Nadere regels Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie Opmeer

Het college van Burgemeester en Wethouders van gemeente Opmeer;

 

Gelet op:

 

  • -

    het bepaalde in artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Opmeer 2024;

  • -

    Titel 4.2 en 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat:

 

  • -

    het Rijk gelden verstrekt binnen het Nationaal Isolatieprogramma en de Aanpak energiearmoede (SpUk Lokale aanpak isolatie en SpUk Energiearmoede) om (financieel) kwetsbare inwoners financieel te ondersteunen bij het verduurzamen van hun woning;

  • -

    dat het Rijk specifieke voorwaarden stelt waaraan we de SpUk Lokale aanpak isolatie kunnen uitgeven.

Besluit vast te stellen de:

 

Nadere regels Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie Opmeer

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    Aanvrager: een meerderjarig natuurlijk persoon, woonachtig in de gemeente Opmeer, die als eigenaar-bewoner van een grondgebonden koopwoning een aanvraag om een subsidie als bedoeld in deze subsidieregeling heeft ingediend;

  • 2.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Opmeer 2024;

  • 3.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer;

  • 4.

    Duurzame energielijst: de lijst met voor subsidie in aanmerking komende isolatiemaatregelen en bijbehorende activiteiten, zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze subsidieregeling;

  • 5.

    Eigenaar-bewoner: natuurlijk persoon die een bestaande koopwoning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben;

  • 6.

    Energielabel: energielabel als bedoeld in artikel 1.1 eerste lid van het Besluit Energieprestatie Bouwwerken;

  • 7.

    Energietoeslaggerechtigden: bewoners die energietoeslag, bedoeld in artikel 35, lid 4 van de Participatiewet, hebben ontvangen.

  • 8.

    Isolatiemaatregel: de te treffen voorziening en bijbehorende activiteiten die de energievraag reduceren, zoals vermeld in Bijlage 1 van deze subsidieregeling;

  • 9.

    Koopwoning: een voor permanente bewoning bestemde grondgebonden woning in de gemeente Opmeer die op het moment van de indiening van de aanvraag in het kader van deze regeling is opgeleverd aan de eigenaar-bewoner, niet zijnde een woning met een recreatiefunctie; onder koopwoning vallen ook woonwagens, zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats;

  • 10.

    Platform: het inschrijf- en aanvraagsysteem dat subsidieuitvoerder gebruikt ter uitvoering van deze subsidieregeling;

  • 11.

    Slecht geïsoleerde woning: een woning met een energielabelklasse D, E, F, G of indien het energielabel onbekend is, een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

    • a.

      de vloer en de bodem;

    • b.

      de gevel, waaronder de spouwmuur;

    • c.

      het dak en de zoldervloer en vlieringvloer;

    • d.

      de ramen;

  • 12.

    Subsidie: de regeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in deze regeling bedoelde doelgroepen en maatregelen;

  • 13.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaalde periode maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van deze regeling;

  • 14.

    Subsidieregeling: de Nadere regels subsidieregeling lokale aanpak isolatie Opmeer;

  • 15.

    Subsidieuitvoerder: de partij die door de gemeente Opmeer is gemandateerd om namens de gemeente de subsidieregeling uit te voeren;

  • 16.

    Uitvoerder: een erkend isolatiebedrijf dat een isolatiemaatregel als bedoeld in artikel 5 van deze subsidieregeling uitvoert;

  • 17.

    Waardering Onroerende Zaken (WOZ)-waarde: WOZ-waarde van de woning op peildatum 1-1-2022.

Artikel 2 Doel van de subsidie

Het doel van de subsidieregeling is om woningeigenaren met een slecht geïsoleerde woning met goedkope en betaalbare WOZ-waarde zoals benoemd in de Woonvisie te helpen isoleren conform de voorwaarden opgenomen in deze regeling en van de Specifieke Uitkering Lokale Aanpak Isolatie (hierna: SpUk LAI).

Artikel 3 Doelgroep

Eigenaar-bewoners die wonen in een slecht geïsoleerde, grondgebonden koopwoning als bedoeld in artikel 1 lid 9 en 11 met een WOZ-waarde lager dan € 360.000,- (met peildatum 1-1-2022).

Artikel 4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten (artikel 5 uit deze regeling), tot maximaal €2.700 inclusief BTW.

Artikel 5 Activiteiten en kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen betreffen subsidiabele isolatiemaatregel(en) zoals benoemd in de duurzame energielijst in Bijlage 1 van deze subsidieregeling;

  • 2.

    Kosten die voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      kosten gemaakt door een erkend isolatiebedrijf voor:

      • I.

        Materialen en arbeidskosten noodzakelijk voor het aanbrengen van subsidiabele isolatiemaatregel(en) zoals benoemd in de duurzame energielijst in Bijlage 1 van deze subsidieregeling;

      • II.

        Kosten gemaakt voor het natuurvrij maken van de spouwmuur, zie conform de beschreven voorwaarde in de toelichting van de duurzame energie lijst, bijgevoegd bij deze subsidieregeling;

      • III.

        Kosten gemaakt voor afwerking van (schuin)binnendak isolatie in de vorm van plaatmateriaal als dit niet geïntegreerd is in het isolatiemateriaal.

  • 3.

    Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      Kosten voor isolatiemaatregel(en) die zelf worden aangebracht (doe-het-zelf).

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1.

    De gemeente voert de regeling uit in het kader van de Lokale Aanpak Isolatie (LAI) uit het Nationaal Isolatie Programma. Aan de gemeente Opmeer is tranche 1 van de Specifieke Uitkering in het kader van de LAI verstrekt (SpUk LAI) verstrekt.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling is vastgesteld op € 510.000,-.

  • 3.

    Het subsidieplafond kan worden aangepast indien de gemeente aanvullende middelen (tranche 2 en tranche 3) vanuit de SpUk LAI krijgt toegekend.

  • 4.

    Onder artikel 4:28 van de Awb bestaat de mogelijkheid dat het subsidieplafond wordt verlaagd.

  • 5.

    De portefeuillehouder duurzaamheid is gemandateerd om het subsidieplafond aan te passen.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats na de uitvoering van de isolatiemaatregel(en) en op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, conform het gestelde in artikel 9 lid 1c en artikel 9 lid 2a.

  • 2.

    Verstrekking van subsidie is mogelijk totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 8 Uitvoerder subsidiemaatregel

Een eigenaar-bewoner kan de isolatiemaatregel(en) laten uitvoeren door:

  • 1.

    een uitvoerder die is geselecteerd door het Duurzaam Bouwloket.

  • 2.

    een eigen gekozen uitvoerder.

Artikel 9 Subsidieverlening

  • 1.

    Het college verleent subsidie voor de uitvoering van de isolatiemaatregel door een uitvoerder zoals benoemd in artikel 8 lid 1, indien:

    • a)

      de eigenaar-bewoner het aanvraagformulier op het platform van de subsidieuitvoerder invult waarmee de offerteuitvraag richting een uitvoerder, zoals benoemd in artikel 8 lid 1, wordt gestart, dit geldt als de aanvraag;

    • b)

      uitsluitend isolatiematerialen worden aangeschaft die voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in Bijlage 1 van deze subsidieregeling;

    • c)

      de isolatiemaatregel(en) zijn aangebracht, aangetoond door een door de subsidieuitvoerder goedgekeurde factuur. Dit geldt als de complete aanvraag.

  • 2.

    Het college verleent subsidie voor de uitvoering van de isolatiemaatregel door een uitvoerder zoals benoemd in artikel 8 lid 2 indien:

    • a)

      de aanvraag conform de voorwaarden (bewijsstukken) op het platform van de subsidieuitvoerder wordt aangeleverd. Deze bewijsstukken zijn:

      • I.

        naam, adresgegevens en contactgegevens

      • II.

        IBAN en tenaamstelling waar het subsidiebedrag naar kan worden overgemaakt

      • III.

        het aantal m2 isolatiemateriaal dat is aangebracht, exclusief het aantal m2 isolatiemateriaal dat is gebruikt voor uitbreiding van de wooninhoud of het woonoppervlak van de woning

      • IV.

        factuur en betaalbewijs van de isolatiemaatregel, inclusief datum van aanbrengen

      • V.

        een omschrijving van het product met o.a. het typenummer, de naam van het merk of fabrikant

      • VI.

        foto’s van de installatie. Het is het belangrijk dat u ook foto’s maakt voor en tijdens de werkzaamheden. Zorg dat het volgende zichtbaar is op de foto: naam, merk, soort isolatiemateriaal en dikte van het isolatiemateriaal.

    • b)

      de eigenaar-bewoner het aanvraagformulier op het platform van de subsidieuitvoerder invult, dit geldt als de als aanvraag;

    • c)

      uitsluitend isolatiematerialen worden aangeschaft die voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in Bijlage 1 van deze subsidieregeling.

    • d)

      nadat de isolatiemaatregel(en) zijn aangebracht en goedgekeurd door de eigenaar-bewoner.

Artikel 10 Procedure subsidieafhandeling van een aanvraag bij een uitvoerder geselecteerd door Duurzaam Bouwloket

  • 1.

    Zodra de subsidieaanvraag (zoals bedoeld in artikel 9, lid 1a) door de subsidieuitvoerder is ontvangen, wordt het bijbehorende subsidiebedrag gereserveerd. De reservering blijft staan totdat de volledige aanvraag is ingediend, zoals vermeld in artikel 9, lid 1c.

  • 2.

    Na ontvangst van de onder artikel 9 lid 1a bedoelde aanvraag heeft de aanvrager 6 maanden de tijd om de isolatiemaatregel(en) uit te laten voeren en de subsidieaanvraag te completeren. Als de isolatiemaatregel niet binnen deze uitvoeringstermijn is uitgevoerd, komt de reservering te vervallen.

  • 3.

    De aanvrager ontvangt van de subsidieuitvoerder een link naar de statuspagina van de aanvraag. Op deze statuspagina kan de aanvraag worden gemonitord. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het tijdig laten uitvoeren van de isolatiemaatregel.

Artikel 11 Procedure voor het indienen en behandelen van een aanvraag bij een eigen uitvoerder

  • 1.

    Zodra de subsidieaanvraag (zoals bedoeld in artikel 9 lid 2b) door de subsidieuitvoerder is ontvangen, wordt het bijbehorende subsidiebedrag gereserveerd. De reservering blijft staan totdat de volledige aanvraag is ingediend, zoals vermeld in artikel 9, lid 2a.

  • 2.

    Na ontvangst van de aanvraag heeft de aanvrager 6 maanden de tijd om de isolatiemaatregel(en) uit voeren en de subsidieaanvraag te completeren. Als de isolatiemaatregel niet binnen deze uitvoeringstermijn is uitgevoerd vervalt de reservering.

  • 3.

    De aanvrager ontvangt van de subsidieuitvoerder een link naar de statuspagina van de aanvraag. Op deze statuspagina kan de aanvraag worden gemonitord. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het tijdig uitvoeren van de isolatiemaatregel.

Artikel 12 Subsidie indientermijn

Aanvragen kan vanaf inwerkingtreding van onderhavige subsidieregeling tot uiterlijk 30 juni 2026 of tot het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 13 Subsidie toekennen en uitbetalen

  • 1.

    Het besluit tot toekennen van de subsidie wordt genomen nadat de isolatiemaatregel is uitgevoerd.

  • 2.

    Indien het college besluit tot toekenning van de subsidie wordt het bedrag binnen 8 weken betaald:

    • a)

      aan de uitvoerder, indien de aanvrager de isolatiemaatregel heeft laten uitvoeren door een isolatiebedrijf zoals benoemd in artikel 8 lid 1 en wanneer de aanvrager voldoet aan de eisen zoals aangegeven in artikel 9 lid 1;

    • b)

      op de rekening van de aanvrager, indien aanvrager de isolatiemaatregel heeft laten uitvoeren door een isolatiebedrijf zoals benoemd in artikel 8 lid 2 en wanneer de aanvrager voldoet aan de eisen zoals aangegeven in artikel 9 lid 2.

Artikel 14 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in art. 4:48 en art. 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de aanvraag geweigerd indien:

  • 1.

    de aanvrager niet valt onder de doelgroep bedoeld in artikel 3;

  • 2.

    de aanvraag niet binnen de termijnen zoals benoemd in artikel 12 volledig is ingediend;

  • 3.

    er voor de woning reeds eerder een subsidie is verleend op grond van deze regeling;

  • 4.

    de isolatiemaatregel reeds is uitgevoerd voor de inwerkingtreding van deze subsidieregeling;

  • 5.

    het budget niet toereikend (meer) is om de aanvraag te honoreren, doordat het in artikel 6 van deze verordening opgenomen subsidieplafond bereikt is;

  • 6.

    de aanvrager geen medewerking verleent aan het laten opstellen van een offerte ten behoeve van het uitvoeren van de isolatiemaatregel;

  • 7.

    de aanvrager voor de uitvoering met een eigen uitvoerder geen medewerking verleent aan het aanleveren van bewijsmateriaal van de uitvoering van de isolatiemaatregel zoals beschreven in artikel 9 lid 2a;

  • 8.

    de aanvraag een isolatiemaatregel betreft die niet voldoet aan de eisen zoals beschreven in Bijlage 1;

  • 9.

    de aanvraag een isolatiemaatregel betreft aan nieuw te plaatsen uitbreidingen aan woningen, zoals aan- en uitbouwen, erkers en dakkapellen;

  • 10.

    de aanvraag een isolatiemaatregel betreft aan een schuur, garage of bijgebouw;

  • 11.

    de isolatiemaatregel om (bouw)technische redenen niet uitvoerbaar is.

Artikel 15 Bevoegdheid van het college

Het college is bevoegd om steekproefsgewijs ter plaatse te (laten) controleren of de gesubsidieerde isolatiemaatregel(en) daadwerkelijk en op de juiste manier zijn uitgevoerd, uitgevoerd door subsidieuitvoerder.

Artikel 16 Algemene subsidieverordening

Voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken, geldt de Algemene subsidieverordening gemeente Opmeer.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

Artikel 18 Bijzondere gevallen

Ingevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Inwerkingtreding en looptijd

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 december 2024 en vervalt op 31 december 2026.

  • 2.

    Er kunnen jaren worden toegevoegd aan de looptijd indien de gemeente aanvullende middelen vanuit de SpUk LAI krijgt toegekend.

  • 3.

    De portefeuillehouder duurzaamheid is gemandateerd om de looptijd te verlengen.

Artikel 20 Slotbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Nadere regels subsidie lokale aanpak isolatie Opmeer

  • 2.

    Deze subsidieregeling is aanvullend op de ASV. Ingeval de ASV en deze subsidieregeling onderling afwijken op de aspecten die ingevolge de ASV nader mogen worden geregeld in een uitvoeringsregeling, is deze subsidieregeling bepalend.

Opmeer, 22 oktober 2024

Het college van Burgemeester en Wethouders,

de secretaris,

M.A.S. Winder

de burgemeester

G.J. van den Hengel

Bijlage 1 Duurzame energielijst

 

Tabel 1: Wanneer is een bouwdeel slecht geïsoleerd en wat zijn de minimale isolatiewaarden voor subsidiabele maatregelen

Onderdeel

Kwalificatie slecht geïsoleerd

Definitie slecht geïsoleerd

Isolatie-maatregel

Minimale waarde maatregelen

Minimaal oppervlakte te isoleren deel

(Schuin) dakisolatie

(binnenzijde)

Geen, slechte of matige isolatie

Minder dan 9cm / Rc ≤ 2,0

Dak- zolder of vlieringvloer-isolatie

Rd ≥3,5 m2K/W

20 m2

Zolder-/vlieringvloerisolatie

Geen isolatie

Rc ≤ 0,5

Spouw (HFK-vrij)

Geen isolatie

Rc ≤ 1,1

Spouwmuurisolatie

Alleen in combinatie met een ontheffing Wet natuurbescherming (zie toelichting)

Rd ≥1,1 m2K/W

20 m2

Vloer-/bodemisolatie (HFK-vrij

Geen of slechte isolatie

Minder dan 5cm / Rc ≤1,3

Vloer- of bodemisolatie

Rd > 3,5 m2K/W

Glas

Enkel, oud dubbel of HR -glas

Ug waarde ≥1,6

Vervanging door HR++

HR++ glas

8 m2

Kozijnpanelen of deuren Ud: <1,5 W/m2K

Vervanging door triple

Triple glas

8 m2

Kozijn Uf : <1,5 W/m2K

Kozijnpanelen of deuren Ud: <1,0 W/m2K

 

Isolatiewaarden

In de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rd-waarden vermeld. Hoe hoger de Rd-waarde, hoe beter de isolatie. De Rd-waarde staat voor de warmteweerstand van het isolatiemateriaal.

 

De Rd-waarde staat voor de isolatiewaarde van de totale constructie, bijvoorbeeld het dak. Het dak bestaat meestal uit meerdere lagen, waaronder het isolatiemateriaal.

 

Voor glas en kozijnen rekent men met een U-waarde, die staat voor de warmtedoorlaatbaarheid van de constructie. Hier geldt: hoe lager de U-waarde, hoe beter de isolerende werking. De U-waarde wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort gas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas.

 

Toelichting Duurzame energielijst gemeente Opmeer

 

Nr. 1 Schuindakisolatie (binnenzijde), zolder- of vlieringisolatie

Een niet of slecht geïsoleerd huis betekent een grote belasting voor het milieu. Schuindakisolatie is een goede manier om het wooncomfort te verhogen en de energierekening te verlagen. Het isoleren van schuine daken aan de binnenzijde kunt u het beste uitbesteden aan een professioneel bedrijf.

 

Bij schuindakisolatie kiest u het isoleren van de binnenzijde van het bestaande dak. U moet minimaal 20 m2 van het bestaande dak isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m K/w]

 

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

 

Voorwaarden zolder- of vlieringvloerisolatie

De zolder of vliering moet onverwarmd zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Dit betekent dat er geen maatregelen aanwezig mogen zijn waarmee u de zolder verwarmt, ook al gebruikt u die maatregelen (bijna) niet.

 

U moet minimaal 20 m2 van de bestaande zolder- vlieringvloer isoleren.

 

Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

 

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

 

Nr. 2 Spouwmuurisolatie

Bij spouwmuren bestaat er een paar centimeter ruimte tussen 2 muren. De meeste woningen die na 1920 zijn gebouwd hebben een spouwmuur.

 

Wanneer men zowel aan de buitengevel als aan de binnengevel niets wil veranderen en een ruime/open luchtspouw aanwezig is, kan de muur geïsoleerd worden door het inblazen van goed isolerende kunststofkorrels (parels) die na verloop van tijd verharden tot compacte, maar dampdoorlatende platen. Ook kunt u kiezen voor vulling met minerale wolvlokken, die voorzien van een bindmiddel ook een compacte plaat zullen vormen. Een gecertificeerd bedrijf zal uw spouw altijd eerst onderzoeken op mogelijke koudebruggen, u goed adviseren en garantie geven op het resultaat.

 

U moet minimaal 20 m2 van de spouwmuur isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 1,1 [m K/w].

 

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

 

Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

 

Bij spouwmuurisolatie moet rekening worden gehouden met beschermde vogels en vleermuizen. Om in aanmerking te komen voor subsidie is het volgende vereist:

  • De Omgevingsdienst NHN heeft een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming voor het adres van de aanvrager verleend, of

  • Uit een door een ecologisch deskundige uitgevoerd onderzoek op het adres van de aanvrager is gebleken dat er geen vleermuizen voorkomen.

Nr 3. Vloerisolatie

Het isoleren van een vloer verhoogt het wooncomfort en zorgt voor een grote besparing op uw stookkosten. Wanneer zich onder de vloer voldoende kruipruimte bevindt, kunt u aan de onderkant van de vloer isolatiemateriaal laten aanbrengen. Er zijn verschillende mogelijkheden en materialen om uw vloer te isoleren, zoals aanbrengen van een schuimlaag, aanbrengen van flensdekens met steen- of glaswol of het aanbrengen van reflecterende folie. Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.

 

U moet minimaal 20 m2 van de bestaande vloer isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m K/w].

 

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

 

Nr. 4 Bodemisolatie

Bodemisolatie wordt op de bodem van de kruipruimte aangebracht en vormt hierdoor een (thermische) scheiding tussen de kruipruimte en bodem. Bodemisolatie wordt meestal uitgevoerd door het afdekken van de bodem met isolerende parels of ‘chips’. Bodemisolatie wordt niet alleen vanwege thermische isolatie ingezet, maar ook om de kruipruimte droog te houden door het afdekken van de bodem.

 

Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m K/w]. U moet minimaal 20 m2 van de bestaande bodem isoleren.

 

U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

 

Nr. 5 HR++ glas

Bij HR++-glas is in de spouw, naast de vulling met edelgas, een flinterdun laagje (coating) met metaaloxide op de ruiten aangebracht. Deze coating weerkaatst de warmte, maar laat het zonlicht grotendeels door. HR++ verdient zichzelf voornamelijk terug in regelmatig verwarmde vertrekken, zoals de huiskamer.

 

U geeft alleen het aantal m op die oude ramen, panelen of deuren vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.

 

De isolatiewaarde van het HR++ glas (U-waarde) is maximaal 1,2 W/m2K.

 

Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van het kozijn telt hierin mee.

Naar boven