GERESERVEERDE GEHANDICAPTENPARKEERPLAATS BELGIËLAAN 109

2024-166276

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

daartoe bevoegd op grond van:

  • -

    artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • -

    het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de hoofdafdeling Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat,

de manager van de afdeling Stadsbeheer,

gelezen het ontvangen verzoek van aanvrager, om een gunstig gelegen parkeervak bij de woning Belgiëlaan 109 aan te duiden als een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;

gehoord het advies van de Politie Eenheid Den Haag, op grond van artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald, verder het BABW genoemd, alsmede op de bepalingen ter zake in de Algemene wet bestuursrecht;

gelet voorts op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Zoetermeer als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 liggen;

besluit:

  • 1.

    in verband met de handicap van aanvrager door plaatsing van bord E6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een onderbord met daarop vermeld het kenteken van de eigen auto, een parkeervak op de Belgiëlaan ter hoogte van huisnummer 5, aan te duiden als een gehandicaptenparkeerplaats waarop uitsluitend deze auto mag worden geparkeerd;

  • 2.

    dat het bij sub 1 omschreven besluit tevens is vastgelegd op de bij dit besluit behorende bijlage en daarmee is deze bijlage onderdeel van dit besluit;

  • 3.

    aan de onder 1 genoemde parkeervoorziening de voorwaarde te verbinden, dat de gemeentelijke organisatie moet worden geïnformeerd, wanneer de behoefte aan die parkeervoorziening is komen te vervallen of wanneer die parkeervoorziening gedurende langere tijd niet als een voor de eigen auto gereserveerde parkeervoorziening behoeft te worden gebruikt;

  • 4.

    bij sub 1 van dit besluit voorts aan te tekenen, dat de gemeentelijke organisatie moet worden geïnformeerd, wanneer op het onderbord in verband met de aanschaf van een andere auto een ander kenteken moet worden vermeld;

  • 5.

    vast te stellen dat aan dit besluit de volgende overwegingen ten grondslag liggen:

de aanleiding: 

  • -

    aanvrager is in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart en bestuurt zelf een auto en moet daarom worden aangemerkt als een gehandicapte bestuurder;

  • -

    bij verplaatsingen buitenshuis is aanvrager in het algemeen aangewezen op vervoer met de eigen auto;

  • -

    bij de woning van aanvrager is regelmatig sprake van een hoge parkeerdruk;

  • -

    als gevolg daarvan kan aanvrager deze auto niet steeds parkeren op een korte te overbruggen loopafstand van de betreffende woning;

  • -

    daarom is het gewenst dat aanvrager beschikt over een voorziening zoals vermeld in besluit 1;

de verkeerskundige aspecten:

  • -

    aanvrager komt gezien de persoonlijke omstandigheden en de plaatselijke situatie bij die woning op grond van het gemeentelijk beleid ten aanzien daarvan in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats waarop uitsluitend de eigen auto mag worden geparkeerd;

  • -

    zo’n parkeervoorziening kan worden gerealiseerd door plaatsing van een bord volgens model E6 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een onderbord met daarop vermeld het kenteken van de eigen auto bij een gunstig gelegen parkeervak bij de betreffende woning;

  • -

    in het daartoe strekkende besluit kan worden opgenomen dat de gemeentelijke organisatie moet worden geïnformeerd, wanneer de behoefte aan de parkeervoorziening is komen te vervallen of gedurende langere tijd niet als een voor de eigen auto gereserveerde parkeervoorziening behoeft te worden gebruikt, hetgeen in sub 2 van dit besluit gebeurt;

  • -

    bij de afweging van de belangen gaat het om verkeerskundige aspecten, in dit geval de bruikbaarheid van de weg, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub c, van de Wegenverkeerswet 1994, voor aanvrager;

de zorgvuldigheid:

  • -

    over het verzoek van aanvrager is geadviseerd door personen die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake kunnen geven;

  • -

    die personen beschikken – vanwege hun plaatselijke bekendheid, al dan niet aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse – voorts over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen;

  • -

    die personen zijn op grond van de bedoelde expertise tot het advies gekomen tot de aangegeven parkeerfaciliteit te besluiten;

  • -

    het besluit is derhalve zorgvuldig voorbereid;

de belangen:

  • -

    er heeft eveneens een zorgvuldige belangenafweging plaatsgevonden;

  • -

    daarbij zijn ook de belangen gewogen van ter plaatse wonende bewoners en van andere personen die hun voertuig op het in dit verkeersbesluit bedoelde parkeervak zouden willen (blijven) parkeren;

  • -

    geconcludeerd kan worden, dat voor diegenen voldoende andere parkeerruimte beschikbaar blijft;

  • -

    door de persoonlijke omstandigheden van aanvrager en gezien de plaatselijke situatie bij de woning moet bij eventuele tegenstrijdige belangen aan het veiligstellen van de bruikbaarheid van de weg voor aanvrager een zwaarder gewicht worden toegekend, dan aan het belang van de anderen;

  • -

    mede vanwege voldoende beschikbaar blijvende andere parkeerruimte kan worden geconcludeerd dat met de toekenning van de voor aanvrager gewenste parkeerfaciliteit geen sprake is van een besluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.

Zoetermeer, 12 november 2024.

Namens het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

N.B. 1.

Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht daartegen binnen zes weken na publicatie ervan een gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van een besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dat geval is het wel vereist dat de belanghebbende een bezwaarschrift tegen het betreffende besluit heeft ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

Bijlage verkeersbesluit Gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats Belgiëlaan 109

Datum verkeersbesluit: 12 november 2024

Kenmerk verkeersbesluit: 2024-166276.

Naar boven