Verkeersmaatregel Van Hasseltkade

Ruimte / Mobiliteit / 2024- 1008702

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verkeersbesluit voor het omzetten van een gereserveerde parkeerplaats naar een gelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.

 

Overwegingen

De Van Hasseltkade is een erftoegangsweg binnen de gemeente Maastricht, en is bij de gemeente in beheer en onderhoud.

 

Aan de Van Hasseltkade is een hotel gelegen. Ter hoogte van de ingang van het hotel zijn twee parkeerplaatsen gereserveerd voor ontheffinghouders van het hotel.

 

Vanwege de omschakeling naar een nieuw parkeerrechtensysteem vervalt de ontheffingsmogelijkheid voor faciliteren van exclusief parkeren bij hotels.

 

De twee parkeervakken waren gereserveerd voor het hotel om klanten de mogelijkheid te bieden om koffers en/of tassen in- en uit te laden voor de ingang van het hotel.

 

Om dit nog wel mogelijk te maken wordt de parkeerstrook aangewezen als gelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.

 

Deze maatregel wordt genomen voor het in stand houden van de weg en waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

 

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Van Hasseltkade in hun besluit van 14 augustus 2023, Ruimte / Mobiliteit / 2023-361583;

  • 2.

    door het verwijderen van het bord E4 van Bijlage I van het RVV 1990, het onderbord met de tekst “uitsluitend ontheffinghouders hotel” en OB504 twee parkeervakken ter hoogte van de ingang van het hotel aan de Van Hasseltkade niet meer aan te wijzen als parkeerplaatsen voor ontheffinghouders hotel;

  • 3.

    door het plaatsen van het bord E7 van Bijlage I van het RVV 1990 het parkeervak ter hoogte van het hotel aan de Van Hasseltkade aan te wijzen als gelegenheid voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

  • 4.

    de verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven is op de tekening “in de bijlage;

 

Bestaande maatregelen die in stand worden gehouden

 

  • 5.

    de borden A1 (zone 30 km) van Bijlage I van het RVV 1990 om de maximum snelheid van de Van Hasseltkade in te stellen op 30 km/uur;

  • 6.

    de borden C2 en C3 van Bijlage I van het RVV 990 om de Van Hasseltkade aan te wijzen als eenrichtingsweg gesloten voor al het verkeer in noordelijke richting;

  • 7.

    het bord D5 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord met de tekst “uitgezonderd bestemmingsverkeer” om bestuurders te gebieden tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven ter hoogte van de Kleine Gracht;

  • 8.

    de borden G12a van Bijlage I van het RVV 1990 om de vrijliggende paden langs de Van Hasseltkade/Maaspromenade aan te wijzen als verplicht fiets/bromfietspad;

  • 9.

    de onderbroken streep en fietsvignetten om aan te wijzen als fietsstrook als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 de stroken langs de Van Hasseltkade.

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.

 

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 8 november 2024

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven