Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard is op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994, bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.
Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten gemandateerd middels de vastgestelde Mandaatregeling Dijk en Waard.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Doelstelling
Uit het oogpunt van het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer is het gewenst om het genomen besluit op 8 oktober 2024 met zaaknummer 916004 in te trekken.
Motivering
Op 8 oktober 2024 is er een verkeersbesluit genomen 916004 voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen. Hierop zijn verschillende bezwaren ingediend. Naar aanleiding daarvan heeft de marktpartij de aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal ingetrokken . Op basis hiervan is er geen reden om het verkeersbesluit in stand te houden/uit te voeren. Om bovenstaande redenen moet het verkeersbesluit worden ingetrokken.
Overleg
Overeenkomstig artikel 23 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is het openbaar lichaam dat het beheer heeft over de weg gehoord.
In artikel 24 van het BABW is bepaald dat verkeersbesluiten pas worden genomen na overleg met de korpschef van de Nationale Politie. Namens de korpschef is deze bevoegdheid gemandateerd aan de verkeersadviseur(s) van de betreffende eenheid. Met de verkeersadviseur(s) van de eenheid Noord-Holland is afgesproken dat verkeersbesluiten over het toewijzen van een gehandicaptenparkeerplaats en een oplaadpunt voor elektrische voertuigen niet ingebracht hoeven te worden voor overleg. Er van uitgaande dat de wegbeheerder de aanvragen volgens de daarvoor geldende regels controleert en afhandelt en daarvoor de meest geschikte locatie bepaalt en de juiste bebording plaatst conform de wettelijke vereisten, gaat de verkeersadviseur op voorhand akkoord met het besluit.