Gemeenteblad van Voorne aan Zee
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Voorne aan Zee | Gemeenteblad 2024, 473791 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Voorne aan Zee | Gemeenteblad 2024, 473791 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Beheerverordening begraafplaatsen gemeente Voorne aan Zee 2025
De raad van de gemeente Voorne aan Zee,
gelezen het bijbehorende raadsvoorstel van de gemeente Voorne aan Zee met zaaknummer 84104-2024,
gelet op de Gemeentewet en de Wet op de lijkbezorging;
De ‘Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Westvoorne 2013’, de ‘Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Brielle 2012’ en de ‘Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2012’ in te trekken, met ingang van de datum waarop de onderhavige verordening in werking treedt.
[Dit beslispunt bevat een kennelijke verschrijving. Bij de in te trekken regeling wordt de Beheersverordening begraafplaatsen Hellevoetsluis 2015 bedoeld.]
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
aanvrager: de persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartverzorger – opdracht geeft voor een begrafenis, (as)bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing of verzoekt om de uitgifte van een particulier (urnen)graf, een urnennis of urnenplaats, een algemeen graf, gedenkteken of herinneringsplaatje en hiervoor de betalingsplichtige is;
begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen aan de G.J. van den Boogerdweg (oude begraafplaats) en G.J. van den Boogerdweg (nieuwe begraafplaats) te Brielle, Dijckpotingen te Vierpolders, Wouddijk te Zwartewaal, Voorweg te Oostvoorne, Zeeweg en Dirk van Voornelaan te Rockanje, Rijksstraatweg, Smitsweg en Stoofweg te Hellevoetsluis en Leuneweg te Oudenhoorn;
kindergraf: een particulier graf (éénlaags) waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van een overledene of doodgeborene tot 18 jaar of een menselijke vrucht die voor een zwangerschapsduur van 24 weken levenloos ter wereld is gekomen dan wel binnen 24 uur na de geboorte is overleden;
samenvoegen: het op verzoek van de rechthebbende éénmalig samenvoegen van stoffelijke resten van twee eerder begraven overledenen of doodgeborenen tot op de onderste laag van een graf, op het moment dat er ten minste nog een lopend grafrecht is en er voldaan is aan de wettelijk minimale grafrusttermijn;
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en overige plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen van tevoren zijn gemeld aan de beheerder van de begraafplaatsen. De datum en tijdstip van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 6. Begraven en asbezorging
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, meldt dit schriftelijk aan de beheerder, uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de begraving, bijzetting of verstrooiing. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen daarvoor, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats of door derden die daarvoor opdracht hebben verkregen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.
Nabestaanden kunnen onder toezicht van een begraafplaatsmedewerker betrokken worden bij het dalen van de kist en het geheel of gedeeltelijk sluiten van het graf, indien de omstandigheden het toelaten en na toestemming van de beheerder. Aanwijzingen van de begraafplaatsmedewerker(s) dienen ten alle tijden te worden opgevolgd.
Artikel 7. Lijkomhulsels en grafgiften
Uitsluitend worden lijkomhulsels en grafgiften gebruikt of toegestaan, die voldoen aan de in de wet of daaruit voortvloeiende bepalingen of bij algemene maatregel van bestuur gestelde regelgeving, privaatrechtelijke reglementen, publiekrechtelijke verordeningen of door het college nader gestelde regels.
Artikel 8. Te overleggen stukken
Tot begraven wordt niet eerder overgegaan dan nadat het verlof tot begraven en het registratiedocument behorende bij het omhulsel van de overledene zijn overgelegd aan de beheerder. Op de kist of op een ander omhulsel van de overledene wordt een registratienummer aangebracht, dat correspondeert met het nummer, vermeld op het registratiedocument dat tevens de naam, de datum van geboorte en overlijden van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de doodgeborene bevat.
Begraving of bijzetting in een particulier graf binnen de wettelijke minimale grafrusttermijn, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een termijn waardoor in ieder geval aan de wettelijke minimale grafrusttermijn wordt voldaan. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende. Indien de rechthebbende is overleden dient zich eerst een nieuwe rechthebbende te melden.
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN OF ASBESTEMMINGEN
Artikel 11. Indeling en afmetingen graven en asbestemmingen
Het college stelt in nadere regels de indeling en afmetingen van de graven en asbestemmingen vast.
Artikel 12. Aantal overledenen in graven of asbestemmingen
Het college bepaalt in nadere regels hoeveel overledenen of urnen in of op een particulier (urnen)graf, urnennis of urnenplaats mogen worden begraven of bijgezet. Het college bepaalt voorts hoeveel overledenen er in een algemeen graf mogen worden begraven.
Artikel 13. Volgorde van uitgifte en reserveren van graven of asbestemmingen
In de nadere regels worden de volgorde en voorwaarden van uitgiften en reserveringen van graven of asbestemmingen vastgesteld.
Artikel 14. Termijnen graven of asbestemmingen
Het college verleent op een schriftelijke aanvraag voor particuliere (urnen)graven, urnennissen of urnenplaatsen uitsluitende grafrechten en voor algemene graven gebruiksrechten en bepaalt tevens in de nadere regels de termijnen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.
De bijzetting van een urn impliceert dat, indien het grafrecht niet wordt verlengd en niet tijdig voor afloop een andere bestemming kenbaar is gemaakt, de rechthebbende opdracht geeft tot wijziging van de bestemming van de as, in die zin dat de as dient te worden verstrooid. De verstrooiing vindt dan ambtshalve plaats, op een door de beheerder te bepalen tijdstip en plaats, zonder kennisgeving aan en buiten aanwezigheid van nabestaanden.
Artikel 20. Onderhoud door de houder van de begraafplaats
De beheerder van de begraafplaats is gerechtigd om altijd, zonder toestemming van de rechthebbende of belanghebbende van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale afmetingen van een bij het graf mogelijk bijpassend gedenkteken uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.
Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of belanghebbende van het graf schriftelijk op de hoogte is gesteld, waarin een hersteltermijn van acht weken wordt aangehouden. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is, plaatst de beheerder acht weken voorafgaand aan het verwijderen bij het graf een mededeling.
Artikel 22. Tijdelijke verwijdering grafbedekking
Een rechthebbende van een grafbedekking is verplicht om voor eigen kosten en risico zelf tijdig opdracht te geven voor de (tijdelijke) verwijdering van de op of bij zijn graf aanwezige grafbedekking, waaronder gedenktekens, beplanting en voorwerpen, in het geval van een bijzetting in het bestaande graf van de rechthebbende. De grafbedekking moet twee werkdagen voorafgaand aan de bijzetting verwijderd zijn.
Een rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen dat de op of bij zijn graf aanwezige grafbedekking, waaronder gedenktekens, beplanting en voorwerpen, door de beheerder en op kosten van de houder van de begraafplaats, (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk worden verwijderd of verplaatst, indien werkzaamheden dit noodzakelijk maken, bijvoorbeeld vanwege een begraving of bijzetting in een aangrenzend of nabijgelegen graf of indien dat om een andere reden nodig is.
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN EN GRAFBEDEKKING
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Na afloop van het grafrecht, beslist het college over het ruimen van graven en asbestemmingen en het verwijderen van grafbedekkingen en bepaalt de nieuwe bestemming, alsmede het tijdstip en de werkwijze van verwijdering. Het college is in zo’n geval tevens gerechtigd het grafrecht opnieuw uit te geven aan een nieuwe rechthebbende, inclusief het overdragen van de grafbedekking.
HOOFDSTUK 7. HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 28. Beslissingsbevoegdheid
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.
Artikel 29. Intrekking oude regelingen
Met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt, worden ingetrokken:
Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Voorne aan Zee van 2 juli 2024.
de griffier,
drs. A. (Ariette) Goslings
de voorzitter,
dr. J.P. (Peter) Rehwinkel
TOELICHTING BEHEERVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN GEMEENTE VOORNE AAN ZEE 2025
Het juridisch kader wordt bepaald door de Gemeentewet, de Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving. De verordening is een nadere invulling van de hogere regelgeving.
HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN
De omschrijvingen zijn opgenomen zodat voor eenieder duidelijk is wat en wie met de diverse begrippen worden bedoeld, met onder:
algemeen graf: een graf met een gebruiksrecht, wel zijnde een “grafrecht” maar géén uitsluitend recht, dat wordt toegekend aan een “belanghebbende”. De gemeente bepaalt als houder van de begraafplaats in welk graf de overledene of doodgeborene wordt begraven. Algemene graven worden voor een vaste periode uitgegeven en kennen geen recht van verlenging. Ze worden ook uitgegeven voor onder andere uitvaarten die op kosten van de gemeente plaatsvinden;
dubbelgraf: aangezien de grafbedekking de tussenruimte tussen de graven overlapt zijn aparte voorwaarden nodig voor de afmetingen van de grafbedekking op een dubbelgraf. Tevens is er de voorwaarde dat beide graven gelijktijdig uitgegeven en verlengd moeten worden in verband met de gezamenlijke grafbedekking. Voorheen werden er ook wel “selectieve graven” uitgegeven. In het geval dat een selectief graf verlengd moet worden, wordt deze voortaan gelijk gesteld aan “een eenlaags dubbelgraf”;
grafbedekking: een gedenkteken valt onder de reikwijdte van de definitie van een “grafbedekking”, maar een grafbedekking is niet uitsluitend een gedenkteken. Alleen een gedenkteken is vergunningplichtig, maar naast een gedenkteken kan grafbedekking ook bestaan uit bijvoorbeeld beplanting of een attribuut;
grafrecht: een grafrecht voor een particulier (urnen)graf, urnennis of urnenplaats wordt uitgegeven als uitsluitend recht. Alleen de rechthebbende bepaalt in zo’n geval wie er in het graf begraven wordt, welke asbussen worden bijgezet of de duur van het grafrecht. Een particulier grafrecht is verlengbaar. Daarentegen kennen algemene graven een gebruiksrecht, waarbij de houder van de begraafplaats bepaalt waar wordt begraven en bijgezet. Een gebruiksrecht op een algemeen graf is niet verlengbaar;
herinneringsplaatje: herinneringsplaatjes voorzien in een toenemende behoefte om ook na het verstrooien van as of het ruimen van een graf een fysieke herinnering aan de overledene of doodgeborene te hebben. Ook voor een menselijke vrucht jonger dan 24 zwangerschapsweken oud is de plaatsing van een herinneringsplaatje mogelijk. Een herinneringsplaatje heeft een plaatsingsrecht voor 20 jaar en dat is niet verlengbaar;
kindergraf: voor overleden of doodgeboren kinderen tot 18 jaar en menselijke vruchten die voor een zwangerschapsduur van 24 weken levenloos ter wereld zijn gekomen dan wel binnen 24 uur na de geboorte zijn overleden, zijn ondergrondse éénlaags graven met kleinere afmetingen, in aparte velden of rijen en tegen een gereduceerd tarief beschikbaar. Er is in deze gevallen geen verplichting om van een kindergraf gebruik te maken. Er kan ook worden gekozen voor een particulier graf vanaf 18 jaar, met gewone afmetingen en met een ligging bij graven van volwassenen, alleen dan niet tegen een gereduceerd tarief;
natuur(urnen)graf: steeds vaker is er de wens om te kiezen voor een onderhoudsvrij graf, waardoor nabestaanden worden ontlast van de zorg voor het graf. Door te kiezen voor een natuur(urnen)graf, kan er op een natuurvriendelijkere manier worden begraven of as bij worden gezet en voor een langere termijn;
opgraven: voor een opgraving is een vergunning van de burgemeester benodigd en, indien het een particulier graf betreft, met toestemming van de rechthebbende op het graf. De opgraving geschiedt alleen met het oogmerk om de stoffelijke resten (elders) opnieuw te begraven of te laten cremeren. De wet kan andere voorschriften bepalen, denk aan de gevallen van een strafrechtelijk onderzoek;
particulier graf: een graf met een uitsluitend recht. De rechthebbende bepaalt wie er in het graf wordt begraven of wordt bijgezet en voor hoelang. Particuliere graven kunnen ook bij voorbaat worden uitgegeven of gereserveerd, dat wil zeggen zonder dat er direct in het graf wordt begraven. In de nadere regels wordt nader bepaald welke soort particuliere graven er zijn;
samenvoegen: betreft het slechts éénmaal verdiept begraven van stoffelijke resten, tot op de onderste laag van het graf, op verzoek van de rechthebbende, op het moment dat er nog een lopend grafrecht is, er meerdere begraaflagen zijn, er voldaan is aan de wettelijk minimale grafrusttermijn en op een hygiënisch verantwoorde wijze uitvoerbaar is. Door samenvoegen komt de bovenste graflaag ten enenmale beschikbaar. Samenvoegen is niet toegestaan in het geval het een natuurgraf betreft;
urnennis: op de begraafplaatsen zijn ook bovengrondse urnennissen aanwezig in een muur of staand object. De nissen worden uitgegeven met een uitsluitend recht. Verlenging van de termijn van het grafrecht is mogelijk. Urnennissen kunnen ook bij voorbaat worden uitgegeven of gereserveerd, dat wil zeggen zonder dat er direct in de nis wordt bijgezet;
urnenplaats: bovengrondse urnenplaatsen voorzien in de behoefte aan bovengrondse asbestemmingen bijvoorbeeld in een urnentuin, sierurn, kunstobject of zuil. De urnenplaats wordt uitgegeven met een uitsluitend recht. Verlenging van de termijn van het grafrecht is mogelijk. Urnenplaatsen kunnen ook bij voorbaat worden uitgegeven of gereserveerd, dat wil zeggen zonder dat er direct in de urnenplaats wordt bijgezet;
HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST
Steenhouwers, aannemers en hoveniers moeten zich er steeds bewust van zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwenden en voor uitvaartplechtigheden. Aan hen kan worden gevraagd om ter controle een bewijs te overleggen dat men in opdracht van de rechthebbende of belanghebbende van het graf aan het werk is.
Uitdrukkelijk is gesteld dat bij opgravingen, samenvoegingen en de ruiming van graven, naast de beheerder, alleen de personen aanwezig mogen zijn die met de werkzaamheden zijn belast. Dat is onder meer ter voorkoming van hinder bij de werkzaamheden en ter voorkoming van ongewenste psychische belasting van derden.
Met dit artikel wordt beoogd plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan, kunnen aangemerkt worden als een “openbare manifestatie”, waar specifieke wet- en regelgeving voor geldt.
HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 6. Begraven en asbezorging
Een schriftelijke kennisgeving is nodig, omdat duidelijk vast moet liggen wie de aanvrager of opdrachtgever is, wat voor graf er wordt gevraagd en wie de belanghebbende is of wie de (nieuwe) rechthebbende is die toestemming geeft voor opening van het graf. De “asbezorging” omvat zowel het bijzetten van een urn als de verstrooiing van as. Asverstrooiing buiten de daartoe door de beheerder aangewezen plekken is verboden vanuit esthetisch oogpunt, ter voorkoming van ongewenst aanzicht voor bezoekers en vanuit ethisch en milieuoogpunt, ter voorkoming van de verspreiding van as door wind en regenwater naar naburige graven en paden.
Artikel 7. Lijkomhulsels en grafgiften
Het is voor een goede lijkvertering van belang dat lijkomhulsels en grafgiften een goede doorlatendheid hebben van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Alleen zo kan er voldoende vocht en zuurstof toetreden die noodzakelijk zijn voor de lijkvertering. Dat geldt voor de kleding die de overledene draagt, maar ook voor de kist en de bekleding waarin deze begraven wordt of de lijkhoes waarin deze gewikkeld is. Het toepassen van verkeerde materialen kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering, waardoor vanuit milieu en hygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen. Ook mogen er geen vervuilende voorwerpen aan de grafruimte worden toegevoegd.
Artikel 8. Te overleggen stukken
De wet geeft vereisten ten aanzien van het begraven of de bezorging van as. De beheerder van de begraafplaats mag de lijkbezorging of asbezorging weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan.
Voor een asbijzetting zal een crematieverklaring van het crematorium worden gevraagd.
Bijzetting in een bestaand graf kan leiden tot verlenging van de lopende graftermijn om een wettelijk minimale grafrusttermijn te kunnen garanderen.
Artikel 9. Tijden van begraven en asbezorging
Gemeenten zijn vrij te bepalen dat ook op zondag of een algemeen erkende feestdag wordt begraven. Ook kan het zich voordoen dat de burgemeester toestemming heeft gegeven om een overledene binnen 36 uur te begraven. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding. Voor het begraven en asbezorgingen op buitengewone dagen en/of uren kunnen afwijkende tijden, maar ook andere tarieven gelden.
Artikel 10. Gemeentelijke voorzieningen
Denk bij speciale voorzieningen aan bijvoorbeeld het gebruik van een aula, koeling of opbaarruimte, of aan touwen voor het dalen van een kist, of een schep voor het dichten van een graf, voor zover deze speciale voorzieningen beschikbaar zijn en door de begraafplaats worden (aan)geboden of in beheer zijn van de gemeente.
HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGFITE VAN DE GRAVEN EN ASBESTEMMINGEN
Artikel 14. Termijnen graven of asbestemmingen
Algemene graven hebben een gebruiksrecht en worden uitgegeven voor een vaste termijn, waarbij verlengen niet mogelijk is. Particuliere grafrechten op graven of asbestemmingen kunnen wel worden verlengd. De rechthebbende bepaalt wie er in het graf wordt begraven, dan wel welke urn wordt bijgezet en of er verlenging van het grafrecht plaatsvindt. Een grafrecht wordt verleend aan één persoon of rechtspersoon. De verlenging dient tijdig te worden aangevraagd, voor afloop van de termijn. In het geval een grafrecht is komen te vervallen, bijvoorbeeld wegens niet-verlenging, kan het grafrecht opnieuw worden uitgegeven aan een nieuwe rechthebbende.
Ten aanzien van asbestemmingen die achterblijven na afloop van de termijn is bepaald dat deze vervallen aan de houder van de begraafplaats en door de beheerder verstrooid worden.
Artikel 15. Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een graf wordt verleend door een beschikking van het college. Het recht kan op verzoek van de rechthebbende of belanghebbende worden overgeschreven op een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.
Het is gewenst dat er na het overlijden van een rechthebbende of belanghebbende een nieuwe rechthebbende of belanghebbende wordt aangewezen.
Rechthebbenden of belanghebbenden kunnen ook bij leven al schriftelijk bij de administrateur van de begraafplaatsadministratie aangeven wie de nieuwe rechthebbende of belanghebbende wordt nadat de geregistreerde rechthebbende of belanghebbende komt te overlijden.
Artikel 18. Gedenkteken en grafbedekking
Het begrip “grafbedekking” is ruimer dan het begrip “gedenkteken”. Een “gedenkteken” valt daardoor altijd onder de definitie van “grafbedekking”, maar onder een “grafbedekking” wordt niet alleen maar een “gedenkteken” verstaan. Via de nadere regels worden verdere voorwaarden bepaald ten aanzien van gedenktekens en grafbedekkingen.
Een gedenkteken of andere grafbedekking wordt voor de uitvoering van deze verordening geacht het eigendom van de rechthebbende of de belanghebbende te zijn, tenzij uit bewijsstukken anders blijkt.
Als er geen gedenkteken of andere grafbedekking wordt aangebracht zal wel moeten worden aangeduid dat er iemand begraven ligt om te voorkomen dat bezoekers ongewild over het graf lopen en voor medewerkers duidelijk is dat die plek niet uitgegeven kan worden. Uit een aanduiding bij het graf en uit de begraafplaatsadministratie zal voorts moeten blijken wie daar begraven is.
Artikel 19. Aansprakelijkheid grafbedekking
Ook in de gevallen dat de eigenaar van de grafbedekking niet de rechthebbende of belanghebbende is, is de rechthebbende of belanghebbende verantwoordelijk aangezien deze toestemming geeft voor de plaatsing van grafbedekking aan de eigenaar.
Artikel 20. Onderhoud door de houder van de begraafplaats
Het onderhoud dat door de begraafplaats namens de gemeente wordt uitgevoerd bestaat uit het algemeen onderhoud van de begraafplaats, met de bedoeling dat de begraafplaats als geheel een verzorgd aanzien heeft.
De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de (urnen)graven inclusief verzakkingen ligt primair bij de rechthebbenden of belanghebbenden van de grafbedekkingen of gedenktekens. Het college heeft de verplichting om de algemene uitstraling van de begraafplaats netjes en ordelijk te houden, maar ook de bevoegdheid om in te grijpen wanneer de grafbedekking bepaalde proporties dreigt te overschrijden en bij slecht onderhoud of verval van grafbedekkingen.
Artikel 21. Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende
Rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht het grafoppervlak en de zich daarop bevindende grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen.
Bij nalatig onderhoud kan het college, na aanmaning, overgaan tot de verwijdering van de grafbedekking en het gedenkteken.
Gedurende de tijd dat een graf niet geruimd mag worden is de duurzaam aan de ondergrond verbonden grafbedekking in eigendom van de eigenaar van de grafbedekking. Het natrekkingsrecht is gedurende de bedoelde periode niet van toepassing, maar wel erna. Dat betekent dat de grafbedekking na die periode direct in eigendom komt van de houder van de begraafplaats en dat deze erover kan beschikken. Omdat tot die tijd sprake is van een eigenaar, niet zijnde de houder van de begraafplaats, berust het onderhoud van de grafbedekking eveneens bij die eigenaar. Dit betreft ook het herstel van verzakkingen. Daarbij wordt voor de uitvoering van de beheerverordening ervanuit gegaan dat de rechthebbende op een particulier (urnen)graf, urnennis of urnenplaats en de belanghebbende van een algemeen graf de eigenaar van de grafbedekking is, tenzij via de administratie anders is aangegeven.
Artikel 22. Tijdelijke verwijdering grafbedekking
In het geval van een bijzetting in het bestaande graf van de rechthebbende, is de rechthebbende zelf verantwoordelijk voor de (tijdelijke) verwijdering van de aanwezige grafbedekking. Deze verwijdering is voor rekening en risico van de rechthebbende en niet voor de houder van de begraafplaats.
Artikel 23. Verwijdering grafbedekking
Losse voorwerpen buiten de afmetingen van een (mogelijke) grafbedekking zijn niet toegestaan. Dit artikel beschrijft verder de procedure die gevolgd wordt alvorens tot verwijdering van een grafbedekking wordt overgegaan.
De rechthebbende of belanghebbende kan de grafbedekking vooreerst zelf laten verwijderen voor afloop van de termijn van het grafrecht.
Beschreven is dat, wanneer de termijn van het grafrecht beëindigd is, het college bevoegd is achtergebleven grafbedekking weg te nemen. Wanneer het grafrecht is beëindigd treedt het zogeheten “natrekkingsrecht” in werking en wordt in beginsel alles dat duurzaam met de ondergrond verbonden is eigendom van de eigenaar van de grond, in dit geval de houder van de begraafplaats. Het natrekkingsrecht is niet vanzelfsprekend van toepassing op losse voorwerpen. Om die reden is in de beheerverordening opgenomen dat een “voorwerp” ook onder de definitie van “grafbedekking” valt, waardoor dit artikel gelijktijdig de procedure beschrijft hoe om te gaan met losse voorwerpen na afloop van het grafrecht.
Artikel 24. Herinneringsplaatje
Op een door de beheerder nader aan te wijzen plaats op de begraafplaats, is er de mogelijkheid om voor een overledene een herinneringsplaatje te laten plaatsen, bijvoorbeeld op een algemene herdenkingszuil.
HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN EN GRAFBEDEKKING
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Dit artikel beschrijft de werkwijze na afloop van het grafrecht en het ruimen van graven. Ruiming kan plaatsvinden in twee fasen, waarbij eerst bovengronds wordt geruimd en vervolgens ondergronds. Bovengronds ruimen gebeurt door het ruimen van de grafbedekking. De beheerder bepaalt ten aanzien van de grafbedekking een bestemming. Bij ondergronds ruimen worden de stoffelijke resten verzameld en overgebracht naar een verzamelgraf. Het ruimen op verzoek van de rechthebbende, waarbij stoffelijke resten worden samengebracht tot onder de onderste laag van een graf, voorheen “schudden genoemd, komt in de beheerverordening niet voor en is daarmee niet mogelijk. Het alternatief dat wordt geboden wordt “samenvoegen” genoemd.
HOOFDSTUK 7. HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 26. Lijst historische graven en opvallende grafbedekkingen
Begraafplaatsen en gedenkparken zijn vormgegeven uitingen van rouw. Door de informatie op grafstenen vormen begraafplaatsen ook een stenen archief. Door de uitstraling van de begraafplaats, het materiaalgebruik, de vormgeving en de symboliek van gedenktekens of van poorten of hekwerken, maar ook van eventuele lijkenhuisjes, muren en het groen, wordt een beeld gevormd van de identiteit van een dorp, stad of gemeente. Een graf kan van betekenis zijn vanwege de persoon die er is begraven, maar ook vanwege het gedenkteken.
HOOFDSTUK 8. INRICHTING BEGRAAFPLAATSADMINISTRATIE
Artikel 27. Register en dossiers
Dit artikel maakt duidelijk aan welke eisen de begraafplaatsadministratie moet voldoen en de toegankelijkheid ervan. Het opnemen van de naam en adresgegevens van de opdrachtgever van een begrafenis en de rechthebbende of belanghebbende van een graf wordt niet in het openbare register opgenomen maar apart geregistreerd, omdat openbaarheid wettelijk niet is toegestaan. Deze grafdossiers zijn in beginsel niet openbaar. Verstrekking van deze gegevens aan derden is alleen toegestaan indien hun belangen dit rechtvaardigen.
Artikel 28. Beslissingsbevoegdheid
Er kunnen zich altijd voorvallen voordoen waarin de beheerverordening en de nadere regels geen volledige duidelijkheid geven of waarbij in buitengewoon uitzonderlijke situaties afwijken van de regels gewenst is. Dit artikel geeft aan dat in die gevallen het college beslissingsbevoegd is. Het college laat zich adviseren door de beheerder van de begraafplaats.
Artikel 29. Intrekking oude regelingen
Grafrechten die in het verleden zijn verleend vallen onder de verplichtingen, vereisten en bepalingen uit de verordening die van kracht was ten tijde van de uitgifte van het recht, tenzij deze inmiddels in strijd zijn met de wet. Alleen bij de verlenging van een grafrecht kunnen wijzigingen in rechten of verplichtingen tot stand komen, omdat op het moment van het verlengen een nieuwe verordening van kracht kan zijn waarin bepaalde rechten of verplichtingen zijn gewijzigd.
Oude besluiten blijven nog steeds van kracht, mits niet in strijd met de huidige wet- en regelgeving en blijven hun rechtsgeldigheid behouden, alsof ze zijn genomen krachtens de nieuwe vigerende verordening. Voorts worden alle nog lopende vergunningaanvragen waarop nog niet is beslist voor de inwerkingtreding, alleen volgens de nieuwe verordening behandeld.
Zonder dit artikel kan geen sanctionering van de in de verordening gestelde verboden plaatsvinden.
De verordening bepaalt wanneer deze in werking treedt.
In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-473791.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.