VERKEERSBESLUIT GEMEENTE VLISSINGEN- HET INSTELLEN VAN EENRICHTINGSVERKEER RAVESTEYNPLEIN VLISSINGEN

 

1. Besluit

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d van de wegenverkeerswet 1994 (hierna de WvW 1994) is het college van B&W bevoegd om een verkeersbesluit te nemen.

 

Burgemeester en wethouders hebben besloten:

Tot het instellen van eenrichtingsverkeer op het Ravesteynplein, waarbij het voor verkeer enkel is toegestaan om vanaf de Schuitvaartgracht over het Ravesteynplein richting de Nieuwe Bondedijkelaan te rijden en waarvan fietsers en bromfietsers worden uitgezonderd, door het plaatsen van verkeersborden model C02 en C03 van Bijlage 1 van het RVV1990 en het aanbrengen van onderbord model OB54.

 

2. Aanleiding

De gemeente heeft meerdere meldingen ontvangen over hardrijders, schade, gevaarlijke- en onoverzichtelijke situaties op het Ravensteynplein. Om de situatie veiliger en overzichtelijker te maken is het gewenst om eenrichtingsverkeer in te stellen. Dit mede om de verkeersveiligheid van de buurtkinderen te waarborgen die daar veelvuldig oversteken.

 

3. Wettelijke grondslag

Een verkeersbesluit is vereist voor plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Gelet op:

artikel 18, eerste lid, onder d van de wegenverkeerswet 1994 (hierna de WvW 1994) is het college van B&W bevoegd om een verkeersbesluit te nemen in de gemeente Vlissingen;

 

artikel 15 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

 

artikel 15 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 moeten maatregelen op of aan de weg tot het aanbrengen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

 

artikel 12 van het BABW over het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeers- tekens moet gebeuren via een verkeersbesluit; hierin is opgenomen dat voor plaatsing van de verkeersborden model C2 en C3 een verkeersbesluit nodig is;

 

artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de korpschef van het betrokken regionale politiekorps 

artikel 26 van het besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt dit besluit bekendgemaakt door op de in de artikelen 5 onderscheidenlijk 6 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.

 

Grondslag

overeenkomstig artikel 2, lid 1 sub at/m d van de Wegenverkeerswet en artikel 21 van het BABW op de bovengenoemde weg maatregelen dienen te worden genomen met als doel:

het verzekeren van de veiligheid op de weg;

het beschermen van weggebruikers en passagiers;

het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

 

4. Motivering

 

Argumenten

Het Ravesteynplein is in de huidige situatie in twee richtingen toegankelijk. Naar aanleiding van diverse meldingen over te hard rijden, schade, verkeersonveiligheid en onoverzichtelijke situaties is het hier gewenst om hier eenrichtingsverkeer in te stellen. Uit de meldingen en gesprekken met buurtbewoners blijkt dat de situatie dermate onoverzichtelijk is waardoor er gevaarlijke situaties ontstaan.

 

Door het instellen van eenrichtingsverkeer wordt het Ravesteynplein niet langer als sluiproute gebruikt waardoor er minder verkeersbewegingen ontstaan. Daarnaast is er minder kans op conflicten tussen gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer en wordt de situatie voor het langzaam verkeer, waaronder de kinderen, overzichtelijker.

 

Ter waarborging van de verkeersveiligheid en de veiligheid van de spelende kinderen in deze straat wordt hier een eenrichtingsweg ingesteld op een zodanige manier dat het enkel is toegestaan om via de Schuitvaartgracht naar het Ravesteynplein te rijden. De fietsers en bromfietsers worden van bovenstaande regel uitgezonderd en worden dan ook in beide richtingen toegestaan.

 

Plaatsing verkeerstekens

Het instellen van eenrichtingsverkeer op het Ravesteynplein wordt bewerkstelligd door het plaatsen van borden model C2 en C3 van Bijlage 1 van het RVV 1990, voorzien van onderborden model OB54.

 

 

5. Overleg korpschef

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg geweest met de korpschef van het betrokken regionale politiekorps.

 

6. Besluit

Tot het instellen van eenrichtingsverkeer op het Ravesteynplein, waarbij het voor verkeer enkel is toegestaan om vanaf de Schuitvaartgracht over het Ravesteynplein richting de Nieuwe Bondedijkelaan te rijden en waarvan fietsers en bromfietsers worden uitgezonderd, door het plaatsen van verkeersborden model C02 en C03 van Bijlage 1 van het RVV1990 en het aanbrengen van onderbord model OB54.

 

7. Ondertekening

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Vlissingen,

5 november 2024

 

 

namens het college

Beleidsmedewerker Verkeer van de gemeente Vlissingen

Vragen?

Heeft u vragen over bovenstaande maatregel of bent u het niet eens? Neem dan eerst contact op met het team verkeer, afdeling leefbaarheid op telefoonnummer: 0118-487000

 

Bezwaar

Bent u het na het contact nog niet eens met dit besluit? Dan kunt u bezwaar maken.

U kunt uw bezwaarschrift richten aan:

Het college van burgemeester en wethouders

Postbus 3000

4380 GV Vlissingen

 

U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen. Dit kan per e-mail via gemeente@vlissingen.nl of met het digitale formulier van de gemeente. Dit formulier vindt u op:

‘www.vlissingen.nl/digitaal-loket/rechtsbescherming/bezwaar-indienen’.

 

Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift binnen zes weken na publicatie van dit besluit heeft ingediend. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen.

Uw bezwaarschrift dient ondertekend te worden en dient tenminste naam en adres van de indiener te vermelden, dagtekening, omschrijving van het besluit en de gronden van het bezwaar. Stuurt iemand anders namens u het bezwaarschrift in, stuur dan een machtiging mee.

 

Het bezwaar schorst niet de werking van het besluit waartegen het is gericht. (artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht)

Belanghebbende

U bent belanghebbende als uw belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Uw belang moet zich dan wel onderscheiden van de belangen van grote aantal anderen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u eigenaar, huurder of gebruiker bent van een perceel in de directe omgeving van de weg waarop dit besluit betrekking heeft. Bij een willekeurige verkeersdeelnemer is dat onderscheid onvoldoende aanwezig.

 

Voorlopige voorziening

In principe stopt het indienen van een bezwaar de werking van het besluit niet. Wilt u dat het besluit voorlopig niet wordt uitgevoerd, dan kunt u een verzoek indienen om een voorlopige voorziening. U moet dan wel bezwaar hebben gemaakt en er dient sprake te zijn van spoedeisend belang. U kunt een verzoek om een voorlopige voorziening richten aan:

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

t.a.v. team Bestuursrecht

postbus 90006

4800 PA Breda.

Voor het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

 

Naar boven