Gemeenteblad van Gouda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gouda | Gemeenteblad 2024, 466853 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gouda | Gemeenteblad 2024, 466853 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Jeugd en Wmo Midden-Holland 2024
De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas
Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht
De hiernavolgende gemeenschappelijke regeling aan te gaan, genaamd,
“Gemeenschappelijke regeling Jeugd en Wmo Midden-Holland 2024”
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Wetten: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Jeugdwet, Wet passend onderwijs, Wet op het primair onderwijs, Wet op het voortgezet onderwijs, Wet op de expertisecentra, zoals deze wetten en daarop gebaseerde regelingen nu luiden of gaan luiden in de toekomst; hieronder worden mede begrepen de op hiervoor genoemde Wetten gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, ministeriele besluiten en uitvoeringsvoorschriften evenals verordeningen, overige algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels van de gemeenten.
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk GR Jeugd en Wmo Midden-Holland, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Artikel 4 Taken en overdracht bevoegdheden
Ten aanzien van het toezicht op de kwaliteit en rechtmatigheid van hulp en ondersteuning op grond van de Wmo 2015 met inbegrip van de bevoegdheden genoemd in artikel 6.1 Wmo 2015 alsmede het toezicht op rechtmatigheid van jeugdhulp, worden alle uitvoerende taken en bevoegdheden, die bij of krachtens de wetten alsmede de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregelingen, aan de colleges zijn toegekend, gedelegeerd aan het dagelijks bestuur.
GR JW kan aan andere organen of rechtspersonen dan de deelnemende gemeenten (derden) diensten verlenen, binnen het belang en het doel van GR JW als bedoeld in artikel 3, met dien verstande dat de omvang van deze taken niet meer mag bedragen dan toelaatbaar is op basis van de criteria voor inbesteden volgens het geldende aanbestedingsregime en de kerntaken niet in het gedrang komen.
De in dit artikel 5 bedoelde taken worden niet uitgevoerd dan nadat de betreffende taken zijn vastgelegd in een tussen het dagelijks bestuur en het college van de betreffende gemeente(n) af te sluiten dienstverleningsovereenkomst en bij afzonderlijk besluit van het college of de colleges van de betreffende gemeente(n) de voor de uitvoering van die taken vereiste bevoegdheden zijn gedelegeerd of gemandateerd dan wel wanneer daarvoor volmacht of machtiging is verleend.
HOOFDSTUK 2 INRICHTING EN SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR
PARAGRAAF 1 HET ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 8 Werkwijze van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en verder zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt of als dit door tenminste drie leden van het algemeen bestuur schriftelijk en onder opgave van redenen wordt gevraagd. In het laatste geval wordt de vergadering binnen drie weken gehouden.
De leden en de adviseurs als bedoeld in artikel 7, elfde lid worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste tien dagen tevoren, met gelijktijdige toezending van de agenda, schriftelijk ter vergadering opgeroepen. De agenda en bijbehorende voorstellen, behalve die waarop geheimhouding rust, worden tegelijkertijd bekend gemaakt door publicatie op de website van GR JW en ter inzage gelegd bij GR JW.
Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. De deuren worden gesloten wanneer tenminste één vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of als dit naar het oordeel van de voorzitter nodig is. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Over de geheimhouding is het bepaalde in artikel 23 Wgr van toepassing. Alleen de leden van het algemeen bestuur zijn gerechtigd een besloten vergadering bij te wonen, tenzij door het algemeen bestuur in besloten vergadering anders wordt beslist. Van een besloten vergadering worden afzonderlijke notulen opgesteld.
PARAGRAAF 3 VERANTWOORDING BESTUUR
Artikel 15 Verantwoording en informatieplicht
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en ingestelde bestuurscommissies geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten en door één of meer leden daarvan gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen die de raden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken. Inlichtingen kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden verstrekt.
HOOFDSTUK 3 BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR
PARAGRAAF 2 BEVOEGDHEDEN DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 19 Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Voor zover niet bij of krachtens de Wgr of deze regeling anders is bepaald, is het dagelijks bestuur bevoegd tot:
te besluiten namens GR JW, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
PARAGRAAF 3 BEVOEGDHEDEN VAN DE VOORZITTER
Artikel 20 Bevoegdheden voorzitter
De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur en draagt er zorg voor dat de besluiten van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur naar behoren worden uitgevoerd. Bij afwezigheid of ontstentenis wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter.
HOOFDSTUK 4 ADVIES- EN BESTUURSCOMMISSIES VOOR HET BESTUUR
Het algemeen bestuur kan commissies van advies (als bedoeld in artikel 24 Wgr) en commissies ter behartiging van bepaalde belangen (als bedoeld in artikel 25 Wgr) instellen. Het algemeen bestuur bepaalt daarbij welke bevoegdheden aan de commissies worden toegekend en op welke wijze deze worden samengesteld.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie met het oog op de behartiging van bepaalde belangen, dan nadat de raden van de gemeenten van dit voornemen op de hoogte zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
HOOFDSTUK 6 BETREKKEN VAN RADEN, INGEZETENEN EN BELANGHEBBENDEN
Artikel 25 Gemeenschappelijke adviescommissie van raadsleden
Op voorstel van de raden van de deelnemende gemeenten gezamenlijk stelt het algemeen bestuur een gemeenschappelijke raadsadviescommissie, zoals bedoeld in artikel 24a Wgr, in die het algemeen bestuur van advies kan voorzien, de besluitvorming van de raden van de deelnemende gemeenten met betrekking tot de regeling kan voorbereiden of de raden van advies kan voorzien.
De leden van de gemeenschappelijke adviescommissie kunnen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen. De hoogte van de vergoeding staat in redelijke verhouding tot de aan het lidmaatschap van de gemeenschappelijke adviescommissie verbonden werkzaamheden, mede rekening houdende met de vergoeding voor werkzaamheden welke het lid ontvangt uit hoofde van zijn lidmaatschap van de raad. De artikelen 96, tweede en derde lid, tweede zin, 98 en 99 van de Gemeentewet, en ook de op grond daarvan gestelde nadere regels, zijn van overeenkomstige toepassing.
Het dagelijks bestuur betrekt, ter voorbereiding van de besluitvorming in het algemeen bestuur aangaande beleid en evaluatie van de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 4 van deze regeling, ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden overeenkomstig de door het algemene bestuur op grond van het eerste lid gestelde regels.
HOOFDSTUK 7 FINANCIËLE BEPALINGEN
De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien in de aanwijzing van één of meer accountants, belast met het onderzoek van jaarrekening en ook met het ter zake uitbrengen van een verslag, dat -behalve de verklaring bij de jaarrekening- bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.
De raden van de gemeenten kunnen binnen twaalf weken na ontvangst van de ontwerpbegroting hun zienswijze over die begroting bij het dagelijks bestuur naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze zijn vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Het dagelijks bestuur stelt de raden van de deelnemende gemeenten voorafgaande aan het vaststellen van de begroting door het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze.
Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling door het algemeen bestuur, doch in ieder geval voor 15 september van het jaar voorafgaand aan dat waarvoor de begroting dient, aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten en aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland.
In gevallen, dit ter beoordeling van het algemeen bestuur, kan een wijziging van de begroting die geen verhoging tot gevolg heeft van begrote deelnemersbijdragen voor het betreffende begrotingsjaar worden vastgesteld door het algemeen bestuur zonder dat de raden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze hebben kunnen geven. Van de vaststelling door het algemeen bestuur van een dergelijke begrotingswijziging wordt mededeling gedaan aan de deelnemende gemeenten.
Artikel 32 Samenstelling geldmiddelen en financieringsmiddelen
De gemeenten waarborgen de voldoening van de rente, aflossing en kosten van de door GR JW te sluiten vaste geldleningen, en ook van gelden die GR JW in rekening‐courant of bij wijze van kasgeldleningen zal opnemen, naar evenredigheid van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar waarin de overeenkomst voor de desbetreffende transactie wordt gesloten.
De kosten worden, rekening houdende met andere inkomsten, over de deelnemende gemeenten verdeeld volgens de door het algemeen bestuur in de bijdrage verordening opgenomen verdeelsleutel waarmee op basis van objectieve maatstaven een verdeling van de kosten voor deelnemers kan worden gemaakt, waarbij wordt rekening gehouden met eventuele verschillen in deelname van de deelnemende gemeenten aan de aan GR JW opgedragen taken als bedoeld in artikel 4.
HOOFDSTUK 9 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Ten behoeve van de uitvoering van specifiek opgedragen taken als bedoeld in artikel 4, kunnen ook andere dan de in de aanhef genoemde gemeenten toetreden tot deze regeling. Het dagelijks bestuur zendt in dat geval een verzoek tot toetreding van een andere gemeente tot deze regeling aan de colleges van de Gemeenten.
Een college kan, na verkregen toestemming van de gemeenteraad, geheel of gedeeltelijk uittreden door toezending van de daartoe strekkende besluiten van haar organen. Onder gedeeltelijk uittreden wordt verstaan het vanaf een bepaalde datum niet langer afnemen van diensten van c.q. het niet langer delegeren van tot dan toe gedelegeerde taken en bevoegdheden of het niet langer mandateren van tot dan toe gemandateerde taken en bevoegdheden aan de gemeenschappelijke regeling.
Onder desintegratiekosten worden verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig, te maken dan wel te dragen door het openbaar lichaam die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.
Het openbaar lichaam en ook de uittredende deelnemer is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittredingskosten zo laag mogelijk te houden. Het voorgaande behoeft niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen tegenover derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het algemeen bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
Met het oog op het bepalen van de inhoud van het uittredingsplan kan het algemeen bestuur een onafhankelijke externe deskundige aanwijzen die in opdracht van het algemeen bestuur het concept-uittredingsplan voorbereidt. De onafhankelijke deskundige kan, in overleg met het algemeen bestuur, voor specifieke onderdelen van het uittredingsplan andere deskundigen inschakelen.
Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en het dagelijks bestuur. Als geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke externe deskundige aan op basis van meerderheid van stemmen in het algemeen bestuur.
Ten minste twaalf maanden voorafgaand aan het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan en de voorlopige uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de voorlopige uittreedsom op de systematiek als bedoeld in artikel 41, negende lid en op de jaarrekening van het openbaar lichaam over het meest recent verstreken begrotingsjaar.
Uiterlijk zes maanden na het moment van uittreding stelt het algemeen bestuur de definitieve uittreedsom vast. Het algemeen bestuur baseert de berekening van de definitieve uittreedsom op de systematiek als bedoeld in artikel 41, negende lid en op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding.
Bij de voorbereiding van het concept uittredingsplan biedt het algemeen bestuur de uittredende deelnemer de keuze tussen een betaling van de uittreedsom in een aantal termijnen of voor betaling van de uittreedsom in een keer. In het uittredingsplan bepaalt het algemeen bestuur in overeenstemming met de voorkeur van de uittredende deelnemer of de uittredende deelnemer de uittreedsom in een daarbij te bepalen aantal termijnen of in een keer dient te betalen. Als de uittredende deelnemer kiest voor betaling in termijnen kan het algemeen bestuur een rentevergoeding in rekening brengen.
Artikel 44 Verplichtingen uittreder
De uittredende deelnemer is gehouden zich in te spannen om de formatie van het openbaar lichaam die als gevolg van de uittreding boventallig is geworden met behoud van arbeidsvoorwaarden in dienst te nemen of anderszins in stand te doen houden. De waarde van de formatie die de uittredende deelnemer overneemt van het openbaar lichaam wordt gekapitaliseerd en in mindering gebracht op de uittreedsom.
Artikel 46 Opheffing en liquidatie
Het dagelijks bestuur zal, nadat tot opheffing besloten is, overgaan tot de voorbereiding van de liquidatie van GR JW en stelt daartoe zo spoedig mogelijk een ontwerp liquidatieplan op. Het liquidatieplan wordt ‐ nadat de raden van de gemeenten zijn gehoord ‐ vastgesteld door het algemeen bestuur. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.
Artikel 49 Archiefbewaarplaats
Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats van het Streekarchief Midden-Holland.
Artikel 50 Toezicht archiefbeheer
Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van het Streekarchief Midden-Holland.
Als onderling het geschil niet opgelost kan worden, wijst iedere partij een deskundige aan. Deze deskundigen brengen, als zijnde een geschillencommissie, gezamenlijk een advies uit aan het bestuur over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen. Voorafgaand aan het uitbrengen van het advies hoort de commissie de bij het geschil betrokken bestuursorganen.
Na ontvangst van het advies treden de in het tweede lid bedoelde partijen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Als het overleg niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil als bedoeld in het eerste lid overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de Wgr, voor te leggen aan gedeputeerde staten.
HOOFDSTUK 12 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 54 Evaluatie van de regeling
Het algemeen bestuur zal in 2026 het functioneren van GR JW en de samenwerkingsrelatie met de deelnemers evalueren, daaronder begrepen een onderzoek naar de formatie in relatie tot de door de GR JW uit te voeren taken, en daarvan voor 1 oktober 2026 verslag uitbrengen aan de colleges en de raden van de gemeenten, vergezeld van conclusies en aanbevelingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-466853.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.