Artikel 1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.31.3, 1.35.a tot en met 1.35.c en onderdeel 3.6 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan voor de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving wordt genoemd.
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 5 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 5 dagen na dagtekening van kennisgeving.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
- 2.
Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen);
- 3.
artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 4.
artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);
- 5.
artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
- 1.
De ‘Verordening op de heffing en invordering leges 2023’ van de gemeente Zwartewaterland, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2022, met bij behorende tarieventabel, laatst gewijzigd op 25 april 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de 1e dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening 2024-Ow’.
Tarieventabel 2024, behorende bij de Legesverordening 2024-Ow
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in één van de volgende locaties:
- 1.
- 2.
’t Olde Staduus Genemuiden
- 3.
Voormalig gemeentehuis Zwartsluis
|
|
a.
|
op maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 16:30 uur, met uitzondering van het bepaalde onder j:
|
€ 450,00
|
b.
|
op zaterdag van 10:00 tot 14:00 uur:
|
€ 627,00
|
Het tarief onderdelen a en b voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap wordt voor één van de volgende locaties verhoogd met:
|
|
c.
|
Oude stadhuis te Hasselt
|
€ 258,00
|
d.
|
Korenmolen ‘De Zwaluw’ te Hasselt
|
€ 250,00
|
e.
|
Sluuspoort en Botterhuus te Zwartsluis
|
€ 150,00
|
f.
|
De Geallery te Mastenbroek
|
€ 295,00
|
g.
|
MS Zuiderzee te Hasselt
|
€ 250,00
|
h.
|
De Kaaihof en De Buitenhof te Genemuiden
|
€ 300,00
|
i.
|
Hotel Zwartewater te Zwartsluis
|
€ 325,00
|
j.
|
Op dinsdag om 09:00 uur en 09:30 uur vindt kosteloze voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaats in het gemeentehuis Hasselt.
|
|
Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk
|
|
a.
|
in één van de volgende locatie:
- 1.
- 2.
’t Olde Staduus Genemuiden
- 3.
Voormalig gemeentehuis Zwartsluis
op maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 16:30 uur, met uitzondering van het bepaalde onder k:
|
€ 450,00
|
b.
|
op zaterdag van 10:00 tot 14:00 uur:
|
€ 627,00
|
Het tarief onderdelen a en b voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in huwelijk wordt voor één van de volgende locaties verhoogd met:
|
|
c.
|
Oude stadhuis te Hasselt
|
€ 258,00
|
d.
|
Korenmolen ‘De Zwaluw’ te Hasselt
|
€ 250,00
|
e.
|
Sluuspoort en Botterhuus te Zwartsluis
|
€ 150,00
|
f.
|
De Geallery te Mastenbroek
|
€ 295,00
|
g.
|
MS Zuiderzee te Hasselt
|
€ 250,00
|
h.
|
De Kaaihof en De Buitenhof te Genemuiden
|
€ 300,00
|
i.
|
Hotel Zwartewater te Zwartsluis
|
€ 325,00
|
j.
|
aan de balie Burgerzaken:
|
€ 36,00
|
k.
|
Op dinsdag om 09:00 uur en 09:30 uur vindt kosteloze voltrekking van het omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk plaats in het gemeentehuis Hasselt.
|
|
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:
|
|
a.
|
op maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 16:30 uur
|
€ 450,00
|
b.
|
op zaterdag van 10:00 tot 14:00
|
€ 627,00
|
Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis
|
|
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:
|
|
a.
|
op maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 16:30 uur
|
€ 450,00
|
b.
|
op zaterdag van 10:00 tot 14:00
|
€ 627,00
|
Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag
|
|
(niet van toepassing)
|
|
Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente
|
|
Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige (maximaal 2 getuigen):
|
€ 38,00
|
Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum, tijdstip, getuige, ambtenaar van de burgerlijke stand of locatie voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen:
|
€ 36,00
|
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
a.
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje (normale uitvoering):
|
€ 35,00
|
b.
|
een duplicaat trouwboekje of partnerschapsboekje:
|
€ 47,00
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een nationaal paspoort:
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 83,85
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 63,40
|
b.
|
een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 83,85
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 63,40
|
c.
|
een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 83,85
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 63,40
|
d.
|
een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:
|
€ 63,40
|
Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:
|
|
a.
|
een Nederlandse identiteitskaart:
|
|
|
1.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:
|
€ 75,80
|
|
2.
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
|
€ 40,90
|
b.
|
een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:
|
€ 36,90
|
Artikel 1.11 Modaliteiten
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
a.
|
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:
|
€ 57,05
|
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen
Artikel 1.12 Rijbewijzen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:
|
€ 48,15
|
Artikel 1.13 Modaliteiten
|
|
1.
|
Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€ 34,10
|
|
|
|
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.14 Definities
|
|
1.
|
Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
2.
|
Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.
|
|
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag
|
|
a.
|
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:
|
€ 8,60
|
b.
|
tot het verstrekken van gegevens betreffende de protocollering, per verstrekking
|
€ 23,25
|
c.
|
tot het verstrekken van gegevens aan derden op basis van bijlage 3 behorende bij het Reglement voor de basisregistraties personen van door de gemeente gesubsidieerde instellingen, ouderenbonden, charitatieve instellingen en Stichting Welzijn ouderen Zwartewaterland, per verstrekking
|
€ 0,15
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van
|
|
a.
|
een persoonslijst
|
€ 23,25
|
d.
|
een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):
|
€ 8,60
|
Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens
|
|
(niet van toepassing)
|
|
Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking
|
|
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:
|
€ 7,50
|
Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:
|
€ 16,75
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.
|
|
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van een gemeentelijke verordening, per pagina
|
€ 0,75
|
Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken
|
|
(niet van toepassing)
|
|
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie
Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:
|
|
a.
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:
|
€ 0,75
|
b.
|
in formaat A3, per bladzijde:
|
€ 0,90
|
c.
|
in formaat A2 of groter, per bladzijde:
|
€ 2,25
|
Artikel 1.22 Informatie uit registers
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:
|
|
a.
|
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:
|
€ 8,00
|
b.
|
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:
|
€ 12,60
|
c.
|
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:
|
€ 8,00
|
d.
|
het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:
|
€ 8,00
|
Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:
|
|
a.
|
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:
|
€ 8,00
|
b.
|
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:
|
€ 8,00
|
c.
|
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:
|
€ 8,00
|
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.24 Gemeentegarantie
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van een gemeentegarantie:
|
€ 84,00
|
b.
|
tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:
|
€ 84,00
|
Artikel 1.25 Overige publiekszaken
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
a.
|
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:
|
€ 41,35
|
b.
|
tot het legaliseren van een handtekening:
|
€ 16,00
|
c.
|
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn
|
€ 15,00
|
d.
|
tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap
|
€ 9,00
|
e.
|
tot het verstrekken van een gewaarmerkte kopie van een document
|
€ 9,00
|
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:
|
€ 16,75
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld.
|
|
Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van
|
|
a.
|
een afschrift of fotokopie van een uit het gemeentearchief berustend stuk, per pagina
|
€ 0,75
|
b.
|
Een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk
|
€ 11,00
|
Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden
|
|
(niet van toepassing)
|
|
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014
|
|
(niet van toepassing)
|
|
Artikel 1.30 Leegstandwet
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:
|
€ € 34,00
|
|
b.
|
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:
|
€ 17,00
|
2.
|
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.
Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.
|
|
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
|
a.
|
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:
|
€ 56,50
|
|
b.
|
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:
|
€ 56,50
|
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat:
|
€ 34,00
|
|
c.
|
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:
|
€ 226,50
|
|
d.
|
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:
|
€ 226,50
|
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat:
|
€ 136,00
|
2.
|
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.
|
|
3.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):
|
€ 59,00
|
Artikel 1.32 Telecommunicatiewet
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:
|
€ 538,00
|
|
a.
|
als het betreft werkzaamheden, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met:
|
€ 1,77
|
|
b.
|
Het tarief onder a. bedraagt minimaal:
|
€ 48,00
|
|
c.
|
Als er sprake is van een leidinglengte van 1.000 meter of meer, zijn de bepalingen in artikel 1.32 1a en 1b niet van toepassing. De leges bedoeld onder artikel 1.32 1a worden in rekening gebracht. Daarnaast wordt een aparte projectovereenkomst met de aanvrager afgesloten, waarin de kosten voor de inzet van de toezichthouder worden vastgesteld.
|
|
|
d.
|
als met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met:
|
€ 238,00
|
|
e.
|
als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:
|
€ 75,00
|
b.
|
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:
|
€ 75,00
|
c.
|
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):
|
€ 30,00
|
d.
|
medische keuring ten behoeve van de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart
|
€ 84,00
|
e.
|
Bij het niet verschijnen op een gemaakte afspraak voor een keuring (afzegging binnen 24 uur of niet verschenen zonder adequate afzegging)
|
€ 32,00
|
f.
|
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart bij vermissing of verlenging
|
€ 30,00
|
g.
|
verstrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer
|
€ 54,00
|
h.
|
verstrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening gemeente Zwartewaterland 2014
|
€ 230,00
|
i.
|
1.
|
ontheffing te verkrijgen als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
|
€ 95,00
|
|
|
2.
|
per in de aanvraag opgenomen adres vermeerderd met
|
€ 12,00
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 1.10 Diversen
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
a.
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 8,00
|
b.
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
€ 21,00
|
c.
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 11,00
|
d.
|
kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
|
1.
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:
|
€ 0,75
|
|
2.
|
in formaat A3, per bladzijde:
|
€ 0,90
|
|
3.
|
in formaat A2 of groter, per bladzijde:
|
€ 2,25
|
|
4.
|
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de onderdelen d1, d2, d3 of d4, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk
|
€ 9,00
|
Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
|
|
a.
|
een vergunning of ontheffing als bedoeld in een artikel van de Algemene plaatselijke verordening, voor zover niet met name in dit hoofdstuk benoemd:
|
€ 21,00
|
b.
|
een vergunning als bedoeld in artikel 4:3 (incidentele festiviteit) van de Algemene plaatselijke verordening
|
€ 35,00
|
c.
|
een vergunning, ontheffing, verklaring, beschikking als bedoeld in artikel 4:6 (geluidshinder) van de Algemene plaatselijke verordening voor het:
|
|
|
1.
|
verbod op het maken van geluidshinder zonder advies:
|
€ 35,00
|
|
2.
|
verbod op het maken van geluidshinder met advies:
|
€ 70,00
|
d.
|
1.
|
een vergunning als bedoeld in artikel 5:25 (ligplaats woonschepen) van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 140,00
|
|
2.
|
het overschrijven of wijzigen van de vergunning in onderdeel d1:
|
€ 70,00
|
e.
|
een vergunning voor de zegenvisserij, overeenkomstig het Legesbesluit visserijdocumenten:
|
€ 108,91
|
f.
|
een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Verordening aansluiting riolering:
|
€ 52,00
|
g.
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
€ 21,00
|
h.
|
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:
|
€ 11,00
|
|
|
|
|
|
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWETParagraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
-
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
-
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplichtin het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
5.
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als voorzien in de bij deze tarieventabel behorende bijlage I.
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
Artikel 2.4 Conceptverzoek
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van conceptverzoek over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per conceptverzoek:
|
€ 250,00
|
b.
|
per conceptverzoek met besluit van college (principeverzoek):
|
€ 945,00
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
Indien sprake is van een aanvraag die onder gevolgklasse 2 of hoger valt.
|
€ 944,00
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit van de bouwkosten:
|
|
1.
|
indien de bouwkosten minder dan € 2.500 bedragen:
|
€ 75,00
|
2.
|
indien de bouwkosten € 2.500 tot € 5.000 bedragen:
|
€ 92,00
|
3.
|
indien de bouwkosten € 5.000 tot € 7.500 bedragen:
|
€ 145,00
|
4.
|
indien de bouwkosten € 7.500 tot € 10.000 bedragen:
|
€ 197,00
|
5.
|
indien de bouwkosten € 10.000 tot € 12.500 bedragen:
|
€ 259,00
|
6.
|
indien de bouwkosten € 12.500 tot € 15.000 bedragen:
|
€ 315,00
|
7.
|
indien de bouwkosten € 15.000 tot € 17.500 bedragen:
|
€ 373,00
|
8.
|
indien de bouwkosten € 17.500 tot € 20.000 bedragen:
|
€ 429,00
|
9.
|
indien de bouwkosten € 20.000 tot € 25.000 bedragen:
|
€ 522,00
|
10.
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 30.000 bedragen:
|
€ 631,00
|
11.
|
indien de bouwkosten € 30.000 tot € 35.000 bedragen:
|
€ 736,00
|
12.
|
indien de bouwkosten € 35.000 tot € 40.000 bedragen:
|
€ 833,00
|
13.
|
indien de bouwkosten € 40.000 tot € 45.000 bedragen:
|
€ 951,00
|
14.
|
indien de bouwkosten € 45.000 tot € 50.000 bedragen:
|
€ 1.069,00
|
15.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 60.000 bedragen:
|
€ 1.205,00
|
16.
|
indien de bouwkosten € 60.000 tot € 70.000 bedragen:
|
€ 1.385,00
|
17.
|
indien de bouwkosten € 70.000 tot € 80.000 bedragen:
|
€ 1.564,00
|
18.
|
indien de bouwkosten € 80.000 tot € 90.000 bedragen:
|
€ 1.744,00
|
19.
|
indien de bouwkosten € 90.000 tot € 100.000 bedragen:
|
€ 2.148,00
|
20.
|
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 125.000 bedragen:
|
€ 2.450,00
|
21.
|
indien de bouwkosten € 125.000 tot € 150.000 bedragen:
|
€ 2.879,00
|
22.
|
indien de bouwkosten € 150.000 tot € 175.000 bedragen:
|
€ 3.313,00
|
23.
|
indien de bouwkosten € 175.000 tot € 200.000 bedragen:
|
€ 3.769,00
|
24.
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 225.000 bedragen:
|
€ 4.177,00
|
25.
|
indien de bouwkosten € 225.000 tot € 250.000 bedragen:
|
€ 4.602,00
|
26.
|
indien de bouwkosten € 250.000 tot € 275.000 bedragen:
|
€ 5.040,00
|
27.
|
indien de bouwkosten € 275.000 tot € 300.000 bedragen:
|
€ 4.518,00
|
28.
|
indien de bouwkosten € 300.000 tot € 350.000 bedragen:
|
€ 5.162,00
|
29.
|
indien de bouwkosten € 350.000 tot € 400.000 bedragen:
|
€ 6.025,00
|
30.
|
indien de bouwkosten € 400.000 tot € 450.000 bedragen:
|
€ 6.884,00
|
31.
|
indien de bouwkosten € 450.000 tot € 500.000 bedragen:
|
€ 7.752,00
|
32.
|
indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:
|
€ 8.639,00
|
|
vermeerderd met 3,34% van de bouwkosten boven € 500.000 tot een maximum van
|
€ 143.530,00
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij voormalige wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht
|
€ 913,00
|
|
vermeerderd met de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van vooraf uitgebrachte offerte.
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, vermeld op Bijlage II bij deze tabel:
|
€ 259,00
|
d.
|
voor een buitenplanse activiteit vermeld op bijlage III bij deze tabel
|
€ 913,00
|
e.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit in overige gevallen
|
€ 2.906,00
|
|
vermeerderd met de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van vooraf uitgebrachte offerte.
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit:
|
€ 174,00
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 12 van de Erfgoedverordening Zwartewaterland in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
|
1°
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 123,00
|
|
|
2°
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 123,00
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
|
|
|
1°
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 123,00
|
|
|
2°
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 123,00
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
|
1°
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 123,00
|
|
|
2°
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 123,00
|
3.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Zwartewaterland is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
- 1.
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
- 2.
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 123,00
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 123,00
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit:
|
€ 174,00
|
2.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief:
|
€ 510,00
|
Artikel 2.11a Omgevingsvergunning zonnepanelen
|
|
Voor een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het mogen plaatsen van zonnepanelen vanuit het oogpunt duurzaamheid, binnen het gemeentelijk beschermd stads- en dorpsgezicht, op een rijks- en/of gemeentelijk monument, worden geen leges in rekening gebracht.
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief:
|
€ 3.655,00
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.655,00
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 0
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 0
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
n.v.t.
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
n.v.t.
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per omgevingsplanactiviteit:
|
€ 259,00
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief:
|
€ 510,00
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief:
|
€ 48,00
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de artikelen 2.25, 2.26 en 2.27 is benoemd, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
per omgevingsplanactiviteit:
|
€ 510,00
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
n.v.t.
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen of doen vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief:
|
€ 12,75
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
n.v.t.
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
n.v.t.
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief:
|
€ 259,00
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief:
|
|
|
1°
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 259,00
|
|
2°
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 2.906,00
|
|
|
vermeerderd met de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van vooraf uitgebrachte offerte.
|
|
|
3°
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 259,00
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 0
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 0
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Het tarief is gebaseerd op de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van een vooraf uitgebrachte offerte.
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid.
Het tarief is gebaseerd op de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van een vooraf uitgebrachte offerte.
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift ten hoogste:
Het tarief is gebaseerd op de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van een vooraf uitgebrachte offerte.
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 98,82
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 98,82
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 98,82
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 98,82
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 259,00
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning
|
|
- a.
bedraagt het tarief als de wijziging het gevolg van een, naar de omstandigheden geringe wijziging in het project
|
€ 197,00
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 197,00
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 0
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,
in behandeling is genomen:
|
€ 0
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
€ 0
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
|
- a.
als het een geval, betreft, dat bedoeld werd in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (voormalige wijzigingsbevoegdheid):
vermeerderd met de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van vooraf uitgebrachte offerte.
|
€ 915,00
|
b. voor overige wijzigingen van het omgevingsplan
vermeerderd met de werkelijke kosten welke bij de gemeente in rekening worden gebracht door externe adviseurs op basis van vooraf uitgebrachte offerte.
|
€ 3.723,00
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 159,00
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
€ 259,00
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 5.930,00
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 4.047,00
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 4.748,00
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 134,50
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 85,00
|
Artikel 2.50 Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 0
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) Zwartewaterland 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
€ 0
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit (erfgoed en welstand) Zwartewaterland 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:
|
€ 0
|
|
d
|
als de aanvraag een bouwactiviteit betreft en zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is.
|
€ 31,00
|
|
e.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
a.
|
als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:
|
€ 0
|
|
b.
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
|
n.v.t.
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
n.v.t.
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
100%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot acht weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf acht weken na de indiening van de aanvraag:
|
0%
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot twaalf weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twaalf weken na de indiening van de aanvraag:
|
0%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg, sloop of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg- sloop- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg, sloop of milieubelastende activiteiten
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
30%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Paragraaf 3.1 Horeca
Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
€ 70,00
|
b.
|
een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
|
- 1.
per uur dat de verlenging wordt toegestaan:
|
€ 70,00
|
|
- 2.
geldig voor een kwartaal of een gedeelte daarvan, per uur dat de verlenging wordt toegestaan:
|
€ 841,00
|
|
- 3.
geldig voor een jaar, per uur dat de verlenging wordt toegestaan
|
€ 3.646,00
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:
|
€ 203,00
|
b.
|
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in onderdeel a., mits het enkel een wijziging van de leidinggevende(n) en/of de ondernemingsvorm betreft:
|
€ 125,00
|
c.
|
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:
|
€ 68,00
|
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:
|
|
a.
|
een zeer belastend evenement en/of traditioneel evenement:
|
€ 342,00
|
b.
|
belastend evenement:
|
€ 68,00
|
d.
|
nauwelijks belastende evenement:
|
€ 35,00
|
Artikel 3.7 Organiseren markt
|
|
(niet van toepassing)
|
|
Paragraaf 3.5 Standplaatsen
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit
Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:
|
€ 21,00
|
Bijlage I bij de tarieventabel: Overzicht bouwkosten ten behoeve van berekeningen voor de bouwleges-toets
1. Woningen (nieuwbouw)
|
|
|
|
1.1 Rijtjeswoningen
|
€ 255,00
|
|
per m3
|
1.2 Halfvrijstaande woningen
|
€ 308,00
|
|
per m3
|
1.3 Vrijstaande woningen
|
€ 343,00
|
|
per m3
|
1.4 Vrijstaande woningen luxe
|
€ 367,00
|
|
per m3
|
1.5 Plaatsen tijdelijke woonunit incl. aansluitingen
|
€ 3.300,00
|
|
per unit
|
1.6 Recreatiewoning
|
€ 286,00
|
|
per m3
|
1.7 Appartementen
|
€ 310,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
2. Woninguitbreidingen en verbouwingen
|
|
|
|
2.1 Uitbreiding woonruimte
|
€ 385,00
|
|
per m3
|
2.2 Uitbreiding bergruimte/ garage
|
€ 192,00
|
|
per m3
|
2.3 Kelder
|
€ 220,00
|
|
per m3
|
2.4 Serre
|
€ 385,00
|
|
per m3
|
2.5 Verandering woonruimte (inpandig)
|
€ 163,00
|
|
per m3
|
2.6 Dakkapel (plat)
|
€ 1.210,00
|
|
strekk m
|
2.7 Dakkapel (aangekapt)
|
€ 1.650,00
|
|
strekk m
|
2.8 Nieuw dak
|
€ 148,00
|
|
per m3
|
2.9 Erker
|
€ 1.760,00
|
|
per m3
|
2.10 Dakopbouw
|
€ 605,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
3. Bijgebouwen
|
|
|
|
3.1 Berging / garage / tuinhuis ongeïsoleerd
|
€ 170,00
|
|
per m3
|
3.2 Berging / garage / tuinhuis geïsoleerd
|
€ 192,00
|
|
per m3
|
3.3 Carport / Overkapping
|
€ 148,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
4. Tuin en Straatmeubilair
|
|
|
|
4.1 Houten schutting / pergola
|
€ 69,00
|
|
strekk m
|
4.2 Gemetselde tuinmuur
|
€ 123,00
|
|
strekk m
|
4.3 Hout + metselwerk tuinmuur
|
€ 93,00
|
|
strekk m
|
4.4 Gaashekwerk
|
€ 59,00
|
|
strekk m
|
|
|
|
|
5. Bedrijfshallen
|
|
|
|
5.1 Geisoleerde bedrijfshallen, tot 5000m3
|
€ 77,00
|
|
per m3
|
5.2 Geisoleerde bedrijfshallen, meer dan 5000 m3
|
€ 55,00
|
|
per m3
|
5.3 Ongeisoleerde bedijfshallen, tot 5000 m3
|
€ 55,00
|
|
per m3
|
5.4 Ongeisoleerde bdrijfshallen, meer dan 5.000 m3
|
€ 33,00
|
|
per m3
|
5.5 Kantoren met nevenruimten showrooms in bedrijfsgebouw
|
€ 220,00
|
|
per m3
|
5.6 Open loods
|
€ 143,00
|
|
per m3
|
5.7 Semi-permanente unit
|
€ 198,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
6. Overige Gebouwen
|
|
|
|
6.1 Kantoor
|
€ 220,00
|
|
per m3
|
6.2 Showroom
|
€ 220,00
|
|
per m3
|
6.3 Winkel
|
€ 275,00
|
|
per m3
|
6.4 Bouwmarkt
|
€ 220,00
|
|
per m3
|
6.5 Horeca
|
€ 275,00
|
|
per m3
|
6.6. Sporthal
|
€ 264,00
|
|
per m3
|
6.7 Kleedgebouwen
|
€ 264,00
|
|
per m3
|
6.8 Scholen / Kinderdagverblijven
|
€ 264,00
|
|
per m3
|
6.9 Noodscholen
|
€ 198,00
|
|
per m3
|
6.10 Interne wijzigingen overige gebouwen
|
€ 99,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
7. Varken-/ Koeien-/ Kippen-/ Geitenstal
|
|
|
|
7.1 Varkensstallen, tot 3000 m3
|
€ 55,00
|
|
per m3
|
7.2 Varkenstallen, boven de 3000 m3
|
€ 44,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
8. Paardenstal
|
|
|
|
8.1 Paardenstal
|
€ 110,00
|
|
per m3
|
8.2 Manage (rijhal)
|
€ 44,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
9. Overige Agrarische Bedrijfsgebouwen
|
|
|
|
9.1 Opslagloods
|
€ 38,00
|
|
per m3
|
9.2 Werktuigen-/wagenloods (max. 3 wanden)
|
€ 33,00
|
|
per m3
|
9.3 Veldschuur
|
€ 38,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
10. Mest Silo/Kelder
|
|
|
|
10.1 Bovengronds van staal en/of hout systeembouw
|
€ 38,00
|
|
per m3
|
10.2 Mest kelder (losse kelder)
|
€ 165,00
|
|
per m3
|
10.3 Sleufsilo
|
€ 242,00
|
|
per m3
|
|
|
|
|
11. (Parkeer) Kelder
|
|
|
|
11.1 Parkeerkelder onder bestaande situatie
|
€ 660,00
|
|
per m3
|
11.2 Parkeerkelder onder nieuwe situatie
|
€ 275,00
|
|
per m3
|
Behorende bij raadsbesluit van 23 mei 2024
De griffier van de gemeente Zwartewaterland
Bijlage II bij de tarieventabel: lijst met buitenplanse omgevingsplanactiviteiten met eenvoudige toetsing , behorend bij artikel 2.6 onder c van de tabel
Buitenplanse omgevingsplan activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.6, onder c van deze legesverordening.
- 1.
Een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b.
de oppervlakte niet meer dan 150 m2.
- 2.
Een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
- b.
de oppervlakte niet meer dan 50 m².
- 3.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
- b
de oppervlakte niet meer dan 50 m².
- 4.
Een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw.
- 5.
Een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m.
- 6.
- 7.
Een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen.
- 8.
Het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.
- 9.
Het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen.
- 10.
Het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Omgevingswet aan een bestaande woning gestelde eisen;
- b.
de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer of de Omgevingswet
- c.
de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en
- d.
de bewoner op 31 oktober 2003 meerderjarig was.
- 11.
Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.
Behorende bij raadsbesluit van 23 mei 2024
De griffier van de gemeente Zwartewaterland
Bijlage III bij de tarieventabel: lijst met buitenplanse omgevingsplanactiviteiten met niet complexe toetsing, behorende bij artikel 2.6 onder d van de tabel
Buitenplanse omgevingsplan activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.6, onder d van deze legesverordening.
Tot deze categorie van gevallen behoren ruimtelijke initiatieven die niet vallen onder artikel 2.6, onderdeel c van de legesverordening, waarbij geen sprake is van een (bouw)activiteit binnen het beschermd stadsgezicht en die niet in strijd zijn met een structuurvisie, stedenbouwkundige visie, ruimtelijke randvoorwaarden of een vergelijkbaar ruimtelijk kader dat door de raad is vastgesteld of wanneer een dergelijk kader ontbreekt;
- a.
indien sprake is van het bouwen van maximaal twee woningen. Het toestaan van meer woningen is mogelijk wanneer het project niet in strijd is met een structuurvisie, stedenbouwkundige visie, ruimtelijke randvoorwaarden of een vergelijkbaar ruimtelijk kader dat door de raad is vastgesteld;
- b.
het uitbreiden van bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen) bij bestaande gebouwen in het buitengebied tot 500m2;
- c.
wanneer het aanpassingen betreft in de openbare ruimte waarvoor een door de gemeenteraad vastgesteld sectoraal beleidsplan niet noodzakelijk c.q. niet gewenst is.
- d.
het bouwen van winkels, kantoren, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en horecagelegenheden met een oppervlakte tot 500m2, tenzij het project niet in strijd is met een visie of kader zoals bedoeld in categorie B1.
Behorende bij raadsbesluit van 23 mei 2024
De griffier van de gemeente Zwartewaterland