Niet vaststellen bestemmingsplan ‘Centrum Ommen, herziening Bermerstraat 1’

De gemeenteraad van Ommen heeft op 24 oktober 2024 besloten het bestemmingsplan “Centrum Ommen, herziening Bermerstraat 1” niet vast te stellen.

Met dit bestemmingsplan zou de bouw van 14 appartementen in 3 lagen met op de begane grond tevens een ruimte voor een centrumfunctie mogelijk gemaakt worden op de locatie Bermerstraat 1 in Ommen.

De redenen van de gemeenteraad om dit bestemmingsplan niet vast te stellen zijn:

  • 1.

    Na het vaststellen van de Omgevingsvisie Ommen, de Ontwikkelstrategie Ommen Centrum ‘Vitaal hart van het Vechtdal’ en het Meerjaren uitvoeringsprogramma 2023-2026 centrum Ommen zijn een aantal acties aanstaande. Deze acties behelzen om te komen tot een ruimtelijk-functionele visie op de verschillende functies in het gebied Bermerstraat, Poffert en Kerkstraat. Deze visie is nog niet ontwikkeld. Daarom is het vreemd om zonder deze ruimtelijk-functionele visie nu 14 woningen toe te staan in dit gebied.

  • 2.

    In de hiervoor genoemde stukken wordt melding gemaakt dat wonen onder voorwaarden zou moeten kunnen. Echter wat die voorwaarden zijn is niet duidelijk gemaakt en indien nodig besproken met stakeholders en/of Raad.

  • 3.

    Nu de uitgewerkte ruimtelijk-functionele visie ontbreekt, en ook niet is besproken met de stakeholders, is het van belang om te motiveren waarom er wordt afgeweken van het geldende bestemmingsplan (waardoor wonen op de begane grond wordt toegestaan). Immers, als een deugdelijke motivatie ontbreekt zal een soortgelijk verzoek op een andere plek in het centrum niet kunnen worden afgewezen, met alle gevolgen van dien.

  • 4.

    Het gezicht van de Bermerstraat, vanaf de Markt gezien, zal veranderen, dat is duidelijk. Echter als er enkel woningen komen, dan zal dit toeristen niet uitnodigen om de Bermerstraat verder in te lopen en te dwalen langs de leuke winkeltjes. Dit betekent dat er minder traffic in deze straat komt, met alle gevolgen van dien voor de daar gevestigde ondernemers. Het is van groot belang dat het centrum, en dus ook de Bermerstraat – wat onderdeel is van het kernwinkelgebied – levendig en vitaal te houden.

  • 5.

    De ontwikkeling van 14 woningen in een winkelstraat zal de eenheid in deze straat te niet doen. Terwijl juist het behoud van het karakteristieke centrum zo belangrijk wordt geacht.

  • 6.

    Er wordt gesproken over een goede ruimtelijke ordening. Dat er een afweging is gemaakt tussen de aanwezige omstandigheden en het maatschappelijk belang. Het maatschappelijk belang heeft onder andere te maken met een goed woon- en leefklimaat. Hierbij hoort een (uitgewerkte en vastgestelde ruimtelijk-functionele) visie bij die wordt gedragen door de eigenaren, ondernemers en bewoners. Nu deze visie er nog niet is, kan er nog geen deugdelijke afweging worden gemaakt.

  • 7.

    De gemeenteraad moet een juiste afweging maken waar de verschillende belangen in den brede kunnen worden afgewogen omdat het ene (centrumontwikkeling en de daarbij behorende visie) en het andere (dit bestemmingsplan) vanzelf twee aparte (bestuurlijk en juridisch) besluiten zijn, maar deze twee zaken zijn wel sterk met elkaar verbonden en van grote invloed op elkaar. De ontwikkeling van deze 14 woningen (even los wat je hiervan vindt) legt een groot beslag op de (verdere) ontwikkeling van het kernwinkelgebied.

  • 8.

    En last but not least: de bewoners, wat ook door het College beloofd en toegezegd is, de mogelijkheid te geven om hun wensen voor dit deel van het kernwinkelgebied kenbaar te maken.

 

Inzage

Het besluit om het bestemmingsplan niet vast te stellen wordt met ingang van 14 november 2024 gedurende 6 weken ter inzage gelegd.

Het besluit en de bijbehorende stukken zijn op de volgende wijze in te zien:

 

Beroep

Vanaf vrijdag 15 november 2024 kan gedurende een termijn van 6 weken door een belanghebbende beroep tegen het besluit worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt. De werking wordt opgeschort indien gedurende de beroepstermijn met betrekking tot het besluit bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan en op dat verzoek is beslist.

 

Naar boven