Convenant gegevensdeling aanpak ernstige woonoverlast tussen de gemeente Apeldoorn, de politie en de woningcorporaties

Datum: September 2024

INLEIDING

Woonoverlast is een veelvoorkomend en hardnekkig probleem.

Definitie van woonoverlast is:’ Woonoverlast is hinder die in, vanuit en rondom een woning kan worden veroorzaakt. De overlastgever en of degenen voor wie hij verantwoordelijk is vertonen overlastgevend gedrag en of laten juist na bepaald gedrag te vertonen waardoor een onplezierige ervaring bij omwonenden wordt veroorzaakt. Denk daarbij aan: geluidsoverlast, fysieke verloedering, vervuiling, intimiderend gedrag, brandgevaar en drugsoverlast’.

Overlast kan effect hebben op de psychische gesteldheid van omwonenden, die zich soms zelfs gedwongen zien om te verhuizen.

De aanpak van woonoverlast kenmerkt zich door verschillende fases waarin de overlast zich bevindt. Bij complexe en ernstige woonoverlast is een integrale aanpak van belang.

Samenwerking is nodig omdat het vraagstuk niet kan worden opgelost als partijen onafhankelijk van elkaar en zonder toestemming hun interventies richting betrokkene(n) uitvoeren.

De integrale aanpak is dus een aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden voor aanpak woonoverlast door de partners. Partners blijven bevoegd om strafrechtelijke, bestuurlijke of civielrechtelijke maatregelen te treffen. Bij de samenwerking rond een specifieke casus behouden de deelnemende partijen hun eigen inhoudelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de eigen taken.

Uit bovenstaande volgt dat als gaat om ernstige overlast in doorgaans complexe situaties, die vaak om een veelvormige en multidisciplinaire aanpak vragen, het mogelijk is om een convenant op te stellen en er dan sprake is van een noodzaak met het oog op zwaarwegend belang (het is voor de samenleving van meer dan gewone betekenis dat in dit kader persoonsgegevens worden verstrekt) en weegt het belang van voorkomen en/of beëindigen van de complexe woonoverlast zwaarder dan de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van degene over wie gegevens worden verstrekt.

PARTIJEN:

  • 1.

    De gemeente Apeldoorn, gevestigd en kantoorhoudende aan het Marktplein 1 te Apeldoorn, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester de heer A.J.M.Heerts, hierna te noemen: “de burgemeester”;

  • 2.

    Woningstichting De Goede Woning, gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn aan de Sleutelbloemstraat 26, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur-bestuurder de heer R. van Beek;

  • 3.

    Ons Huis Woningstichting gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn aan de Waterloseweg 3, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur-bestuurder de heer A. Jongstra;

  • 4.

    Stichting de Woonmensen, gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn aan de Deventerstraat 54, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur-bestuurder, de heer S.J.E.Turnhout.

  • 5.

    Woningstichting Veluwonen, gevestigd en kantoorhoudende te Eerbeek aan de Stuijvenburchstraat 20, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur-bestuurder de heer V. Buitenhuis;

  • 6.

    Woningstichting Mooiland, gevestigd en kantoorhoudend te Grave aan de Arnoud van Gelderweg 69, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar directeur-bestuurder mevrouw C. Jansen

  • 7.

    Politie-eenheid Oost-Nederland, Basisteam Apeldoorn, gevestigd Europaweg 79 te Apeldoorn, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P.F. Smit, teamchef, hierna te noemen: “de politie”

Partijen 1 t/m 7 hierna gezamenlijk te noemen: “partijen”. Partijen 2 t/m 5 hierna gezamenlijk te noemen: “woningcorporaties

OVERWEGENDE DAT:

  • Woonoverlast een groot maatschappelijk probleem is dat vanuit en rondom een woning kan worden veroorzaakt.

  • Overlast soms niet kan worden opgelost door interventies van slechts één partij, omdat sprake is van ernstige en complexe vormen van woonoverlast. Partijen willen daarom samenwerken met het oog op een effectieve aanpak van woonoverlast waarbij bestrijding van ernstige woonoverlast centraal staat. Het is een aanvulling is op de reeds bestaande mogelijkheden voor de aanpak van woonoverlast.

  • Partijen bevoegd blijven om zelf strafrechtelijke, bestuurlijke of civielrechtelijke maatregelen te treffen. Dat betekent dus ook dat de burgemeester te allen tijde bevoegd blijft zijn bevoegdheden op grond van de Wet aanpak woonoverlast uit te oefenen.

  • Het gemeenschappelijke doel van partijen in het kader van de samenwerking is het aanpakken van ernstige woonoverlast zodat deze stopt of wordt verminderd. Dit vereist dat interventies zichtbaar, merkbaar en herkenbaar zijn voor melders en veroorzakers van (ernstige) woonoverlast.

  • Partijen ernaar streven de werkzaamheden van ieder van hen op efficiënte en effectieve wijze op elkaar te laten aansluiten.

  • De doelen uit dit convenant als een zwaarwegend algemeen belang worden aangemerkt dat tot verstrekking noodzaakt. Het kunnen bereiken van de doelstellingen, en het kunnen monitoren van de voortgang daarvan, vergt dat partijen bepaalde persoonsgegevens met elkaar kunnen uitwisselen.

  • Zonder verstrekking van politiegegevens aan partijen is het bereiken van de doelstellingen niet mogelijk.

  • Partijen zich ervan bewust zijn dat zij bij het uitwisselen van gegevens gehouden zijn aan de geldende privacywet- en regelgeving, een eventueel beroepsgeheim én aan verplichtingen die voortvloeien uit beroepscodes. Zij realiseren zich dat gezocht moet worden naar een evenwicht tussen het belang bij gegevensuitwisseling en het belang van de betrokkene bij (bescherming van) zijn of haar persoonlijke levenssfeer (proportionaliteit en subsidiariteit).

  • Dossieropbouw en uitwisseling van overlastgegevens tussen partijen essentieel is voor een effectieve aanpak en partijen daarbij streven naar evenwicht tussen enerzijds privacybescherming en anderzijds adequate aanpak van de woonoverlast binnen de bestaande wetgeving.

  • Partijen leggen de door hen afgesproken vorm en inhoud van de uitwisseling van gegevens en de daarbij behorende samenwerking in dit convenant vast en verbinden zich tegenover elkaar om in overeenstemming met hetgeen in dit convenant is bepaald, te handelen.

EN GELET OP:

  • de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG);

  • de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG);

  • de Wet politiegegevens (Wpg);

  • het Besluit politiegegevens (Bpg);

  • de Gemeentewet artikel 151d, 172 en 174a;

  • artikel 2:79 Apv

  • de Huisvestingswet;

  • de Woningwet;

  • de Politiewet 2012;

  • de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek;

  • de Wet Aanpak Woonoverlast;

  • het huurrecht, in het bijzonder boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

DEFINITIES

  • Samenwerkingsverband: samenwerking tussen de gemeente Apeldoorn, de politie en de genoemde woningcorporaties die werkzaam zijn binnen de gemeente Apeldoorn om te komen tot een sluitende aanpak van (ernstige) woonoverlast.

  • Betrokkene: de natuurlijke persoon op wie informatie, waaronder persoonsgegevens, betrekking heeft (art. 1 onder g Wpg, art. 4 sub 1 AVG).

  • Woonoverlast: woonoverlast is hinder die in, vanuit en rondom een woning kan worden veroorzaakt. De overlastgever en of degenen voor wie hij verantwoordelijk is vertonen overlastgevend gedrag en of laten juist na bepaald gedrag te vertonen waardoor een onplezierige ervaring bij omwonenden wordt veroorzaakt. Denk daarbij aan: geluidsoverlast, fysieke verloedering, vervuiling, intimiderend gedrag, brandgevaar en drugsoverlast.

  • MDO: het multidisciplinair overleg waar de betekenisvolle afdoening van een casus van ernstige woonoverlast wordt besproken tussen partijen.

  • Rapportage: het overzicht van incidenten, inclusief duiding, afkomstig van de politie ten behoeve van de beoordeling van de Burgemeester van de (eventuele) inzet van de bevoegdheden ter bestrijding van ernstige woonoverlast.

  • Persoonsgegeven: zoals gedefinieerd in art. 4 sub 1 AVG. 

  • Politiegegeven: elk persoonsgegeven dat wordt verwerkt in het kader van de uitvoering van de politietaak, bedoeld in de artikelen 3 en 4 Politiewet 2012, met uitzondering van:

    • -

      de uitvoering van wettelijke voorschriften anders dan de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften;

    • -

      de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, onder 1̊ en artikel 4, eerste lid, onderdeel f Politiewet 2012; zoals bedoeld in artikel 1, onder a Wpg;

  • Verwerkingsverantwoordelijke: zoals omschreven in art. 1 onder f sub 1 Wpg, art. 4 sub 7 AVG;

  • Bijzonder persoonsgegeven: zoals omschreven in art. 5 Wpg, 22 lid 1 Uitvoeringswet AVG (hierna: UAVG). Het verwerken en delen van bijzondere persoonsgegevens mag alleen als een wet dit uitdukkelijk toestaat. Bijzondere persoonsgegevens zijn onder andere gegevens over de (geestelijke of lichamelijke) gezondheid, de seksuele geaardheid, de godsdienst of levensovertuiging, ras of etniciteit, politieke voorkeur en het lidmaatschap van een vakbond

  • Verwerken van persoonsgegevens: zoals omschreven in art. 1 onder c Wpg en art. 4 lid 2 AVG.

  • AVG: Algemene verordening gegevensbescherming.

  • UAVG: Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.

  • Wpg: Wet politiegegevens.

  • Bpg: Besluit politiegegevens.

KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN

Doel en reikwijdte (Artikel 1)

  • 1.1

    De gezamenlijke aanpak van complexe en ernstige woonoverlast is erop gericht om het gedrag dat woonoverlast veroorzaakt te stoppen, met als doel het handhaven van de openbare orde en de veiligheid waarbij de overlast effectief zal worden bestreden met op de kenmerken van het individuele geval toegesneden specifieke maatregelen of gedragsaanwijzingen. Daarbij wordt rekening gehouden met de aard en de ernst van de overtreding. Ook is de aanpak erop gericht om strafbare feiten en escalatie van overlast te voorkomen en het vertrouwen van de burger die overlast ervaart, in de gezamenlijke aanpak woonoverlast te vergroten.

  • 1.2

    Dit convenant heeft betrekking op alle woningen en de bij die woningen behorende erven al dan niet in de onmiddellijke nabijheid, die zich in de gemeente Apeldoorn bevinden.

Grondslagen gegevensverwerking (Artikel 2)

  • 2.1

    De politie verwerkt politiegegevens voor zover die verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van de politietaak, zoals neergelegd in artikel 3 Politiewet 2012. De grondslag voor verwerking van politiegegevens is gelegen in de Wpg. De grondslag voor de structurele verstrekking van artikel 8- en artikel 13 politiegegevens, aan partijen in het samenwerkingsverband is gelegen in artikel 20 Wpg. Dit is nader vastgelegd in de beslissing artikel 20 Wpg gegevensuitwisseling aanpak woonoverlast Apeldoorn

    Ook kunnen politiegegevens worden verstrekt aan de burgemeester op basis van art. 4:2 lid 1, sub a en sub b, van het Besluit politiegegevens ten behoeve van de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 151d, tweede lid, van de Gemeentewet, en de bestuursrechtelijke handhaving van die bevoegdheid, voor zover het gegevens betreft met betrekking tot gedragingen die in of vanuit de woning of het erf behorend bij die woning of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf ernstige hinder voor omwonenden veroorzaken.

  • 2.2

    De burgemeester verstrekt persoonsgegevens voor zover dit noodzakelijk is op grond van artikel 6 lid 1 onder e AVG voor de taak van algemeen belang. De burgemeester verwerkt gegevens in het kader van de uitoefening van zijn taak op grond van handhaving van de openbare orde op grond van artikel 3 en 11 Politiewet en artikel 151d, 172, 174a. Gemeentewet. Hieronder valt ook het bestrijden van overlast in een gemeente.

  • 2.3

    De woningcorporaties verwerken persoonsgegevens voor zover dit noodzakelijk is op grond van:

    • a)

      artikel 6 lid 1 onder b AVG voor de uitvoering van de (huur)overeenkomst met betrokkene;

    • b)

      artikel 6 lid 1 sub f AVG voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of een derde aan wie de gegevens worden verstrekt om Woonoverlast te stoppen, tenzij de belangen of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer prevaleert. Op grond van de AVG kan de verantwoordelijke woningcorporatie de gegevens verwerken, tenzij de belangen anderszins en met minder ingrijpende middelen bereikt kunnen worden (proportionaliteit en subsidiariteit) of wanneer de belangen van betrokkene in een gegeven geval zwaarder wegen dan de noodzakelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die noodzakelijk is;

    • c)

      de Grondwet en de Woningwet (artikel 6 lid 1 sub e AVG) voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een publieke taak van algemeen belang in het kader van de leefbaarheid in de wijk;

    • d)

      artikel 6 lid 1 onder a AVG voor zover de melder toestemming heeft gegeven voor de verwerking van zijn NAW-gegevens, emailadres en telefoonnummer ten behoeve van de communicatie met de melder over het verloop van de aanpak.

Verantwoordelijkheid (Artikel 3)

  • 3.1

    Partijen bepalen deels gezamenlijk het doel en de middelen van de verwerkingen van persoonsgegevens ten behoeve van het samenwerkingsverband. Voor dat deel worden partijen aangemerkt als gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijken.

    Partijen leggen in dit convenant op transparante wijze hun verantwoordelijkheden vast, met name met betrekking tot de uitoefening van de rechten van de betrokkenen en de verplichtingen om bepaalde informatie over de verwerkingsactiviteiten te verstrekken.

  • 3.2

    Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid, zijn partijen in het samenwerkingsverband ieder voor zich alleen verwerkingsverantwoordelijk voor de verwerkingen van persoonsgegevens in de eigen gegevensbestanden en de verstrekking vanuit de eigen gegevensbestanden en gegevensdragers aan elkaar, aan de overlastgever en derden.

  • 3.3

    De, in het kader van dit samenwerkingsverband, door partijen ontvangen persoonsgegevens worden alleen verwerkt in de eigen gegevensbestanden van de partijen, conform de op de partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • 3.4

    Partijen zijn zich ervan bewust dat bij het verwerken van persoonsgegevens sprake moet zijn van doelbinding en dat ook de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit afgewogen moeten worden. Waar kan worden volstaan met geanonimiseerde informatie, gebeurt dat ook. 

  • 3.5

    Partijen hebben een werkproces opgesteld conform de afspraken zoals vastgelegd in dit convenant. Het werkproces is toegevoegd als bijlage 1: Werkafspraken aanpak ernstige woonoverlast. Het werkproces is ingericht in de volgende fases en afhankelijk van de ernst van de situatie kunnen stappen in het werkproces worden overgeslagen:

    • 1)

      Eerste melding: Wordt afgehandeld door de partij waar de melding binnenkomt. Melders worden geadviseerd te melden bij de woningcorporatie;

    • 2)

      Vervolg meldingen/constateringen: Huurders slagen er onderling of met behulp van een bemiddelaar niet in de ernstige overlast te stoppen. De woningcorporatie vraagt overlastregistraties van de huurders op en legt deze vast. De melder wordt in deze fases geadviseerd te melden bij de woningcorporatie. Voor ernstige geluidsoverlast, waar direct hulp nodig is, is het advies de politie te bellen. De wijkagent wordt dan intern geïnformeerd over meldingen die binnenkomen bij de politie.

    • 3)

      Hoor en wederhoor: Woningcorporatie en politie hebben de mogelijkheid om, al dan niet gezamenlijk, bemiddelende gesprekken te voeren. De uitkomsten en afspraken uit deze gesprekken worden vastgelegd en bevestigd aan de melder en de overlastgever. De politie voert, indien van toepassing, haar handhavende taken uit.

    • 4)

      Overlast stopt niet: De woningcorporatie heeft verschillende instrumenten ingezet. De (gezamenlijke) inspanning vanuit politie en woningcorporatie heeft de overlast niet beëindigd. De corporatie meldt de casus bij de gemeente. De gemeente geeft een waarschuwing aan de overlastgever dat de wet woonoverlast kan worden toegepast. De woningcorporatie geeft een laatste waarschuwing aan de overlastgever.

    • 5)

      Geen resultaat inzet: Er wordt beoordeeld of de regie bij de gemeente komt te liggen en het dossier van de woningcorporatie wordt ingebracht.

    • 6)

      Inzet gemeente Apeldoorn: De regie ligt bij de gemeente als de overlast niet is gestopt. De gemeente organiseert een overleg samen met de woningcorporatie en politie over de bestuurlijke middelen en instrumenten die in de casus kunnen worden ingezet. Afhankelijk van de ernst kan de gemeente besluiten om bestuurlijke maatregelen op te leggen.

    • 7)

      Gerechtelijke procedure: De samenwerking tussen woningcorporatie, politie en gemeente heeft niet geleid tot het stoppen van de overlast. De woningcorporatie onderneemt gerechtelijke stappen, zoals het dagvaarden in een bodemprocedure of kort geding. Dit om gedragsverandering af te dwingen of de huurovereenkomst te beëindigen. De gemeente houdt in deze fase de regie op de opgelegde bestuurlijke maatregelen en stemt hierover af met politie en woningcorporatie.

Gegevensuitwisseling tussen partijen (Artikel 4)

  • 4.1

    Partijen dragen allereerst zelf zorg voor een optimale informatiepositie, door meldingen van woonoverlast bij hen gedaan in een dossier op te nemen.

  • 4.2

    Vanuit het oogpunt van proportionaliteit en subsidiariteit nemen partijen het vanuit het samenwerkingsverband beschreven werkproces in acht, waarin stappen van escalatie zijn verwerkt

    .

  • 4.3

    Partijen dragen conform de op de partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zorg voor deugdelijke beveiliging van digitale gegevensuitwisseling, zie ook artikel 8.

  • 4.4

    De politie verstrekt ten behoeve van de voorbereiding, dan wel de uitvoering van een eventueel toe te passen maatregel, als bedoeld in artikel 151d, 174a of 172 van de Gemeentewet een bestuurlijke rapportage aan de burgemeester. Daarin is in ieder geval het volgende opgenomen: aanleiding, probleemonderbouwing, betrokken personen, overzicht strafbare feiten, proces-verbalen van bevinding en andere noodzakelijke mutaties. 

  • 4.5

    Als de inhoud van de rapportage persoonsgegevens bevat die onderdeel uitmaken van een lopend strafrechtelijk onderzoek, dan vraagt de politie eerst toestemming aan de officier van Justitie van het openbaar ministerie om deze gegevens op te mogen nemen in de rapportage.

  • 4.6

    De burgemeester beoordeelt aan de hand van de rapportage of, en zo ja welke bestuurlijke maatregel ingezet wordt om de ernstige woonoverlast te beëindigen en herhaling te voorkomen. Indien de burgemeester van oordeel is dat eerst een minder verregaande maatregel, uit te voeren door een andere partij, op zijn plaats is dan stelt hij de betreffende partij daarvan op de hoogte.

  • 4.7

    Als de woningcorporatie, op grond van artikel 4.6 van dit convenant, door de burgemeester verzocht wordt om een maatregel te nemen dan kan de burgemeester aan de woningcorporatie slechts die persoons- en/of politiegegevens verstrekken die voor dat doel noodzakelijk zijn. Artikel 7 lid 2 van de Wpg en artikel 6 lid 1 onder e van de AVG zijn hierbij van toepassing.

  • 4.8

    Verdere verwerking van de gegeven vindt plaats op grond van artikel 6 lid 1 onder c van de AVG, gelezen in samenhang met artikel 45 lid 2 onder f van de Woningwet.

  • 4.9

    Partijen onderscheiden vier categorieën betrokkenen waarover persoonsgegevens worden verwerkt:

    • Categorie Betrokkene 1: Melder

      • NAW-gegevens;

      • Telefoon en e-mail;

      • Verslag van de melding woonoverlast;

      • Toestemming melder delen NAW-gegevens, emailadres en telefoonnummer.

    • Deze gegevens worden verwerkt tussen partijen;

      Partijen nemen deze gegevens op in de eigen dossiers;

      De gegevens worden gebruikt ten behoeve van:

      • het onderzoek en de aanpak van complexe woonoverlast;

      • de communicatie met de melder over het verloop van de aanpak;

      • het inzetten van Instrumenten;

    • Categorie Betrokkene 2: Overlastgever (of wie verantwoordelijk is voor de overlastgever)

      • NAW-gegevens;

      • Geboortedatum;

      • Telefoon en e-mailgegevens;

      • Gegevens waaruit blijkt dat er woonoverlast is;

      • Gegevens waaruit blijkt dat overlast wordt veroorzaakt door de overlastgever;

      • Gegevens waaruit blijkt wie verantwoordelijk is voor het gedrag van de overlastgever;

    • Deze gegevens worden verwerkt tussen partijen;

      Partijen nemen deze gegevens op in de eigen dossiers;

      De gegevens worden gebruikt ten behoeve van:

      • het onderzoek en de aanpak van Complexe woonoverlast;

      • de communicatie met de overlastgever over het verloop van de aanpak;

      • het inzetten van Instrumenten en maatregelen.

    • In aanvulling daarop worden door de politie de volgende politiegegevens verstrekt:

      • Artikel 8 Politiegegevens.

    • Categorie Betrokkene 3: Klant bij verhuurder, (mede) huurder, eigenaar en gebruiker alsmede medebewoners:

      • NAW-gegevens;

      • Telefoon en e-mailgegevens;

      • Gegevens waaruit blijkt welke relatie bestaat tussen de overlastgever en de kant;

      • Gegevens waaruit blijkt wie verantwoordelijk is voor het gedrag van de overlastgever;

    • Deze gegevens worden verwerkt tussen partijen;

      Partijen nemen deze gegevens op in de eigen dossiers;

      De gegevens worden gebruikt ten behoeve van:

      • het onderzoek en de aanpak van complexe woonoverlast;

      • de communicatie met de klant over het verloop van de aanpak;

      • het inzetten van Instrumenten en maatregelen.

    • Categorie Betrokkene 4: Partij

      De bij dit convenant betrokken partijen hebben onderhands de contactgegevens van de betrokken medewerkers uitgewisseld.

  • 4.10

    Met het oog op de wettelijke taak van partijen en het doel van dit samenwerkingsverband is het onvermijdelijk om in aanvulling op andere persoonsgegevens die in dit verband worden gedeeld ook, voor zover noodzakelijk, gegevens betreffende strafbare feiten te verwerken. Artikel 10 van de AVG en artikel 33 lid 1 onder a van de UAVG zijn op deze verwerkingen van toepassing.

  • 4.11

    Partijen verwerken de persoonsgegevens uitsluitend voor zover dat noodzakelijk is voor het realiseren van het doel van dit samenwerkingsverband en in overeenstemming met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Partijen zullen hierbij niet meer persoonsgegevens verwerken dan noodzakelijk is voor het bereiken hiervan. De gegevens zijn, gelet op de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig.

  • 4.12

    Persoonsgegevens worden verstrekt door en aan die medewerkers van partijen die zijn aangewezen en geautoriseerd voor het verwerken van deze gegevens voor zover dit noodzakelijk is voor hun taak bij het behalen van de doelstellingen van het samenwerkingsverband. Partijen kunnen de uitgewisselde persoonsgegevens verder verwerken, uitsluitend voor zover dit in overeenstemming is met de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • 4.13

    De politie verstrekt geen politie- en/of persoonsgegevens binnen de kaders van dit samenwerkingsverband met als enig doel dat deze gegevens dienen voor een civiele procedure, zoals een verzoek tot ontbinding van de huurovereenkomst. Wel is het toegestaan dat door de politie verstrekte persoonsgegevens, ter finale beslechting van een geval van ernstige woonoverlast, worden gebruikt ter onderbouwing van een civiele procedure. Deze procedure dient het karakter te dragen van een ultimum remedium, wanneer minder verregaande maatregelen in de aanpak van woonoverlast niet afdoende zijn gebleken.

  • 4.14

    De politie kan, met het oog op het in artikel 1 van dit convenant genoemde doel, op basis artikel 20 van de Wpg politiegegevens verstrekken aan partijen. De politie draagt er zorg voor dat de eisen uit artikel 4.12 hierbij in acht worden genomen.

  • 4.15

    De in artikel 4.13 bedoelde politiegegevens betreffen uitsluitend politiegegevens die worden verwerkt overeenkomstig de artikelen 8 en 13 van de Wpg.

  • 4.16

    De verstrekking van de in artikel 4.13 bedoelde gegevens vindt slechts plaats als het opsporingsbelang zich hier niet tegen verzet. Wanneer het opsporingsbelang (mogelijk) in het geding is vraagt de bij de verstrekking betrokken politieambtenaar voorafgaand toestemming voor de verstrekking van politiegegevens aan de (zaaks-)Officier van Justitie.

  • 4.17

    De beslissing, zoals bedoeld in artikel 20 Wpg, maakt onderdeel uit van dit convenant en wordt als bijlage 2 worden toegevoegd.

Verstrekking aan derden (Artikel 5)

  • 5.1

    Als een verstrekking van persoonsgegevens aan derden plaatsvindt, is dat een individuele afweging van elke partij ten aanzien van de eigen gegevens op grond van de op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

  • 5.2

    Partijen die kennisnemen van persoonsgegevens afkomstig van een andere partij mogen deze gegevens enkel verstrekken aan derden, als de partij die de gegevens heeft ingebracht, dit afzonderlijk accordeert en dit mogelijk is op grond van de op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

Geheimhoudingsplicht (Artikel 6)

  • 6.1

    Een ieder die in het kader van dit samenwerkingsverband kennis krijgt van persoonsgegevens, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij een wet tot bekendmaking verplicht.

  • 6.2

    Iedere partij draagt er zorg voor dat de personen die onder zijn gezag toegang krijgen tot de persoonsgegevens, gebonden zijn of worden aan geheimhouding van die persoonsgegevens.

  • 6.3

    Partijen komen overeen dat het niet is toegestaan om de binnen het samenwerkingsverband ontvangen gegevens verder te verwerken voor doeleinden die onverenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens zijn ontvangen. Verdere verwerking mag alleen indien dat is toegestaan op basis van de geldende wet- en regelgeving.

Bewaartermijnen en vernietiging (Artikel 7)

  • 7.1

    Partijen bewaren de persoonsgegevens zolang dat noodzakelijk is voor het beoogde doel van de verwerking.

  • 7.2

    De politie hanteert de verwerking - en bewaartermijnen zoals geregeld in de Wpg.

  • 7.3

    De woningcorporaties hanteren de bewaartermijnen zoals neergelegd in hun bewaarbeleid. Deze zijn op basis van de geldende wet- en regelgeving bepaald, zoals de AVG. Iedere woningcorporatie handelt hierin conform haar privacybeleid, uitgelegd in de privacyverklaring, zoals geplaatst op de website.

  • 7.4

    De burgemeester bewaart de persoonsgegevens vanaf het moment van afsluiting van de aanpak, niet langer dan vijf jaar in een niet-actieve omgeving, tenzij in deze periode een nieuw signaal wordt gemeld in de aanpak. In dat geval kunnen de bewaarde persoonsgegevens ten behoeve van het nieuwe signaal worden geraadpleegd dan wel verwerkt. 

  • 7.5

    Overeenkomstig art. 5 lid 1 onder e jo. 89 lid 1 AVG kunnen de persoonsgegevens voor langere perioden worden opgeslagen voor zover de Persoonsgegevens louter met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt. De opgenomen gegevens worden voor evaluatie dan wel wetenschappelijk onderzoek in niet tot individuele personen herleidbare vorm bewaard.

  • 7.6

    De gegevens (incl. kopieën en back-ups) worden in geval van vernietiging onherstelbaar gewist.

Beveiliging (Artikel 8)

  • 8.1

    Partijen dragen zorg voor de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van de persoonsgegevens. Hiertoe treffen partijen afdoende technische en organisatorische maatregelen ten behoeve van de beveiliging van de persoonsgegevens en de verwerkingen daarvan. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico's die de verwerking en de aard van te beschermen gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.

    Als onderdeel van de op partijen rustende verplichtingen ter zake van de beveiliging van de persoonsgegevens zal iedere partij procedures in stand houden die erop gericht zijn om beveiligingsincidenten en datalekken redelijkerwijs te detecteren en daarop actie te ondernemen, daaronder begrepen maatregelen tot herstel.

  • 8.2

    Partijen zijn zich bewust dat ondanks alle afspraken incidenten kunnen optreden. Ieder incident aangaande een (mogelijk) inbreuk op de beveiliging van gegevens wordt terstond aan de andere partijen gemeld, indien de mogelijke inbreuk voldoet aan de interne criteria van de partij. De melding van de ene partij aan de andere gebeurt via beveiligde e-mail en bevat een korte beschrijving – geanonimiseerd – van het soort incident en de eventueel getroffen mitigerende maatregelen.

  • 8.3

    Als er sprake is van een datalek dat betrekking heeft op het deel waarvoor partijen gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijk zijn, draagt de burgemeester zorg voor de afhandeling hiervan en de vervulling van de verplichtingen uit hoofde van art. 33 en 34 AVG.

  • 8.4

    Als er sprake is van een datalek dat betrekking heeft op het deel waarvoor partijen zelfstandig verwerkingsverantwoordelijk zijn, is de partij bij wie het datalek is geconstateerd verantwoordelijk voor de afhandeling hiervan.

  • 8.5

    Als gezien de aard van het datalek melding aan de Autoriteit Persoonsgegevens wettelijk verplicht is, stemmen partijen de melding en woordvoering met elkaar af. Partijen zullen op dat moment een nader onderzoek (laten) uitvoeren voor zover dit hun eigen gegevensverwerking betreft waarvoor zij verwerkingsverantwoordelijke zijn. Artikel 41 lid 1 sub d UAVG en art. 23 lid 1 j 27 lid 1 onder a Wpg bieden de mogelijkheid om de betrokkene, als er sprake is van een opsporingsbelang, niet of op een later moment te informeren.

Informatieplicht (Artikel 9)

  • 9.1

    Om ervoor te zorgen dat personen en organisaties bekend worden met de gegevensuitwisseling in het kader van dit samenwerkingsverband, wordt dit convenant door de deelnemende partijen gepubliceerd op hun website en/of op andere wijze openbaar gemaakt.

  • 9.2

    Als de persoonsgegevens van de melder niet van de melder zijn verkregen maar van een andere partij, wordt de melder door de verwerkingsverantwoordelijke geïnformeerd tenzij er sprake is van een uitzondering zoals genoemd in artikel 14 lid 5 AVG, dan wel artikel 41 UAVG.

  • 9.3

    Als de persoonsgegevens niet van de overlastgever zijn verkregen, wordt de overlastgever door de verwerkingsverantwoordelijke geïnformeerd tenzij er sprake is van een uitzondering zoals genoemd in artikel 14 lid 5 AVG, dan wel artikel 41 UAVG. Voor de duidelijkheid: omdat er sprake is van een gezamenlijke verwerking van de persoonsgegevens, is alleen de AVG van toepassing. 

Rechten van Betrokkene (Artikel 10)

  • 10.1

    Betrokkene kan bij partijen een verzoek indienen om:

    • a)

      Inzage in de persoonsgegevens die over hem of haar worden verwerkt;

    • b)

      Rectificatie of wissen van gegevens, tenzij er sprake is van de uitvoering van een taak in het algemeen belang zoals bedoeld in art. 17 lid 3 sub b AVG of art 28 Wpg van hem of haar betreffende persoonsgegevens; dan wel

    • c)

      Beperking van de verwerking.

  • 10.2

    Bij een verzoek zoals bedoeld onder artikel 10.1 van dit convenant, is de AVG van toepassing. Als persoonsgegevens uitsluitend worden verwerkt in het kader van de politietaak, dan is de Wpg van toepassing op die verwerking voor de politie.

  • 10.3

    De burgemeester draagt zorg voor de afhandeling van een verzoek zoals bedoeld onder artikel 10.1 van dit convenant, voor zover het verzoek betrekking heeft op het deel waarvoor partijen gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijk zijn. Partijen zijn elk verantwoordelijk voor de afhandeling van een verzoek dat betrekking heeft op de verwerkingen die vallen onder hun eigen verwerkingsverantwoordelijkheid.

  • 10.4

    Ten aanzien van partijen die persoonsgegevens verwerken op grond van artikel 6 lid 1 onder f AVG kan betrokkene bij die partijen die op grond van die betreffende grondslag gegevens verwerken, te allen tijde bezwaar daartegen aantekenen in verband met zijn bijzondere omstandigheden.

  • 10.5

    Als betrokkene een verzoek richt tot een van de convenantpartijen, bericht deze hem bij de beantwoording ook over de identiteit van de andere partijen in het samenwerkingsverband waaraan eerder voor de doeleinden van het samenwerkingsverband gegevens zijn verstrekt, informeert deze de andere partijen binnen het samenwerkingsverband over het verzoek en informeert deze de betrokkene welke partij binnen de samenwerking zijn verzoek behandelt.

  • 10.6

    Partijen die vallen onder het regime van de AVG hebben het recht om een verzoek geheel of gedeeltelijk af te wijzen op grond van de criteria zoals genoemd in artikel 41 UAVG.

  • 10.7

    De politie heeft het recht om een verzoek geheel of gedeeltelijk af te wijzen op grond van de criteria zoals genoemd in artikel 27 Wpg.

  • 10.8

    Partij(en) stemmen eerst onderling af alvorens betrokkene wordt beantwoord conform de op de partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de daarin geldende termijnen.

Schade en kosten (Artikel 11)

  • 11.1

    Een ieder die materiële of immateriële schade heeft geleden ten gevolge van een toerekenbare inbreuk op de voor partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving, heeft het recht bij die partij een verzoek om schadevergoeding in te dienen voor de geleden schade.

  • 11.2

    Partijen zijn in geval van toerekenbare tekortkoming ieder voor zich aansprakelijk voor schade als gevolg van hun eigen interne gegevensverwerking dan wel hun verstrekking aan partijen in het samenwerkingsverband of aan derden.

  • 11.3

    Partijen berekenen noch verrekenen onderling kosten voor werkzaamheden en middelen van welke aard dan ook voortvloeiende uit dit convenant, aan een in dit convenant genoemde partij.

Evaluatie en wijzigingen (Artikel 12)

  • 12.1

    Partijen verplichten zich na het eerste jaar van inwerkingtreding de samenwerking te evalueren en vervolgens 1 keer per 2 jaar de samenwerking te evalueren.

  • 12.2

    Het convenant kan alleen aangepast worden als alle partijen het daarmee eens zijn. Wijzigingen worden altijd schriftelijk vastgelegd.

  • 12.3

    De evaluaties vinden plaats op initiatief van de gemeente.

Inwerkingtreding en looptijd (Artikel 13)

  • 13.1

    Dit convenant treedt in werking de dag na ondertekening door de laatste van alle partijen.

  • 13.2

    Dit convenant heeft een looptijd van 3 jaar te rekenen vanaf de datum van de laatste ondertekening,  tenzij het tussentijds wordt beëindigd. Verplichtingen die naar hun aard zijn bestemd om ook na beëindiging van de samenwerking voort te duren, blijven na beëindigingen van dit convenant bestaan.

  • 13.3

    Partijen kunnen dit convenant onder opgaaf van redenen tussentijds schriftelijk opzeggen, met in achtneming van een termijn van 3 maanden.

Opvolging (Artikel 14)

Dit convenant vervangt alle eerdere door partijen gesloten convenanten met betrekking tot

de aanpak van complexe woonoverlast in Apeldoorn.

Toepasselijk recht (Artikel 15)

Op dit convenant is Nederlands recht van toepassing.

Citeertitel (Artikel 16)Dit convenant kan worden aangehaald als ‘Convenant gegevensdeling ernstige woonoverlast tussen de gemeente Apeldoorn, de politie en de woningcorporaties 2024 - 2027’.

Bijlagen

De bijlagen bij dit convenant zijn:

  • 1.

    Bijlage 1: Werkafspraken aanpak ernstige woonoverlast

  • 2.

    Bijlage 2: Artikel 20 Wpg beslissing gegevensuitwisseling aanpak ernstige woonoverlast Apeldoorn

Aldus overeengekomen en ondertekend op 16 september 2024 te Apeldoorn,

Naam organisatie

Gemeente Apeldoorn,

De burgemeester,

de heer A.J.M. Heerts

Politie Oost-Nederland,

Teamchef basisteam Apeldoorn,

de heer P.F. Smit

Woningcorporatie De Goede Woning,

Directeur – bestuurder,

de heer R. van Beek

Woningcorporatie De Woonmensen

Directeur – bestuurder,

de heer S.J.E. Turnhout

Woningcorporatie Ons Huis

Directeur – bestuurder,

de heer A. Jongstra

Woningcorporatie Mooiland

Directeur – bestuurder,

mevrouw C. Jansen

Woningcorporatie Veluwonen

Directeur – bestuurder,

de heer V. Buitenhuis

Naar boven