Verkeersbesluit gereserveerde parkeerplaatsen voor (snel) opladen elektrische voertuigen Kadijklaan nabij no.4

Nr. 2024. 1962624

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

 

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

 

overwegende,

dat de Kadijklaan gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de Kadijklaan in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat de Kadijklaan een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager beleid;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat de Kadijklaan gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom en de weg daarmee deel uitmaakt van het verblijfsgebied;

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat elektrisch aangedreven auto’s in opkomst zijn en er in Nederland op 1 oktober 2023 ca. 670.000 elektrische en hybride personenauto’s zijn geregistreerd;

dat Metropoolregio Amsterdam – elektrische (MRA-e) een concessie heeft aanbesteed en gegund waarbij een derde partij laadpalen realiseert, exploiteert en beheert;

dat de gemeente Haarlem zich heeft aangesloten bij het initiatief MRA-e;

dat de laadpalen voor de volgende doelgroepen zijn bestemd:

  • -

    Bezoekers aan de stadswijken

  • -

    Bewoners van de stadswijken

  • -

    Werknemers van bedrijven gevestigd in de stadswijken

dat de gemeente Haarlem zich ten doel heeft gesteld om in 2030 een klimaatneutrale en duurzame gemeente te zijn;

dat de gemeente Haarlem het realiseren van een schoon wagenpark opgenomen heeft als maatregel om aan de Europese normen op het gebied van luchtkwaliteit te voldoen;

dat de gemeente Haarlem in het kader van bovengenoemd beleid elektrisch rijden wil stimuleren door een openbaar netwerk van oplaadpalen te realiseren;

dat de gemeente Haarlem een overeenkomst is aangegaan met MRA-e om in Haarlem laadpalen te plaatsen;

dat een netwerk ontstaat door het aanwijzen en aanleggen van laadpalen voor elektrische voertuigen in de gemeente Haarlem op basis van ingekomen aanvragen of voor de uitrol van het beschikbare laadnetwerk;

dat de prognose voor het aandeel van snellaadpunten in de gemeente Haarlem naar verwachting in 2050 tussen de 0,14% en de 0,23% ligt:

dat het toenemen van het verkeer zal leiden tot een toenemende kans op geluidsoverlast maar dit niet de leefbaarheid in de wijk aantast;

dat snellaadpunten een oplossing biedt op plaatsen waar reguliere laadpalen achterlopen op de vraag en laadmogelijkheden vaak bezet zijn;

dat de toepasbaarheid van snellaadinfrastructuur met name op het regionale schaalniveau en op bedrijventerreinen zal plaatsvinden; 

dat de locatie van de snellaadpalen is getoetst aan de Beleidsregel plaatsen van laadpalen Haarlem;

dat er is gekozen voor een locatie waar elektrische voertuigen voor korte tijd parkeren, zodat voertuigen kunnen worden opgeladen terwijl de eigenaar van het voertuig gebruikmaakt van omliggende voorzieningen;

dat dit één van de eerste openbare snellaadpaallocaties is en er in de toekomst gelet wordt op de spreiding van openbare snellaadpalen, zodat een strategisch netwerk zal ontstaan;

dat deze locatie zo bepaald is dat er zo min mogelijk hinder is voor de omwonenden;

dat door het plaatsen van de laadpaal voor twee elektrische auto’s er een verschuiving optreedt in de beschikbaarheid van het type parkeerplaats. Er komt één parkeerplaats te vervallen, maar gelet op de hoeveelheid parkeerplaatsen en parkeerdruk heeft dit geen noemenswaardig effect;

dat op basis van de hiervoor genoemde beleidsregel en overwegingen een geschikte locatie is gevonden voor een laadvoorziening op de Kadijklaan nabij no.4;

dat een laadpaal twee aansluitingen voor elektrische voertuigen kent;

dat om een optimale benutting van een openbare oplaadpunt te waarborgen en gezien het aantal aanvragen het wenselijk is om nabij het oplaadpunt een tweetal parkeerplaatsen te reserveren ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen;

dat dit gerealiseerd kan worden door middel van het plaatsen van het verkeersbord E8c ‘parkeergelegenheid alleen bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen’ van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord dat aanduidt dat het verkeersbord van toepassing is op twee parkeervakken;

dat in het kader van herkenbaarheid de parkeervakken worden voorzien van een stekkersymbool;

dat de twee parkeervakken alleen door elektrische voertuigen gebruikt kunnen worden en dat de hoeveelheid parkeerruimte in de wijk voor niet-elektrische voertuigen daardoor afneemt;

dat het exclusief parkeren voor elektrische auto’s slechts is toegestaan met als doel de auto op te laden, zodat het oplaadpunt voor meerdere gebruikers beschikbaar is;

dat dit gebruik geregeld is in artikel 24, lid 1, sub d ten 2e van het RVV 1990, namelijk ‘de bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven’;

dat het belang van het ontwikkelen van een openbaar oplaadnetwerk prevaleert boven het verlies aan parkeergelegenheid;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het verkeersbord E8c –met het betreffende onderbord– van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel voorts strekt tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

dat gelet op voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel, mits voldaan wordt aan het gestelde in het BABW en de daarbij behorende uitvoeringsvoorschriften.

 

Besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

door middel van het plaatsen van het verkeersbord conform model E8c van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord OB504 met pijlen, waaruit blijkt dat het bord voor twee parkeerplaatsen van toepassing is – op de Kadijklaan nabij no.4, een tweetal parkeerplaatsen te reserveren die alleen bestemd zijn voor het opladen van elektrische voertuigen.

 

Aldus vastgesteld op 6 november 2024 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Melvin Werkhoven

Teammanager beleid

 

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

 

 

Naar boven