Vaststellen van het Delegatiebesluit 2024

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 10 september 2024, registratienummer 211609;

gelet op artikel 108 en 156 Gemeentewet;

overwegende dat het geldende Delegatiebesluit Venlo 2010 door diverse wetswijzigingen geactualiseerd dient te worden;

verder overwegende dat het afzonderlijke delegatiebesluit 2013-8 inzake het aanwijzen van het huis der gemeente in het onderhavige gemeentebrede delegatiebesluit wordt opgenomen;

besluit:

Vaststellen van het Delegatiebesluit Venlo 2024:

Artikel 1 delegatie aan het college van burgemeester en wethouders

De raad delegeert de onderstaande bevoegdheden aan het college van burgemeester en wethouders, onder de voorwaarde dat bij de uitoefening de daarbij vermelde specifieke voorwaarden in acht worden genomen:

 

Wet of regeling

Artikel(en)

Bevoegdheid

Specifieke voorwaarden

1.1

Algemene wet bestuursrecht

7:10

Het verrichten van (procedurele) handelingen ter voorbereiding van door de raad te nemen besluiten op bezwaarschriften .

1.2

Algemene wet bestuursrecht

2:13 tweede lid

Het aanwijzen van een wijze van verzenden van elektronische berichten aan de gemeenteraad.

2.1

Wet open overheid

Artikel 4.3 eerste en tweede lid en 4.4 eerste lid, artikel 5.5

Behandelen en beslissen op verzoeken gericht aan de raad.

Daar waar het verzoek aan de gemeenteraad dit nodig maakt, verstrekt de gemeenteraad dan wel een medewerker van de griffie de bij de raad berustende documenten aan het college.

2.2

Wet open overheid

Artikel 4.4 tweede, derde en vierde lid

Nemen van verdagingsbesluiten en opschortingsbesluiten met betrekking tot ingediende verzoeken om informatie gericht aan de raad.

2.3

Wet open overheid

Artikel 4.7

Het aanwijzen van een Woo-contactpersoon

3.1

Wet hergebruik van overheidsinformatie

Artikel 4

Behandelen en beslissen op verzoeken gericht aan de raad.

.

3.2

Wet hergebruik van overheidsinformatie

Artikel 4

Nemen van verdagingsbesluiten en opschortingsbesluiten met betrekking tot ingediende verzoeken om informatie gericht aan de raad.

4.1

Wegenverkeerswet 1994

Artikel 20a eerste lid

Vaststellen van de grenzen van de bebouwde kommen

Mandaatverlening is niet toegestaan.

5.1

Wegenwet

Artikel 5, derde lid

Verlengen beslistermijn voor een besluit op een verzoek om aan een weg de bestemming openbare weg te geven.

Mandaatverlening is niet toegestaan.

5.2

Wegenwet

Artikel 9

Besluiten over onttrekking aan het openbaar verkeer van wegen.

Mandaatverlening is niet toegestaan.

6

Gemeentewet

Artikel 147 lid 2 juncto artikel 108 lid 1

Het aanwijzen van “het huis der gemeente” (trouwlocaties)

Artikel 2 Vermelden delegatiebesluit

Een besluit dat is genomen op grond van deze regeling, vermeldt het onderhavige besluit zelf, alsmede de vindplaats daarvan.

Artikel 3 Inwerkingtreding

  • a.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.

  • b.

    Van het bepaalde in sub a is uitgezonderd onderdeel 1.2 van artikel 1, welk artikelonderdeel in werking treedt tegelijk met de inwerkingtreding van de Wet van 10 mei 2023 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) Staatsblad 2023,183

  • c.

    Op dat moment wordt ingetrokken het Delegatiebesluit Venlo 2010, zoals vastgesteld op 4 januari 2010.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Delegatiebesluit Venlo 2024”.

Toelichting op het delegatiebesluit

Algemeen

Het is niet noodzakelijk, en soms ook ongewenst, dat ieder bestuursorgaan daadwerkelijk de toebedeelde bevoegdheden zelf uitoefent. Een bevoegdheid kan gedelegeerd worden. Onder delegatie wordt verstaan: “het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent.” De wetgever heeft hiermee beoogd om, afhankelijk van de lokale situatie, ter wille van een slagvaardig handelen bevoegdheden die in een wet aan de gemeenteraad zijn opgedragen, over te doen dragen aan het college van burgemeester en wethouders. Het delegeren van bevoegdheden heeft tot gevolg, dat degene die delegeert de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf kan uitoefenen (artikel 10:17 Algemene wet bestuursrecht, hierna Awb). Wel kunnen in het delegatiebesluit, of op later moment, beleidsregels worden vastgesteld ter uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid (artikel 10:16, eerste lid Awb).

 

De kernbepaling over de toelaatbaarheid van delegatie is artikel 10:15 Awb: “Delegatie geschiedt slechts indien in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.” Dit kan een algemeen geformuleerde bevoegdheidsgrondslag zijn – zoals artikel 156 van de Gemeentewet – of een specifieke bevoegdheidsgrondslag.

 

De algemene bevoegdheidsgrondslag van artikel 156, eerste lid Gemeentewet luidt als volgt: “De raad kan aan het college, een door hem ingestelde bestuurscommissie en een deelraad bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.” Het artikel vervolgt (onder meer) met het benoemen van bevoegdheden die in ieder geval niet kunnen worden overgedragen. Van de in dit delegatiebesluit aangegeven bevoegdheden wordt op grond van de jurisprudentie aangenomen, dat de aard van de bevoegdheden zich niet verzet tegen delegatie van die bevoegdheden.

 

In beginsel is mandaatverlening van de gedelegeerde bevoegdheid door het college mogelijk. Hiervoor is geen toestemming van de raad vereist. Mandaatverlening houdt in dat de bevoegdheid namens een bestuursorgaan wordt uitgeoefend. Er wordt geen bevoegdheid overgedragen zoals bij delegatie. Mandaatverlening is echter niet mogelijk indien een wettelijk voorschrift dat bepaalt of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3 van de Awb). In onderhavig besluit is bij een aantal specifieke bevoegdheden vastgelegd, dat mandatering door het college niet is toegestaan. De raad spreekt hiermee uit, dat de betreffende bevoegdheden van zodanige aard zijn dat mandatering niet wenselijk wordt geacht.

Artikelsgewijs

Voor zover relevant wordt hieronder een toelichting gegeven op in het besluit opgenomen artikelen en onderdelen daarvan.

Artikel 1

onderdeel 1.1.

ingevolge artikel 7:10 van de Awb dient binnen 6 weken op een bezwaarschrift te worden beslist. Deze termijn kan worden verdaagd of uitgesteld. Ook andere procedurele handelingen kunnen noodzakelijk zijn, zoals het versturen van een ontvangstbevestiging. Het gaat hierbij om de situatie dat zowel het primaire besluit als de beslissing op bezwaar door de raad wordt genomen. Vanuit praktische overwegingen ligt het in de rede om een dergelijke procedurele handelingen te delegeren. Sinds de dualisering komt dit soort procedures bijna nooit meer voor.

Onderdeel 1.2

Op grond van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) zijn bestuursorganen verplicht om digitale kanalen aan te wijzen die inwoners kunnen gebruiken bij het verzenden van officiële berichten over aanvragen, beschikkingen, besluiten, klachten of zienswijzen. En zorgen dat deze kanalen gebruiksvriendelijk zijn en voldoen aan de eisen van de Wmebv. Deze verplichting geldt ook voor de gemeenteraad. Vanuit praktisch oogpunt wordt de bevoegdheid tot het nemen van een aanwijzingsbesluit gedelegeerd aan het college.

Onderdeel 2.1 en 2.2.

De beslistermijn voor verzoeken om informatie op grond van de Wet open overheid is vier weken. In voorkomende gevallen kan de raad dergelijke verzoeken ontvangen. Gezien het vergaderschema is het voor de raad lastig binnen de wettelijke termijn te beslissen. Door deze bevoegdheid te delegeren wordt een snelle gemeentelijke besluitvorming en klantgerichtheid bevorderd. De raad dient de bij de raad berustende documenten aan het college te verstrekken als een Woo-verzoek dat nodig maakt. Het college zorgt vervolgens voor de afhandeling van het Woo-verzoek.

Onderdeel 2.3

Op grond van artikel 4.7 van de Woo is ieder bestuursorgaan verplicht een of meer Woo-contactpersonen aan te wijzen. Door deze bevoegdheid te delegeren, kunnen contactpersonen efficiënt en snel aangewezen worden.

Onderdeel 3.1 en 3.2

De beslistermijn voor verzoeken om informatie op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie is, net als bij de Wet open overheid, vier weken. In voorkomende gevallen kan de raad dergelijke verzoeken ook ontvangen.

Onderdeel 4.1

De grenzen van de bebouwde kom zijn in het verleden al vastgesteld. In de praktijk zal het veelal gaan om actualisering en wijziging in verband met realisering van nieuwbouw.

Onderdeel 5.1 en 5.2

Op grond van de Wegenwet heeft de raad de bevoegdheid om een weg aan de openbaarheid te onttrekken. Dit kan op verzoek van een belanghebbende maar ook ambtshalve .

Delegatie verkort de doorlooptijd van de procedure waardoor een snelle gemeentelijke besluitvorming en klantgerichtheid wordt bevorderd.

Onderdeel 6

Het aanwijzen van “het huis der gemeente” (trouwlocaties) is een bevoegdheid van de gemeenteraad. De gemeenteraad kan deze bevoegdheid delegeren aan het college van burgmeester en wethouders om adequaat te kunnen inspelen op verzoeken tot aanwijzing. De aard van de bevoegdheid verzet zich niet tegen delegatie. De doorlooptijd die gemoeid is met het aanwijzen van een locatie als “huis der gemeente” wordt hierdoor aanzienlijk verkort.

Artikel 2

Artikel 10:19 van de Awb bepaalt dat een besluit dat op grond van een gedelegeerde

bevoegdheid wordt genomen het delegatiebesluit en de vindplaats daarvan vermeldt.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 oktober 2024.

De griffier

Marijke van de Plasse

De voorzitter

Antoin Scholten

Naar boven