Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2024

De raad van de gemeente Asten;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 27 augustus 2024;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

gezien het advies van de Commissie Samenleving & Bestuur van 12 september 2024;

 

besluit vast te stellen: de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2024.

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

besluit: Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;.

 

griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.;

 

raadslid: lid van de gemeenteraad;

 

regeling: Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers;

 

wet: de Gemeentewet.

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het besluit wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van maximaal € 153,33 per maand.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de wet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 153,33 per maand.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de regeling en artikel 3.1.7 van het besluit worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer; en

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten.

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

    • a.

      € 300,00 per jaar per raadslid; en

    • b.

      € 150,00 per jaar per commissielid.

  • 4.

    De griffier neemt op basis van de stukken en de kostenspecificatie een beslissing over de aanvraag.

  • 5.

    In gevallen waarin de griffier van oordeel is dat het presidium dient te oordelen over een aanvraag, beslist het presidium over de aanvraag op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 van het besluit.

  • 2.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 3.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente. Overname van de informatie- en communicatievoorzieningen na schoning is mogelijk tegen vergoeding van de resterende waarde van de voorzieningen in het economisch verkeer.

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het besluit.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 7. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het besluit of de regeling anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur; of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden in de eerstvolgende (salaris)verwerking wordt overgemaakt

Artikel 8. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 9 genoemde datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 24 september 2024

De raad voornoemd,

griffier,

mr. T.A.C.I. Luijben

voorzitter,

A.A.H.C.M. van Extel-van Katwijk

Naar boven