges, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 396,50

  • a.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project = 2 uur of minder

€ 371,35

  • b.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 2 uur en < 5 uur

€ 742,70

  • c.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 5 uur en < 10 uur

€ 1.485,40

  • d.

    indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 10 uur, tarief per geraamd uur

€ 149,00

 

Paragraaf 2.7 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.22 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 5.

    per maatwerkvoorschrift:

€ 900,50

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 900,50

c.

als de verwachte tijdsbesteding meer is dan 8 uur, bedraagt het tarief per extra uur op basis van voorcalculatie (Odzob)

€ 112,60

Artikel 2.23 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of een andere milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 1.435,80

Artikel 2.24 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.22 en 2.23, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.435,80

 

Paragraaf 2.8 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.25 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

  • a.

    een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 139,10

  • b.

    een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 156,70

  • c.

    een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 156,70

  • d.

    een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 156,70

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.9 Overige tarieven

Artikel 2.26 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 285,30

Artikel 2.27 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, waarbij alleen de leges worden berekend over het verschil van de bouwkosten t.o.v. de eerder verleende vergunning met een minimum van € 285,30.

Artikel 2.28 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 1.250,30

Artikel 2.29 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning.

€ 0,00

Artikel 2.30 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen, tarief per uur:

€ 0,00

Artikel 2.31 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.36 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 2.31a Wijzigen omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

het bedrag blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing wordt de aanvraag in behandeling genomen na de dag waarop de aanvrager met de begroting van de kosten schriftelijk heeft ingestemd.

Artikel 2.31b Afwijken standaardwaarde bij wijziging omgevingsplan

Als van de in het omgevingsplan opgenomen standaardwaarde voor geluid moet worden afgeweken ten gevolge van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, bedraagt het tarief:

€ 2.963,50

Artikel 2.31c Advies en instemmingsrecht Provincie Natura 2000 en flora- en fauna-activiteiten .

 

Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (Natura 2000-Activiteiten)

 

a.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Omgevingswet:

€ 3.072,50

b.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, niet zijnde een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.3. van het Besluit activiteiten leefomgeving, in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activieit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Omgevingswet

€ 3.072,50

c.

Een aanvraag om een wijziging van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, niet zijnde een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.3. van het Besluit activiteiten leefomgeving, in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1. eerste lid, aanhef en onder e van de Omgevingswet

€ 3.072,50

Activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (flora- en fauna-activiteiten)

 

d.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g van de Omgevingswet:

€ 6.148,20

e.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, niet zijnde een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, in combinatie met een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de Omgevingswet:

€ 6.148,20

Natura 2000-activiteit

 

f.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder e van de Omgevingswet waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is:

€ 6.347,50

g.

Een verzoek om (gedeeltelijke) intrekking van een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5,1, eerste lid onder e van de Omgevingswet

€2.571,10

h.

Het verzoek om een PAS-melding om te zetten naar een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet (legalisering PAS-melding)

€1.678,40

Flora- en fauna-activiteit

 

i.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid onder g van de Omgevingswet ten behoeve van het realiseren of wijzigen van infrastructurele werken, het realiseren of wijzigen van windmolens of ruimtelijke ontwikkelingen waarbij meer dan 50 woningen worden gesloopt, gerealiseerd of gerenoveerd.

€ 8.253,50

j.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid onder g van de Omgevingswet die niet uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager.

€ 6.415,70

k.

Een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in het vierde lid die uitsluitend ziet op het belang van één particuliere aanvrager.

€ 2.655,00

Artikel 2.32 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 156,70

 

Paragraaf 2.10 Modaliteiten

Artikel 2.33 Buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde bouwactiviteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.6, worden de op grond van artikel 2.7 of de paragrafen 2.4 tot en met 2.7 verschuldigde leges:

a.

indien de tijd die wordt geraamd voor het project = 5 uur of minder

€ 781,30

b.

indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 5 uur en < 10 uur

€ 1.562,60

c.

indien de tijd die wordt geraamd voor het project > 10 uur, tarief per geraamd uur

€ 156,70

Artikel 2.34 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:

20%

Artikel 2.35 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.163,70

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.250,30

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.250,30

Artikel 2.36 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 655,50

b.

voor de beoordeling van een BO en IVO

€ 516,40

c.

voor de beoordeling IVO-P en opgraving

€ 804,50

d.

voor de beoordeling PvE

€ 516,40

e.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting

€ 1.211,70

f.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 655,50

g.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 794,50

h.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 4.606,20

i.

voor de beoordeling Landschapsinvesteringsregeling (LIR)

€ 355,00

j.

Beoordeling overige onderzoeken, per onderzoek

€ 500,00

Artikel 2.36a Verstrekken bodeminformatie milieu

 

Voor de verstrekking van informatie over de bodemkwaliteit respectievelijk gegevens ter bepaling van de geluidsbelasting bedraagt het tarief per half uur of gedeelte daarvan

€ 49,30

Artikel 2.37 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

  • a.

    voor een advies van de gemeenteraad:

€ 2.499,60

  • b.

    voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Gemeente Best 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 22.29, eerste lid, aanhef en onder b, van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet:

€ 624,60

  • c.

    Wanneer het bouwplan betrekking heeft op 5 of meer woningen wordt bedrag genoemd onder dit artikel

€ 1250,30

  • d.

    voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Gemeente Best 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 1.250,30

  • e.

    voor een advies bij de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen

€ 1.250,30

  • f.

    voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

Artikel 2.38 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

Paragraaf 2.11 Vermindering

Artikel 2.39 Vermindering na concept-aanvraag

1.

Bij een conceptaanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.4.a van deze legesverordening worden de in rekening gebrachte leges in mindering gebracht op de leges voor de aanvraag omgevingsvergunning

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het beoordeelde conceptaanvraag betrekking had en het een identieke aanvraag betreft;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van de beoordeling van het initiatief c.q. de conceptaanvraag; en

  • c.

    binnen 6 maanden nadat de uitkomst van de beoordeling van de concept-aanvraag aan de initiatiefnemer danwel aan diens gemachtigde is medegedeeld.

Artikel 2.40 Vermindering bij meervoudige aanvraag 

Vervallen

Artikel 2.41 Bij aanvraag waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist en deze aanvraag wordt actief ingetrokken, dan zijn hiervoor de leges verschuldigd genoemd onder dit artikel:

€ 125,90

 

Paragraaf 2.12 Teruggaaf

Deze paragraaf heeft uitsluitend betrekking op de geheven leges die het minimum legesbedrag te boven gaan.

 

Artikel 2.42 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.43 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.44 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.45 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.46 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.47 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.

 

Artikel 2.48 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 

Artikel 2.49 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.9

Het tarief bedraagt per uur voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 156,70

2.9.1

een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

 

2.9.2

Voor de toepassing van de onderdelen in dit hoofdstuk wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

 

Paragraaf 3.1 Horeca c.a.

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting (2:28 APV) of bedrijf (2:40a APV)

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening, waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 3.2 lid a is aangevraagd of verleend:

€ 61,60

b.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 3.2 lid a is verleend of aangevraagd en waarbij een BIBOB-toets is vereist:

€ 393,80

c.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening waarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 3.2 lid a is verleend of aangevraagd en waarbij geen BIBOB-toets is vereist:

€ 133,60

d.

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het exploiteren van een bedrijf als bedoeld in artikel 2:40a van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 393,80

e.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 141,20

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 393,80

b.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 269,10

c.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 261,10

d.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 135,60

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een vergunning voor een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3:3 Algemene plaatselijke verordening

€ 1.403,90

 

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.4 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 141,20

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.5 Organiseren evenement of markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

1.

een evenement met verhoogd risico (categorie C)

1.a

indien het een eendaags evenement is:

€ 11.176,50

1.b

per dag dat het evenement langer duurt dan 1 dag wordt het onder a genoemde bedrag verhoogd met:

€ 1.263,90

2.

een evenement met een gemiddeld risico (categorie B)

€ 1.238,30

3.

een evenement met een laag risico (categorie A)

€ 138,20

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor een evenement op grond van een omgevingsplan

€ 138,20

5

De tarieven in dit hoofdstuk voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning worden bij het overschrijden van de wettelijke aanvraagtermijnen vermeerderd met een toeslag van 25% van het legesbedrag op grond van deze Titel.

6.

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een evenementenvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

7

Indien een begroting als bedoeld in dit artikel, lid 6 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 3.5 Kinderopvang

Artikel 3.6 Kinderopvang

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang en/of buitenschoolse opvang) of gastouderbureau als bedoeld in art. 1.45 eerste lid, Wet Kinderopvang en opname in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

€ 496,80

b.

het in exploitatie nemen van een gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 tweede lid, Wko en opname in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

€ 372,60

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap]

Artikel 3.7 Vergunning [of ontheffing] onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

Artikel 3.8 Vergunning [of ontheffing] samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

Artikel 3.9 Vergunning [of ontheffing] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

Artikel 3.10 Vergunning [of ontheffing] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, [respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

Artikel 3.11 Splitsingsvergunning [of -ontheffing]

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste[, respectievelijk tweede lid,] van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

Artikel 3.12 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of ontheffing van het verbod om woonruimte voor toeristische verhuur in gebruik te geven als bedoeld in artikel 23c, eerste, respectievelijk tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

Artikel 3.13 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 345,00

 

Artikel 3.14 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap:

a.

voor een verhuurvergunning woonruimte:

€ 75,00

b.

voor een verhuurvergunning verblijfsruimte:

€ 75,00

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.15 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 83,70

 

Behorende bij raadsbesluit van 11 november 2024

 

De griffier van Gemeente Best,

Rian Swinkels-van de Laar

Naar boven