Besluit van de raad van de gemeente Baarn tot vaststelling van de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Baarn 2024 (Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Baarn 2024)
De raad van de gemeente Baarn;
- -
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2024, zaak 887795;
- -
Gelet op artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
- -
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening beslistermijn schuldhulpverlening
Baarn 2024
Artikel 1.
Beslist
ermijn
schuldhulpverlening
Het besluit om schuldhulpverlening toe te kennen of af te wijzen, zoals bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, moet binnen 8 weken na het eerste gesprek, zoals beschreven in artikel 4, eerste lid, van die wet, genomen worden.
Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2021.
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Baarn 2024.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 oktober 2024.
De voorzitter,
De griffier,
Toelichting
Algemeen
De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening is gemaakt om uitvoering te geven aan artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Deze wet is op 1 januari 2021 ingegaan. Artikel 4a is toegevoegd aan de wet door een wijziging op 24 juni 2020, zodat persoonsgegevens kunnen worden uitgewisseld. (Stb. 239).
Toelichting op de artikelen
Artikel 1. Beslistermijn
schuldhulpverlening
De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij de gemeente hulp kunnen krijgen. Dit kan gaan om advies, hulp bij het regelen van schulden, of een lening om schulden af te lossen. Het is belangrijk dat schuldhulpverlening voor iedereen goed toegankelijk is. Ook moet het voor de inwoner duidelijk zijn hoe lang het duurt voordat de gemeente beslist of iemand recht heeft op hulp, nadat het eerste gesprek over de hulpvraag heeft plaatsgevonden.
Daarom is bij de wetswijziging, na advies van de Nationale Ombudsman, besloten om een wettelijke termijn vast te stellen. Binnen deze termijn moet de gemeente na het eerste gesprek beslissen of iemand hulp krijgt. Dit zorgt ervoor dat ook de overheid zich aan regels en termijnen houdt, net zoals dat van burgers verwacht wordt. De raad van de gemeente stelt deze termijn vast in een verordening.
Deze termijn mag volgens artikel 4a, derde lid, van de wet niet langer zijn dan acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. Een kortere beslistermijn vaststellen is wel toegestaan.
De termijn is in deze verordening vastgesteld op 8 weken. Dit komt doordat het opstellen van een plan van aanpak tijd kost en zorgvuldig moet gebeuren. Dit is belangrijk voor de persoon met schulden. Ook de schuldhulpverleners geven aan dat 8 weken een haalbare termijn is. Bovendien sluit deze termijn aan bij wat in de Algemene wet bestuursrecht staat. Met een termijn van 8 weken sluiten we daarnaast aan bij de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld.
Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2021.