Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende beleid voor ontheffingen voor het berijden van wegen in het plassengebied met geslotenverklaringen voor vrachtverkeer, landbouwverkeer en voertuigen breder dan 2,2 meter

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

 

gelet op:

 

  • -

    Artikel 87 Regelement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • -

    Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende, dat het bevoegd gezag bij verkeersbesluit op 6-11-2024 een geslotenverklaring heeft ingesteld, opgevolgd door middel van het plaatsen van borden en daarin heeft meegenomen dat in een ontheffingenbeleid regels worden gesteld voor ontheffingsmogelijkheden;

 

besluiten:

 

vast te stellen de volgende

 

Beleidsregel ontheffingen berijden wegen plassengebied met vrachtverkeer, landbouwverkeer en overig breed verkeer (breder dan 2,2 meter)

 

Artikel 1. Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    Aanvraag: een (digitaal/fysiek) schriftelijk verzoek voor het uitgeven van ontheffing.

  • -

    Breedte voertuig: de maatvoering tussen de zijkanten van het voertuig exclusief spiegels.

  • -

    Exceptioneel vervoer: vervoer dat afwijkt van de gestelde kaders en na controle door gemeente is toegestaan onder aangepaste voorwaarden.

  • -

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk.

  • -

    Houder van de ontheffing: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend.

  • -

    Geslotenverklaring: een verbod om een weg of pad te betreden, met op het verkeersbord genoemde vervoerswijze als beschreven in het RVV 1990.

  • -

    Kenteken: kenteken als bedoeld in artikel 36 of 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

  • -

    Kentekenwijziging: het wijzigen van een kenteken binnen de gestelde periode waarvoor de ontheffing geldig is.

  • -

    Legeskosten: de kosten die verbonden zijn aan het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing, zijn vermeld in de geldende legesverordening.

  • -

    Maatschappelijk, publiek en algemeen belang: belang wat het individu overstijgt en bijdraagt aan maatschappelijke/publieke diensten en benodigdheden.

  • -

    Motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen, met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen.

  • -

    Ontheffing: de (digitaal/fysiek) schriftelijke verklaring dat een verbod als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 op basis van aan deze schriftelijke verklaring gebonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring die is gekoppeld aan het kenteken van een motorvoertuig.

  • -

    RVV 1990: het Regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van 26 juli 1990, Stb. 459.

  • -

    Voertuigcombinatie: een trekkend motorvoertuig met een aanhanger of oplegger.

  • -

    Voertuigcategorie: een voertuigcode gebonden aan specificaties van het voertuig als beschreven in de Regeling voertuigen.

  • -

    Vlootontheffing: een ontheffing met meer dan 5 kentekens die is gekoppeld aan een overkoepelende natuurlijk of rechtspersoon.

Artikel 2. Basisgegevens

  • 1.

    Op grond van het verkeersbesluit artikel 62 RVV 1990 is het verboden om met vrachtwagens, landbouwvoertuigen en overige zware en brede voertuigen het plassengebied als bedoeld onder “locatie” in te rijden. Zie toelichting.

  • 2.

    Onder voorwaarden als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990 is een ontheffing mogelijk.

  • 3.

    Een ontheffing kan bestaan uit:

    • a.

      een schriftelijke ontheffing per trekkend voertuig;

    • b.

      een vlootontheffing;

    • c.

      een exceptionele ontheffing.

  • 4.

    Geen ontheffing wordt verleend aan voertuigen zwaarder dan 20 ton en breder dan 3 meter, die niet aan de voorwaarden voldoen/geen bijzondere noodzaak hebben.

Artikel 3. Indieningscriteria digitale ontheffingen

  • 1.

    Een aanvraag die aan de criteria voldoet als bedoeld in artikel 5 wordt digitaal via de website ingediend bij de gemeente.

  • 2.

    Per voertuig(combinatie) wordt 1 ontheffing uitgegeven. Kenteken(s) (trekker + eventuele oplegger/aanhanger) en gegevens dienen te worden ingevuld bij de aanvraag.

  • 3.

    Een aanvraag dient voor zover mogelijk voor aanvang van het transport te worden ingediend. De mogelijkheid bestaat om een aanvraag binnen 24 uur na transport alsnog in te dienen.

  • 4.

    Bij het veranderen van het kenteken tijdens de geldige periode van de ontheffing dient een wijziging van de ontheffing te worden aangevraagd.

Artikel 4. Indieningsvereiste vloot- en exceptionele ontheffingen

  • 1.

    Een aanvraag voor een vloot- of exceptionele ontheffing kan digitaal via de website als ook schriftelijk worden ingediend.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen alle benodigde gegevens te worden overgelegd.

  • 3.

    Een aanvraag om een vloot- en exceptionele ontheffing dient een motivering te bevatten waaruit de noodzaak voor ontheffing blijkt en dat alternatieven zijn bekeken.

  • 4.

    Een aanvraag om vloot- en exceptionele ontheffing dient ten minste 8 weken voor het gebruiken van de weg te worden aangevraagd en kan niet achteraf worden aangevraagd.

  • 5.

    Na uitgifte van een vlootontheffing kunnen digitaal nieuwe voertuigen worden toegevoegd.

Artikel 5. Algemeen toetsingskader

  • 1.

    Bij het beoordelen van een ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan diverse kaders die de gemeente heeft opgesteld om zwaar/breed verkeer onder voorwaarden op deze wegen toe te staan.

  • 2.

    Een (digitale of fysieke) ontheffingsaanvraag wordt beoordeeld op:

    • a.

      gewicht;

    • b.

      breedte;

    • c.

      voertuigcategorie;

    • d.

      herkomst/bestemming.

  • 3.

    Een verkeersontheffing wordt verleend als het transport voldoet aan:

    • a.

      gewicht:

      • 1.

        het ledig gewicht van het voertuig (trekker + eventuele oplegger) is lager of gelijk aan een gewicht van maximaal 15 ton;

      • 2.

        het totaalgewicht van het vervoer is lager of gelijk aan 20 ton;

        - Voertuig + lading (bijvoorbeeld 14 ton voertuig + 6 ton lading)

        - voertuig zonder lading (hijskraan, verreiker, etc.)

      • 3.

        Het totaalgewicht van het vervoer lager of gelijk is aan 10 ton;

    • b.

      breedte:

      • 1.

        de totale breedte van personenvoertuig met lading lager of gelijk is aan 2,5 meter;

      • 2.

        de totale breedte van een vracht- of landbouwvoertuig met lading lager of gelijk is aan 3,0 meter.

    • c.

      voertuigcategorie:

      • 1.

        personenvoertuig breder of gelijk aan 2,2 meter;

      • 2.

        vrachtwagen;

      • 3.

        landbouwvoertuig;

    • d.

      herkomst/bestemming:

      • 1.

        een transport heeft een herkomst op een perceel binnen het plassengebied;

      • 2

        een transport heeft een bestemming op een perceel binnen het plassengebied.

  • 4.

    Als de aanvraag niet binnen bovengenoemde categorieën past, wordt er geen digitale ontheffing verleend;

Artikel 6. Criteria vloot- en exceptionele ontheffingen

Een vlootontheffing wordt alleen afgegeven aan:

  • a.

    bedrijven fysiek gevestigd in het plassengebied;

  • b.

    onderhoudsverantwoordelijke instanties en overheden ten behoeve van natuur of publieke voorzieningen;

  • c.

    calamiteitendiensten voor het wegslepen van voertuigen

Artikel 7. Koppeling aan kenteken

  • 1.

    Per voertuig(combinatie) wordt 1 ontheffing uitgegeven. Kenteken(s) (trekker + eventuele opleggen) en gegevens dienen te worden ingevuld bij de aanvraag.

  • 2.

    Voor een vlootontheffing dienen minimaal 5 kentekens te worden opgegeven.

  • 3.

    Voertuigen zonder kenteken zijn ook ontheffing plichtig.

Artikel 8. Geldingsduur ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing kan uitgegeven worden voor de volgende periodes:

    • a.

      1 dag

    • b.

      1 week

    • c.

      1 kwartaal

    • d.

      1 jaar

    • e.

      3 jaar

  • 2.

    Een vlootontheffing kan uitgegeven worden voor de volgende periodes:

    • a.

      1 jaar

    • b.

      3 jaar

  • 3.

    Een exceptionele ontheffing (bv voor speciaal vervoer) kan eenmalig of voor de duur van het project worden uitgegeven.

  • 4.

    Een ontheffing vervalt na de periode als bedoeld in het eerste lid en kan opnieuw worden aangevraagd;

  • 5.

    Een tussentijdse verandering van kenteken is mogelijk bij de inzet van een gelijkwaardig voertuig met dezelfde breedte/gewicht;

Artikel 9. Algemene transportvoorschriften

  • A.

    De houder van de ontheffing dient deze tijdens het gebruik ervan op eerste aanvraag digitaal of fysiek te tonen aan de bevoegde autoriteiten.

  • B.

    Het overige verkeer mag niet in gevaar worden gebracht of worden gehinderd.

  • C.

    Elke beschadiging aan de weg of wat daartoe behoort (inclusief kabels en leidingen) als gevolg van het gebruik van de weg krachtens deze ontheffing moet aan de onderhoudsplichtige(n) of aan de eigenaar(s) worden vergoed.

  • D.

    De houder van de ontheffing doet bij voorbaat afstand van alle aanspraken die hij tegen de gemeente zou kunnen doen gelden wegens schade aan het krachtens de ontheffing gebruikte motorvoertuig, door welke oorzaak ook ontstaan en aanvaardt de verplichting tot vrijwaring van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk die alle vorderingen die derden mochten doen gelden tot vergoeding van schade, die met het gebruik maken van de ontheffing in enigerlei verband staan, tenzij de schade is ontstaan door of de vordering komt uit schuld aan de zijde van de gemeente.

  • E.

    De ontheffing geldt slechts voor transporten t.b.v. aan de betreffende wegen gelegen percelen, en de genoemde wegen die daar via de kortste route naar toe leiden (bestemmingsverkeer), en mag derhalve niet voor doorgaand verkeer worden gebruikt.

  • F.

    Met een ontheffing mag niet sneller worden gereden dan 25 km/uur door landbouwvoertuigen en 30 km/uur door overige motorvoertuigen.

  • G.

    Er mag niet worden geparkeerd op de betreffende wegen met een geslotenverklaring voor breed en zwaar verkeer.

  • H.

    Er mag niet worden gehesen op de betreffende wegen met een geslotenverklaring voor breed en zwaar verkeer.

  • I.

    Maximum toegestane totaalmassa op de wegen in het Reeuwijkse Plassengebied is 20.000 kg .

  • J.

    De houder van de ontheffing wordt erop gewezen dat het college altijd bevoegd is deze ontheffing in te trekken, als aan de deze ontheffing verbonden voorschriften niet worden nageleefd. Het college is daartoe ook bevoegd als de aan de ontheffing verbonden maatregelen daarvoor geen of geen afdoende oplossing bieden. Die maatregelen zijn: het wijzigen van de aan de ontheffing verbonden voorschriften, het aan de ontheffing verbinden van nadere voorschriften.

  • K.

    Het berijden van de wegen met geslotenverklaringen voor breed en zwaar verkeer is (in verband met schoolgaande kinderen) niet toegestaan in de spitsuren tussen 07.00 – 9.00 en 16.00 – 18.00 uur.

Artikel 10. Legeskosten

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffingen worden legeskosten in rekening gebracht;

  • 2.

    Op het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing is de legesverordening van het jaar van aanvraag van toepassing;

  • 3.

    Vracht- en landbouwverkeer gelijk aan of lager dan 10 ton en gelijk of minder dan 2,2 meter breed zijn vrijgesteld van legeskosten;

  • 4.

    Voor een vlootontheffing gelden de leges per 25 (trekkende) voertuigen;

  • 5.

    Voor doelgroepen die vallen onder de overgangsbepaling zijn de voorgaande leges van toepassing tot 2 jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregel in combinatie met het aflopen van de termijn;

Artikel 11. Intrekking of wijzigen ontheffing

De ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    Indien niet aan de voorwaarden of beperkingen die zijn verbonden aan de ontheffing, wordt voldaan.

  • b.

    Voor zover op grond van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, door het college wordt vastgesteld dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.

  • c.

    Voor zover ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn ingediend door de aanvrager.

  • d.

    Voor zover er sprake is van misbruik of onbevoegd gebruik van de ontheffing.

  • e.

    Op verzoek van de houder van de ontheffing.

  • f.

    De ontheffing vervalt bij verhuizing of overlijden van de houder van de ontheffing indien de ontheffing is verleend aan een natuurlijk persoon en bij faillissement of beëindiging van de onderneming in het geval de ontheffing is verleend aan een rechtspersoon.

Artikel 12. Wijzigingen beleid

  • 1.

    Deze beleidsregel is opgesteld met het oog op de specifieke situatie van het plassengebied en zal periodiek worden geëvalueerd en indien nodig worden aangepast. Dit kan betekenen dat na een aanpassing een ontheffing niet opnieuw verleend wordt, dan wel dat een eerdere geweigerde ontheffing juist kan worden verleend.

  • 2.

    Eventuele toezeggingen uit het verleden zullen gelijk worden gesteld aan het bovengenoemde beleid voor de gelijke behandeling van eenieder.

Artikel 13. Overgangsregeling

Voor maximaal 2 jaar na invoering, worden de oude legeskosten aangehouden voor verlenging of vervanging van bestaande vergunningen. Voor de periode dat een bestaande ontheffing nog geldig is, worden geen extra legeskosten in rekening gebracht.

Artikel 14. Intrekken oud beleid

Het Beleid ontheffing berijden wegen Plassengebied met breedte – en gewichtsbeperking (Gemeenteblad 2021, 468108) wordt ingetrokken.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 16. Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Beleidsregel berijden wegen plassengebied met vrachtverkeer, landbouwverkeer en voertuigen breder dan 2,2 meter.

 

Bodegraven, 6-11-2024

 

Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk

de secretaris,

P. Timmermans - van Vianen

de burgemeester

drs. M.K.A. Grauss

Toelichting  

Ter uitvoering van de aan haar opgedragen publieke taken beheert de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een groot aantal wegen. Voor een deel van deze wegen gelden diverse geslotenverklaringen voor specifiek verkeer. Binnen het plassengebied Reeuwijk geldt een geslotenverklaring gericht op het weren van groot, zwaar en/of breed verkeer. De reden voor de beperkingen is dat deze wegen, door de situering en constructie, uit het oogpunt van verkeersveiligheid en leefbaarheid niet geschikt zijn om bereden te worden door brede en zware voertuigen.

 

In de afgelopen jaren heeft de gemeente een beleid gevoerd gericht op het terugdringen van het gebruik van deze wegen door zwaar en breed verkeer. De gemeente heeft echter moeten constateren dat het beleid in de praktijk niet het beoogde effect heeft. Er rijdt nog altijd veel zwaar en breed verkeer over deze wegen en vaak ook zonder ontheffing. Dit leidt tot verkeersonveilige situaties en tot veel schade aan wegen en bermen.

 

De gemeente wenst het zwaar- en breed verkeer uit het plassengebied te weren. De maatregel dient effectief en handhaafbaar te zijn, met oog voor de aanwezige ondernemers en bedrijven.

 

De gemeente heeft, ter uitvoering van het bovenstaande, een verkeersbesluit genomen, waarbij een geslotenverklaring geldt voor alle vrachtverkeer, landbouwvoertuigen en andere voertuigen breder dan 2,2 meter.

 

Ter uitvoering van bovengenoemd verkeersbesluit zijn deze beleidsregels opgesteld. In uitzonderingsgevallen kan onder voorwaarden een ontheffing worden verleend. Aan deze ontheffing zijn kosten verbonden. Een ontheffing was reeds mogelijk onder het voorgaande beleid, maar dient te worden aangepast aan de geslotenverklaring.

 

Gelet op het bovenstaande heeft het college besloten een nieuw ontheffingenbeleid voor het berijden van wegen in het Plassengebied te formuleren.

 

Doelstellingen en uitgangspunten beleid

 

Beleidsdoelstellingen 

De wegen zijn van groot maatschappelijk belang voor wonen, werken en recreëren. In het plassengebied van Reeuwijk hebben de wegen een ontsluitende functie voor percelen, woningen, bedrijven en voorzieningen.

 

In het plassengebied zijn de wegen vanuit de historie en de geografie smal van profiel en hebben een constructie die een gelimiteerd gewicht aan kan. Dit heeft de volgende gevolgen:

 

De wegen in het plassengebied hebben een smal wegprofiel met op beperkte plaatsen uitwijkmogelijkheden. Naast het wegprofiel is een korte zachte berm aanwezig met daarnaast de waterkant. Breed verkeer neemt meestal de gehele rijbaan in beslag. Hierdoor komen de voetgangers, fietsers en automobilisten in het gedrang. Het passeren met breed verkeer kan hierdoor verkeersonveilige situaties opleveren. Door het reguleren (verminderen/uitsluiten) van het brede verkeer, zullen deze situaties afnemen en neemt de veiligheid daartoe toe.

 

De wegconstructie ligt op een zeer zwakke ondergrond die kwetsbaar is. Zware en brede voertuigen zorgen voor schade aan de bermen en wegconstructie. Hierdoor moet regelmatig de weg worden gerepareerd. Deze beschadigingen kunnen onveilig zijn voor fietsers en voetgangers. Daarnaast wordt de levensduur van de weg korter waardoor meer (groot) onderhoud gepleegd dient te worden, waarbij de bereikbaarheid van het gebied verslechtert. Door zwaar verkeer te weren zullen wegen veiliger en beter toegankelijk blijven.

 

Ter bescherming van de weg en de weggebruikers, alsmede het goed toegankelijk houden van de weg, is het noodzakelijk maatregelen te nemen. Hiertoe is besloten om een geslotenverklaring in te stellen voor vrachtwagens en landbouwvoertuigen.

 

Een verbod voor een bepaalde categorie voertuigen kan gevolgen hebben. Om te voorkomen dat bedrijven/ondernemers onevenredig zwaar in hun belangen worden geschaad door dit verbod, wordt hierbij de mogelijkheid gecreëerd om, in uitzonderingen en onder voorwaarden, een ontheffing van het verbod aan te vragen. De voorwaarden en de procedure hiervoor worden in deze beleidsregel beschreven.

 

Voertuigen 

Onder het voorgaande beleid kon klein vracht- en landbouwverkeer tot 10 ton en minder dan 2,2 meter breed zonder ontheffing het gebied betreden. Met de introductie van een algeheel verbod voor al het vracht- en landbouwverkeer is een ontheffing noodzakelijk. Deze groep voertuigen geeft geen directe overlast en de gevolgen voor verkeersveiligheid en beheer zijn er niet. Om deze reden wordt voor deze groep geen legeskosten in rekening gebracht.

 

Voor overige voertuigen wordt geen uitzondering gemaakt.

 

Vloten 

Om de lasten voor de gevestigde bedrijven en ondernemers binnen het plassengebied zo laag mogelijk te houden kunnen zij een vlootontheffing aanvragen voor vaste vervoersbewegingen van en naar het bedrijf of onderneming. Een vlootontheffing is ook mogelijk voor terugkerende onderhoudswerkzaamheden.

 

De volgende instanties/organisaties komen in aanmerking voor een vlootontheffing:

 

  • -

    bedrijven of ondernemers op een adres gevestigd in het plassengebied

  • -

    (natuur)onderhoudsverantwoordelijke instanties en overheden

  • -

    calamiteitendiensten voor wegslepen voertuigen

De gevestigde bedrijven/ondernemers binnen het plassengebied en de onderhoudsverantwoordelijke dienen zelf de kentekens voor de vlootontheffing te verzamelen. Aan de vlootontheffing zal een uniek nummer gekoppeld.

 

Om bouwverkeer in het plassengebied te verminderen en te reguleren kunnen zij geen vlootontheffing aanvragen. Dit geldt ook voor vervoer van huishoudens.

 

Kader 

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft als publieke taak om de zorg te dragen voor de openbare wegen binnen en buiten de bebouwde kom zoals staat aangegeven in de Wegenwet. Hieronder valt het beheren van de regelgeving die valt onder het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV). Op grond van artikel 87 van het RVV 1990 is de gemeente als wegbeheerder bevoegd ontheffingen te geven voor diverse verkeersregels en verkeerstekens.

 

Dit ontheffingenbeleid is bedoeld voor zover het betreft de verkeerstekens:

 

  • -

    Geslotenverklaring C7 ‘verbod vrachtverkeer’

  • -

    Geslotenverklaring C8 ‘verbod landbouwverkeer’

  • -

    Geslotenverklaring C18 ‘verbod voertuigen breder dan 2,2 meter’

De criteria en algemeen geldende voorwaarden maken onderdeel uit van deze beleidsregel.

 

Locatie

 

Ontheffingsverplichting per straat (tot 20 ton)

Bijzonderheden

Bosmankade

Op deze weg geldt een inrijverbod voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van personenvoertuigen van aanwonenden. Ontheffing voor zwaar/breed verkeer wordt niet verleend.

Gravekoopsedijk

‘s Gravenbroekseweg

Hortemansdijk

Kooidijk

Op deze weg geldt een inrijverbod voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van personenvoertuigen van aanwonenden. Ontheffing voor zwaar/breed verkeer wordt niet verleend.

Korssendijk

Lecksdijk

Op deze weg geldt een inrijverbod voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van personenvoertuigen van aanwonenden. Ontheffing voor zwaar/breed verkeer wordt niet verleend.

Nieuwenbroeksedijk

Oudeweg vanaf kruispunt Steupel

Op deze weg geldt een inrijverbod voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van personenvoertuigen van aanwonenden. Ontheffing voor zwaar/breed verkeer wordt niet verleend.

Doorgang slagboom Oudeweg niet mogelijk, betreft calamiteitenroute hulpdiensten.

Oudkoopsedijk

Platteweg

Ravenbergseweg

Ree* (1 t/m 37 en 39-1)

Op een gedeelte van deze weg (Ree 38-66 en 41) geldt een inrijverbod voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van personenvoertuigen van aanwonenden. Ontheffing voor zwaar/breed verkeer wordt niet verleend

Twaalfmorgen

Vlietdijk

Willenskade

Zoetendijk

Uitgangspunten van het beleid

  • 1.

    De veiligheid van de gebruikers op de gesloten verklaarde wegen moet altijd gewaarborgd blijven.

  • 2.

    Het breed en zwaar verkeer wordt geweerd om van wegen in het plassengebied gebruik te maken.

  • 3.

    Ter handhaving van de geslotenverklaring zal worden gewerkt met een camerasysteem (24/7).

  • 4.

    Voor het in behandeling nemen van de ontheffingsaanvraag is de aanvrager leges verschuldigd aan de gemeente.

  • 5.

    De leges dekken (een gedeelte van) de kosten voor het handhavings- en vergunningensysteem.

  • 6.

    De ontheffing geldt voor een gelimiteerde periode.

     

Slotbepalingen 

 

Overgangsregeling

Het nieuwe beleid heeft als doel dat het moet leiden tot minder gebruik van de wegen door breed en zwaar verkeer. Om aanwezige partijen de mogelijkheid te geven om hun bedrijfsvoering/werkzaamheden aan te passen, wordt een overgangsregeling aangehouden.

Voor maximaal 2 jaar na invoering, worden de oude legeskosten aangehouden voor verlenging of vervanging van bestaande vergunningen. Voor de periode dat een bestaande ontheffing nog geldig is, worden geen extra legeskosten in rekening gebracht.

 

Kiest men voor een vlootontheffing, dan is de overgangsregeling niet van toepassing.

 

Voor bedrijven of bewoners die zich binnen deze 2 jaar na invoering beleid nieuw aandienen/vestigen, geldt deze overgangsregeling niet. Voor hen gelden de leges conform de geldende legesverordening van dat jaar.

 

Controle 

Controle van de ontheffingen gebeurt door de gemeentelijke handhaving en de politie. Door middel van kentekenherkenningscamera’s en fysieke steekproeven worden de voertuigen gecontroleerd. De camera’s staan bij elke ingang van het plassengebied en zijn 24 uur, 7 dagen in de week actief.

 

Strafgrond 

Handelen en/of nalaten in strijd met de voorwaarden van de op basis van deze beleidsregel verleende ontheffingen is verboden volgens het gestelde in artikel 150, lid 2, van de Wegenverkeerswet 1994 en strafbaar volgens het gestelde in artikel 177, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994.

 

Hardheidsclausule 

Het college kan overeenkomstig artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht op aanvraag ten gunste van een aanvrager een ontheffing verlenen wegens bijzondere omstandigheden die bij het opstellen van dit beleid niet waren voorzien of als toepassing hiervan gevolgen heeft voor aanvrager die onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen.

Naar boven